Pilot Verkeerscentrale van Morgen. Globale Scope of Work Trajectplanner

Vergelijkbare documenten
Pilot Verkeerscentrale van Morgen. Begrippen en afkortingen Trajectplanner

Verkeersbegeleiding van de toekomst

Conclusies RIS CCR en volgende stappen. Ivo ten Broeke Rijnvaartcommissaris Voorzitter PMT COMEX Corridor Coordinator Rijn COMEX

Plan van Aanpak Pilot

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Wim Veldhuyzen Movares Nederland BV

Digikoppeling adapter

COMEX. EU ondersteund project Corridormanagement. Peter Oudenes Rijkswaterstaat

Bijlage CONCEPT Overeenkomst inzake Ontwikkelen en testen Trajectplanner inclusief support en praktijkproeven

Offerte / Gemeente Breda / Versie 2.0

1. Work Breakdown Structure en WBS Dictionary

RIS in Vlaanderen. Jan Gilissen, RIS coördinator

Inlichtingenbureau Voortgangsrapportage April Realisatie van het Sectorloket-systeem

Elektronisch Melden Systeemcontext, applicaties en toegepaste berichten

Betere informatie met VOS. Jan Paul Kors

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

Toestemmingsformulier Pilots VCM en CoRISMa

Ontwikkelaar ICT. Context. Doel

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Inlichtingenbureau Voortgangsrapportage Juni Realisatie van het Sectorloket-systeem

River Information Services

Referentie model "Operationeel beheer en Onderhoud" voor het FttH netwerk van Sterk Midden Drenthe

RIS en AIS. In elkaars vaarwater. Ivo ten Broeke 8 november november

ScheepvaartVerkeersCentrum

Voorbeelden generieke inrichting Digikoppeling

ADVISIE SERVICE SOLUTIONS

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol

Strategie Applicatie integratie Open.Amsterdam project. versie 1.0 juni 2008

Conceptnota A Versie 7.0 A000033_Conceptnota_SF SO.docx Pagina 1 van 6

1 Dienstbeschrijving all-in beheer

Conceptnota. ERP-MIS afdeling Documentbeheer stad Gent CDG000925

Technische architectuur Beschrijving

Nieuwe ontwikkelingen in de LSP-keten

Functieprofiel: Medewerker Gebouw en Techniek Functiecode: 0702

Bonte Bij Aanbestedingen ehrm

Identity Management Gebruikers en Rechten in Beheer (GRiB)

Pagina 1 13 juni 2013 Connekt

5 Programmastructuur

Dienst Dienstoverstijgend Federatief Groepsmanagement: SURFteams. indi

Procesvalidatie voor een veiliger ketentest

24/7. Support. smart fms

Bijlage 9. UNI REB GD. Releasebeleid

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs op Walcheren

Functieprofiel Beheerder ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Voorbeeld SLA <applicatie>

Betreft: Verzoek tot Offerte AmersfoortBreed Cultuureducatie / Website Scholen in de Kunst Datum: 10 oktober 2011

Stappenplan Implementatie ORBA

User Day 2016 TCS990. Hildegard Castricum 25 januari 2016 VERTROUWELIJK 1 USER DAY 2016

De continuïteit van uw business gewaarborgd

Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405

Van 6 weken naar 6 minuten. met. OpenSource. Jan-Taeke Schuilenga Infrastructuur Architect Jantaeke.schuilenga@duo.nl

Tactisch beheer informatievoorziening AWBZ

Functioneel Applicatie Beheer

Toekomstvisie van Scheepvaartmanagement in het Scheldegebied

januari TTNWW Handleiding TST tools voor het Nederlands als Web services in een Workflow Meertens Instituut, Joan Muyskensweg 25, 1096 CJ Amsterdam

Dienstbeschrijving. Efficon Shared Services

Goed functioneel beheer noodzaak voor effectievere SPI

Beheer en verkeerscentrales provincies en (kleine) gemeentes

Vastgoedinformatiesystemen. Thijs van der Spil

Bijlage 2 Newway Definities UNI DEF v3. Newway-Definities. Venlo, november 2012, directie. Pagina 1 van 5

Portfoliomanagement software van Thinking Portfolio

Rijkspas: veiligheid en flexibiliteit. ID-ware, C. Borgmann, MSc Heerhugowaard 24 november 2011

In een keten gaat het om de verbindingen, niet om de schakels.

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving

Overzicht van taken en competenties. Demandmanager-rol

Implementatie eboard. Nederlandse Board gebruikersdag. Fred Elgers, Hoofd Controlling

Bijlage 6: Integratie servicemanagementsystemen

DE BUSINESS CASE VOOR DE ASP OPLOSSING VAN CRM RESULTANTS VOOR ONDERWIJSINSTELLINGEN

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA

Functieprofiel: Beheerder ICT Functiecode: 0403

ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden

Implementatieplan Doorontwikkelen BRON vavo. vavo inwinnen. Versie 0.9, 20 maart Implementatieplan Doorontwikkelen BRON vavo 1

Albert Jan Anneveld en Co Meerveld Testomgevingen, nu zeker wel!!!

Enterprise Resource Planning

TMAP NEXT DOCUMENT OVERZICHT TOEGEPASTE TESTVORMEN

Samenwerking & Bedrijfsvoering

CatchPlus Workspaces. Patricia Alkhoven. CatchPlus. Gert-Jan van Dijk. Target Media BV. Datum: 27 april Versie: 1.0

Projectenoverzicht Informatievoorziening en ICT

Historische informatie in een Spatial Dynamisch Data Warehouse. Wil de Jong Enterprise Architect

icentrale blauwdruk Een gestandaardiseerde aanpak voor technische systemen in domeinen verkeer en veiligheid

Form follows function -Louis Henry Sullivan

Offerte Programmabegroting 2017

Intro JIP MoBaMo-BES. Deltares.

Business case Digikoppeling

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Training Amstelveen 1999 Opleiding in AHD (Advanced Helpdesk) en Gecertificeerd

De organisatorische (trein)reis naar een Shared Service Center bij de Nederlandse Spoorwegen

Syfadis Suite. LMS & Talent applicatie

BXL 1278 ERP BEHEERSTOOL

TU/e DLWO: Concept voor interne en externe koppeling. Frank Vercoulen Functioneel beheer TU/e DLWO

Handleiding voor aansluiten op Digilevering

Systeemconfiguratie Policy VICnet/SPITS

bij het in gebruik nemen van een e-depot

Containermanagement. Fotobijschrift Schematisch overzicht WinConsyst WMSbeheersoftware. Pagina 28 van 39

ROYAL DIRKZWAGER. Royal Dirkzwager The Maritime Information and Service Provider Royal Dirkzwager The Maritime

Bijlage 11 Programma van Eisen

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015

Projectplan overzicht (deel 1)

Transcriptie:

Pilot Verkeerscentrale van Morgen Technische Realisatie Globale Scope of Work Trajectplanner Datum: 2 januari 2014 Status: Definitief

Pilot Verkeerscentrale van Morgen Globale Scope of Work Trajectplanner Document ID : 31082962-3 Colofon Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum 2 januari 2014 Status Definitief Versie 1.2 Disclaimer : De enige verantwoordelijkheid voor deze publicatie berust bij de auteur. De Europese Unie draagt geen verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat gemaakt kan worden van deze informatie. 2014, Rijkswaterstaat WVL. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden vermenigvuldigd in welke vorm of door welke middelen dan ook zonder schriftelijke toestemming van WVL. Dit document is vertrouwelijk en mag alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor het is vrijgegeven. Page 2 of 21

Inhoud 1 INTRODUCTIE... 4 1.1 Identificatie... 4 1.2 Doel van deze beschrijving... 4 1.3 Document overzicht... 4 1.4 Gerefereerde Documenten... 4 2 HET PROJECT VCM... 5 2.1 Het IDVV programma... 5 2.2 Scope van het totale VCM project... 5 2.3 Scope van de pilot... 8 3 DE TRAJECTPLANNER EN DE RELATIE MET ANDERE PROJECTEN... 10 4 GLOBALE SCOPE WERKZAAMHEDEN PROJECT... 13 4.1 Inleiding... 13 4.2 Selectie- en gunningsfase... 13 4.3 Perceel 1: Onderzoeksfase... 13 4.3.1 Doelstelling... 13 4.3.2 Overzicht werkzaamheden... 13 4.3.3 Overzicht opleveringen... 14 4.3.4 Samenwerking met RWS... 14 4.4 Perceel 2: Proof of Concept fase... 15 4.4.1 Doelstelling... 15 4.4.2 Overzicht werkzaamheden... 15 4.4.3 Overzicht opleveringen... 16 4.4.4 Samenwerking met RWS... 17 4.5 Perceel 3: Realisatie- en supportfase... 17 4.5.1 Doelstelling... 17 4.5.2 Overzicht werkzaamheden... 17 4.5.3 Overzicht opleveringen... 18 4.5.4 Samenwerking met RWS... 19 4.6 Optie beheer en onderhoud... 19 4.6.1 Doelstelling... 19 4.6.2 Overzicht werkzaamheden... 20 4.6.3 Overzicht opleveringen... 21 4.6.4 Samenwerking met RWS... 21 Page 3 of 21

1 Introductie 1.1 Identificatie Dit document Globale Scope of Work Trajectplanner [GSOW] geeft een introductie en een overzicht van de werkzaamheden die moeten worden verricht om de Trajectplanner te ontwikkelen. 1.2 Doel van deze beschrijving Doel van deze beschrijving is inschrijvers inzicht te geven in de omvang van de werkzaamheden en hoe deze werkzaamheden samenhangen met andere projecten waarmee gecoördineerd moet worden. Inschrijvers kunnen hiermee een inschatting maken van de benodigde kennis en capaciteit van mensen en de in te zetten middelen voor de ontwikkeling ervan en op welke wijze het consortium willen formeren. 1.3 Document overzicht Dit document [GSOW] bevat de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 2 : Geeft een korte omschrijving van het VCM project en de scope van de pilot als onderdeel van het project; Hoofdstuk 3 : Geeft een overzicht van de projecten waarmee tijdens de ontwikkeling van de Trajectplanner moet worden afgestemd en samengewerkt; Hoofdstuk 3 : Geeft een overzicht van welke werkzaamheden zullen moeten worden uitgevoerd in de verschillende percelen en welke producten zullen moeten worden opgeleverd. Het is van belang goede nota te nemen van de gehanteerde begrippen en afkortingen. Deze zijn opgenomen in het document [B&ATP]. 1.4 Gerefereerde Documenten Document ID Identifier Name [SEL] 31082962-1 Selectie document [IBD] 31082962-2 Inschrijvings- en beoordelingsdocument [GSOW] 31082962-3 Globale Scope of Work Trajectplanner (dit document) [GBTP] 31082962-4 Globale Beschrijving Trajectplanner [B&ATP] 31082962-5 Begrippen en Afkortingen Trajectplanner [IDVV] N.v.t. Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen, maart 2010. (zie website http://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/verkeersmanageme nt/idvv/). Tabel 1: Gerefereerde documenten Page 4 of 21

2 Het project VCM 2.1 Het IDVV programma Het project VCM is onderdeel van het programma Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen (IDVV) (zie [IDVV] en de website http://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/verkeersmanagement/idvv/). Daarin zijn in essentie drie proces cycli te onderkennen (zie Figuur 1): De logistieke cyclus: informatie voorziening voor het transport van goederen; De administratieve cyclus: de informatievoorziening voor overheden (douane, politie, milieudiensten, etc.); De verkeersmanagement cyclus: de informatievoorziening voor het verkeersmanagement. Het project VCM is onderdeel van de verkeersmanagement cyclus. BICS2 BSW VCM VOS Figuur 1 : proces cycli binnen het IDVV programma 2.2 Scope van het totale VCM project Het doel van het project Verkeerscentrale van Morgen (VCM) is het ontwikkelen van een conceptuele blauwdruk van natte Verkeersmanagementcentrales, verzorgen van een pilot van een dergelijke Verkeersmanagementcentrale in Nederland als Proof of Concept en ter toetsing van de conceptuele blauwdruk. Dit project wordt ook gesubsidieerd vanuit de Europese Commissie via de TEN-T subsidieprogramma s en heeft daardoor een internationale context. Hierbij geldt dat de nieuwe verkeersmanagement centrale invulling dient te geven aan: Integraal verkeersmanagement op trajectniveau (incl. verkeersbegeleiding en bediening) wat resulteert in betere planningsgerichte dienstverlening ter ondersteuning van de logistieke keten; Page 5 of 21

Efficiëntieverbeteringen voor overheid en transportsector: o Door de interactie c.q. integratie van objectbediening en verkeersbegeleiding met verkeersmanagement onder de randvoorwaarde dat ten minste het huidige veiligheidsniveau gehandhaafd blijft; o Door de optimale inzet van functionele en technische voorzieningen voor verkeersmanagement zoals AIS, Inland ECDIS (internationaal), VOS bij RWS (nationaal) en apparatuur en applicaties aan boord van de schepen (internationaal). De scope van het VCM project bestaat uit een groot aantal werkzaamheden en opleveringen die ieder op zich weer een deelproject zijn. De scope omhelst globaal: 1. Uniformeren van Integraal Verkeersmanagement: a. Vaststellen van het dienstenmodel van Verkeersmanagement, inclusief trajectplanning, regelscenario s en de te realiseren ligplaatsenbeleid, met inzicht in impact op huidige werkprocessen en functionele uitrusting 1 ; b. Voorstellen voor de inrichting van geïntegreerde Verkeersmanagementcentrales in Nederland (hoeveel, dekkingsgebied, etc.); c. Globaal specificeren van de uniforme functionele uitrusting voor Verkeersmanagement. 2. Definiëren organisatiemodel en werkplekinrichting: a. Specificeren van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van personeel ten aanzien van het uitvoeren van Verkeersmanagement geïntegreerd met verkeersbegeleiding en objectbediening; b. Vaststellen van werkprocessen en autorisaties voor personeel van een Verkeersmanagementcentrale en de effecten op organisatie en personeel (organisatiemodel, functieprofielen en opleidingen); c. Vaststellen van werkplekinrichting en benodigde MMI s, met onderzoeken naar integratie en uniformering. 3. Vaststellen van scope voor de pilot Verkeersmanagementcentrale: a. Selectie van de in de pilot te realiseren diensten, taken, processen; b. Selectie van een beperkt aantal vaarwegen, objecten en verkeerscentrales die worden gemodificeerd en worden ingezet bij de praktijkproeven; c. Ontwerp van de pilot verkeerscentrale incl. geüniformeerde werkplekken en communicatie infrastructuur; d. Vaststellen van procedures en voorzieningen voor personeel wat deelneemt aan de pilot Verkeersmanagementcentrale. 4. Realiseren van de pilot Verkeersmanagementcentrale: a. Bouwkundig realiseren van fysieke pilot locatie; b. Realiseren van universele werkplekken voor pilot centrale; c. Ontwikkelen van specifieke software voor de pilot centrale: d. Userinterfaces voor de universele werkplekken (MMI s); e. Autorisatiemodule voor gebruikers (taakmanager/workflow manager); f. Pilot applicaties zoals Trajectplanning bij RWS en reisplanning aan boord van schepen die met de praktijkproeven meedoen (nationaal en internationaal); g. Realiseren van koppelingen met betreffende/deelnemende objecten en voorzieningen (sluizen, bruggen en VTS systemen); 1 Waarbij Trajectplanning ook een internationale dimensie kent via de TEN-T subsidie programma s Page 6 of 21

h. Integratie met systemen zoals VOS, FIS, DIAMONIS, Berichtendienst, etc.; i. Realiseren van benodigde technische infrastructuur (servers netwerken en verbindingen); j. Uitvoeren test- en integratiewerkzaamheden. 5. Operationeel gebruiken middels praktijkproeven van pilot Verkeersmanagement centrale: a. Selecteren, opleiden en trainen van deelnemend verkeersmanagement personeel; b. Operationeel inzetten van pilot Verkeersmanagementcentrale ter toetsing van het beoogde Integrale verkeersmanagement concept, het uitvoeringsconcept (taakmanagement) en de uniforme werkplekken. Dit inclusief de schepen (nationaal, internationaal) die hiervoor zijn uitgerust en met de praktijkproeven meedoen. 6. Evalueren van de resultaten van pilot Verkeersmanagementcentrale: a. Uitvoeren van een nulmeting op de beoogde effecten van Verkeersmanagement (in directe samenwerking met de generieke nulmeting die door het programmabureau IDVV zal worden ingericht); b. Evaluaties van de pilot om de gerealiseerde organisatorische, functionele en technische uitgangspunten te toetsen. 7. Bestendigen van het concept Verkeersmanagement van Morgen: a. Vaststellen input voor landelijke kaders voor wet en regelgeving; b. Ontwikkelen van voorstellen voor inrichting van de noodzakelijke beheersactiviteiten ten behoeve van functioneel, technisch en gegevens-beheer; c. Opstellen voorstel voor transitieplanning voor invoering van Verkeersmanagementcentrales in Nederland 2. Verzorgingsgebied verkeersplanning Verzorgingsgebied bediening Verkeersplanning VTS / Begeleiding Bediening Centrale Verkeer en bediencentrales Geïntegreerde verkeerscentrales Figuur 2 : Visie RWS lange termijn ontwikkeling 2 Met voor Trajectplanning een internationale context Page 7 of 21

2.3 Scope van de pilot Op basis van de analyse van de benodigde praktijkproeven om hert VCM concept te valideren en de uitgevoerde haalbaarheidsstudies voor benodigde de ontsluiting van objecten en verkeersposten is de volgende opzet gekozen (zie Figuur 3): De fysieke pilotlocatie om de pilot verkeerscentrale te realiseren wordt de Beatrixsluis bij Nieuwegein. Daar zal een bedienruimte en een technische ruimte worden gecreëerd; Bediening op afstand m.b.v. de nieuwe geüniformeerde werkplek zal worden ontsloten de objecten: o Beatrix sluis; o Irenesluis; o Bernhardsluis. Bediening op afstand m.b.v. de nieuwe geüniformeerde werkplek zal worden ontsloten de verkeersposten: o Tiel; o Wijk bij Duurstede. Voor de Trajectplanner (nationaal) zal zover mogelijk de objectstatus informatie van de volgende objecten ontsloten worden: o Beatrix sluis; o Irenesluis; o Bernhardsluis; o St Andries; o Lith; o Weurt; o Volkerak; o Krammer; o Hansweert; o Kreekrak. Tijdens de internationale afstemming voor Trajectplanning (TEN-T) wordt bepaald welke object informatie ter beschikking komt en welke (delen van) Europese corridors zullen worden ingezet voor de praktijkproeven. Page 8 of 21

Pilot Locatie Nieuwegein Trajectplanning Figuur 3: Geselecteerde objecten verkeersposten voor de praktijkproeven pilot in Nederland Page 9 of 21

3 De Trajectplanner en de relatie met andere projecten De ontwikkeling van de Trajectplanner zal in samenhang met andere reeds lopende projecten moeten plaatvinden. Deze projecten zijn (zie Figuur 4): Het project VOS In dit project wordt het nieuwe verkeersmanagement systeem VOS ontwikkeld. De principiële architectuur hiervan is een Service Oriented Architecture (SOA met een Enterprise Service Bus (ESB) als communicatie en coördinatie medium. Voor de Trajectplanner zijn de volgende modules het meest relevant: Rading & Reis Lading Services; RIS Referentie Data Services; Vaarwegstructuur en Beschikbaarheid services; Volgen/posities en passages data services; Casco Data Services. Het project Realisatie pilot VCM Dit project zal het ontwerp en de ontwikkeling en implementatie verzorgen van: De inrichting van de pilot locatie (bedienruimte en technische ruimte) incl. de benodigde ICT infrastructuur (servers, netwerken etc.); De bouw en implementatie van de universele werkplekken; De ontsluiting van de objecten en verkeersposten; De software ontwikkeling van: o de generieke GUI (ook t.b.v. de Trajectplanner); o De Traffic Information Services module (TIS); o De Historische database module (HDBS); o De Object Data Services module (ODS); o De container, die als koppeling/interface dient tussen de Trajectplanner en de SOA architectuur; o Implementatie en integratie werkzaamheden en ketentesten (i.s.m. de andere projecten, onder meer de Trajectplanner). Het project RIS enabled European IWT Corridor Management In dit project wordt (onder meer) de internationale harmonisatie van de benodigde data voor Reisplanning en Trajectplanning voorbereid en worden er enkele pilots opgezet op nader te bepalen (delen van) Europese corridors. Hierbij zal ook de Trajectplanner een rol spelen. Het project Binnenvaart Single Window (BSW) In dit project wordt de ontwikkeling van BICS2 (applicatie aan boord van de schepen) ontwikkeld en geïmplementeerd. Voor de Trajectplanner zal er een speciale versie van BICS2 worden ontwikkeld i.s.m. de ontwikkeling van de reisplanners. Tevens verzorgt dit project de benodigde aanpassingen aan de Berichtendienst voor de routering van reisplanberichten etc. t.b.v. de Trajectplanner. Het project ontwikkeling Reisplanners In dit project wordt door verschillende leveranciers van boordapparatuur en applicaties de reisplanner ontwikkeld en geïntegreerd met een te ontwikkelen TIS-viewer en reeds bestaande systemen, zoals ECDIS, AIS-transponder, stuwageplanner, Economy planner Page 10 of 21

en BICS2. De resultaten hiervan zullen ook worden ingebracht bij het project RIS enabled European IWT Corridor Management en zullen aldaar verder worden ontwikkeld. Het project DIAMONIS Dit project behelst de implementatie van een landelijk dekkend AIS-walinfrastructuur netwerk en verzorgt positie-en monitoring services naar alle afnemende systemen (o.a. VOS, Trajectplanner) van alle schepen uitgerust met een AIS-transponder (ca. 95% van de actieve binnenvaart). Het beheer van Fairway Information Services (FIS) Dit systeem is inmiddels ontwikkeld en operationeel. Het beheer van FIS zal de benodigde aanpassingen t.b.v. de Trajectplanner en de reisplanners verzorgen. Dit betreft nieuwere en betere interfaces, additionele vaarweginformatie etc. Beheer proto-opstellingen VCM Dit beheertraject beheert voor VCM relevante Proof of Concepts en prototypes die, indien gewenst, kunnen worden ingezet voor de ontwikkeling van de Trajectplanner. Dit betreft met name: De Strategische Positie Server (SPS), die gekoppeld aan het AIS systeem DIAMONIS actuele positie informatie van schepen bevat; LIVRA, het huidige prototype dat voor objectplanning op de as Rotterdam-Antwerpen wordt ingezet en deels als een voorloper van de Trajectplanner fungeert. ECDIS BICS2 TIS viewer Reisplanner Stuwageplanner BSW FIS TIS container Traject Planner (model software) Hist. Database VCM (VOS) Pilot verkeerscentrale (Objectplanner) VCM Generieke GUI objectbedienaar objectbedienaar ESB Reis & Lading Dataservices ERInot ERIvoy Vaarwegnetwerk structuur en Beschikbaarheid Data services Volgen/posities en passages data services Object Data services objectbedienaar Objecten VOS RIS Referentie Dataservices Goederen/ Stoffen Dataservices Casco Data services SCADA Object Overige Systemen (Water) Figuur 4 : Samenhang met andere projecten Page 11 of 21

Page 12 of 21

4 Globale scope werkzaamheden project 4.1 Inleiding Het project is ingedeeld in de volgende fasen en percelen 1. Selectiefase: selectie van geschikte consortia (3); 2. Gunningsfase: gunning na onderhandeling van Perceel 1; 3. Perceel 1: Onderzoeksfase; 4. Perceel 2: Proof of Concept fase; 5. Perceel 3: Realisatie en supportfase; 6. Beheer en onderhoudsfase (optie). 4.2 Selectie- en gunningsfase De wijze waarop de selectiefase is vormgegeven is beschreven in [SEL]. Na de selectie zullen de geselecteerde (3) bedrijven via onderhandeling als offerte opstellen onder meer: Plan van aanpak met een globale planning van alle percelen met detailinvulling van Perceel 1; Globale beschrijving van het Trajectplanner concept en de voorgestelde functionaliteit; Begroting met prijzen. De uitwerking van de bovengenoemde documenten dient zodanig te zijn dat zij een goede basis vormen voor de verdere uitwerking in Perceel 1. De details hiervan en hoe het onderhandelingsproces wordt ingericht zullen na de selectie aan de consortia bekend worden gesteld. 4.3 Perceel 1: Onderzoeksfase 4.3.1 Doelstelling De doelstelling van Perceel 1 is om te komen tot een goede functionele en technische basis van de Trajectplanner. 4.3.2 Overzicht werkzaamheden Perceel 1 is een relatief korte fase, waarin de gedane en via onderhandelingen geaccordeerde voorstellen in de gunningsfase nader worden uitgewerkt. De volgende werkzaamheden worden voorzien in Perceel 1: 1. Het uitvoeren van onderzoek- en specificatiewerkzaamheden teneinde de functionele eisen in kaart te brengen. Dit betreft zowel: a. De eisen aan de prognosemodellen en de eisen aan de data-uitwisseling tussen de verschillende modellen incl. timingsvereisten, push/pull mechanismes, triggermomenten; b. De eisen voor de bedien- en presentatie informatie die aan de verschillende gebruikers moet worden getoond (operationele Netwerkmanager, Objectplanner, Objectbedienaar, schippers, etc.); 2. Het uitvoeren van onderzoek en definiëren van de wiskundige modellen en hun samenhang, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Evaluatie bestaande modellen aanwezig bij RWS zoals SIVAK, BIVAS, SIMDAS; b. de benodigde berekeningsformules en berekeningsproces; c. de benodigde actuele data (zoals reisplaninformatie, positie, etc.) en de benodigde historische data; Page 13 of 21

d. de uitwisseling van de data tussen de verschillende modellen en hun timing; e. de benodigde schatters voor de bepaling van de onzekerheidsmarges; 3. Onderzoek naar het technisch concept van de Trajectplanner, waarbij ten minste aan de orde komt: a. De software architectuur van de Trajectplanner; b. De interfaces met het systemenlandschap; c. De gebruikte ICT infrastructuur, softwarepakketten en eventuele COTS software; 4. Onderzoek naar, en definitie van het Proof of Concept te realiseren in Perceel 2, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Welke functionaliteit zal worden gerealiseerd en gedemonstreerd in het Proof of Concept; b. De globale systeemopzet van het Proof of Concept model; c. Hoe de demonstratie wordt opgezet met bv. scenario s waarmee de functionaliteit wordt gevalideerd; d. Welke bijdrage RWS gaat leveren ter ondersteuning van de realisatie van het Proof of Concept; 5. Voorstel Plan van aanpak met een gedetailleerde uitwerking van Perceel 2. 4.3.3 Overzicht opleveringen De volgende eindrapportages worden voorzien 3 : 1.n.1 Rapport Functionele eisen Trajectplanner; 1.n.2 Rapport Toepasbaarheid wiskundige modellen en hun samenhang; 1.n.3 Rapport Technisch concept Trajectplanner en integratie met systeemlandschap; 1.n.4 Rapport Opzet Proof of Concept voor Perceel 2; 1.n.5 Plan van aanpak versie 2.0 met Perceel 2 in detail uitgewerkt. Tussentijds zal als onderdeel van het onderzoeksproces worden opgeleverd: Voortgangsverslagen en memo s met voorstellen; Presentaties t.b.v. gedachten bepaling en inhoudelijke afstemming. 4.3.4 Samenwerking met RWS De te volgen procesgang zal in het algemeen zijn dat: De combinatie voert alle genoemde werkzaamheden uit en heeft het initiatief hierin; Er zijn met bepaalde regelmaat (wekelijks/twee wekelijks) bijeenkomsten met de projectleider en bij het project betrokken personen van RWS, waarin de inhoudelijke voortgang aan de orde komt, ondersteund door presentaties waarin de (inhoudelijke) stand van zaken wordt geschetst en eventuele vragen en afwegingen aan de orde komen en met elkaar besproken kunnen worden; Belangrijke zaken worden in korte memo s vastgelegd; Benodigde informatie voor het onderzoek die door RWS zal moeten worden verstrekt wordt schriftelijk aangevraagd; 3 Delen van de rapporten zullen door RWS ook worden ingebracht in het project RIS enabled European IWT Corridor Management Page 14 of 21

De inzet van de projectleiding en bij het project betrokken personen RWS is beperkt en zal een zekere afstand hebben. Tussentijdse reviews en beoordelingen etc. worden niet uitgevoerd; In principe zijn de bijeenkomsten ten kantore van RWS, tenzij bv. voor demo s een andere locatie vereist is. 4.4 Perceel 2: Proof of Concept fase 4.4.1 Doelstelling De doelstelling van deze fase is om aan te tonen dat de Trajectplanner realiseerbaar en toepasbaar is (validatie). 4.4.2 Overzicht werkzaamheden Perceel 2 is een belangrijke fase, omdat in deze fase duidelijk moet worden of de gewenste functionaliteit realiseerbaar is en of de prognoses zodanig van kwaliteit zijn dat zij in de uiteindelijke vorm inzetbaar zijn voor gebruik. In essentie zijn hierin twee samenhangende sporen te onderkennen, t.w.: De specificaties van de Trajectplanner, zoals die uiteindelijk zal worden gerealiseerd en geïntegreerd in het systemenlandschap; De bouw van het Proof of Concept om het concept van de Trajectplanner te demonstreren en te valideren. De volgende werkzaamheden worden voorzien in Perceel 2: 1. Uitwerking van het rapport Functionele eisen Trajectplanner tot een Functioneel Ontwerp van de Trajectplanner voor de realisatie in Perceel 3, waarbij ten minste aan de orde komt: a. De wijze waarop de geëiste functionaliteit wordt gerealiseerd; b. Het dynamisch gedrag in de vorm van use cases. Zowel de happy flow als de nonhappy flow; c. De data uitwisseling met onder meer de modules Traffic Information Services (TIS), Historische database Scheepvaart (HDBS), Berichtendienst en de schepen. 2. Uitwerking van het rapport Technisch concept Trajectplanner tot een Technische ontwerp van de Trajectplanner voor de realisatie in Perceel 3, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Detailspecificaties van de benodigde ICT- infrastructuur die RWS zal moeten inrichten t.b.v. de definitieve Trajectplanner module; b. De specificaties en het ontwerp van de interfaces; c. Toegepaste software pakketten en bijbehorende licenties; d. Specifiek van belang zijnde (software) configuratiegegevens en instellingen. 3. Uitwerking op basis van het rapport Opzet Proof of Concept van het Proof of Concept systeem, waarbij ten minste aan de orde komt 4 : 4 Het is daarbij niet noodzakelijk dat de volledige functionaliteit in het Proof of concept zoals wordt beschreven in het Functioneel Ontwerp (zie punt 1) wordt gerealiseerd Het gaat alleen om de essentiële functies nodig om de validatie uit te voeren zoals is vastgelegd in het rapport Opzet Proof of Concept als onderdeel van de oplevering van Perceel 1. Page 15 of 21

a. De keuze van de te realiseren functionaliteit en de redenen waarom dit voor de validatie van essentieel belang is; b. Een gedetailleerde systeemopzet van het Proof of Concept; c. Wijze van interactie, benodigde additionele functionaliteit en benodigde interface met de prototypes (SPS, LIVRA), indien de combinatie in overleg met RWS gezamenlijk besluiten deze voor het Proof of Concept te gebruiken 5 ; d. Benodigde ICT infrastructuur en netwerken incl. de locatie waar het Proof of Concept zal worden gehost. 4. De ontwikkeling van een demonstratie en validatie-programma, waarin ten minste aan de orde komt: a. De beschrijving van de validatie-testen en verwachte resultaten; b. De benodigde regressie-testen om voldoende relevante statische informatie te verkrijgen; c. De mapping met de te valideren functionaliteit; d. Definitie van de benodigde validatie- en meet tools; e. De planning en organisatie ervan; f. De wijze van rapporteren van de resultaten. 5. De uitvoering van het validatie programma: a. De uitvoering van het demonstratie en validatieprogramma, waarin: b. Alle beschreven demonstraties en validatie testen worden uitgevoerd; c. Alle resultaten worden gemeten en opgeslagen; d. Een rapport wordt opgesteld met de resultaten. 6. Op basis van de resultaten opstellen van een gedetailleerd plan van aanpak voor Perceel 3 waarbij tussenopleveringen van te hanteren ontwikkelmethodiek wordt afgestemd met de voor de ontwikkeling van TIS, HDBS etc. die volgens Agile worden ontwikkeld. 4.4.3 Overzicht opleveringen De volgende documenten worden voorzien 6 : 2.n.1 Functioneel ontwerp van de Trajectplanner t.b.v. Perceel 3; 2.n.2 Technisch ontwerp van de Trajectplanner t.b.v. Perceel 3; 2.n.3 Interface beschrijvingen t.b.v. Perceel 3; 2.n.4 Systeembeschrijving van het Proof of Concept model; 2.n.5 Validatie en demonstratie programma voor het Proof of Concept; 2.n.6 Rapport resultaten validatie; 2.n.7 Plan van aanpak Perceel 3. Tussentijds zal als onderdeel van het onderzoeksproces worden opgeleverd: Voortgangsverslagen en memo s; Presentaties t.b.v. gedachtebepaling en inhoudelijke afstemming; Tussentijdse concepten van (delen van) documenten om de goede afstemming te bewaken. De volgende producten worden opgeleverd: 2.p.1 Het werkende Proof of Concept model; 5 De combinatie is niet verplicht hiervan gebruik te maken. 6 Delen van de rapporten zullen door RWS ook worden ingebracht in het project RIS enabled European IWT Corridor Management Page 16 of 21

2.p.2 Eventueel benodigde validatie en meet tools. 4.4.4 Samenwerking met RWS De te volgen procesgang zal in het algemeen zijn dat: De combinatie voert alle genoemde werkzaamheden uit en heeft het initiatief hierin; Er zijn met bepaalde regelmaat bijeenkomsten met de projectleider en betrokkenen van RWS, waarin de inhoudelijke voortgang aan de orde komt, ondersteund door presentaties waarin de (inhoudelijke) stand van zaken wordt geschetst en eventuele vragen en afwegingen aan de orde komen en met elkaar besproken kunnen worden; Belangrijke zaken worden in korte memo s vastgelegd; Benodigde informatie en de gewenste inzet van de prototypen/proof of Concepts van RWS ( de z.g. Strategische Positie Server (SPS) en LIVRA) worden schriftelijk aangevraagd; RWS zorgt voor de eventueel benodigde ontwikkeling aan deze prototypen. Dit betreft ook de benodigde netwerkverbindingen voor de koppeling met deze prototypes; RWS stelt personeel ter beschikking die betrokken zijn bij de andere projecten voor de functionele en technische afstemming van hoe de Trajectplanner geïntegreerd zal worden in het systemenlandschap; RWS zal met zijn projectleider en betrokkenen van RWS bij het project aanwezig zijn bij de uitvoering van de testen en validaties; In principe zijn de bijeenkomsten ten kantore van RWS, tenzij bv. voor de voortgang of demonstraties van het Proof of Concept een andere locatie vereist is. 4.5 Perceel 3: Realisatie- en supportfase 4.5.1 Doelstelling De doelstelling van deze fase is de Trajectplanner te ontwikkelen en middels praktijkproeven met de scheepvaart te valideren. 4.5.2 Overzicht werkzaamheden In dit perceel kunnen twee fasen worden onderscheiden: De ontwikkelfase, waarin de Trajectplanner wordt ontwikkeld en wordt geïntegreerd in het systemen landschap tot een inzetbaar product voor de praktijkproeven. Deze fase kenmerkt zich door intensieve samenwerking met de ander projecten waarvan de belangrijkste zijn: het project Realisatie pilot VCM en het project ontwikkeling Reisplanners; De supportfase, waarin de Trajectplanner wordt ingezet voor de praktijkproeven en waarin ondersteuning moet worden gebonden, problemen worden opgelost en eventueel nieuwere versies worden geïmplementeerd, afhankelijk van de resultaten van de praktijkproeven. De volgende werkzaamheden worden voorzien tijdens de ontwikkelfase: 1. Het ontwikkelen van de Trajectplanner op basis van het Functionele Ontwerp en het Technisch Ontwerp van de Trajectplanner, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Afstemming met de andere projecten over ontwikkelstrategie en opleveringsvolgorde; b. Afstemming over interfaces; c. Afstemming over benodigde ICT infrastructuur en server capaciteit t.b.v. de testen productieomgevingen; Page 17 of 21

d. Tussenopleveringen t.b.v. de vroegtijdige testen met de ontwikkelingen die in de andere projecten plaatvinden (er wordt met een agile ontwikkelmethode gewerkt) en evaluaties 7 ; e. Ontwikkeling van documentatie. 2. Het testen van de Trajectplanner, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Ontwikkelen i.s.m. de andere projecten van een test- en integratieplan 8 ; b. De beschrijving van de uit te voeren testen (integratie, keten, etc.); c. Uitvoering van alle benodigde testen en bijbehorende resultaten. 3. Oplevering definitieve versie voor de praktijkproeven, waarbij ten minste aan de orde komt: a. Opzet en uitvoering van acceptatie testen; b. Oplevering van alle documentatie; c. Geven van training in het gebruik van de Trajectplanner aan operator van RWS, betrokken bij de Pilot; d. Inregelen en organiseren supportfase. De volgende werkzaamheden worden voorzien tijdens de supportfase: 1. Leveren van advies en ondersteuning in het gebruik van de Trajectplanner en de praktijkproeven; 2. Bewaking en evalueren van het functioneren van de Trajectplanner; 3. Het oplossen van storingen en incidenten en leveren van patches en verbeterde versies; 4. Het analyseren van de resultaten van de evaluaties en praktijkproeven en het doen van voorstellen tot verbetering; 5. Het eventueel ontwikkelen en implementeren van nieuwe versies n.a.v. de resultaten van de praktijkproeven 4.5.3 Overzicht opleveringen De volgende documenten worden voorzien tijdens de ontwikkelfase 9 : 3.n.1 Test- en integratieplan in het systemen landschap; 3.n.2 Testrapportages van de uitgevoerde testen; 3.n.3 Installatiehandleidingen; 3.n.4 Handleidingen voor (systeem en configuratie) beheerders; 3.n.5 Updates as build van functioneel ontwerp, technisch ontwerp, interfaces etc.; De volgende producten worden opgeleverd tijdens de ontwikkelfase: 3.p.1 Tussentijdse deelversies van de software t.b.v. testen van interfaces en eerste integratietesten met onderdelen van het systemenlandschap en voor evaluaties; 3.p.2 Volledige versie gereed voor de integratie- en keten testen; 3.p.3 Definitieve versie gereed voor de praktijkproeven. De volgende documenten worden voorzien tijdens de supportfase: 7 Het staat de combinatie vrij een eigen ontwikkelmethode te kiezen, zolang er goede afstemming is in de tussenopleveringen met de ontwikkeling van TIS, HDBS en de generieke User interface, die allen m.b.v. de Agile methode wordt ontwikkeld. 8 Hierbij kunnen ook testschepen worden ingezet 9 Delen van de rapporten zullen door RWS ook worden ingebracht in het project RIS enabled European IWT Corridor Management Page 18 of 21

3.n.7 3.n.8 3.n.9 Voorstellen voor verbeteringen n.a.v. gevonden problemen en resultaten van de praktijkproeven; Voorstellen en documentatie m.b.t. nieuwe releases; Updates van documenten zoals onder meer: Plan van Aanpak (m.n. supportgedeelte); Functioneel en technisch ontwerp; Interface beschrijvingen; 3.n.10 Probleem- en incident rapportages. De volgende producten en diensten worden opgeleverd tijdens de support fase: 3.p.4 Patches en verbeterde versies van de software n.a.v. problemen en incidenten; 3.p.5 Nieuwe versies van software n.a.v. de resultaten van praktijkproeven; 3.n.11 Advies en ondersteuning tijdens de praktijkproeven. 3.n.12 Licenties voor onbeperkt gebruik door RWS voor 1 jaar en overige vaarwegbeheerders (nationaal, internationaal) 3.n.13 2 jaar garantie na oplevering Tussentijds zal als onderdeel van de ontwikkelfase en supportfase worden opgeleverd: Voortgangsverslagen en memo s met voorstellen; Presentaties t.b.v. gedachten-bepaling en (verdere) inhoudelijke afstemming; Tussentijdse concepten van (delen van) documenten om de goede afstemming te bewaken tussen alle projecten. 4.5.4 Samenwerking met RWS De te volgen procesgang zal in het algemeen zijn dat: De combinatie voert alle genoemde werkzaamheden uit en heeft het initiatief hierin; Er zijn met bepaalde regelmaat bijeenkomsten met de projectleider en bij het project betrokken personen van RWS, waarin de inhoudelijke voortgang aan de orde komt. In deze vergaderingen nemen ook de andere projecten deel waarmee moet worden samengewerkt; Belangrijke zaken worden in korte memo s vastgelegd; RWS stelt personeel ter beschikking die betrokken zijn bij de andere projecten voor om de ontwikkelingen te synchroniseren; RWS stelt servercapaciteit ter beschikking voor de benodigde testomgeving bij RWS en de productie omgevingen in het rekencentrum. Benodigde informatie en de gewenste servercapaciteit voor de Trajectplanner worden schriftelijk aangevraagd; RWS voert de regie over de test- en integratiewerkzaamheden en de uit te voeren ketentesten en zal met een integratieteam aanwezig zijn bij de uitvoering van de testen; In principe zijn de bijeenkomsten ten kantore van RWS. 4.6 Optie beheer en onderhoud 4.6.1 Doelstelling De doelstelling is de beschikbaarheid van de Trajectplanner te garanderen en de Trajectplanner mee te laten evalueren met de behoefteontwikkeling van de scheepvaart en autoriteiten. Page 19 of 21

4.6.2 Overzicht werkzaamheden Indien de praktijkproeven een succes blijken te zijn en de scheepvaartbranche heeft aangegeven met de trajectplanner concept verder te willen gaan zal beheer en onderhoud moeten worden opgezet en uitgevoerd. De volgende producten en diensten worden voorzien bij de optie beheer en onderhoud: 4.n.1 Opstellen van een Service Level Agreement (SLA) en Dossier Afspraken en Procedures (DAP); 4.n.2 Inrichten en verzorgen van een 2 de lijns helpdesk; 4.n.3 Inrichten en uitvoeren van beheerwerkzaamheden (ITIL) t.b.v. de beschikbaarheid Trajectplanner; 4.n.4 Inrichten en uitvoeren applicatie werkzaamheden (ASL) t.b.v. de verdere ontwikkeling van de Trajectplanner; 4.n.5 (25) impact analyses en rapportages ; 4.p.1 Drie (3) nieuwe releases ; 4.n.6 SLA rapportages (maandelijks); 4.n.7 voortgangsverslagen, change board verlagen en rapportages; 4.n.8 Licenties voor onbeperkt gebruik door RWS en overige vaarwegbeheerders (nationaal, internationaal) gedurende 3 jaar. Page 20 of 21

4.6.3 Overzicht opleveringen De volgende leveringen worden voorzien: 1. (Impact) analyse rapportages; 2. Nieuwe versies van documentatie; 3. Nieuwe releases van de Trajectplanner; 4. SLA rapportages; 5. Voortgangsverslagen, Change Board verslagen, change rapportages, etc. 4.6.4 Samenwerking met RWS RWS heeft het beheer van applicaties integraal uitbesteed. Dit zal betekenen dat voor de beheerfase met deze partijen zal moeten worden samengewerkt en gerapporteerd. Page 21 of 21