Verklaring afwijking referentiebudgetten Amsterdam voor straatreiniging...

Vergelijkbare documenten
Nadere verklaring afwijking uitgaven Amsterdam ten opzichte van referentiebudgetten...

Verklaring afwijking referentiebudgetten Amsterdam voor openbare verlichting...

Verklaring afwijking referentiebudgetten Amsterdam voor onderwijshuisvesting...

Referentiebudgetten onderwijshuisvesting Amsterdam...

Referentiebudgetten Openbare Ruimte Amsterdam...

... Financiële positie Arnhem ...

Onderhoud buitenkant schoolgebouwen primair onderwijs

Q&A s naar aanleiding van het onderzoek objectief verdeelmodel Wmo Waar kan ik het onderzoeksrapport terugvinden dat AEF heeft opgesteld?

Vergelijk kostenniveau per veiligheidsregio t.o.v. de Cebeon-norm. Informatief H. Meijer (VD) - Datum: -

Ieder zijn deel Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg: huidige stand van zaken (2006/2007) en terugblik (2002/2003)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nulmeting nieuwe systematiek op basis van rekeningcijfers 2017

Factsheet toerisme Vergelijking Utrecht met de G4 en Maastricht

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

/ /-- --/--

1e Bestuursrapportage

Toeristische verhuur van woonruimte

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

7. PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN

Invoering toeristenbelasting en woonforensenbelasting

integraal referentiekader en kompas

Burgemeester en Wethouders

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

LEESWIJZER FACTSHEETS

Samen aan de IJssel Inleiding

Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting maart 2014

Directe subsidies voor kunsten, erfgoed en media

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

Nader onderzoek POR Inleiding. cluster Bestuursorganen. Voortgangsbericht BO-007 Cebeon/Regioplan, 19 september 2011

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

RAADSINFORMATIEBRIEF. TITEL Prestatieafspraken opbrengst toeristenbelasting 2014

Onderzoeksrapport Nuenen c.a. en haar relatie met de omgeving bezien vanuit verplaatsingspatronen

Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Notitie besteding versterkingsactiviteiten 2018 e.v.

Nader onderzoek POR Inleiding. cluster Bevolkingszaken. Voortgangsbericht BZ-006 Cebeon/Regioplan, 19 september 2011

Antwoorden. Onderwerp: Beantwoording vragen van de fractie Velsen lokaal over Wet Waardering Onroerende Zaken(WOZ) en Onroerend Zaken Belasting(OZB)

LEESWIJZER FACTSHEETS

Bestedingenonderzoek VVV Zuid-Limburg Verdeling toeristische bestedingen

Overleg sociaal domein

Inleiding Beleidskader Lokaal belastingbeleid Vaststelling tarieven 2012

Bijdrage aan urgentieonderzoek

Cluster Bestuursorganen in gemeentefonds is goed bemeten en goed verdeeld

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust

Collegevoorstel. Zaaknummer: Exploitatie zwembad die Heygrave

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Impressie ICT Benchmark Gemeenten 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere gemeenten

Verdeling gemeentefinanciën: een vernieuwd recept

Kwaliteit Openbare Ruimte

Voorstel aan de raad. Beoogd effect

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Samenvatting. Bezoekersonderzoek Magisch Maastricht 2016

... Financiële positie van Arnhem nu en in de toekomst ... eindrapport. Cebeon, 21 september 2016

Kerngegevens (boekwerk pagina 14, website pagina 4)

uitkomsten onderzoek overeenkomsten- en verschillenanalyse Oudenhoorn

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Jaarverslag 2014 Jaarplan 2015

kostenmethode.~_... " -... '",. - ".~.. Dit memo doet verslag van een cijfermatige analyse die in uw opdracht heeft gemaakt

Nader onderzoek POR 2010 clustercombinatie Reiniging en Riolering Voortgangsbericht 5 1 Inleiding algemeen

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Programma 10 Financiën / Algemene dekkingsmiddelen

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

REKENKAMERCOMMISSIE TYNAARLO JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Tynaarlo Jaarverslag 2007, vastgesteld 6 maart

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Projectplan Herinrichting van het Zuidelijk Stationsgebied Gouda

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

KADERNOTA 2018 ( ) Versie: 1.3

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

1. Samenvatting voorstel De bestuurlijke afspraken betreffende de routekaart Cebeon en de Cebeon-norm zijn gemaakt tot en met 2018.

Model aangescherpte motiveringsplicht toerismebepaling (artikel 3 lid 3 onder a Wtw)

Belevingsonderzoek hinder en slaapverstoring Schiphol

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Voor het opstellen van de (uitgangspunten) Begroting 2020 wordt bestaand beleid zoals hieronder toegelicht gehandhaafd.

De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie

Onderzoek invoering Toeristenbelasting

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

fjj; K provincie ^S& groningen

Geachte leden van de gemeenteraad,

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

- 2 MEI Koninklijke Horeca Nederland Afdeling Haarlemmermeer / Aalsmeer Boslaan RL Hoofddorp

Evaluatie financieringssystematiek Hollands Midden

Aan de besturen/voorzitters van de mbo-instellingen. Datum Resultaatafhankelijke beloning beroepspraktijkvorming

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Schouwburg & Filmtheater Agnietenhof, plek van cultuur en ontmoeting

S.M.A.R.T Update NH Statistics. Market. Analysis. Research. Trends.

3.1. Lokale heffingen

VVV

POR 2010: verkenningen verdeling Wmo

Aan: Commissie Bestuur en Middelen van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Transcriptie:

... Verklaring afwijking referentiebudgetten Amsterdam voor straatreiniging... 16843-008 notitie Cebeon, 2 december 2016

1 Inleiding achtergrond Op verzoek van de gemeente Amsterdam heeft Cebeon in 2015 onderzoek verricht naar referentiebudgetten voor de taakgebieden onderwijshuisvesting en openbare ruimte. Daaruit is een aantal afwijkingen naar voren gekomen tussen de netto uitgaven van de gemeente Amsterdam en het niveau van deze referentiebudgetten. Het college van de gemeente Amsterdam heeft aangegeven nader onderzocht te willen hebben wat daarvan de mogelijke oorzaken zijn. Tegen deze achtergrond heeft Cebeon de opdracht gekregen om een aantal onderwerpen nader uit te diepen. In deze notitie wordt ingegaan op de openbare ruimte, onderdeel straatreiniging. onderzoeksvraag Voor het taakgebied straatreiniging was er sprake van een netto lastenniveau van de gemeente Amsterdam dat boven het referentieniveau lag. Tegen deze achtergrond is gevraagd om nader inzicht te geven in de mogelijke oorzaken die achter dit niveauverschil schuil gaan. Voor dit onderdeel is relatief de kleinste afwijking gevonden van de nader te onderzoeken onderdelen. Tegen deze achtergrond is afgesproken dat er geen nadere (financiële) gegevens van referentiegemeenten worden opgevraagd en niet wordt gestreefd naar een volledige kwantitatieve verklaring van de oorzaken van het verschil. Wel wordt er meer kwalitatief nagegaan welke oorzaken een rol kunnen spelen bij het gebleken verschil. opzet notitie In deze notitie wordt achtereenvolgens ingegaan op de volgende onderwerpen: uitgangssituatie en onderzoekswerkzaamheden (hoofdstuk 2); nadere duiding oorzaken achter niveauverschil met referentiebudgetten (hoofdstuk 3). 2 Uitgangssituatie en onderzoekswerkzaamheden 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de onderzoekswerkzaamheden toegelicht. Eerst wordt in paragraaf 2.2 de uitgangssituatie uit het voorgaande onderzoek geschetst. Daarna wordt in paragraaf 2.3 ingegaan op de onderzoekswerkzaamheden die zijn verricht om achtergronden van het verschil ten opzichte van het referentiebudget straatreiniging nader te duiden. 3

2.2 Uitgangssituatie In onderstaande tabel is de uitgangssituatie voor het onderdeel straatreiniging opgenomen zoals deze als onderzoeksresultaat in 2015 is gepresenteerd. Tabel 2.1: Overzicht netto lasten straatreiniging (incl. gladheidsbestrijding) ten opzichte van referentiegemeenten. Bedragen uitgedrukt in euro s per inwoner (begrotingen 2014). Gemeenten netto lasten straatreiniging Amsterdam 72 Referentiegemeenten 67 Verschil 5 Uit de tabel is af te lezen dat het om een niveauverschil gaat van circa 5 euro per inwoner 1. Dit is gebaseerd op het analysejaar 2014 (begrotingsbasis). 2.3 Nadere verkenning mogelijke oorzaken afwijking straatreiniging Ten behoeve van deze verdiepende analyses zijn gesprekken gevoerd met enkele deskundigen van de gemeente Amsterdam. Daarbij is met name ingegaan op de mogelijke betekenis van specifieke kostenverhogende omstandigheden voor de gemeente Amsterdam waarmee mogelijkerwijs nog geen of onvolledig rekening is gehouden in het niveau van de referentiebudgetten. Aandachtspunten hierbij waren met name mogelijke hoge of zeer intensieve (kwaliteits-)gebieden in Amsterdam (relatieve omvang van Centrumgebied, Zuidas, Arenagebied e.d.) en de relatie met relatief hoge (extra) bezoekersaantallen en de hoeveelheid veegvuil die daaraan is gerelateerd. Ook is gevraagd naar mogelijke relevante recente ontwikkelingen na de peildatum van het voorgaande onderzoek. In deze gesprekken is op onderdelen om aanvullende (kwantitatieve/financiële) informatie gevraagd om meer houvast te hebben bij de omvang van mogelijke verklaringen. Daarnaast is aanvullend informatie uit andere bronnen verzameld over bezoekersaantallen en toeristenbelasting. 3 Belangrijkste bevindingen Op basis van de onderzoeksactiviteiten kunnen bevindingen worden geformuleerd ten aanzien van de volgende onderwerpen: recente budgettaire ontwikkelingen: er zijn geen bijzondere ontwikkelingen in de omvang van het budget van straatreiniging na het peiljaar (begroting) 2014 waarop de eerdere analyses zijn gebaseerd (er zijn geen duidelijke bezuinigingen of budgetverhogingen relevant); er is sprake van een relatief grote omvang van het areaal met een zeer hoge intensiteit voor straatreiniging in Amsterdam. Het betreft met name de drukst bezochte gebieden waar veel bezoekers komen. In een groot deel van het Centrum, maar ook in aangrenzende stadsdelen daaromheen en een aantal specifieke/zeer drukke delen van de stad (zoals het Museumplein, Zuidas, Arenagebied, drukke win- 1 Gecorrigeerd voor overige structuurkenmerken, zoals in het eerdere onderzoek beschreven. 4

kelstraten ) is er mede als gevolg van de hoge bezoekersaantallen sprake van zeer hoge veegfrekwenties die in een relatief groot deel van de stad zijn vereist om de gewenste schoonheidsgraad te bereiken. Het betreft daarbij een hoge veegfrekwentie (6 of 7 dagen per week), met een relatief hoge vervuilingsgraad (in Centrum geldt dit maar liefst 75% van het totale areaal). In deze omvang en intensiteit komt dit gemiddeld niet voor in de andere referentiegemeenten, waarbij ook de relatieve aantallen bezoekers (ten opzichte van het eigen inwonertal) en de daarbij behorende vervuilingsdruk (zie ook hierna) in Amsterdam groter is; Amsterdam kent relatief veel grote evenementen met grote aantallen bezoekers. Daarbij wordt soms ook s nachts doorgewerkt om de ergste vervuiling op te ruimen. Volgens de informanten worden er in bepaalde gevallen wel kosten in rekening gebracht, maar is er geen sprake van kostendekkende tarieven voor straatreiniging bij evenementen; voorgaande aspecten worden bevestigd in de omvang van bezoekersaantallen van Amsterdam ten opzichte van de referentiegemeenten. Uit CBS gegevens met betrekking tot het aantal overnachtingen blijkt dat in Amsterdam het aantal hotelovernachtingen 2 ten opzichte van het eigen inwonertal veel hoger ligt dan gemiddeld in de referentiegemeenten. In verhouding zijn dat er in heel Amsterdam circa 7 à 8 keer zoveel als in de referentiegemeenten. Bovendien is dit aantal in Amsterdam in de jaren vlak voor 2014 (het centrale peiljaar voor het benchmarkonderzoek) relatief sterk gestegen 3 ; voorgaande elementen geven aan dat in de referentiebudgetten (en ijkpunten van het gemeentefonds) weliswaar met een bepaald basisniveau aan bezoekers rekening is gehouden, maar niet met een dergelijk extreem hoog niveau zoals dat in 2014 in Amsterdam relevant was. Dit betekent dat de extra kosten van straatreiniging door de hogere aantallen bezoekers niet volledig in het referentiebudget tot uiting komen. 4 totaalbeeld Tegen bovengenoemde achtergronden is het plausibel dat het niveau van de totale lasten per inwoner in de lasten van straatreiniging in Amsterdam in 2014 een aantal euro s per inwoner hoger uitkomt dan in het referentiebudget. Het geconstateerde niveauverschil van 5 euro per inwoner lijkt daarmee dan ook te verklaren op grond van de extra druk en veegintensiteit in relatie tot de hoge (en recentelijk verder gegroeide) bezoekersaantallen in Amsterdam. De extra intensiteit waarvan hier in de praktijk sprake is voor een deel van het areaal, wordt ook in relatieve zin niet in de referentiebudgetten teruggevonden 5. Tegen deze achtergrond kan worden opgemerkt dat behalve de extra kosten die aan relatief hoge bezoekersaantallen zijn verbonden, de gemeente Amsterdam ook aan de inkomstenkant meer inkomsten ontvangt die direct samenhangen met toerisme, namelijk via de toeristenbelasting. Er is weliswaar geen directe relatie tussen de toeristenbelasting en extra lasten op diverse taakgebieden (waaronder straatreiniging), maar het niveau van de inkomsten uit toeristenbelasting is wel relatief veel hoger dan in de referentiegemeenten (per inwoner is dit circa 9 keer zo hoog in Amsterdam als in de referentiegemeenten) 6. 2 Dit is nog zonder overige overnachtingsmogelijkheden, zoals B&B. 3 Daarnaast is er nog sprake van veel dag-bezoekers (zonder overnachting) in Amsterdam. Over deze aantallen zijn echter geen betrouwbare gegevens beschikbaar in vergelijking met de referentiegemeenten. 4 Naast de kosten van het extra vegen door een hogere vervuilingsdruk, is er mogelijk ook een beperkt kostenverhogend effect vanuit de extra kosten voor het transport en verwerking van de hoeveelheid veegvuil die bij een dergelijke hogere vervuilingsdruk hoort. Een kwantificering hiervan is lastig, omdat er momenteel (nog) geen direct bruikbare gegevens hierover voorhanden zijn. 5 In de ijkpunten van het gemeentefonds is er in het verleden voor gekozen om extra hoge lasten van gemeenten die indirect in verband gebracht kunnen worden met extra hoge inkomsten uit toeristenbelasting ook niet in de verdeling te betrekken (anders zouden andere gemeenten deze lasten gaan betalen, terwijl de betreffende (toeristische) gemeenten zelf een inkomstenbron hebben). Dit heeft betrekking op een beperkt aantal taakvelden, waaronder wegen/water (m.n. straatreiniging) en cultuur/ontspanning (extra voorzieningen toeristen). 6 Volgens CBS-cijfers gaat het in de begrotingen 2016 om respectievelijk circa 56 euro per inwoner in Amsterdam en gemiddeld om circa 6 euro per inwoner in de referentiegemeenten. 5