gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsvoorstel nummer os.aoo.oor Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer Raadsvoorstel Initiatiefvoorstel evenementenbeleid en toeristenbelasting 1 Inleiding In afwijking van de in vele voorgaande jaren gevolgde systematiek tot een min of meer indexgerichte aanpassing van de toeristenbelasting heeft de Raad ten laatste op 11 november jl. besloten het tarief van de toeristenbelasting ingaande per 1 januari 2003 met ca. 250 ro te verhogen en vast te stellen op 6 3,50 per persoon per overnachting. Doel was om middelen te genereren die volledig aangewend kunnen worden om het evenementenbeleid op een beduidend hoger plan te tillen en extra promotionele activiteiten te starten om bezoek aan onze stad en in zijn algemeenheid de verblijfsrecreatie in de regio Eindhoven op te krikken en onze stad als stedelijk centrum in het zuiden meer allure te verschaffen. Basis onder rechtvaardiging voor deze stevige belastingverhoging is dat de middelen door bovengenoemde aanwending voor een belangrijk deel zullen kunnen terugvloeien naar de sector. 2 Probleemstelling Een belangrijke overweging om de toeristenbelasting in 2003 redelijk excessief te verhogen is dat er een evenementenbeleid wordt ontwikkeld, met name ook meerdaagse evenementen, die de extra kosten voor de hoteliers zullen doen terugvloeien naar deze sector. Met andere woorden: het kunnen realiseren van evenementen en toerisme-verhogende activiteiten die, door deze forse tariefsaanpassing, slechts neutraal op de begroting drukken van zowel hotelier als ook van gemeente. Een financieel, indirect, zelfregulerend systeem waar Eindhoven desondanks baat bij heeft omdat de evenementen een wervende en aantrekkende factor zijn binnen onze centrumfunctie in het zuiden van het land en dit een economisch gunstig effect heeft op de stad. Probleem dat zich voordoet is dat de hoteliers al in september jl. hun aanbiedingen en arrangementen hebben moeten uitbrengen aan veelal grote touroperators die voor hen een belangrijke basis vormen voor de exploitatie voor het jaar 2003. Zij hebben bij de verstrekte aanbiedingen een aanname moeten doen van de te verwachten stijging van de toeristenbelasting om zakelijke redenen. Omdat de vaststelling eerst op 31 oktober 2002 werd verwacht vond schattenderwijze afstemming met betreffende dienst van gemeente plaats, waarbij geopperd is dat een stijging van 6% naar een tarief van E 1,02 mogelijk de uitkomst kon zijn. Door
Raadsvoorstel nummer os.aoo.oor betreffende ambtenaar werd uitdrukkelijk verwezen naar de Raad die de betreffende verordening vaststelt. Een verhoging met ca. 2509o werd echter niet voorzien waardoor de offerten van de hoteliers veelal te laag zijn ingeschaald. Ook in offerten waarbij vermeld wordt: "exclusief toeristenbelasting" wordt standaard het tarief toeristenbelasting vermeld. Extra projecten per 1 januari 2003 in de vorm van meerdaagse evenementen, mede door hen te initieren, staan nog niet op stapel waardoor er per omgaande geen verhoogde baten deze extra lasten voor de hotelier compenseren. Dit is des te meer bezwaarlijk omdat terugvloeien van middelen naar de sector achterwege blijft en dat is mede de basis van de substantiele verhoging. Een lastenverzwaring voor de hotelier is nooit het voornemen onder het genomen besluit geweest. Verhaal dient te (kunnen) geschieden op de toerist. Met name voor de goedkopere kamerprijs drukt de belasting onevenredig zwaar op de exploitatie. Een heffingswijze waarbij recht gedaan kan worden aan zekere variabelisering kan rekenen op een beter draagvlak bij de kleinere hotelier. Hoewel de belasting niet meer dan een omslagstelsel is en normaliter niet drukt op de marge dreigen deze hoteliers economisch gezien toch meer de dupe te worden van het eentariefssysteem, waarbij de kamerprijs geen rol van betekenis is. Middels een "brandbrief d.d. 26 november 2003 brengt de sector het gerezen probleem onder de aandacht van de Raad. Het Eindhovens Hoteloverleg beklaagt zich erover dat er in september jl. verwachtingen zijn gewekt dat de verhoging een normale procentuele opslag zou kennen en dat zij de arrangementen 2003 hierop af zouden kunnen stemmen. Zij spreken van een "overval" waarbij ze niet hebben kunnen inspelen op deze forse belastingverhoging en het verschil nu "uit eigen zak" moeten betalen. Zij vragen uitstel tot minstens 1 januari 2004. Het rendement en de werkgelegenheid komt in gevaar, zeker nu het economisch tij ook niet meezit. Daarnaast wordt aangestipt: onwenselijk concurrentievervalsing met hotels in de regio, buiten Eindhoven en klacht over te weinig adviesinbreng bij de aanwending van budgetten voor meerdaagse evenementen. Zij wensen nadrukkelijker participatie in de adviesraad evenementenbeleid. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Basis voor een stimulering van het evenementenbeleid en de hiermee samenhangende "Eindhoven-promotie" is een aanpak in goed overleg met de private sector, waaronder de hoteliers die als Eindhovense ondernemers mede de kar zullen moeten trekken.
r g % ++ Raadsvoorstel nummer 02.3oo.oor De contribuanten moeten de stimuleringsmaatregel op positieve wijze aanwenden om het gewenste effect te bereiken: evenementenbeleid op een hoger plan, meer verblijfsrecreatie en meer promotionele activiteit voor de stad en daarmee ook voor de sector. 4 Wijze van aanpak Het behoeft geen toelichting dat de toerist uiteindelijk de geheven belasting zal moeten betalen. Dit op basis van de verordening. Er bestaat zeker een draagvlak bij de hoteliers voor deze verhoging mits er ook een plan van aanpak komt om een "toeristische" stimulans te creeren in de vorm van meerdaagse evenementen. Zij willen dat vanuit een gezamenlijke aanpak doen. Plannen zijn er zoals werd gezegd in voldoende mate. Het is hun vak. In 2003 zal de planontwikkeling om een eerste aanzet te geven om het te bereiken doel te realiseren vorm moeten krijgen. Om het gestelde doel te bereiken is een goede werkrelatie met de branche van zeer groot belang. We moeten vanuit een gezonde basis starten. Nu het kennelijk, in het tijdvak tot 1 september 2003, niet mogelijk is om dusdanig verhaal te halen bij de gasten en de hoteliers de verhoging zelf moeten bekostigen is een heroverweging ten aanzien van het invoeringstijdstip zinnig, zonder afbreuk te doen aan het plan tot de substantiele verhoging. We hechten eraan om de basis onder het voorstel integraal in stand te houden en slechts een temporisering m.b.t. de invoering aan te brengen. Middels invoering van een belasting naar een tarief van < 3,50 per 1 september 2003 heeft de branche voldoende gelegenheid om daarop in te spelen, immers de nieuwe offerten gaan omstreeks die tijd de deur uit, zoals gezegd. De verordening kent echter praktisch gezien een tarief per kalenderjaar. Daarnaast zijn tussentijdse verhogingen niet toegestaan (wel verminderingen), zodat het wenselijk is een tarief per kalenderjaar 2003 vast te stellen. Het verwachtingstarief van 69o (6 1,02) gedurende de periode t/m augustus en een tarifering van 6 3,50 (zoals vastgesteld) zou bij invoering per 1 september 2003, proportioneel toegerekend, uitmonden in een gemiddeld jaarpercentage van < 1,84. Overigens is het merkwaardig dat een verhoging van 6%o een tariefstijging vang 1,ÃćâĆňâĂİ naar 6 1,02 bewerkstelligt. Formeel juist maar toch merkwaardig. Feitelijk bedraagt de stijging voor de sector dan praktisch 29o en dat is gezien de inflatie geen, reele, stijging. Alles overwegend zou vanuit een gemiddeld jaartarief van 6 1,84 een afgerond tarief van 6 2,ÃćâĆňâĂİ verdedigbaar zijn waarbij gedeeltelijke compensatie is verwerkt en redelijk tegemoet gekomen wordt aan de klacht dat de hoteluitbaters de belasting zelf moet dragen.
Raadsvoorstel nummer os.aoo.oor Immers er is in 2003 tijd om voor nieuwe jaar en voor het najaarsseizoen in te spelen op de verhoging. De verhoging is op deze wijze verweven in de tariefstelling, als is het 8 maanden later dan aanvankelijk gepland en vastgesteld werd. In deze termijn kan tevens onderzocht worden of de adviesraad evenementenbeleid optimaal vorm is gegeven en beoordeeld worden of de hotelierbranche meer inzage in besteding van de toeristenbelasting zou moeten gaan krijgen. We verwachten met dit aangepast voorstel dat de hotelsector een actief aandeel blijft nemen in de projectvorming toerisme-ontwikkeling en evenementenbeleid, zoals tijdens de bespreking op 4 december door hen werd geetaleerd. 5 Financiele gevolgen en risico s Omdat in het voorstel de aanwending van de verhoging van de toeristenbelasting is aangegeven en terugvloeit naar de sector heeft dit voorstel geen directe effecten voor 2003 in begrotingstechnische zin. 6 Resultaten van overleg A D.d. 4 december jl. heeft een overleg plaatsgevonden met het Eindhovens Hoteloverleg waarbij zowel een vertegenwoordiging van de grotere hotelketens, die met een hotel in Eindhoven vertegenwoordigd zijn, als van de kleinere Eindhovense hotels, aanwezig waren met als doelstelling een toelichting en verdieping te geven op de brief van 26 november jl. van het Eindhovens Hoteloverleg en het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca en Aanverwante bedrijf. Van de Eindhovense gemeenteraad waren 4 fracties vertegenwoordigd bij dit overleg dat op zeer korte termijn gepland moest worden, waardoor helaas niet alle fracties aanwezig konden zijn. Duidelijk werd dat niet de maatregel "an sich" het majeur probleem voor de hoteliers is, maar dat het probleem zit bij het tempo van invoering waarbij verhaal op de belastingplichtige, de toerist, niet of niet substantieel kan plaatsvinden. De ondernemers dienen deze belasting derhalve grotendeels ten koste van de eigen exploitatie te dragen. Zij verwijzen naar de in september 2002 door het gemeentelijk apparaat aan hen verstrekte indicatie voor het tarief toeristenbelasting 2003 (vermoedelijk 696 verhoging, hetgeen uitkomt op < 1,02 met uitdrukkelijke toevoeging: onder voorbehoud raadsbesluit terzake) alsmede beroepen zij zich op de, bij invoering van deze belasting door voormalige wethouders Scherf en Van der Spek, gedane toezeggingen om "vooraf altijdin overleg met de sector aanpassing te doen", Daarnaast deed zich de positie van de kleinere hotels voelen die procentueel gezien wel een doorbelasting van zo n 10%o van de kamerprijs ondervinden door invoering van het tarief van < 3,50 per persoon per overnachting. In relatieve zin
Raadsvoorstel nummer 02.3oo.oor ++ drukt deze belasting zwaarder dan bij de duurdere hotels. In de basis is de sector positief over de plannen en bereid om samen in overleg met de gemeente het evenementenbeleid een impuls te geven en wenst het beleid te ondersteunen. Wel wil de hoteliersector meer betrokken zijn bij het adviesorgaan evenementenbeleid en evenementensubsidiering. Zij hebben diverse plannen klaarliggen om het evenementenbeleid meer body te geven. B Met de jurist van de gemeente Eindhoven en met de ambtenaar belast met de heffing/invordering van deze belasting werd op 9 december overleg gevoerd. Uit dit gesprek concluderen wij dat: de verordening een tariefstelling per kalenderjaar kent; een verhoging van deze belasting tussentijds in het jaar binnen deze verordening niet kan; een tussentijdse verlaging in het kalenderjaar is wel mogelijk; een procentuele tariefstelling op basis van kamerprijs, ter tegemoetkoming aan de "kleinere" hotelier, is mogelijk doch het controle- en handhavingstraject zal meer kosten vergen. Ook differentiatie naar leeftijd of "groepen" is mogelijk. C D.d. 9 december werd overleg gevoerd met een gemeente die een tariefstelling hanteert op procentuele basis van de kamerprijs, om inzicht te krijgen in de opgedane ervaringen hiermee. Hoewel de gevolgde systematiek op zich zeer werkbaar is, is resultante van dit overleg dat een wijziging van systeem van vaste prijs per overnachting naar een procentuele belasting op basis van kamerprijs op dit moment moet worden ontraden. 7 Communicatie Niet van toepassing. 8 Ter inzage gelegde stukken Niet van teoepassing. 9 Referendabiliteit Niet van teoepassing. Een raadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. De fractie van leefbaar eindhoven. Mede ondertekend door de fractie van de VVD.
Raadsvoorstel nummer oaaoo.oor Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het initiatiefvoorstel van de fractie van leefbaar eindhoven, mede ondertekend door de fractie van de VVD van 16 december 2002; besluit: 1 om het besluit van 11 november 2002 inzake de vaststelling van de toeristenbelasting 2003 a 6 3,50 per overnachting in te trekken; 2 in de verordening toeristenbelasting 2003 de toeristenbelasting te verhogen met 107,99o van het tarief 2002 en aldus vast te stellen op 6 2,ÃćâĆňâĂİ per persoon per overnachting, ingaande 1 januari 2003; 3 het college uit te nodigen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden die er liggen om de aan de bezwaren van hotels met een wat lichtere prijsstelling tegemoet te komen om zo bij een voortgaande tariefsaanpassing in volgende jaren de relatieve druk voor deze hotels minder evenredig te doen stijgen en hiertoe zo mogelijk bij de voorjaarsnota verslag te doen; 4 het college te vragen om in overleg te treden met de gemeenten in regio Eindhoven om te onderzoeken of er een gemeenschappelijk of op elkaar afgestemd beleid voor stimulering van het toerisme alsmede heffing van toeristenbelasting mogelijk is. Dit laatste mede om verstoring van concurrentieverhoudingen in het kader van deze belastingheffing zoveel mogelijk te voorkomen. Tevens nodigen wij het college uit om te onderzoeken of een afstemming van het Eindhovens evenementenbeleid met het toeristenbeleid SRE tot synergie kan leiden, die ook onze stad voordeel gaat bieden; 5 het college te verzoeken op korte temrijn in overleg te treden met betrokken partijen, waaronder platform van Eindhovense hoteliers en horeca om te onderzoeken of er een versnelde projectontwikkeling evenementen (waaronder ook meerdaagse evenementen) mogelijk is; Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2002 R. Welschen, voorzitter. J. Verheugt, loco-secretaris. EC02057371