RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Vergelijkbare documenten
I I. OóijÉ^1!^ Het betreft de navolgende geringe aanpassingen ten opzichte van de laatste model-apv van VNG.

Voorstel De artikelen 4:2 en 4:3 (festiviteitenregeling) van de Algemene plaatselijke verordening (APV) te wijzigen.

~ Gemeente Delft. : Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Notitie "geluid afkomstig van horecabedrijven en. evenementen in Oisterwijk"

ȕft IJsselstein. Raadsvoorstel. Agendapunt 10

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018, nr. BWV ;

: Behandelen geluidsklachten op universele wijze Kenmerk : atl B&W-vergadering : 25 augustus 2015 Kenmerkcode

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

1. Inleiding Inrichtingen Festiviteiten Evenementen Overige geluidhinder

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

Lijst openbare besluiten B&W 30 augustus 2011

1. Actualisering van de APV-artikelen inzake geluidhinder en gevelreiniging

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: 24 februari 2009 B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Beleidsregels sluitingstijden voor horecabedrijven in de gemeente Wageningen 2006

Error: Reference source not found RAADSVOORSTEL

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Raadsmededeling - Openbaar

Toelichting hoofdstuk 4

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting


D de heer xxxx

Heerhugowaarc Stad van kansen

LE Royé. Telefoonnummer: Raadsbesluit. 2.Evaluatiecarnaval

Bevoegdheid burgemeester/college

Nota Geluidhinder & harde horeca

Akoestisch onderzoek evenementen Landgoed kasteel de Berckt te Baarlo ten behoeve van een ruimtelijke onderbouwing

Integrale tekst van de artikelen APV behorende bij voorgestelde wijziging APV

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Behoort bij punt 17 van de agenda voor de raadsvergadering van 19 mei 2008

collectieve festiviteiten (12-dagenregeling)

B-besluit nr.: Naam programma: Veiligheid

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiin Landgraaf, 1 7 december 201 8

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Locatiebeleid evenementen

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

Gemeente Grootegast Notitie evenementen en festiviteiten - Concept

Besluitenlijst d.d. d.d Vertrouwelijk

Betreft : RAADSVOORSTEL wijzigingsverordening APV

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013.

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

U Dienstverlening

RAAD 6 FEBRUARI 2003 Reg.nr. Raad 2003/012. Aan de raad van de gemeente Alblasserdam. Alblasserdam, 21 januari 2003

Beleidsregels Terrassen April 2017

Besluitenlijst d.d. d.d. Agenda Vertrouwelijk

Geconsolideerde tekst van de regeling Nr. RB

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

*Z BB3* documentnr.: INT/M/15/18978 zaaknr.: Z/M/15/22442

WET MILIEUBEHEER Maatwerk Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer besluit

RAADSVOORSTEL

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011

Voorbeeld van gemeentelijk evenementenbeleid. gemeente Nijmegen. Directie Grondgebied

S. van Dongen raad00691

Elektronisch gemeenteblad

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Datum: 26 september 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester Renkema

ACTUALISATIE WIJZIGINGEN VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HILVERSUM 2010

Officiële naam regeling Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heusden 1997 uitvoeringsbesluiten APV 1997 uitvoeringsbesluiten

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Geluidbeleid voor evenementen

* *

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019

Maatwerkvoorschriften Bij het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

Uitgangspunten en richtingen van de raad voor programma 5.2. integrale veiligheid thema sluitingstijden horeca.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)

RAADSVOORSTEL incl erratum 15 november Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

Lijst openbare besluiten B en W 14 januari 2014 college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft op 14 januari 2014 vergaderd.

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2018

Onderwerp Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Tytsjerksteradiel (APV).

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag,aanpassing horecabepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Aanwijzingsbesluit vergunningvrije evenementen. Besluit vast te stellen het: Aanwijzingsbesluit vergunningvrije evenementen

Wijziging Algemene plaatselijke verordening (APV) door opnemen bepaling gebieden verboden voor honden

Voorstel aan de gemeenteraad

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

M i sud 0 2 DEC Doorkiesnummer Datum. 1 december 2011

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 6 juli 2005 / 138/2005. Onderwerp Wijziging verordening winkeltijden

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL 09.0041 Rv. nr.: 09.0041 B&W-besluit d.d.: 21-4-2009 B&W-besluit nr.: 09.0194 Naam programma +onderdeel: Omgevingskwaliteit Onderwerp: Wijziging artikelen 4.1.1 tot en met 4.1.4 Algemene plaatselijke verordening Aanleiding: In de Algemene Plaatselijke Verordening is geregeld dat voor bepaalde festiviteiten de geluidnorm van het Besluit horeca-, sport- en recreatiebedrijven milieubeheer (hierna: Besluit hsr) niet geldt. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) in werking getreden. Omdat het Besluit hsr is vervallen, is tevens de festiviteitenregeling in de huidige Algemene Plaatselijke Verordening vervallen. Voor de bedrijven die onder de festiviteitenregeling vallen moet een nieuwe regeling in de Algemene Plaatselijke Verordening worden opgenomen. Doel: Op grond van de festiviteitenregeling heeft het college de mogelijkheid om ieder jaar collectieve festiviteiten aan te wijzen. Voor het jaar 2009 moet dit nog gebeuren. Voor het jaar 2009 moet dit nog gebeuren. Het gevolg van de aanwijzing is dat de geluidnormen van het Activiteitenbesluit die voor horecabedrijven gelden tijdens de aangewezen festiviteiten niet gelden gedurende de in het besluit genoemde tijdvakken. Gedurende die periode geldt een ruimere norm. Na de genoemde eindtijd mogen de horecabedrijven nog wel in bedrijf zijn, maar dan gelden de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit weer. Ondernemers die tijdens de aangewezen festiviteiten meer geluid willen maken dan wettelijk is toegestaan hoeven hiervoor geen ontheffing meer aan te vragen. Voor de maximaal toegestane geluidsnorm is aangesloten bij de maximum geluidsnorm voor categorie 2 evenementen zoals die is opgenomen in de op 14 oktober 2008 vastgestelde Evenementennota 2008. Voor wat betreft de eindtijden van de viering van drie oktober is aangesloten bij de eerder in 2005 vastgestelde eindtijden. Bij de recente herziening van de Algemene Plaatselijke Verordening is aangegeven dat ons College voornemens zou zijn om de Leidse jazz en blues week, de viering van Koninginnedag, de Lakenfeesten en de viering van het Leidens Ontzet als collectieve festiviteit in het kader van artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening aan te wijzen en deze aanwijzing is als zodanig onderdeel geweest van die inspraakprocedure. In een asterisk bij artikel 4.1.2. APV worden de festiviteiten ook genoemd. De geluidsnorm is onderdeel geweest van de inspraakprocedure van de evenementennota. De vraag rijst daarom of over het voorstel wederom inspraak moet worden verleend. Van belang daarbij is het bepaalde in artikel 2, derde lid van de inspraakverordening.

In het derde lid onder d. is bepaald dat geen inspraak wordt verleend ten aanzien van een beleidsvoornemen dat rechtstreeks voortvloeit uit een beleidsvoornemen waarover reeds inspraak heeft plaats gehad. In het derde lid onder e. is bepaald dat geen inspraak wordt verleend indien in een eerder stadium reeds inspraak op het beleidsvoornemen is verleend, tenzij de afwijkingen naar aard en omvang in een later stadium ten opzichte van voornoemd beleidsvoornemen zodanig zijn dat een geheel ander plan is ontstaan. Beide uitzonderingssituaties doen zich hier voor. De aanwijzing van de collectieve festiviteiten vloeit rechtstreeks voort uit de eerdere aanpassing van de APV. De vaststelling van de geluidsnorm is gelijkluidend aan die in de Evenementennota 2008. Een nieuwe inspraakronde is daarom niet nodig. Naast evenementen die vallen onder de reikwijdte van het Activiteitenbesluit zijn er ook evenementen die daar niet onder vallen. Voor deze evenementen is echter wel een vergunning van de Burgemeester vereist op grond van artikel 2.2.2. APV. De Burgemeester heeft de bevoegdheid om voorschriften aan deze vergunning te verbinden. In voorkomende gevallen zullen vorenstaande maximale geluidsnormen door de Burgemeester als voorschrift aan de evenementenvergunning worden verbonden. Met het onderhavige voorstel wordt beoogd om tot een eenduidige en hanteerbare wijze te komen inzake de geluidsaspecten van evenementen. In de praktijk zal overtreding van de geluidsnorm op de volgende wijze plaatsvinden. Bij een eerste overtreding wordt indien mogelijk de overtreding ongedaan gemaakt. Indien ongedaanmaking naar het oordeel van de Politie tot openbare orde problemen zal leiden of anderszins ongewenst is, ontvangt de overtreder een (bestuursrechtelijke) waarschuwing en in voorkomende gevallen wordt een proces-verbaal opgemaakt en zal dit tot strafvervolging kunnen leiden. Bij een tweede overtreding volgt, naast eventuele strafvervolging, oplegging van een preventieve dwangsom. Bij een derde overtreding volgt het innen van de verbeurde dwangsom en, indien geen sprake is van een eenmalig evenement, een weigering voor het evenement het volgende jaar. Hiervoor zullen nog beleidsregels worden vastgesteld. Kader: Zie aanleiding. Van belang is nog dat de Raad in haar vergadering van 23 september 2008 een motie heeft aangenomen waarin de Burgemeester werd gevraagd om voor de viering van 3 oktober de handhaving van de geluidnormen niet anders te doen dan de afgelopen jaren het geval was en voorts de voornemens met betrekking tot een andere handhaving ordentelijk met de Raad te bespreken bij de inhoudelijke behandeling van de evenementennota 2008. De wijze van handhaving is opgenomen in de evenementennota 2008 en de Raad heeft daarmee ook ingestemd. Het gaat hier dan ook om een technische uitwerking van de evenementennota 2008. De motie kan voor zover nog nodig- hiermee als afgedaan worden beschouwd. Overwegingen: Zie aanleiding. Financiën: Niet van toepassing Evaluatie:

Niet van toepassing RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 09.0041 van 2009), mede gezien het advies van de commissie. BESLUIT: 1. vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de algemene plaatselijke verordening: Artikel 1 artikel 4.1.1 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt: Artikel 4.1.1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; g. geluidgevoelige ruimte: ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebuikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m 2. h. HRMI-99: Handleiding meten en rekenen industrielawaai, van het ministerie van Vrom, uitgave 1999. Artikel 2 artikel 4.1.2 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt: Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van

het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 3. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente. 4. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan het college het eindtijdstip bepalen en andere maximaal toelaatbare geluidniveaus vaststellen met dien verstande dat deze niet meer mogen bedragen dan 90 db(a) én 100 db(c), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen. 5. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. 6. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid in het gebouw van de inrichting blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. Artikel 3 artikel 4.1.3 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt: Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 1. Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 eerste lid van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving. 4. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld. 5. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat. 6. Het equivalente geluidsniveau L eq,t veroorzaakt door de inrichting als bedoeld in het eerste of tweede lid bedraagt niet meer dan: 85 db(a) én 100 db(c), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen. 7. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het, op het buitenterrein van de inrichting, ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit - van zondag tot en met donderdag uiterlijk om 23.00 uur beëindigd en op vrijdag en zaterdag uiterlijk om 24.00 uur beëindigd. 8. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het, binnen het gebouw van de inrichting, ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit -

van zondag tot en met donderdag uiterlijk om 24.00 uur beëindigd en op vrijdag en zaterdag uiterlijk om 01.00 uur beëindigd. 9. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid in het gebouw van de inrichting blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. 10. De drijver van de inrichting waar een incidentele festiviteit plaatsvindt, licht omwonenden binnen een straal van vijftig meter 48 uur voor het begin van de festiviteit in over de voorgenomen festiviteit op de wijze zoals is aangegeven op het meldingsformulier. 11. Het gebruik van een aanwezige omroepinstallatie beperkt zich tot het aankondigen van het starten en beëindigen van wedstrijd- of feestonderdelen. Artikel 4 artikel 4.1.4 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt: Artikel 4.1.4 Wijze van geluidmeten 1. Metingen en berekeningen ter controle van voornoemde geluidniveaus vinden plaats overeenkomstig de HRMI-99. 2. In tegenstelling tot de HRMI-99 worden op het gemeten signaal in db(a) of db(c) geen correcties meer toegepast. 3. In tegenstelling tot de HRMI-99 mogen metingen ook uitgevoerd worden met een, volgens de specificaties van IEC-publicatie 651: 1979, type 2 geluidniveaumeter. 4. Metingen in de buitenlucht vinden plaats op een hoogte van minimaal 1,5 m en maximaal 2 m boven plaatselijk maaiveld. 5. In geval het geluidniveau op de gevel van een geluidgevoelig gebouw wordt vastgesteld, wordt de gevel op de begane grond ook als gevel van het geluidgevoelig gebouw gezien als geluidgevoelige ruimten slechts op de hoger gelegen etages aanwezig zijn. 2. te bepalen dat het besluit sub 1. in werking treedt op de dag na de bekendmaking daarvan en terugwerkt tot 1 januari 2009. Gedaan in de openbare raadsvergadering van, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 26/28 mei 2009 ongewijzigd vastgesteld.

TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Pluyter Organisatieonderdeel: JFD/JD Telefoon: 5165047 E-mail: e.a.b.pluyter@leiden.nl Verantwoordelijk portefeuillehouder: Communicatie:

Bijgevoegde informatie: ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten:

B&W.nr. 09.0194, d.d. 21 april 2009 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Wijziging artikelen 4.1.1 tot en met 4.1.4 Algemene plaatselijke verordening (geluidnormen collectieve en incidentele festiviteiten) BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. de raad voor te stellen de artikelen 4.1.1 tot en met 4.1.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2007 te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt: Artikel 4.1.1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; g. geluidgevoelige ruimte: ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebuikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m 2. h. HRMI-99: Handleiding meten en rekenen industrielawaai, van het ministerie van Vrom, uitgave 1999. Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen

collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 3. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente. 4. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan het college het eindtijdstip bepalen en andere maximaal toelaatbare geluidniveaus vaststellen met dien verstande dat deze niet meer mogen bedragen dan 90 db(a) én 100 db(c), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen. 5. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. 6. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid in het gebouw van de inrichting blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 1. Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 eerste lid van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving. 4. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld. 5. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat. 6. Het equivalente geluidsniveau L eq,t veroorzaakt door de inrichting als bedoeld in het eerste lid bedraagt niet meer dan: 85 db(a) én 100 db(c), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen; 7. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het, op het buitenterrein van de inrichting, ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit - van zondag tot en met donderdag uiterlijk om 23.00 uur beëindigd en op vrijdag en zaterdag uiterlijk om 24.00 uur beëindigd. 8. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het, binnen het gebouw van de inrichting, ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit - van zondag tot en met donderdag uiterlijk om 24.00 uur beëindigd en op vrijdag en zaterdag uiterlijk om 01.00 uur beëindigd.

9. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid in het gebouw van de inrichting blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. 10. De drijver van de inrichting waar een incidentele festiviteit plaatsvindt, licht omwonenden binnen een straal van vijftig meter 48 uur voor het begin van de festiviteit in over de voorgenomen festiviteit op de wijze zoals is aangegeven op het meldingsformulier. 11. Het gebruik van een aanwezige omroepinstallatie beperkt zich tot het aankondigen van het starten en beëindigen van wedstrijd- of feestonderdelen. Artikel 4.1.4 Wijze van geluidmeten 1. Metingen en berekeningen ter controle van voornoemde geluidniveaus vinden plaats overeenkomstig de HRMI-99. 2. In tegenstelling tot de HRMI-99 worden op het gemeten signaal in db(a) of db(c) geen correcties meer toegepast. 3. In tegenstelling tot de HRMI-99 mogen metingen ook uitgevoerd worden met een, volgens de specificaties van IEC-publicatie 651: 1979, type 2 geluidniveaumeter. 4. Metingen in de buitenlucht vinden plaats op een hoogte van minimaal 1,5 m en maximaal 2 m boven plaatselijk maaiveld. 5. In geval het geluidniveau op de gevel van een geluidgevoelig gebouw wordt vastgesteld, wordt de gevel op de begane grond ook als gevel van het geluidgevoelig gebouw gezien als geluidgevoelige ruimten slechts op de hoger gelegen etages aanwezig zijn. 2. de raad voor te stellen deze wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2007 in werking te laten treden op de dag na de bekendmaking daarvan en terug te laten werken tot 1 januari 2009; 3. voor het jaar 2009 als collectieve festiviteit in het kader van artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2007 aan te wijzen: - de Leidse jazz- en bluesweek van 19.00 tot 02.00 uur; - de viering van Koninginnedag van 19.00 tot 01.00 uur; - de Lakenfeesten van 19.00 tot 01.00 uur; - Leidens Ontzet binnen de singels en de Stationsweg tot 02.00 uur in de nacht van 2 op 3 oktober 2009 en 01.00 uur in de nacht van 3 op 4 oktober 2009; in de resterende delen van de gemeente geldt een eindtijd van 01.00 uur in de nacht van 2 op 3 oktober 2009 en 00.00 uur in de nacht van 3 op 4 oktober 2009. 4. in het kader van artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2007 voor Leidens Ontzet het equivalente geluidsniveau L eq,t, veroorzaakt door de inrichting, gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen, vast te stellen op niet meer dan 90 db(a) én 100 db(c). Voor de overige onder 3. genoemde festiviteiten geldt een maximum geluidsniveau van 85 db(a) en 100 db(c). 5. te bepalen dat het besluit sub 3 op dezelfde datum in werking treedt als het besluit sub 1;

6. het besluit nr. 08.0858 van 9 september 2008 inzake de vaststelling van een raadsvoorstel tot wijziging van de artikelen 4.1.1 tot en met 4.1.4 APV in te trekken. Samenvatting Het college heeft de gemeenteraad voorgesteld om de Algemene Plaatselijke Verordening voor de artikelen 4.1.1. t/m 4.1.4. (festiviteitenregeling) aan te passen aan het Activiteitenbesluit. Daarmee wordt het mogelijk dat het college jaarlijks festiviteiten aanwijst waarvoor een collectieve ontheffing van de geluidsnormen voor horecabedrijven geldt. Tevens heeft het college besloten op grond hiervan voor het jaar 2009 de Leidse jazz- en bluesweek, de viering van Koninginnedag, de Lakenfeesten en de viering van het Leidens Ontzet als collectieve festiviteit in het kader van artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening aan te wijzen. Voor de viering van drie oktober is, naast eindtijden, ook een maximale geluidsnorm vastgesteld. Voor de handhaving wordt voorgesteld dat het college mandaat verleent aan de directeur van de Milieudienst West-Holland.