KINDCENTRUM VROONDAAL. KINDGIDS daar word je wijzer van!

Vergelijkbare documenten
Visie Kindcentrum Vroondaal

KINDCENTRUM VROONDAAL. Onderwijs en opvang daar word je wijzer van!

KINDCENTRUM VROONDAAL. Onderwijs en opvang daar word je wijzer van! Kindgids

Extra en bijzonder verlof

KINDCENTRUM VROONDAAL SMOELENBOEK

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Pedagogisch beleid Lunchkids

Informatieboekje groep 1-2 Basisschool het Talent

Rotondaschool Passewaaij Hondsroos TJ TIEL T: E:

Kleutergids Inhoudsopgave

verkorte schoolgids basisschool De Linde

INFO In dit nummer: Heel veel belangrijke. net gestarte schooljaar.

Peutergids. Foxkidz Sint Willibrordus

De Duinpieper LEERPLICHT: IEDEREEN OP SCHOOL. Deze brochure is een uitgave van de gemeente Noordwijk en de Noordwijkse scholen

3 De visie van de Prinses Julianaschool

Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang (BSO) Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang. Kindercentra De Roef

Informatieboekje groep 1-2

Continurooster Woensdagmiddag Gelijke dagen Huidig rooster. Niet afschaffen

Diensten van buitenschoolse Kinderopvang IKC de Bonte Pael

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Protocol Tussenschoolse opvang

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

SCHOOLMAGAZINE

Protocol aanvraag verlof

Jaargang 6 nummer 3 16 maart 2018

Rotondaschool Passewaaij Hondsroos TJ TIEL T: E:

INFORMATIEPAKKET HUIDIGE MODEL EN 5-GELIJKE DAGEN MODEL

Protocol aanvraag verlof

Schoolkalender

ONZE WAARDEN. r k i j k h e i k k e. i n g i d l i n g l t a a t P l e z i e. S a m e n w e D u O n. i d e l t w R e s u. r i l i g h e i d.

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

1 Hier staan wij voor

Tussenschoolse opvang

KSU Aanmeldingsformulier

Stella Nova kalender

Toestemming publicatie foto s en video s

Schoolgids 2016/2017 deel A VSO Het Mozaïek Almelo

Welkom. Naam Klas Mentor. Lestijden. Bellen bij ziekte en afwezigheid

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Informatieboekje groep 1-2 basisschool LeerRijk

Ouderenquête 2014 CBS De Bron

Verjaardagen. Lekker Groente en Fruit om 10:00 uur / Tussendoortje / Pauze snack INFOBULLETIN SEPTEMBER 2015

Creatief in denken en doen! Ontwikkelen met een lach

Religieuze verplichtingen

OUDERBETROKKENHEID : Inleiding. Openbare basisschool

Informatieboekje. Peuterspeelzaal De Odradaatjes. St. Odradastraat LL Alem

Verlofaanvragen & Leerplicht (leerrecht)

Inhoudsopgave schoolgids Deel A Inleiding... 3 Even voorstellen!... 4 Foto s... 4 Gymnastiek... 4 Informatievoorziening aan gescheiden ouders...

kinderdagopvang peutergroep basisschool bso alles in huis voor kinderen van 0 tot 13 jaar

De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven:

Openbare basisschool De Windhoek Abtslaan SL Terheijden

Schoolveiligheidsplan Versie 1.0

Veel gestelde vragen over peuterschool Nieuw Sloten


...paspoort naar grenzeloos onderwijs...

Individueel arrangement Rebound. Informatiegids Telefoonnummer rebound:

Kleuterboekje De Hoeksteen. Vandaag peuter, morgen kleuter

Overeenkomst en Afspraken

Jaarlijks deel SCHOOLGIDS

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN PUBLIEKSVERSIE

Welkom op de Hoeksteen Informatie kleuters

Rotondaschool Hondsroos TJ Tiel T: E: I:

Talent nl: een uniek kindcentrum!

DE WELLE VISIE OP MAATSCHAPPELIJKE POSITIONERING DE MISSIE VAN DE SCHOOL

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Gemeente Texel. Informatie over aanvragen van verlof. Kan ik al boeken? Dan neem ik toch gewoon wat huiswerk mee

2. Profiel van onze school

Locatiecoördinator Julianaweg 28 willemalexanderschool.

Jaarlijks deel SCHOOLGIDS

In het zorgteam wordt elke maand de absentie doorgenomen en mogelijke actie gecommuniceerd met betrokkenen.

Maandag 31 augustus is er voor alle ouders een informatie avond van tot Augustus Ma Di Wo Do Vr Za Zo

Leerplicht?! Wat u moet weten over de leerplicht. Deze folder is een gezamenlijke uitgave van de gemeenten:

Inhoudsopgave schoolgids Deel A

Klachtenprocedure Wijzer aan de Amstel

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

Welkom op de Hoeksteen Informatie kleuters

Nieuwsbrief Schooljaar nr. 06,

Veel gestelde vragen over peuterschool Multatuli

INFORMATIE Taalrijk is Kansrijk

BS DE KAMELEON SCHOOLGIDS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Het nieuwe schooljaar is weer begonnen. Wij zijn uitgerust van de vakantie teruggekomen en hebben zin om weer te beginnen.

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Powered by: Kindercampus King Dit zijn wij. En hier staan we voor!

Ouders over kindcentra

Verzuimbeleid. Protocol rondom verzuim op de PJS. x PJS

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Informatieboekje kleutergroepen

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Buitenschoolse opvang De speelark is onderdeel van kinderopvang Robbedoes. Informatieboekje. Buitenschoolse opvang. De Speelark Heel.

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Jaarkalender

Diensten van buitenschoolse Kinderopvang IKC de Bonte Pael

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie op ouderbetrokkenheid

12 mei 2009, c.q. 18 mei 2009 (per mail)

INFORMATIEBOEKJE tussenschoolse opvang. De Klim

Inleiding. Beste ouders, verzorgers, lezers,

Transcriptie:

KINDCENTRUM VROONDAAL KINDGIDS 2017-2018 daar word je wijzer van!

Inhoudsopgave Voorwoord 5 1. Team 0-13 en organisatie 2017-2018 6 2. Schooltijden en vakanties 7 2.1 Schooltijden 7 2.2 Vakanties en vrije dagen 2017-2018 7 2.3 Verantwoording onderwijstijd 7 2 3. Openingstijden KDV, peutergroep, BSO 8 4. Visie en missie 9 4.1 Kindcentrum Vroondaal: Daar word je wijzer van! 9 4.2 Eén team 10 4.3 Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) 10 4.4 Ons concept 12 4.5 Eén visie op het stimuleren van optimale ontwikkeling van kinderen 12 4.6 Natuurlijke, ononderbroken groei en beweging van kinderen als uitgangspunt 13 4.7 Talentontwikkeling centraal via gezamenlijk leren, werkplekleren en teamleren 13 4.8 Onderzoekend leren via een gevarieerd en uitgebalanceerd aanbod 14 4.9 Levensvisie en wereldbeschouwing 14 5. Beleidszaken 15 5.1 Aannamebeleid 15 5.2 Leerplicht 16 5.3 Verzuim 17 5.4 Verlof 17 5.5 Schorsing en verwijdering van leerlingen 18 5.6 Informatieplicht ouders 18 5.7 Extra ondersteuning van leerlingen door externe hulpverleners 18 5.8 Vervangingsprotocol 19 5.9 Klachtenregeling 19 5.10 Kledingvoorschriften 20 5.11 Het gezonde kindcentrum 20 6. Ons kindcentrum in ontwikkeling 22

7. Regels en afspraken 25 7.1 Speelplaats 25 7.2 Eten en drinken 25 7.3 Gevonden voorwerpen 25 7.4 Vernielingen 25 7.5 Meenemen van spullen 25 7.6 Mobiele telefoons 26 7.7 Sociale media 26 7.8 Verjaardagen 26 8. Leerlingenzorg 27 9. Passend onderwijs 29 9.1 Samenwerkingsverband SPPOH 29 9.2 De ondersteuning 29 10. Kinderdagverblijf 0-4 jaar en de peutergroep 31 11. De buitenschoolse opvang (BSO) 32 12. Kleuters 33 12.1 Samenwerking 0-6 33 12.2 Instroom en kennismaking nieuwe kleuters 33 12.3 Activiteiten in de kleutergroepen 33 12.4 Leerlingvolgsysteem voor kleuters 34 12.5 De overgang naar groep 3 34 12.6 Wat u verder moet weten 34 13. Vak- en vormingsgebieden 36 13.1 Taal 36 13.2 Lezen 36 13.3 Schrijven 37 13.4 Rekenen 37 13.5 Engels 37 13.6 Sociaal-emotionele vorming 37 13.7 Levensbeschouwing 37 13.8 Wereldoriëntatie 38 13.9 Verkeer 38 13.10 Expressievakken 38 13.11 Bewegingsonderwijs 39 13.12 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) 40 3

14. Overige activiteiten 41 14.1 Huiswerk 41 14.2 Milieu 41 14.3 Vieringen en festiviteiten 41 14.4 Open podium 41 14.5 Sportdag/Koningsspelen 42 14.6 Schoolreisjes en excursies 42 4 15. Tussenschoolse pauze 43 15.1 Continurooster 43 15.2 Model Kindcentrum Vroondaal 2017-2018 43 15.3 Model Kindcentrum Vroondaal 2018-2019 44 15.4 Ter nadere informatie 44 16. Rapportage 45 16.1 Leerlingdossier 45 17. Resultaten van ons onderwijs 46 18. Voortgezet onderwijs 47 19. Protocollen 49 19.1 Klachtenprocedure 49 19.2 Protocol bij overlijden van een leerling/ouder/leerkracht 50 20. Veiligheid 51 20.1 Bedrijfshulpverlening 51 20.2 Preventiemedewerker 51 20.3 Ontruimingsplan 51 20.4 Verkeersveiligheid 51 21. Gezondheid 52 21.1 Hoofdluis 52 21.2 Besmettelijke ziekten 52 21.3 Logopedie 52 22. Ouders: Informatie en participatie 54 22.1 Ouderinformatie 54 22.2 Ouderparticipatie 54 22.3 De ouderraad 55 22.4 De medezeggenschapsraad 56 23. Verzekering 57

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van Kindcentrum Vroondaal, de kindgids zoals wij hem noemen, omdat wij het kind centraal stellen in ons kindcentrum. In deze gids willen wij ouders en kinderen uitgebreid informeren over het kinderdagverblijf, de basisschool en de buitenschoolse opvang. We laten u zien waar Kindcentrum Vroondaal voor staat, wat we u en uw kind bieden en wat u van ons kunt verwachten. Kindcentrum Vroondaal is een kindcentrum waar opvang en onderwijs geïntegreerd zijn, waar alle kinderen van 0 tot 13 jaar van harte welkom zijn en waar het fijn is om te zijn. Onze missie is: Kindcentrum Vroondaal: Daar word je wijzer van! De onderlinge samenwerking tussen de kinderopvang, de school en de buitenschoolse opvang heeft namelijk voor alle kinderen een duidelijke meerwaarde als het gaat om de pedagogische en educatieve uitgangspunten. Ze geven vorm en inhoud aan de doorgaande ontwikkelingslijn van onze kinderen. Zij krijgen optimaal de gelegenheid hun kwaliteiten te benutten en gebruik te maken van elkaars kwaliteiten. Om dit mogelijk te maken streven wij naar een vervlechting tussen de medewerkers van ons kindcentrum. In de volgende hoofdstukken beschrijven wij op welke wijze door team, kinderen en ouders wordt samengewerkt. Specifieke informatie kunt u vinden op onze website: www.kindcentrumvroondaal.nl. Bovendien zijn er informatieavonden en digitale nieuwsbrieven om u te informeren over de ontwikkeling en organisatie van het kindcentrum. Heeft u vragen of opmerkingen over uw kind, neem dan rechtstreeks contact op met de pedagogisch medewerker of groepsleerkracht. Dit is de snelste weg om de juiste informatie te krijgen. Voor alle overige vragen kunt u zich richten tot de directie die altijd bereid is u nader te informeren. De telefoonnummers vindt u elders in deze gids. We zullen alles in het werk stellen om van dit jaar een goed jaar te maken voor onze kinderen. 5 Directie Kindcentrum Vroondaal Dit is een conceptversie van de Kindgids Kindcentrum Vroondaal. Mogelijk bevat de kindgids nog onvolledige of onjuiste informatie. Zodra er wijzigingen plaatsvinden wordt de online versie geüpdatet.

1. Team 0-13 en organisatie 2017-2018 6 Team 0-13 Kinderdagverblijf/TSO/BSO pedagogisch medewerkers: Zahra Bastani Babygroep Lisa Neeleman Babygroep Wendy Toet Dreumes-peutergroep Ester Giezeman Dreumes-peutergroep, TSO Priscilla Ophof Dreumes-peutergroep Lotte Moesker Babygroep, TSO, BSO, VSO Bernadet Aarts BSO, TSO, VSO Bep Hendriks BSO, TSO, VSO Basisschool Vroondaal groepsleerkrachten: Joke van Soldt Groep 1/2 (di/wo) Lizette Peskens Groep 1/2 (ma/do/vr) Fiona Sakkee Groep 3/4 (ma/di) Patty Hoetjes Groep 3/4 (wo/do/vr) Toby Zeeman Groep 5/6 (di/wo/do/vr) Saskia Lelieveld Groep 5/6 (ma) Eric van der Zalm ICT-leerkracht Tomas Okhuizen Gymleerkracht Lotte Moesker Gymleerkracht Organisatie Managementteam Projectleider Judy Menger Adjunct-directeur Jelle van Schaik Senior locatiemanager Triodus Tanja de Moet Intern begeleider: Geneviève Frinking Onderwijsondersteunend personeel: Pamela Hanique (administratief medewerker) Nicole van der Zwan (administratief medewerker) Corrine Steijger (onderwijsassistent) Interne vertrouwenspersoon: Judy Menger

2. Schooltijden en vakanties 2.1 Schooltijden Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Woensdag 08.30-14.45 uur 08.30-12.00 uur 2.2 Vakanties en vrije dagen 2017-2018 Vakanties Herfstvakantie 14-10-2017 t/m 22-10-2017 Kerstvakantie 23-12-2017 t/m 07-01-2018 Voorjaarsvakantie 24-02-2018 t/m 04-03-2018 Goede vrijdag 30-03-2018 Tweede Paasdag 02-04-2018 Meivakantie 28-04-2018 t/m 06-05-2018 Hemelvaart 10-05-2018 t/m 13-05-2018 Tweede Pinksterdag 21-05-2018 Zomervakantie 14-07-2018 t/m 26-08-2018 Studiedagen: Maandag 18 september 2017 Woensdag 15 november 2017 Donderdag 19 januari 2018 Donderdag 29 maart 2018 Woensdag 23 mei 2018 Vrijdag 13 juli 2018 2.3 Verantwoording onderwijstijd Jaarlijks maken alle groepen minimaal het verplichte aantal uren van 940, waardoor de kinderen aan het eind van de basisschoolperiode voldoen aan de in de onderwijswet aangegeven norm van 7520 uur. 7 Op Kindcentrum Vroondaal bieden we extra onderwijstijd voor de groepen 1 t/m 4. Deze tijd gebruiken we voor het geven van projectonderwijs.

3. Openingstijden KDV, peutergroep, BSO Kinderdagverblijf Vroondaal Maandag t/m vrijdag: 07.30-18.30 uur Verlengde opvang tot 19:00 uur mogelijk Peutergroep Vroondaal Woensdag en vrijdag : 08.30-12.00 uur 8 NSO Vroondaal Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 14.45-18.30 uur Verlengde opvang tot 19:00 mogelijk Woensdag: 12.00-18.30 uur Verlengde opvang tot 19:00 uur mogelijk VSO Vroondaal Maandag, dinsdag, donderdag: 07.30-08.30 uur (ook woensdag en vrijdag bij voldoende aanmeldingen)

4. Visie en missie 4.1 Kindcentrum Vroondaal: Daar word je wijzer van! In onze pedagogische, educatieve en levensbeschouwelijke visie formuleren we uitgangspunten om bovenstaande missie kracht bij te zetten. Onze pedagogische visie We scheppen een klimaat, waarbinnen enerzijds de kinderen kunnen spelen en werken vanuit een gevoel van veiligheid, vertrouwen, welbevinden en zekerheid en waar anderzijds voldoende uitdaging geboden wordt voor sociaal-emotionele, motorische, creatieve en cognitieve ontwikkeling. We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid en bieden ieder kind de ruimte om zich op eigen wijze te ontplooien. We benaderen kinderen vanuit een positieve grondhouding. We zijn van mening dat het belonen van positief gedrag meer effect heeft dan het corrigeren van negatief gedrag. De spil binnen het klimaat van onze organisatie is het team 0-13. Door een persoonlijke en professionele betrokkenheid bij de kinderen en de ouders, door het accepteren van de eigenheid van ieder kind, door het geven van voldoende ruimte aan een zelfstandige ontwikkeling en ook door het aanspreken op de eigen verantwoordelijkheden, is het vooral het teamlid dat er samen met de ouders zorg voor draagt dat de kinderen met plezier naar Kindcentrum Vroondaal komen. Ze voelen zich dan veilig en geaccepteerd, kunnen zichzelf zijn en hebben belangstelling voor elkaar. Een goede samenwerking en communicatie tussen management, teamleden, kinderen, ouders en bestuur vormt de basis voor een goed speel- en leerklimaat. Een goed kindcentrum maken we immers met zijn allen: we voelen ons, samen met de ouders, verantwoordelijk voor het welzijn van onze kinderen. Onze educatieve visie: visie op ontwikkeling en educatie Kindcentrum Vroondaal wil zoveel mogelijk ontwikkelingskansen bieden aan alle kinderen. We hebben hoge verwachtingen van de inzet en de kwaliteiten/competenties van de kinderen, waarbij uitgegaan wordt van de individuele mogelijkheden. Onze visietekst is tot stand gekomen via stuurgroepbijeenkomsten met professionals vanuit SCOH en Triodus, gesprekken met teamleden van CBS De Eshof en bijeenkomsten met (potentiële) nieuwe ouders. Kindcentrum Vroondaal biedt opvang en onderwijs onder één dak. Onze missie is de nieuwsgierigheid van kinderen prikkelen en stimuleren op actieve en gezonde wijze, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. In ons kindcentrum bewegen kinderen zich in een afwisselende en stimulerende omgeving. Wij zorgen voor een warme, uitdagende plek waar kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar zich thuis voelen. Waar iedereen zichzelf kan zijn, rekening houdend met anderen. Waar ruimte is om je te ontwikkelen. Op vooruitstrevende en flexibele wijze proberen we iedere dag, in alle opzichten, het optimale uit de kinderen te halen. 9

10 Kinderen van 0 tot 13 jaar zijn van harte welkom tussen 07.30-19.00 uur (zie ook de bijlage: Aanbod en openingstijden). Kindcentrum Vroondaal werkt volgens een vooruitstrevend en gebalanceerd concept met ruimte voor zelfstandig en gezamenlijk leren via doorlopende leerlijnen en persoonlijke leerroutes. In het kindcentrum heerst structuur, rust en regelmaat. We dagen kinderen uit hun talenten en kwaliteiten te ontplooien. Kinderen leren bij ons samenwerken, spelen, taal, lezen, schrijven, rekenen en nog veel meer. Langs de weg van vragend en onderzoekend leren komen bij ons integrale thema s aan bod als natuur, cultuur, bewegen, muziek en techniek. Wederzijds respect en aandacht zijn hierbij belangrijk (zie ook pagina 13, paragraaf 4.8 Levensvisie en wereldbeschouwing). Ook professionals van binnen en buiten de wijk kunnen worden betrokken bij het leer- en ontwikkelproces. Het aanbod op Kindcentrum Vroondaal bestaat uit: kinderdagverblijf 0-4 jaar peuteropvang 2-4 jaar onderwijs 4-13 jaar buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten 4-13 jaar. 4.2 Eén team In Kindcentrum Vroondaal werken pedagogisch medewerkers en leerkrachten als één team. Op het kinderdagverblijf, bij de peuteropvang, de buitenschoolse opvang en de basisschool hanteren en onderschrijven we allemaal dezelfde didactische en pedagogische visie op ontwikkeling en educatie. Doel hierbij is het realiseren van een vloeiend arrangement voor het kind door de hele dag heen, zonder onnatuurlijke breuklijnen. 4.3 Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) Ons kindcentrum is onderdeel van de Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH). Er zijn bij SCOH 22 peuterspeelzalen aangesloten, 38 basisscholen, 4 scholen voor speciaal basisonderwijs, 1 school voor (voortgezet) speciaal onderwijs en 1 praktijkschool. De voorzitter van het college van bestuur is de heer G.J. van Drielen. Kindcentrum Vroondaal maakt onderdeel uit van SCOH en voelt zich daarbij betrokken. Verantwoordelijk voor elkaar SCOH staat midden in de Haagse stedelijke samenleving. Als eigentijdse christelijke onderwijsorganisatie ontleent SCOH haar inspiratie aan de Bijbel en heeft zij haar wortels in de protestants-christelijke traditie. In die traditie zijn woorden als solidariteit, naastenliefde en omzien naar elkaar, belangrijke begrippen. In andere woorden: we voelen verantwoordelijkheid voor elkaar, voor kinderen en ouders en voor onze samenleving. Eenheid Daarnaast onderkent SCOH dat onze scholen bezocht worden door ouders en leerlingen met diverse achtergronden op sociaal, cultureel en religieus gebied. Onze scholen erkennen deze verscheidenheid. Tegelijkertijd onderschrijven zij het gemeenschappelijk belang van identiteit in het onderwijs, omdat dat bijdraagt aan een volwassen sociale en religieuze cohesie in onze samenleving. Kernwaarden Wij willen, binnen de grootstedelijke werkelijkheid waar onze scholen dagelijks mee te maken hebben, onze identiteit nadrukkelijk invullen met vier zorgvuldig gekozen kernwaarden die wij centraal stellen in ons

handelen. Ontmoeten, Verbinden, Betrokken en Betrouwbaar zijn de uitgangspunten waar wij ons in ons werk door laten leiden. Vanuit onze inspiratie en traditie staan wij open voor alle ouders en kinderen die met ons willen meedoen. Wij bieden onze leerlingen een omgeving waar onze kernwaarden inhoud krijgen, waardoor zij zich optimaal tot volwassenheid kunnen ontwikkelen. In ons dagelijks werk laten wij ons leiden door kernwaarden die uitdrukking geven aan onze inspiratiebron. Samenvattend: op alle niveaus binnen en buiten onze organisatie willen wij gezien en gewaardeerd worden als betrokken en betrouwbaar. Daarvoor is het nodig dat we elkaar ontmoeten en ons met elkaar verbinden. Dit doen we met het doel een omgeving te realiseren waarin kinderen zich optimaal kunnen voorbereiden op hun plaats in de samenleving van morgen. Prioriteiten voor alle SCOH-scholen SCOH heeft voor de periode 2015-2018 een aantal prioriteiten benoemd, die passen bij de missie en kernwaarden van de organisatie en onze visie op het onderwijs. We kiezen daarbij nadrukkelijk voor kwaliteit en verdieping. In de werkplannen worden de prioriteiten verder uitgewerkt in concrete doelen en acties. De scholen hanteren de werkplannen als kader voor het schoolplan en werken daarbinnen de thema s in eigen tempo uit. De volgorde van de prioriteiten is willekeurig en zegt niets over het belang ervan. 1. De ontwikkeling van de basisschool 2 tot 12 2. De ontwikkeling van de brede buurtschool 3. Professionalisering 4. De ontwikkeling van kwaliteitszorg 5. Communicatie en profilering 6. Identiteit 7. De relatie school en ouders Identiteit van de SCOH-scholen: Samen staan voor waardevol onderwijs Het protestants-christelijke gedachtegoed is de basis van onze stichting en de scholen. Het is een belangrijk element in de onderlinge binding tussen mensen binnen de scholen en tussen verschillende scholen. We doen dat met respect voor andere opvattingen, zonder onze eigen opvattingen te verloochenen. Wij willen de protestants-christelijke identiteit, onze gemeenschappelijke kracht en bindende factor, versterken en uitdragen. SCOH staat voor waardevol onderwijs. Onze identiteitsnotitie Samen staan voor waardevol onderwijs vormt hierbij het kader van waaruit scholen werken. Er wordt op elke school in teamverband regelmatig gesproken en nagedacht over het thema identiteit in de breedste zin van het woord. Wat is nu eigenlijk het bijzondere van protestants-christelijk onderwijs? De protetants-christelijke identiteit is het uitgangspunt van de school, dat wil zeggen dat het Bijbels Evangelie de inspiratiebron is voor het denken en handelen. In de praktijk blijkt dat uit een aantal zaken: 1. Oog hebben voor de wereld om ons heen, waarbij begrippen als gerechtigheid en vrede centraal staan. Respect hebben voor de ander en voor andere culturen en godsdiensten. 2. Naast de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling van de kinderen is er ook altijd aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Elk kind, ieder mens moet in zijn/haar leven keuzes maken. Daarbij is het van groot belang van welke waarden en normen iemand uitgaat. Een protestantschristelijke school helpt leerlingen zoeken 11

12 naar die waarden en normen, die vanuit de Bijbel worden aangereikt. 3. Op elke school van SCOH vindt er aan het begin en aan het eind van de schooldag een moment van bezinning plaats. Daarnaast worden de christelijke feesten gevierd. Waar mogelijk worden contacten onderhouden met de kerken en/of wordt deelgenomen aan wijkgerichte projecten. 4. Open staan voor contact met de ouders. Behalve via de medezeggenschapsraad stellen de scholen het op prijs dat de ouders ook op andere wijze betrokken zijn bij het onderwijs dat aan hun kind(eren) wordt gegeven. Financiële (school)zaken Voor iedere school is het belangrijk om de financiele zaken goed op orde te hebben. Er mogen geen tekorten ontstaan en het is ook niet wenselijk onnodig veel geld te sparen. Daarom werken we met een begroting en meerjarenplanning, die ieder jaar opnieuw worden opgesteld. In februari of maart vindt een gesprek plaats tussen de schooldirectie en de sectordirecteur financiën van SCOH, waarbij de begroting wordt opgesteld. Vervolgens wordt de schoolbegroting ter advisering voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de school. De schoolbegroting maakt deel uit van de totale begroting van SCOH. De totale begroting wordt vastgesteld door het bestuur SCOH. Daarnaast is het belangrijk om te laten zien wat met de financiële middelen is gebeurd. Daarom wordt ieder jaar door SCOH een jaarrekening opgesteld en gecontroleerd door een accountant. De jaarrekening wordt ingediend bij het Ministerie van Onderwijs. Niet iedere school hoeft een eigen jaarrekening te maken, alle SCOH-scholen worden opgenomen in één jaarrekening. Wel blijven de reserves die een school heeft opgebouwd voor die school beschikbaar. Gegevens SCOH Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden Laan van Meerdervoort 70 2517 AN Den Haag Postbus 18546 2502 EM Den Haag Telefoon: 070 3118787 Website: www.scoh.nl 4.4 Ons concept Eén visie op het stimuleren van optimale ontwikkeling van kinderen Natuurlijke, ononderbroken groei en beweging van kinderen als uitgangspunt Talentontwikkeling centraal via gezamenlijk leren, werkplekleren en teamleren Onderzoekend leren via een gevarieerd en uitgebalanceerd aanbod 4.5 Eén visie op het stimuleren van optimale ontwikkeling van kinderen Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Nieuwsgierigheid laat hen groeien en zorgt ervoor dat zij dagelijks met veel plezier en enthousiasme op onderzoek gaan, initiatief nemen en doorzetten totdat ze uiteindelijk iets hebben bereikt, ontdekt en geleerd. Vaak vormt dat het begin van weer nieuwe vragen - en zo zet ontwikkeling zich voort. Kinderen bouwen hun brein op onder invloed van omgeving 1.Kindcentrum Vroondaal biedt

kinderen een rijke leeromgeving waar veel te ontdekken valt. We geven kinderen optimale kansen en dagen ze uit. 4.6 Natuurlijke, ononderbroken groei en beweging van kinderen als uitgangspunt Leren en ontwikkelen verloopt op natuurlijke wijze via ononderbroken groei en beweging. Als kleine wereldburgers in hun eigen omgeving leren en ontwikkelen kinderen de hele dag door; zowel binnen als buiten het kindcentrum. Wij vinden dat opvang, begeleiding en onderwijs op die continuiteit moet aansluiten, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en mag worden wie hij of zij is. Daarom creëren we een uitdagende, betekenisvolle leeromgeving waarbij sprake is van verbinding tussen binnenen buitenschools leren, spelen en ontspannen en benutten we diverse leerbronnen: binnen, buiten, fysiek en digitaal. Natuurlijk Wie zegt dat leren binnen moet plaatsvinden? Zittend aan een tafel, werkend aan een werkblad? Leren is veel rijker wanneer het plaatsvindt vanuit verwondering in een rijke leeromgeving. Zowel binnen als buiten kunnen kinderen ervaring opdoen en zichzelf vragen stellen die het vertrekpunt vormen voor een interessant en betekenisvol project. Dat vinden wij natuurlijk leren. En daarom spelen en leren wij graag binnen, maar ook buiten, in de natuur. Bewegen en Leren Bewegen is je brein masseren! 2 In het kindcentrum willen we voorkomen dat kinderen te veel stil zitten. We stellen prijs op beweging, variatie en ruimte. Thema s en activiteiten sluiten hierop aan en er is ruimte voor sport, spel, bewegen en cultuur. Zo organiseren we bijvoorbeeld schooloptredens, museumbezoeken, excursies, zwemmen, sportwedstrijden en muziekoptredens. Gezond Gezonde kinderen spelen, leren en presteren beter. Daarom besteden wij structureel aandacht aan gezondheid door voldoende beweging en goede voeding. Bij verjaardagen stellen we prijs op gezonde snacks. Voor de lunch willen we u vragen om uw kind zoveel mogelijk gezonde voeding mee te geven. Sommige ouders stellen het op prijs dat hun kind bij ons een gezonde, warme maaltijd kan nuttigen. Kinderopvangorganisatie Triodus staat open voor deze mogelijkheid en is voornemens om dit te gaan onderzoeken. 4.7 Talentontwikkeling centraal via gezamenlijk leren, werkplekleren en teamleren Als kindcentrum staan we midden in de samenleving en hebben we te maken met veel ontwikkelingen: passend onderwijs, digitalisering, talentontwikkeling en verbindingen tussen onderwijs en samenleving. Binnen deze ontwikkelingen stellen wij de persoonlijke (talent-)ontwikkeling van kinderen centraal. Wij gaan uit van overeenkomsten en verschillen tussen kinderen die vooral plezier hebben in wat ze doen. Onderwijs en opvang richten we in rondom de unieke ontwikkeling van ieder kind. In een doorlopende lijn bieden we mogelijkheden om talenten verder te ontwikkelen. Dat doen we door op vragen en interesses van kinderen in te spelen en deze te verdiepen met behulp van projectonderwijs. Bij ons zitten kinderen een deel van de dag in een jaargroep; voor een ander deel wordt gewerkt in groepen van meerdere leerjaren. 13 1 Dr. Jelle Jolles, onderzoek talentontwikkeling, VU Amsterdam (2011) 2 Prof. Dr. Erik Scherder

14 Ook de leerkrachten en pedagogisch medewerkers van Kindcentrum Vroondaal hebben hun eigen talenten en expertises. Daarom krijgen kinderen bij ons te maken met verschillende medewerkers en leerkrachten. Samen willen zij elke dag steeds beter worden in hun vak. 4.8 Onderzoekend leren via een gevarieerd en uitgebalanceerd aanbod Wij hebben ons laten inspireren door de toekomst. Want hoe ziet de leefwereld van uw kind er over pakweg 20 jaar uit? De wereld om ons heen ontwikkelt zich in een razendsnel tempo. Er is sprake van internationalisering, toenemende technologie, verstedelijking. We worden (hopelijk allemaal gezond) steeds ouder. Onze kinderen groeien op voor de wereld van morgen, een wereld die ons iedere dag iets nieuws brengt en die ons telkens weer verrast. Samen met ouders legt Kindcentrum Vroondaal voor kinderen een basis als voorbereiding op de toekomst. Stapsgewijs bouwen we aan een brug die we intussen al aan het bewandelen zijn. Kinderen worden bij ons geïnspireerd en uitgedaagd en weten tegelijkertijd waar zij aan toe zijn. Onderzoekend leren geven we vorm via een gevarieerd en uitgebalanceerd aanbod (via het idee van een carrousel) van sport, spel, cultuur en natuur. De periode tot 1 januari 2018 benutten we hierbij optimaal om hiermee vanaf begin 2018 inhoudelijk een start te maken en het daarna verder uit te bouwen en vorm te geven. achtergronden en overtuigingen. We hanteren een open houding naar diverse levensbeschouwingen en richtingen. Op deze wijze geven we het kind een brede blik op de wereld mee waardoor het kan omgaan met diversiteit. In het onderwijs van het kincentrum is de protestants-christelijke identiteit de basis. We voelen verantwoordelijkheid voor elkaar, voor kinderen en ouders en voor onze samenleving. Onze scholen worden bezocht door leerlingen en ouders met diverse achtergronden op sociaal, cultureel en religieus gebied. De vieringen die bij onze identiteit horen, maken we gezamenlijk mee. We scheppen ook gelegenheid voor de kinderen om de verschillende levensbeschouwingen te leren kennen. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers begeleiden en helpen de kinderen op authentieke wijze vanuit gedeelde waarden en normen, met wederzijds respect en aandacht. 4.9 Levensvisie en wereldbeschouwing Naast bewegen, zijn we ook bewogen met ieder kind, zijn of haar unieke achtergrond en positieve ontwikkeling. In Kindcentrum Vroondaal leven en werken we vanuit een respectvolle ontmoeting tussen verschillende culturen,

5. Beleidszaken 5.1 Aannamebeleid Met betrekking tot het inschrijven van nieuwe leerlingen voor de groepen 1 t/m 8 hanteren we de volgende uitgangspunten, die zijn beschreven in ons plaatsings- en aannamebeleid: We streven naar een maximale groepsgrootte van 28 leerlingen in onze onderbouwgroepen (1 t/m 4) en een maximale groepsgrootte van 30 leerlingen in de groepen 5 t/m 8. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden wordt hiervan afgeweken. Aanmelding van leerlingen kan het gehele schooljaar plaatsvinden door middel van een inschrijfformulier. Ouders worden verzocht hun kind(eren) aan te melden direct nadat de kinderen de leeftijd van 3 jaar hebben bereikt. Ouders worden zo spoedig mogelijk geïnformeerd of en wanneer het kind kan instromen. Na het invullen van het inschrijfformulier volgt (voor nieuwe gezinnen) een gesprek met de directeur en een rondleiding door het kindcentrum. Enige weken voordat de vierjarige kinderen instromen ontvangen de ouders een zogenaamd intakeformulier met het verzoek dit in te vullen. Op dit formulier staan vragen omtrent de ontwikkeling van de kinderen en kunnen specifieke kenmerken of problemen vermeld worden. Instromende vierjarige kinderen worden geplaatst in een van de kleutergroepen, waarbij gekeken wordt naar de groepssamenstelling, specifieke problematieken en leerlingkenmerken, verdeling jongens en meisjes, grootte van de groep en broertjes/ zusjes in de groep. Getracht wordt een evenwichtige verdeling te bewerkstelligen. De schoolbesturen in Den Haag hebben met de gemeente afgesproken om het aanmelden op basisscholen te veranderen. In de nieuwe situatie melden ouders hun kind aan vanaf 3 jaar. Ook kunnen ouders voor meerdere scholen kiezen. Dit gebeurt, omdat dat zo in de Wet op het primair onderwijs staat en op basis van een eigen evaluatie. Ook komt het tegemoet aan wensen van ouders. Ouders van kinderen die geboren zijn op of na 1 oktober 2015 melden hun zoon of dochter aan vanaf het moment dat het kind 3 jaar wordt. Voor kinderen geboren vóór 1 oktober 2015 verandert er niets. Uw kind is geboren op of na 1 oktober 2015 Voor uw kind geldt een nieuwe procedure voor het aanmelden bij een basisschool. U ontvangt tijdig een brief met informatie over deze nieuwe procedure. Aanmelden bij een school voordat uw kind 3 jaar is, is niet nodig en niet mogelijk. Uw kind is geboren voor 1 oktober 2015 De oude procedure blijft van toepassing. U kunt uw kind aanmelden op de school van uw keuze en dus slechts op 1 Haagse basisschool. Goed om te weten: als uw kind ongeveer 11 maanden oud is, krijgt u een brief van de gemeente Den Haag. Met deze brief kunt u uw kind bij ons aanmelden. Het is belangrijk om die brief bij het aanmelden mee te nemen. Aanmelden kan vanaf de eerste verjaardag van uw kind tot en met 30 september daarna. Aanmelden Aanmelden kan door een afspraak te maken met de directeur van de school. U krijgt een brief van de school met de bevestiging van uw aanmelding. Bij de aanmelding zullen we ook 15

16 met u bespreken of de school een wachtlijst kent en welke toelatingscriteria we hanteren. Woont u niet in Den Haag, maar kiest u voor een Haagse basisschool? U kunt dan zonder brief aanmelden. Belangrijk: de school vraagt dan om het BSN van uw kind. Is uw kind geboren vóór 1 oktober 2012 of gaat uw kind naar groep 2 t/m 8? Dan gelden deze afspraken niet. U kunt dan contact opnemen met de directeur van de school. Meer informatie over de voor uw kind geldende aanmeldprocedure vindt u op de website www.eenaanmeldleeftijd.nl. 5.2 Leerplicht De leerplichtwet legt ouders de plicht op ervoor te zorgen dat het kind is ingeschreven op een school en dat het de school ook bezoekt. Nu kan het gebeuren, dat een schoolweek voor een 5-jarige nog wat te vermoeiend is. Er kan dan gebruik gemaakt worden van een speciale regeling. Die houdt in dat een 5-jarige kleuter ten hoogste 5 uur per week thuis mag blijven als de ouders dat vooraf doorgeven aan de directeur van de school. Op verzoek van de ouders kan de directeur toestaan dat een 5-jarige zelfs 10 uur per week thuisblijft. Deze uren mogen niet worden opgespaard voor een extra vakantie. Voor kinderen ouder dan 5 jaar worden geen uitzonderingen gemaakt.

Een kind is leerplichtig vanaf de dag dat het 5 jaar wordt. Op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het kind 5 jaar is geworden, dient het kind de school ook daadwerkelijk te bezoeken. 5.3 Verzuim Als uw kind ziek is, of om andere redenen het kindcentrum niet kan bezoeken, moet dit schriftelijk of telefonisch gemeld worden. Dus niet mondeling via andere kinderen. Wij willen u verzoeken om dit altijd voor schooltijd te melden. 5.4 Verlof Over het algemeen is verlof mogelijk: bij medische of sociale noodzaak; hierbij dient altijd een verklaring van arts, maatschappelijke- of hulpverlenende instantie overlegd te worden; bij bepaalde jubilea en belangrijke familieaangelegenheden; indien vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers slechts buiten de schoolvakanties op vakantie kan worden gegaan. In dit geval moet een werkgeversverklaring worden overlegd. Dit vakantieverlof kan geen betrekking hebben op de eerste twee schoolweken; bij gewichtige omstandigheden of in uitzonderlijke gevallen. Het managementteam kan in dergelijke gevallen na overleg verlof verlenen, maar haar bevoegdheid is beperkt. Enkele afspraken over verlof: We gaan uit van de vastgestelde schoolvakanties. Voor alle kinderen moet verlof worden aangevraagd. Vierjarige kinderen zijn niet leerplichtig en krijgen in principe verlof. Informatie over en formulieren voor verlofaanvragen zijn verkrijgbaar bij het managementteam, de administratief medewerker of te downloaden van onze website. Alle verlofaanvragen moeten tenminste 6 weken van tevoren schriftelijk bij het managementteam worden ingediend Omschrijf de reden waarom u verlof aanvraagt zo duidelijk en volledig mogelijk; Verlofaanvragen zullen worden geregistreerd. Het managementteam geeft altijd schriftelijk bericht of de aanvraag al dan niet wordt gehonoreerd, met opgaaf van redenen. U kunt hiertegen in beroep gaan bij het college van bestuur. Bij aanvragen voor verlof voor maximaal 10 dagen heeft het managementteam de bevoegdheid een beslissing te nemen. Bij aanvragen voor verlof van meer dan 10 dagen ligt de bevoegdheid om te beslissen bij de leerplichtambtenaar. Geen gewichtige omstandigheden zijn: een afwijkend vakantierooster van andere kinderen uit het gezin of van familie of vrienden; geen andere boekingsmogelijkheid; een minder druk seizoen/lagere prijzen; een uitnodiging van bijvoorbeeld een familielid om buiten de schoolvakantie mee op vakantie te gaan. Indien uw kind ongeoorloofd afwezig is stellen wij de leerplichtambtenaar hiervan in kennis. Wij verwachten van u respect voor het feit dat wij de regelgeving op een eerlijke manier moeten uitvoeren. Voor eventuele nadere informatie met betrekking tot de leerplicht kunt u zich wenden tot de leerplichtambtenaar van de gemeente. 17

18 5.5 Schorsing en verwijdering van leerlingen Leerlingen kunnen van school worden gestuurd: schorsing (voor een tijdje) of verwijdering (voorgoed). Meestal gebeurt zoiets alleen als er sprake is van uitzonderlijk gedrag. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het college van bestuur. Verwijdering (voorgoed) Voordat een dergelijk besluit kan worden genomen, moeten eerst de groepsleerkracht en de ouders worden gehoord. Als het besluit eenmaal is genomen, mag het college van bestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen om een andere school te vinden voor de leerling en daar moet het bestuur tenminste acht weken zijn best voor doen. Alleen als dat niet lukt mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Als het college van bestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, dan moet het college daarover met de ouders overleggen. Levert dat overleg niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsinspectie vragen om te bemiddelen. Blijft het college van bestuur bij zijn besluit, dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het college binnen vier weken eveneens schriftelijk op dat bezwaarschrift reageren. Als het college van bestuur dan nog vasthoudt aan het besluit om de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. 5.6 Informatieplicht ouders Ons uitgangspunt is dat iedere ouder in principe recht heeft op informatie van het kindcentrum over zijn of haar kind. Er zijn echter wel verschillen: Ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, hebben beiden recht op alle informatie over hun kind. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind, maar zullen daar echter zelf om moeten vragen. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, zoals informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaalpedagogische ontwikkelingen. Wanneer het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben de ouders geen recht op informatie. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij geen recht op informatie. 5.7 Extra ondersteuning van leerlingen door externe hulpverleners De school heeft de verantwoordelijkheid voor een totale begeleiding van de ontwikkeling van de leerlingen. Het kan voorkomen dat er externe expertise gewenst is, ter ondersteuning van onze begeleiding. Te denken valt onder andere aan logopedie en ondersteuning bij ernstige dyslexie of dyscalculie. Uitgangspunt bij dit beleid is dat alle leerlingen van onze school gedurende de vastgestelde schooltijden aanwezig zijn om lessen te volgen. Extra begeleiding van leerlingen buiten verantwoordelijkheid van de school, vindt in principe plaats buiten de reguliere schooltijden. Slechts sporadisch en in zeer bijzondere gevallen zal

hiervan worden afgeweken. Verzoeken van ouders dienen schriftelijk gericht te zijn aan het managementteam. 5.8 Vervangingsprotocol In overleg met het team is een protocol tot stand gekomen, waarin aangegeven is welke stappen wij ondernemen wanneer een leerkracht vervangen moet worden. In het kort worden achtereenvolgens de volgende stappen gezet in geval een teamlid vervangen moet worden: 1. Externe vervangers benaderen uit de invalpool of van elders. 2. Indien deze externe vervangers niet inzetbaar zijn, worden mogelijke interne vervangers gevraagd. 3. De groep van de afwezige leerkracht wordt opgedeeld of een leerkracht wordt vrij geroosterd door zijn/haar groep leerlingen te verdelen over andere groepen. Hiervoor is in elke groep een schema aanwezig waarop staat aangegeven hoe deze verdeling plaats zal vinden, met eventuele bijzonderheden van de leerlingen (bijvoorbeeld medicijngebruik en buitenschoolse opvang). 4. Een groep leerlingen wordt naar huis gestuurd; als tijdens het uitvoeren van stap 3 blijkt dat ook voor de volgende dag geen vervangingsmogelijkheden zijn, dan krijgen de kinderen van de desbetreffende groep diezelfde middag een brief mee naar huis waarin staat dat zij de volgende dag geen school hebben. Hiermee hebben de ouders nog de mogelijkheid om indien nodig hun kind die dag elders onder te brengen. 5. In geval van meerdere dagen geen vervangingsmogelijkheid worden steeds verschillende groepen naar huis gestuurd, dit ter spreiding van de gemiste lesdagen. 6. Uw kind wordt nooit zonder uw medewetennaar huis gestuurd. 5.9 Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt ontstaan wel eens misverstanden of worden er fouten gemaakt, dus ook op onze school. Die misverstanden of fouten moeten natuurlijk wel uitgepraat en opgelost worden. Als ouder richt u zich in eerste instantie tot de leerkracht van uw kind en/of andere direct betrokkene om over zaken waar u zich niet in kunt vinden te overleggen. Ons streven is dat elke leerkracht u en/of uw kind altijd serieus neemt en goed naar u en/of uw kind luistert en samen met u en/of uw kind naar de best mogelijke oplossing zoekt. Mocht u het gevoel krijgen dat u niet serieus genomen wordt of komt u er met de leerkracht niet uit, dan kunt u de zaak bespreken met de directie of de contactpersoon van de school. De contactpersoon heeft tot taak uw klacht aan te horen, u door te verwijzen naar de directie of eventueel naar een andere instantie. Mocht de kwestie na overleg met de directie voor u alsnog niet op een bevredigende wijze zijn opgelost, dan kunt u uw klacht neerleggen bij de voorzitter van het college van bestuur van de SCOH. U kunt ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de SCOH. Op grond van de klachtenregeling staat het u ook vrij direct een klacht in te dienen bij de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO), waarbij de SCOH is aangesloten. Het beleid van de GCBO is er evenwel op gericht dat klachten zoveel mogelijk binnen de (school)organisatie zelf worden opgelost. In het kader van dit beleid verwijst de GCBO zaken die nog niet voldoende binnen de organisatie zelf zijn behandeld, naar de organisatie terug teneinde te bewerkstelligen dat binnen de organisatie alle wegen worden bewandeld om tot oplossing van de klacht te komen. Kan de klacht niet naar tevredenheid worden opgelost, dan neemt de GCBO de klacht uiteraard 19

20 in behandeling. Gelet op het beleid van de commissie geven wij u dringend in overweging een klacht in eerste instantie op te lossen op schoolniveau en - indien dit niet leidt tot een voor u bevredigende uitkomst - de zaak voor te leggen aan het bestuur van de SCOH, in de persoon van de voorzitter van het college van bestuur. Het adres van de voorzitter van het college van bestuur van de SCOH is: De heer G.J. van Drielen Postbus 18546 2502 EM Den Haag Tel: 070-3118787 Het adres van de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs is: Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 E-mail: info@gcbo.nl Website: www.gcbo.nl Bij klachten over seksueel geweld of seksuele intimidatie verzoeken we u direct de directeur van de school of de voorzitter van het college van bestuur van de SCOH hiervan in kennis te stellen. Ook kunt u direct contact opnemen met de vertrouwensinspecteur, tel: 0900-1113111. Vertrouwenspersoon Als u van mening bent dat uw klacht onvoldoende serieus wordt genomen, kunt u altijd contact opnemen met de extern vertrouwenspersoon van de SCOH. De taak van de vertrouwenspersoon is na te gaan of de klacht opgelost kan worden door bemiddeling of dat er aanleiding is tot het indienen van een klacht. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon u bij de verdere procedure. Vertrouwenspersonen SCOH Centrum Vertrouwenspersonen Plus Lilian Vermeulen en Anton de Leeuw Tel: 070-2600032 Mobiel: 06-81316936 E-mail: info@cvp-plus.nl Website: www.info@cvp-plus.nl 5.10 Kledingvoorschriften Met de komst van (kleding-)uitingen als hoofddoek en chador, en de daarbij behorende media-aandacht, is het vraagstuk rondom kledingvoorschriften relevant en actueel geworden. Dit vraagt om duidelijk beleid met betrekking tot de toelaatbaarheid ervan op SCOH-scholen. Voor het dragen van kleding worden de volgende criteria gehanteerd op de scholen van de SCOH: Leraren mogen geen bijdrage leveren die strijdig is met de verwezenlijking van de statutair vastgelegde grondslag en doelstellingen van de Stichting SCOH. Dit zowel in woord als gedrag. Kleding mag niet expliciet refereren aan een andere godsdienstige overtuiging dan het protestants-christelijke (dus geen keppeltje, hoofddoek, chador enz.). Kleding mag niet onhygiënisch zijn. Kleding mag niet aanstootgevend zijn (= tot ergernis wekken). Kleding mag geen statement zijn dat in verband gebracht kan worden met discriminatie op ras, kleur, geaardheid, sekse of politieke overtuiging. Kleding mag de veiligheid van de drager en anderen niet in gevaar brengen. 5.11 Het gezonde kindcentrum Kindcentrum Vroondaal is een gezonde organisatie met duidelijke afspraken op het gebied van gezondheid en veiligheid. Er zijn afspraken op de volgende terreinen: voeding, hygiëne, veiligheid en bewegen.

Het belang van gezonde voeding, veel bewegen, een goede hygiëne en een veilige omgeving in al zijn facetten komt regelmatig terug in ons dagelijks (onderwijs)aanbod, waardoor we bij kinderen en ouders bewustwording proberen te bewerkstelligen. Door publicaties in de digitale nieuwsbrief en tijdens thema-avonden worden ouders op de hoogte gebracht van het belang van bijvoorbeeld gezonde voeding en traktaties, veilig parkeren en luizencontrole, allemaal onderwerpen waarbij de medewerking van ouders belangrijk is. Jaarlijks worden de afspraken besproken in de teamvergadering 0-13 en de jaarvergadering van de ouderraad. Indien nodig worden afspraken in overleg met de directie aangepakt, verscherpt of uitgebreid. Douchen na het gymmen We vinden het een gezonde combinatie: douchen en gymmen horen bij elkaar. We stimuleren alle kinderen om na het gymmen te douchen. Het is op ons kindcentrum echter geen verplichting, we wijzen de kinderen wel op hun persoonlijke hygiene en verzorging. Het gebruik van deodorant is prettig voor de kinderen en hun omgeving, maar ook dit is niet verplicht. Bij gebruik van een deo zijn alleen rollers of sticks toegestaan. NB Als we gestart zijn op onze tijdelijke locatie in Vroondaal, gaan wij starten met het douchen na de gym. Het douchen is echter niet verplicht. 21

6. Ons kindcentrum in ontwikkeling 22 Onderwijs is voortdurend in beweging. Ons kindplan is onder andere gebaseerd op Kwalitatief goed onderwijs is een zaak van de strategische agenda van SCOH. Het Kindplan Vroondaal moet leiden tot verbetering blijvende aandacht. De zorg voor kwaliteit is het geheel van activiteiten die ondernomen van reeds aanwezige of nog te ontwikkelen worden om de kwaliteit van het onderwijs te onderwijskundige zaken. Ieder jaar stellen wij onderzoeken, te ontwikkelen, te borgen, te als kindcentrum nieuwe doelen op waar we verbeteren en te verantwoorden. gezamenlijk aan zullen gaan werken het komend schooljaar. Voor schooljaar 2017-2018 hebben we extra aandacht voor de volgende doelen: Pedagogisch handelen Sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) We werken in het hele kindcentrum met het observatie-instrument KIJK voor de kinderen van 0-6 jaar, waarmee we de kinderen volgen op het gebied van sociaal emotionele-ontwikkeling. Naast KIJK zijn we ons aan het oriënteren op het gebruik van een andere observatiemethode voor de hogere groepen. Momenteel werken wij met KIJK op Sociale Competenties voor de groepen 3 t/m 8. Portfolio In ons kindcentrum maakt ieder kind een eigen portfolio waarin werkjes bewaard worden. Tijdens de inloopmomenten in de ochtend kunnen ouders samen met hun kind het portfolio inkijken en bespreken. Didactisch handelen Instructies We brengen in kaart op welke wijze de teamleden de lessen/instructies verzorgen. Tijdens groepsbezoeken bij alle leerkrachten vormt een kijkwijzer onze leidraad. We zorgen ervoor dat de instructies op een effectieve wijze verzorgd blijven worden. In de klas werken wij met het Direct Instructie Model (DIM).

Aanbod Engels Voor Engels werken we met de methode Take it easy vanaf groep 1/2. Nadrukkelijk wordt komend schooljaar verdere ervaring opgedaan met vvto (vroeg vreemdetalenonderwijs) waarin we Engels aanbieden aan de kinderen van groep 1 t/m 8. Ook zal er met regelmaat een native speaker op school zijn om met de kinderen Engels te praten. Beleid meerbegaafde leerlingen De meerbegaafde leerlingen krijgen op Kindcentrum Vroondaal een aangepast leerprogramma. Meerbegaafde kinderen signaleren we en we passen ons aanbod aan op hun leerstrategieën en mogelijkheden. Kwaliteitszorg Leerlingpopulatie We hebben in beeld welke leerlingkenmerken belangrijk zijn en welke consequenties dit heeft voor het onderwijsaanbod. Op basis van deze kenmerken stemmen we het onderwijsaanbod nog beter af op onze kinderen. Evaluatieopbrengsten We evalueren de opbrengsten van ons onderwijs betreffende technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen. We hanteren hiervoor genormeerde toetsen. Aan het eind van groep 3 nemen wij het Derde Groeps Onderzoek (DGO) af en in groep 5 het Vijfde Groeps Onderzoek (VGO). In groep 8 wordt de Cito Eindtoets Basisonderwijs afgenomen. De resultaten worden vergeleken met gemiddelde scores en met onze eigen doelstellingen. We analyseren de toetsuitslagen en rapporteren zowel intern als extern. Deze analyses kunnen leiden tot aanpassingen in het aanbod. Integraal personeelsbeleid Bekwaamheidseisen vanuit de wet BIO De Wet BIO verplicht alle onderwijswerknemers een bekwaamheidsdossier te hebben. In het dossier wordt persoonlijk verantwoording afgelegd over de wijze waarop een ieder zijn of haar bekwaamheid om in het onderwijs te werken onderhoudt. Tijdens individuele gesprekken en groepsobservaties wordt besproken hoe de leerkracht zich verder kan ontwikkelen. 23 Professionaliseringsplan Jaarlijks wordt een professionaliseringsplan opgesteld, waarin de scholingswensen van de leerkrachten zijn opgenomen, afgezet tegen de huidige bekwaamheid.

24 Ontwikkeling kindcentrum 0-13 In ons kindcentrum worden kinderen van 0 tot 13 jaar opgevangen en begeleid door een team van pedagogisch medewerkers en leerkrachten. De afdelingen zijn: kinderdagverblijf, basisschool en voor-, tussen-, en naschoolse opvang. Deze samenwerking biedt aan alle betrokkenen kansen en uitdagingen. Er wordt door de gezamenlijke partners gestreefd naar een zo optimaal mogelijke wijze van samenwerking waarbij kinderen zich vanuit één visie in een inhoudelijk doorlopende lijn kunnen ontwikkelen. Er wordt een afsprakendocument ontwikkeld waarin we vastleggen hoe we diverse taken, verantwoordelijkheden en afspraken binnen de samenwerkende organisaties zo helder mogelijk afstemmen. Aangezien er sprake is van twee organisaties met een eigen financieringsstroom, wettelijk kader en cao is het belangrijk dat dit document in ontwikkeling blijft en meegroeit met de nieuwe (landelijke) inzichten en ontwikkelingen.

7. Regels en afspraken Wij zijn een fijn en veilig kindcentrum waar iedereen met plezier naartoe gaat en zich prettig voelt. Daarom hechten wij veel waarde aan het positief gedrag van de kinderen, de goede onderlinge verhoudingen in de groep en de wijze waarop we met elkaar omgaan. Met behulp van onder andere de methode Leefstijl, een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, besteden we in ons kindcentrum structureel aandacht aan bovengenoemde aspecten. Samen met het team hebben we drie regels gemaakt die voor het gehele kindcentrum van toepassing zijn: Voor groot en klein zullen we aardig zijn We zullen goed voor spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken voor morgen Binnen is het wandelgebied maar op het speelplein hoeft wandelen lekker niet! Deze regels hangen in elke groep en hierbij wordt frequent stilgestaan. Daarnaast worden er in elke groep samen met de kinderen afspraken gemaakt. De afspraken die voor een groep op dat moment actueel zijn, hangen onder bovengenoemde regels. 7.1 Speelplaats Een kwartier voor de school begint, dus s morgens om 08.15 uur worden de kinderen op de speelplaats toegelaten en is er toezicht. Wilt u ervoor zorgen dat uw kind niet te vroeg van huis vertrekt? De speelplaatsen zijn voorzien van een hekwerk. De poorten blijven onder schooltijd dicht, om te voorkomen dat kinderen ongemerkt weglopen. Wij zijn uiteraard altijd telefonisch bereikbaar. Honden zijn op de speelplaats niet toegestaan. Tevens is roken op het schoolplein verboden. 7.2 Eten en drinken s Morgens kunnen de kinderen iets te eten en drinken meebrengen, graag voorzien van naam. Alleen een gezond tussendoortje (bijvoorbeeld fruit, groente of een boterham) is toegestaan. De drankjes die worden meegebracht (geen koolzuurhoudende) het liefst in een beker. Voor de tussenschoolse pauze verzoeken wij u om uw kind zoveel mogelijk gezonde voeding mee te geven. 7.3 Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen worden bewaard bij de administratief medewerker. Informeert u daar naar wanneer u iets mist. Rond elke vakantie ruimen wij alles op. 7.4 Vernielingen Eigendommen van school die door de kinderen met opzet kapot worden gemaakt, moeten door henzelf worden betaald. We denken hierbij aan potloden, vulpennen, linialen, enz. Hierdoor hopen we de kinderen meer verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen voor eigen en andermans bezittingen. 7.5 Meenemen van spullen Kinderen laten graag speelgoed, knuffels en boeken in de groep zien. De kinderen mogen daarom op maandagmorgen iets mee naar 25

26 school brengen. Dit vinden wij het beste moment, omdat er dan ook met de kinderen over het weekend wordt gepraat. Als kinderen spullen mee naar school nemen en er gebeurt wat mee, dan kan de school hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. 7.6 Mobiele telefoons Het gebruik van mobiele telefoons door kinderen is in het kindcentrum niet toegestaan. Heeft uw kind toch een mobieltje bij zich, dient deze de gehele dag uit te zijn geschakeld en niet zichtbaar te zijn. Advies is dan ook om de mobieltjes thuis te laten. Ditzelfde geldt voor overige mobiele geluidsapparatuur. 7.7 Sociale media Sociale media spelen een belangrijke rol in het leven van leerlingen. Het gebruik van sociale media is onderdeel van het gedrag van leerlingen binnen het kindcentrum. Sociale media kunnen helpen om het onderwijs te verbeteren en de lessen leuker te maken, om contact te houden met vrienden en te experimenteren en grenzen te verleggen. Maar sociale media brengen ook risico s met zich mee, zoals pesten en het ongewild delen van foto s of andere gegevens. Met het reglement internet en sociale media dat wij hanteren kan het gesprek op school, in de klas maar ook thuis gevoerd worden over wat er gewoon is op sociale media (en wat niet). U kunt dit reglement vinden op onze website. De afspraken zijn van toepassing op alle leerlingen voor het gebruik van mobiele telefoons en sociale media op school en in de klas, maar ook in het mediagebruik buiten de school. Onder het gebruik van sociale media gaat het om programma s waarmee online informatie kan worden opgezocht, gedeeld en gepresenteerd. Denk bijvoorbeeld aan Facebook, Twitter, Instagram, YouTube, Snapchat maar ook alle (nieuwe) hiermee vergelijkbare programma s en apps. 7.8 Verjaardagen Vanzelfsprekend mogen jarige kinderen trakteren in hun eigen groep en enkele cadeautjes laten zien. Kindcentrum Vroondaal heeft gezondheid hoog in het vaandel staan en daarom stellen we een kleine, gezonde traktatie op prijs. Om teleurstelling bij kinderen te voorkomen, mogen uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes niet in het kindcentrum worden uitgereikt.

8. Leerlingenzorg Op elke school zitten leerlingen die zich de aangeboden stof, van een of meerdere vakgebieden, niet zonder meer eigen kunnen maken. Ook zijn er kinderen die gedragsmatig opvallen en/of op sociaal-emotioneel gebied achterblijven. De school draagt de verantwoordelijkheid deze kinderen optimaal te begeleiden. Op onze school werken de leerkrachten hieraan in nauwe samenwerking met de intern begeleider (ib er). De individuele cognitieve mogelijkheden en beperkingen van leerlingen worden dagelijks duidelijk door observatie en toetsing door de leerkracht. Twee keer per jaar worden er toetsen (Cito) afgenomen, die niet gekoppeld zijn aan de gebruikte lesmethoden en die, op basis van landelijk vastgestelde normen, een objectief beeld geven van het niveau van de leerling. Deze toetsen hebben voor de groep 2 betrekking op rekenen en taal. Voor de groepen 3 t/m 8 betreft het de vakken rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Alle verkregen Cito-gegevens worden geregistreerd zodat er van elk kind een leerlingvolgsysteem ontstaat. Daarnaast trachten we in de groepen 1 t/m 8, met behulp van het Protocol voor leesproblemen en dyslexie zo vroeg mogelijk leesproblemen op te sporen en aan te pakken. Voor meer informatie kunt u terecht bij de interne begeleider. Met behulp van het leerlingvolgsysteem KIJK krijgen we zicht op onder andere de ontwikkeling van de sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen. We kunnen naar aanleiding hiervan bepalen welke vaardigheden op dit gebied nog versterkt moeten worden. In de structurele overlegsituaties tussen de leerkracht, pedagogisch medewerker en de ib er wordt aandacht besteed aan het gedrag, het welzijn van de kinderen en aan de resultaten van de toetsen en observaties. Op schoolniveau vindt er wekelijks overleg plaats tussen de directie en de ib er. Onze school heeft de opdracht om passend onderwijs te bieden. De leerkrachten zijn getraind in het aanbieden van een passend onderwijsaanbod, afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van onze leerlingen. We signaleren op groepsniveau alle leerlingen en stemmen ons spellingaanbod daarop af. We brengen in kaart wat het individuele kind nodig heeft om goed te kunnen spellen. Daar maken we een groepsplan voor waarbij we de leerlingen clusteren in 3 instructieniveaus. Groeps- en leerlingbesprekingen maken het mogelijk om de lessen spelling goed te laten aansluiten op de onderwijsbehoeften en geven zicht op de benodigde instructies. De groepsplannen worden geëvalueerd en bijgesteld op basis van de resultaten van de toetsen. De ib er werkt in principe niet met leerlingen. In de meeste gevallen kan er binnen de school adequaat hulp geboden worden. Als de groepsplannen echter niet het door ons gewenste resultaat opleveren, kan het zijn dat we ons laten adviseren door het samenwerkingsverband SPPOH of dat wij de leerling bespreken in ons zorgteam. 27

28 Ook voor de begeleiding van meerbegaafde leerlingen hebben we een intern overleg en in samenspraak met de ib er wordt het proces van signaleren gecoördineerd en worden de leerkrachten geadviseerd bij de wijze van aanpak. Uiteraard worden de desbetreffende leerlingen en hun ouders nauw betrokken bij de stappen die wij zetten. Wij gaan ervan uit dat een goede samenwerking tussen alle betrokkenen de beste kans van slagen heeft. Leerlinggebonden financiering Per 1 augustus 2014 is het passend onderwijs van start gegaan. Dit heeft de volgende veranderingen tot gevolg: De term LGF (het rugzakje) verdwijnt en we praten vanaf nu over arrangementen. Voor leerlingen van REC 1 (Regionaal Expertise Centrum) en REC 2 verandert er weinig. Zij maken gebruik van een 1- of 2-jarig overbruggingstraject waarbij dit schooljaar voor de CvO (Commissies van Onderzoek) REC 1 of REC 2 getoetst wordt of het lopende arrangement toereikend is. De leerlingen van REC 3 en REC 4 gaan werken met een arrangement dat na zorgvuldig overleg opgesteld is door de ambulante begeleider, ouders en ib er van de school. In dit arrangement staan de onderwijsbehoeftes, positieve en belemmerende factoren beschreven. Deze arrangementen worden aangevraagd bij ons samenwerkingsverband SPPOH. Bij een aanmelding van een leerling met een arrangement of een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school, worden de onderwijskundige vragen van het kind doorgenomen. Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen bezien of de school in staat is de gewenste hulp te bieden. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Daarbij kunnen we gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum en/of van de mogelijkheden die SPPOH biedt. Bij het besluit tot toelating of weigering (dat uiteindelijk door het bevoegd gezag wordt genomen) zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat bij toelating, de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. In het zorgteam 0-13 zitten: de intern begeleider; zij vormt de spil van het geheel, als intern en extern aanspreekpunt; een schoolmaatschappelijk werker voor ondersteuning bij problemen in het sociaal functioneren, bij psychische, relatie-, gezins- en opvoedingsproblemen; twee sociaal verpleegkundigen (0-4 en 4-13) voor ondersteuning bij medische problemen, stoornissen in de fysieke en psychosociale ontwikkeling en opvoedingsvragen bij ouders. Alle vertegenwoordigers in dit zorgteam brengen hun eigen expertise in en hebben hun specifieke korte lijnen naar andere hulpinstanties. Wanneer er sprake is van een complexe problematiek op meerdere gebieden en het probleem de mogelijkheden van het zorgteam te boven gaat, kan er vanuit het zorgteam een beroep worden gedaan op het bovenschools zorgteam.

9. Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs in werking getreden. De wet passend onderwijs heeft als doel dat voor alle kinderen, ook de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, een passende onderwijsplek beschikbaar is. Wettelijk geldt de zorgplicht: zodra een leerling bij een school wordt aangemeld, is het schoolbestuur van de betreffende school verantwoordelijk om passend onderwijs te bieden. Indien de school zelf niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van een kind dan organiseert zij die ondersteuning met behulp van de samenwerkingspartners in het samenwerkingsverband. 9.1 Samenwerkingsverband SPPOH De wet verplicht schoolbesturen aangesloten te zijn bij een samenwerkingsverband passend onderwijs. Het bestuur van de SCOH is aangesloten bij de Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH). Als we voor een leerling een individueel arrangement of een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal (basis)onderwijs willen aanvragen, moet dat altijd worden goedgekeurd door SPPOH. Hiervoor zijn diverse regels en procedures van toepassing. Een aanvraag voor extra ondersteuning via SPPOH kan alleen met goedkeuring van de ouders. Wij zullen dan ook altijd met u overleggen voor we een aanvraag doen. Onze intern begeleider kan u meer vertellen over aanvraagprocedures. Het adres van SPPOH is: Binckhorstlaan 145 2516 BA Den Haag Tel. 070-3156349 E-mail: info@sppoh.nl Website: www.sppoh.nl Op de website van SPPOH is ook veel interessante informatie voor ouders te vinden. 9.2 De ondersteuning De ondersteuning die scholen kunnen bieden aan hun leerlingen bestaat uit drie onderdelen: 1. Basiskwaliteit Dit is de norm die de onderwijsinspectie stelt. 2. Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die iedere basisschool, binnen ons samenwerkingsverband, moet kunnen bieden. Naast de eisen van de inspectie en het vaste aanbod van de school gaat dit ook over handelingsgericht werken, werken met dyslexieprotocol, inzicht in de leerlijnen, doelgericht werken, gedifferentieerd werken, signaleren van problematieken en samenwerking met voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs. 29

30 3. Extra ondersteuning Dit is de ondersteuning die boven de basisondersteuning uit gaat. Dit kan om individuele kinderen gaan die meer aanbod nodig hebben dan de basisondersteuning. Zij krijgen dan een arrangement waarin beschreven staat welke ondersteuning nodig is om goed onderwijs te kunnen geven. Dit arrangement wordt in overleg samengesteld door de school en het kernteam van de ondersteuningseenheid. Een school die extra ondersteuning geeft, krijgt vanuit het samenwerkingsverband ondersteuning met mensen of middelen. De ondersteuningseenheid beslist welke middelen worden toegekend en voor welke periode. Indien er extra ondersteuning nodig is wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin staat wat exact het plan is rondom een kind. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld van de extra ondersteuning en hebben inspraak in het handelingsgedeelte van het ontwikkelingsperspectief. De mogelijkheid bestaat dat jeugdzorg of maatschappelijk werk een onderdeel zijn van de ondersteuning. Een arrangement kan ook betekenen dat een kind op een andere basisschool beter op zijn of haar plek is of dat sbo of so een (tijdelijke) oplossing is.

10. Kinderdagverblijf 0-4 jaar en de peutergroep De basisschool, het kinderdagverblijf en de BSO vormen samen één team om vanuit één gedachte en één visie de inhoudelijke doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van 0-13 jaar vorm te geven. Het kinderdagverblijf is bedoeld voor kinderen van 0-4 jaar. De peutergroep is bedoeld voor kinderen van 2 tot 4 jaar en bestaat uit een dagdeel. Uw kind wordt bij ons opgevangen in een vaste groep. In deze groepen is het anders dan thuis, maar wel een veilige, vertrouwde thuishaven. Ons kinderdagverblijf en de peutergroep hebben naast deze zorgzame omgeving een hele prettige meerwaarde: samen zijn en leven met andere kinderen in een groep. Kinderen krijgen de kans om kinderen met andere achtergronden te ontmoeten, te leren wat samen(werken) is, vriendschapsbanden aan te gaan en conflicten op te lossen. Kortom, kinderen leren in de kinderopvang een samenleving te vormen. We helpen kinderen om zich te ontwikkelen tot actieve burgers in een democratische samenleving. Ons uitgangspunt is het ontwikkelingsgericht werken: samen de wereld kleuren. We hebben aandacht voor de totale ontwikkeling van kinderen door met elkaar leuke, uitdagende en verschillende dingen te beleven op alle ontwikkelingsgebieden. Kinderen vertellen ons wat zij nodig hebben. Wij luisteren en helpen hen vooruit. Hoe? Door hun ervaringen te geven. Door kinderen kansen te bieden om vaardigheden te ontwikkelen en talenten te ontplooien, maar ook structuur te bieden. Door ze met elkaar te laten spelen om zo zelf te ontdekken hoe zij groot willen groeien. De babygroep is een rustige, vertrouwde omgeving waar pedagogisch medewerkers baby s met alle liefde en warmte verzorgen. Baby s en dreumesen kunnen in eigen tempo rustig ontdekken en ervaren. De babygroep werkt nauw samen met de ouder om te zorgen voor een optimale verzorging. Alle ontwikkelingsactiviteiten die worden aangeboden gaan uit van zintuigelijk ontdekken. Vanaf peuterleeftijd wordt nauw samengewerkt met de onderbouw (groep 1/2); er zijn dezelfde thema s en een aantal steeds terugkerende gezamenlijke activiteiten zoals buitenspelen, expressie en een thema-afsluiting. Op deze manier maken de peuters op een eenvoudige, speelse manier kennis met groep 1/2, de kinderen en leerkrachten waardoor de stap naar groep 1 slechts een kleine, logische stap is in hun kinderleven. Zodra de peuters naar school gaan, vindt er een overdracht plaats middels een overdrachtsformulier dat met de ouders besproken wordt. Ook gaan de peuters met de pedagogisch medewerkers een kijkje nemen in hun nieuwe klas. U kunt peuteropvang afnemen op hele of halve dagen. Beide groepen werken ontwikkelingsgericht waarbij al in vroeg stadium oog is voor zelfstandigheid en voorschoolse activiteiten. U kunt hier denken aan getallenleer, taalspelletjes, ruimtelijk inzicht, expressie, maar ook samenwerking en het uiten van emoties en heel veel aandacht voor spel en bewegen. Het brede activiteitenaanbod gaat altijd uit van spelend leren. De locatiegids met specifieke informatie met betrekking tot kinderdagverblijf en de peutergroep kunt u opvragen via vroondaal@triodus.nl of via de locatiemanager. 31

11. De buitenschoolse opvang (BSO) 32 De buitenschoolse opvang (BSO) is bedoeld voor kinderen van 4-13 jaar. Kinderen bezoeken de BSO van het kindcentrum in hun vrije tijd. Op de BSO is het anders dan thuis, maar wel een veilige thuishaven. Wij werken vanuit het uitgangspunt dat spelen, plezier hebben, zelf ervaren en ontdekken voor kinderen de manier is om zich te ontwikkelen. Spelen is leuk, is dingen doen waar je zin in hebt, is experimenteren, is leren. Kinderen kunnen zich op onze BSO ontspannen en uitrusten, zonder dat er eisen aan hun prestaties worden gesteld. Toch leren kinderen heel veel. Ze maken kennis met nieuwe activiteiten en leren nieuwe vaardigheden. Ze leren keuzes te maken. Alleen en samen met anderen. Ze maken ontwikkelingsstappen op veel verschillende gebieden: emotioneel, sociaal, motorisch, cognitief, taal, moreel en expressief. Inzicht in die ontwikkelingsstappen vormt de basis van ons werk. De ervaringen die wij bieden, maken dat uw kind binnen de verschillende ontwikkelingsfasen ervaringen opdoet in een rijke omgeving. Waardoor het soepel naar een volgende fase kan als het daar zelf aan toe is. De BSO is elke dag van de week na schooltijd, in de schoolvakanties en tijdens studiedagen open. De BSO heeft een zeer gevarieerd activiteitenaanbod dat samengesteld wordt in overleg met de kinderen en uitgaat van de behoefte van de kinderen. De nadruk ligt op ontdekken, ervaren, avontuur en lekker jezelf kunnen zijn. Bij de BSO kun je dus ook gezellig met je vrienden en vriendinnen vrij spelen of een boek lezen om bij te komen na een drukke schooldag. De kinderen worden begeleid door vaste pedagogisch medewerkers die oog hebben voor de individuele behoefte van uw kind. In samenwerking met vakdocenten, culturele instellingen en sportverenigingen biedt de BSO workshops aan voor kinderen van groep 3 t/m 8. Er is ook een mogelijkheid voor kinderen die BSO niet bezoeken deel te nemen aan deze workshops en activiteiten. De uitwerking hiervan zal in de loop van het schooljaar vorm worden gegeven. Kindcentrum Vroondaal biedt voorschoolse opvang aan vanaf 07.30 uur. Gestart wordt met maandag, dinsdag en donderdag. Bij voldoende aanmeldingen wordt ook voorschoolse opvang op woensdag en vrijdag aangeboden. De locatiegids met specifieke informatie met betrekking tot de buitenschoolse opvang kunt u opvragen via vroondaal@triodus.nl of via de locatiemanager.

12. Kleuters In de kleutergroepen hebben we gekozen voor een organisatievorm waarbij kinderen in de leeftijd variërend van 4 t/m 6 jaar in één groep bij elkaar zitten. In deze heterogene groepen kunnen kleuters leren hoe ze met elkaar om moeten gaan. Hierdoor ontwikkelen ze onder andere verantwoordelijkheidsgevoel, leren ze geven en nemen, zich houden aan afspraken, op de beurt wachten en elkaar helpen. In de kleutergroepen gaan we meer uit van de ontwikkelingsleeftijd van de kleuter, dan van de kalenderleeftijd. In de kleutergroepen wordt individueel, in hoeken, in groepjes of klassikaal gewerkt. Hierdoor kan beter worden gevarieerd in tempo en leerstof en kunnen de opdrachten worden aangepast aan het niveau en de interesses van het kind. 12.1 Samenwerking 0-6 De samenwerking tussen de groepen 1/2, de peutergroep en kinderdagverblijfgroepen geven wij goed vorm en inhoud. We werken met dezelfde thema s, ondernemen samen activiteiten en hebben gezamenlijk bouwoverleg. Op deze manier ontstaat er een doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot 6 jaar als onderdeel van de doorgaande lijn 0-13. Het is merkbaar dat door deze samenwerking de toch grote stap voor peuters naar groep 1 vergemakkelijkt wordt. De kinderen voelen zich vaak al veilig en vertrouwd met de kleuters en de leerkrachten. 12.2 Instroom en kennismaking nieuwe kleuters Nieuwe kleuters stromen op een bepaald moment in de groepen 1/2 in. De spelregels zijn als volgt: 1. De instroom van de 4-jarige kinderen wordt geclusterd. Na de vierde verjaardag worden kinderen geplaatst. 2. Alle leerlingen die in een maand 4 jaar worden, kunnen op de eerste schooldag van de maand daaropvolgend, starten in groep 1/2. 3. Er worden 2 dagdelen als gezamenlijke wenmomenten gepland in de maand waarin ze 4 jaar worden. 4. Alleen de leerlingen die op de eerste van de maand 4 jaar worden, kunnen op dezelfde dag instromen en maken dus de gewenningsmomenten mee van de leerlingen die in de maand daarvoor 4 worden. Op het laatste lid van de nieuwe regeling hebben we een verbijzondering: als de eerste van de maand in het weekend valt en het kind is in dat weekend ook jarig of op de maandag erna, dan is de plaatsing in die betreffende maand mogelijk. 12.3 Activiteiten in de kleutergroepen Het werkuur: elke morgen en middag werken de kleuters met ontwikkelingsmateriaal. Dit kan individueel, in tweetallen of in kleine groepjes gebeuren. Spelenderwijs leren ze op deze manier allerlei begrippen en vaardigheden. Tijdens dit werken zitten zowel de oudste, de midden als de jongste kleuters door of bij elkaar, afhankelijk van de opdracht, het niveau of het materiaal. Spelen, bewegen: zowel binnen als buiten, met of zonder materiaal. Muziek, drama en dans. 33

34 Taalvorming: hieronder vallen taalspelletjes, kringgesprekken, vertellen, voorlezen, versjes, prentenboeken en poppenkast. Rekenen. Wereldoriëntatie. Levensbeschouwing, sociaal emotionele vorming. Geregeld maken de kleutergroepen gebruik van de projectruimte waar de kinderen op ipads op speelse wijze allerlei reken- en taaloefeningen uitvoeren. Deze activiteiten staan apart vermeld op het rooster. Vaak staan ze in het teken van een project en lopen ze in elkaar over, zodat creativiteit en kennisoverdracht tegelijkertijd kunnen plaatsvinden. 12.4 Leerlingvolgsysteem voor kleuters In groep 1/2 wordt gewerkt met KIJK, een observatie-instrument dat tevens gebruikt wordt als leerlingvolgsysteem waarin het vroegtijdig signaleren en inspelen op de hulpvraag van kinderen centraal staat. Binnen KIJK zijn de ontwikkelingsgebieden uitgewerkt in aan leeftijd gekoppelde ontwikkelingsdoelen. Hierdoor schept het observatie-instrument mogelijkheden leerprocessen in beeld te brengen. Zo kunnen leerkrachten door systematische observatie zicht krijgen op het ontwikkelingsniveau en het tempo van het jonge kind en daardoor beter aansluiten op de beginsituatie. 12.5 De overgang naar groep 3 In groep 2 nemen we minimaal één keer per jaar, in januari en/of mei, de Cito kleutertoetsen af. Hierdoor kunnen we de ontwikkeling van het kind nog nauwkeuriger volgen en in beeld brengen. De uitslagen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem en met u besproken tijdens de oudergesprekken. De observaties van twee jaar kleutergroep en de testen/toetsen stellen ons in staat een bindend advies te geven over het wel of niet doorstromen naar groep 3. 12.6 Wat u verder moet weten Fruit eten: elke morgen nemen we ongeveer een kwartier de tijd om met de kinderen samen iets gezonds te eten en te drinken. De kinderen mogen fruit, graag geschild in een afgesloten bakje, en een beker drinken (niet teveel!) of een boterham meenemen. De beker en het bakje kunt u in de daarvoor bestemde bak zetten die in de klas staat. Wij vragen u dringend de naam van uw kind overal op te vermelden. Allergie: wilt u, als uw kind ergens allergisch voor is, dit aan ons doorgeven? Lunch: de kinderen van de onderbouw eten tussen de middag in hun eigen klaslokaal. De TSO-medewerkers komen naar dit klaslokaal. De broodtrommels en bekers kunt u, voorzien van een naam, in de klas zetten. Tijdens deze pauze wordt door pedagogisch medewerkers water en kinderthee verzorgd. Verjaardag: wij, maar zeker ook de kleuters, vinden het leuk als u op de verjaardag van uw kind een half uurtje aanwezig kunt zijn. Neemt u minstens een week van te voren even contact met ons op? Gesprekken met leerkrachten: we hopen dat u er begrip voor heeft dat we aan het begin van de ochtend of middag geen tijd hebbenvoor lange gesprekken. Laat u het bij een korte mededeling, zodat we snel met het dagprogramma kunnen beginnen. Na schooltijd maken wij graag tijd voor u. Klassenouders: iedere klas heeft 2 klassenouders die gedurende het schooljaar diverse zaken mee regelen voor de groep. Aan het begin van het schooljaar kunnen ouders zich hiervoor aanmelden. De klassenouders stellen zich tijdens de algemene informatieavond aan iedereen voor.

Prikbord: op de gang, bij de ingang van de klas, hangt een prikbord met belangrijke mededelingen voor de ouders. Wij vragen u om hier regelmatig op te kijken. Gymschoenen: voor de gymles hebben de kinderen gymschoenen (liefst zonder veters en voorzien van naam) nodig. Deze blijven het hele jaar op school in een tas die ze van school krijgen. We adviseren u om er tijdens de wintermaanden een extra shirt/broek bij te doen. Zindelijk zijn: wij gaan ervan uit dat uw kind zindelijk is voordat hij/zij start in groep 1. BSO: Als uw kind gebruikmaakt van de BSO wordt dit door de BSO doorgegeven aan de leerkrachten, ook bij verandering van dagen. Leerkrachten geven aan de BSO door wanneer uw kind afwezig is. U hoeft dus maar een keer te bellen. Brengen en ophalen: het is de bedoeling dat u uw kind brengt en ophaalt in de klas. Wij gaan er van uit dat u zelf uw kind tot in het klaslokaal wegbrengt. Afscheid nemen: de leerkracht zal uw kind bij de deur van het klaslokaal ontvangen. Wij vragen u om uw kind te begeleiden tot aan het klaslokaal. U bent va harte welkom om even mee te lopen de klas in met uw kind. Het inloopkwartier eindigt om 8.45 uur. Hierdoor kunnen wij om 8.45 uur het lesprogramma starten. 35

13. Vak- en vormingsgebieden 36 13.1 Taal Voor het taalonderwijs maakt groep 1/2 gebruik van de methode Schatkist. Deze methode bestaat uit twee voorleesboeken en een kist met allerlei thema s die uitnodigen tot diverse taalactiviteiten. In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen en vanaf groep 4 gebruiken we voor het taalonderwijs Taal Op Maat. In Taal op Maat komen de verschillende functies van taal aan bod: taal als speel- en ontdekmateriaal; taal als communicatiemiddel; taal als hulpmiddel bij verkenning en ordening van de werkelijkheid; taal als middel om gedachten en gevoelens te uiten. In Spelling op Maat komen vanaf groep 4 de niet-werkwoorden en vanaf groep 6 tevens de werkwoorden aan bod. Spellingmoeilijkheden zijn in categorieën ingedeeld. Spelling op Maat stimuleert de kinderen ook buiten de spellingles de regels toe te passen. 13.2 Lezen In groep 3 starten we met het aanvankelijk leesonderwijs. We gebruiken hiervoor de methode Veilig leren lezen Kim versie. De methode is onderverdeeld in 13 leerstofkernen. In de kernen 1 t/m 6 staat telkens een aantal structureerwoorden centraal. Met deze woorden en de daarbij behorende letters wordt op allerlei manieren geoefend. Vanaf kern 7 wordt de leesvaardigheid verder uitgebreid, waarbij ook het begrijpend lezen een belangrijke plaats inneemt. Er is een grote hoeveelheid bijbehorend materiaal waardoor de lessen aantrekkelijk zijn en er op verschillende niveaus kan worden gewerkt. Vanaf groep 4 werken we met de methode Leesparade. Het is een methode voor voortgezet technisch lezen met als hoofddoelen: het ontwikkelen van de technische leesvaardigheid van alle kinderen na de fase van aanvankelijk lezen, met AVI-niveau E7 als streefdoel; het motiveren van kinderen om te lezen. De methode legt het accent op de leestechniek. Aan die voorwaarde moet namelijk voldaan worden om kinderen competente lezers te laten worden. Voor kinderen die moeite hebben met lezen, wordt in alle leerjaren extra tijd en begeleiding gegeven. De methode biedt hiervoor veel motiverende en ondersteunende werkvormen en materialen. De gemiddelde lezers doorlopen ook het bovenstaande traject maar krijgen bij hun ontwikkeling wat meer begeleiding van de leerkracht. Leesparade is een methode voor lezers van alle niveaus. De goede lezers hebben de gelegenheid hun vaardigheid verder te ontwikkelen aan de hand van interessante, spannende en onderhoudende teksten. Ze doen dat gedeeltelijk in groepen met lezers van andere niveaus en vaak zelfstandig.

Om het technisch lezen extra aandacht te geven, vindt wekelijks lezen in niveaugroepen plaats in de groepen 3 en 4. Voor de begeleiding hiervan wordt een beroep gedaan op ouders. de kinderen worden aangespoord om zelf tot oplossingen te komen; door te overleggen over de aanpak van problemen en oplossingsmogelijkheden te vergelijken, leren de kinderen van elkaar. Voor het begrijpend lezen gebruiken we de methode Grip op lezen. 13.3 Schrijven In groep 2 t/m 8 werken wij met de methode Pennenstreken. Omdat de motoriek een belangrijke factor is bij het leren schrijven, wordt daaraan systematisch aandacht besteed. In Pennenstreken worden de letters meteen in een lopend schrift geschreven zodat de stap naar het aan elkaar schrijven soepel verloopt. Al vrij snel leert het kind zich in schrijfletters uit te drukken. In de hogere groepen komen ook andere vormen van schrijven aan de orde, zoals expressief-, in blokletters- en tempo schrijven. Naast een goede methode is ook goed schrijfgereedschap belangrijk. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen eenmalig een vulpen die een goede pengreep garandeert en tot en met groep 8 mee dient te gaan. 13.4 Rekenen Voor het rekenonderwijs werken we met de methode De wereld in getallen. De methode is een realistische reken-wiskunde methode, die in alle groepen wordt gehanteerd. Enkele kenmerken zijn: verhaaltjes, tekeningen, situaties of plaatjes die ontleend zijn aan de werkelijkheid of fantasie, vormen vaak een uitgangspunt voor de rekenlessen; regelmatig worden schema s en modellen gebruikt om een brug te slaan tussen werkelijkheid en wiskunde; Bovendien maakt groep 1/2 gebruik van Schatkist. Deze methode bestaat uit een aantal voorleesboeken en een kist met allerlei thema s die uitnodigen tot diverse rekenactiviteiten. 13.5 Engels We werken in ons kindcentrum met vvto (vroeg vreemdetalenonderwijs). Er wordt Engels gegeven in groep 1 t/m 8. We maken hierbij gebruik van de methode Take it easy. We worden hierbij ondersteund door een native speakers die ervaring hebben in het onderwijs. 13.6 Sociaal-emotionele vorming In alle groepen wordt intensief gewerkt met de methode Leefstijl, een programma waarmee we willen bevorderen dat de kinderen zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige mensen. De methode omvat lessen waarin het oefenen van belangrijke vaardigheden zoals het uiten van gevoelens, communiceren, weerbaar zijn, het kunnen oplossen van conflicten en het omgaan met groepsdruk, centraal staat. 13.7 Levensbeschouwing Voor dit vormingsgebied hanteren we de methode Trefwoord. Binnen ons aanbod voor sociaal-emotionele vorming staan we uitgebreid stil bij levensbeschouwelijke waarden en normen. Thema s die aansluiten bij de christelijke tradities, zoals respect, solidariteit en waardering voor elkaar, komen jaarlijks aan bod. Hierbij gebruiken we teksten 37

38 en (bijbel)verhalen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. En natuurlijk staan we uitgebreid stil bij alle kerkelijke feesten. 13.8 Wereldoriëntatie Voor ons wereldoriënterende onderwijs zullen wij ons dit schooljaar verdiepen in verschillende thematische methodes. Totdat wij een definitieve keuze hierin gemaakt hebben geven wij de diverse vakken apart volgens methoden. Ook zullen wij ruimschoots aandacht besteden aan de vakken ICT, Techniek, Dans/Drama en Beeldende Vorming. 13.9 Verkeer Vanaf groep 3 wordt verkeersles gegeven. We gebruiken daarvoor de methode Wijzer door het verkeer. Bij verkeerseducatie gaat het om kennis, inzicht en vaardigheden. Vaardigheden in het verkeer, zoals afslaan, voorsorteren en het toepassen van de voorrangsregels, leert de leerling in de praktijk. Kennis en inzicht worden aangeleerd in de klas en wel op drie niveaus: De leerlingen leren op een eenvoudige manier de belangrijkste verkeersafspraken en verkeersborden, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar gedragingen met betrekking tot hun eigen veiligheid. De individuele redzaamheid komt vooral aan de orde in de onderbouw. Tevens is het van belang rekening te houden met anderen in het verkeer. Aan sociale redzaamheid wordt in de methode vanaf groep 4 aandacht gegeven. In hogere groepen wordt daarnaast ook gewerkt aan een kritische kijk op het verkeer als maatschappelijk verschijnsel. Milieuvraagstukken, leefbaarheid, bereikbaarheid en het kiezen van een vervoermiddel komen hierbij aan de orde (maatschappelijke redzaamheid). In groep 7 worden kennis en inzicht getoetst door middel van een verkeersexamen dat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte bestaat.bij dit laatste gedeelte fietsen de leerlingen een bepaalde route in de eigen omgeving waarbij ze op een aantal punten worden beoordeeld. Op het kindcentrum bestaat er een werkgroep verkeer. Deze werkgroep maakt zich sterk om de verkeersveiligheid rondom ons kindcentrum te verbeteren en te bewaken. De werkgroep houdt frequent contact met de gemeente en de politie. 13.10 Expressievakken Dans, drama, handvaardigheid, tekenen en muziek zijn vakken die kinderen kennis bijbrengen en vaardig maken op het gebied van kunst en cultuur. Bovendien dragen deze vakken in belangrijke mate bij aan hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. Om dit te realiseren maken we in alle groepen gebruik van de methode Moet je doen en Laat maar zien. Deze methoden bieden een doorgaande lijn door de leerjaren heen. Kinderen maken van de al eerder opgedane kennis en vaardigheden steeds een stapje naar de volgende ontwikkelingsfase. Nieuwe stof sluit aan op de eerder behandelde begrippen, materialen en technieken. De leerlingen leren handelingen uit te voeren op verschillende niveaus. Het gaat daarbij naast kennis, inzicht en technische vaardigheden vooral ook om de ontwikkeling op sociaal-emotioneel niveau.

Dans en drama Kinderen krijgen inzicht in de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek. Ook maken ze kennis met door anderen gespeeld theater en met de manier waarop een voorstelling tot stand komt. Handvaardigheid Kinderen maken kennis met veel verschillende materialen en technieken. Met behulp daarvan komen ze tot ideeën, waarnemingen en gevoelens, die ze in werkstukken kunnen weergeven. Ze krijgen inzicht in de functies en betekenissen van beelden in hun dagelijkse omgeving en ze bekijken en bespreken de door hen en anderen gemaakte werkstukken. Tekenen Kinderen leren hoe ze hun ideeën en waarnemingen in een plat vlak kunnen uiten. Ze leren verschillende materialen en technieken toe te passen. Evenals bij handvaardigheid worden de gemaakte tekeningen besproken. Muziek Kinderen leren de eerste beginselen van de taal van muziek en ontdekken hun muzikale mogelijkheden. Ze doen dat onder meer door naar muziek van henzelf en van anderen te luisteren, zelf muziek te maken, te bewegen op muziek en over muziek te praten. Cultuureducatie Hieronder worden alle educatieve activiteiten verstaan die leerlingen in contact brengen met verschillende cultuuruitingen. Dat kan door middel van actief bezig zijn met muziek, handenarbeid, tekenen, drama en dans maar ook door te kijken naar tentoonstellingen en voorstellingen of door mensen in de klas te halen. Alle genoemde disciplines komen jaarlijks aan bod. We streven ernaar om het cultuuraanbod van onze regio te integreren in en gerichter af te stemmen op ons onderwijs. We stellen jaarlijks een onderdeel van het cultuuraanbod centraal, in schooljaar 2017-2018 is dat dans en drama. Andere jaren komen muziek en beeldende vorming aan de beurt. Rondom deze disciplines selecteren we voorstellingen en activiteiten en zoeken we naar cultureel erfgoed (musea, monumenten, landschap) in de omgeving. Lessen over kunst en erfgoed stimuleren immers niet alleen de nieuwsgierigheid en creativiteit, maar ook vaardigheden als onderzoekend en zelfstandig leren. Momenteel zijn we samen met de Cultuurschakel een doorlopende leerlijn cultuureducatie aan het ontwikkelen. We zijn op deze wijze beter in staat ons aanbod te verrijken, af te stemmen op de ontwikkeling van de culturele competenties van de leerlingen en te sturen op samenhang. 13.11 Bewegingsonderwijs De groepen 1/2 hebben dagelijks twee bewegingsactiviteiten van ongeveer 45 minuten, in de speelzaal, gymzaal of buiten. De groepen 1 t/m 8 krijgen driemaal per week bewegingsonderwijs. Elke les wordt door de vakleerkracht gegeven in de gymzaal. Bij goed weer gaan we zoveel mogelijk naar buiten. Het dragen van gymkleding en gymschoenen is verplicht. Na afloop van de gymles kunnen de kinderen douchen, we verplichten dit niet. Hierbij is het dragen van slippers aan te bevelen. Het gebruik van deodorant is aan te bevelen, we gebruiken hiervoor een roller of een stick, geen spuitbus. Om het bewegingsgedrag van kinderen verder te stimuleren gebruiken, we de methode Fit en vaardig. 39

40 13.12 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Het is overduidelijk dat ICT in onze samenleving een belangrijke plaats inneemt. Daarom spelen wij in op de nieuwste technologische ontwikkelingen. Ons kindcentrum beschikt over een projectruimte waarin er veelal gewerkt wordt met ipads. In deze projectruimte werken kinderen van alle groepen met verschillende computerprogramma s. Ook zijn er binnen of buiten de lokalen, werkplekken gerealiseerd met werkstations. De ipads worden ingezet ten behoeve van de volgende zaken: Extra oefening voor verschillende vakken. Het opzoeken en verwerken van informatie ten behoeve van spreekbeurten, werkstukken en presentaties. Als extra uitdaging voor (meer) begaafde leerlingen. Het zelfstandig maken van digitale toetsen. Creatieve multimediaopdrachten. Ouders die bezwaar hebben tegen publicatie van werkstukken of foto s van hun kinderen kunnen dit op het aanmeldingsformulier aangeven. Deze worden dan niet gepubliceerd. Overigens kunnen ouders hun bezwaar ook weer herroepen. We hebben ook een website: www.kindcentrumvroondaal.nl. animaties en tools die de uitleg en de instructie van leerkrachten ondersteunen. In een ICT-beleidsplan heeft onze school vastgelegd aan welke doelen de komende jaren wordt gewerkt. Dit zijn: de kinderen bewust maken van een veilig, verantwoord en kritisch internetgebruik; het werken met het schooladministratie- en leerlingvolgsysteem ParnasSys; het organiseren van workshops ter professionalisering van medewerkers in onder andere het interactieve gebruik van de digitale schoolborden; er is een goed functionerend draadloos netwerk. Dit allemaal onder verantwoordelijkheid en toeziend oog van een leerkracht die onze ICT-coördinator is. In alle groepen zijn digitale schoolborden (touchscreens) die ons de mogelijkheid bieden om ons onderwijs nog beter en aantrekkelijker te maken door het gebruik van filmpjes,

14. Overige activiteiten 14.1 Huiswerk Wij vinden het belangrijk dat kinderen op onze school leren omgaan met huiswerk. De basis hiervoor wordt in groep 6 gelegd. In groep 6 worden de proefwerken voor wereldoriëntatie en verkeer zowel in de klas als thuis voorbereid. Vanzelfsprekend besteden wij aandacht aan de manier waarop een proefwerk kan worden geleerd. Vanaf het derde trimester moeten de leerlingen steeds meer zelfstandig gaan leren. In de groepen 7 en 8 zal huiswerk regelmatig aan de orde zijn. In groep 7 krijgen de leerlingen maximaal tweemaal per week huiswerk voor taal en/of rekenen. Dat wordt in groep 8 opgevoerd tot driemaal per week. Zo leren kinderen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun huiswerk en bereiden ze zich voor op het huiswerkritme van het voortgezet onderwijs. In de groepen 7 en 8 blijft er aandacht voor de wijze waarop proefwerken voorbereid kunnen worden en hoe samenvattingen en vragen gemaakt kunnen worden. De proefwerken moeten door de leerlingen verder zelfstandig worden voorbereid. NB Schooljaar 2017-2018 hebben wij nog geen groep 7 en 8. Bovenstaande tekst is een voorstel van hoe wij als kindcentrum graag willen gaan werken m.b.t. het geven van huiswerk. Uiteraard kunnen we hierover nog met u als ouder over in gesprek gaan. 14.2 Milieu Wij besteden aandacht aan het milieu en vinden het belangrijk dat kinderen inzien dat ze zorg moeten hebben voor hun eigen leefplek. De groepen 5 t/m 8 zorgen, volgens een vast rooster, dat de speelplaatsen en de ruimtes rondom school wekelijks schoongemaakt worden. Tevens zamelen we oud papier apart in en is er op school de mogelijkheid om lege batterijen en cartridges in te leveren. De hiervoor bestemde bussen staan in de hal bij de hoofdingang. Deze inzameling levert spelmateriaal voor de school op. 14.3 Vieringen en festiviteiten Feest is iets waar kinderen dol op zijn en heeft bovendien een grote pedagogische waarde. Voorbeelden van festiviteiten zijn: het sinterklaasfeest; de kerstviering; de paasviering; de verjaardag van de groepsleerkracht; geregelde momenten waarop de kinderen binnen hun groep, of samen met andere groepen, de gelegenheid krijgen om hun creatieve prestaties te tonen (open podium). Ook in de kinderopvang en peuterspeelzaal worden dergelijke festiviteiten georganiseerd. Daar waar mogelijk organiseren we gezamenlijke activiteiten met verschillende groepen van de basisschool, de kinderopvang en de peuters. 14.4 Open podium In de projectruimte van onze school vindt geregeld het open podium plaats. Een open podium is een voorstelling van kinderen uit verschillende groepen, bestaande uit veelsoortige optredens. Kinderen dansen, zingen, spelen toneel, spelen op hun muziekinstrument of dragen een verhaal of gedicht voor. De kinderen spelen voor elkaar, maar willen ook 41

42 graag aan ouders en andere belangstellenden hun act laten zien. Publiek is hierbij van harte welkom. Net als in het theater stellen wij het op prijs dat u op tijd aanwezig bent en de zaal pas weer verlaat als de voorstelling afgelopen is. 14.5 Sportdag/Koningsspelen Eenmaal in de twee jaar vindt er een sportdag plaats op de dag van de Koningsspelen. Tijdens deze dag worden verschillende sporten beoefend, aangepast aan de leeftijden van de kinderen binnen ons kindcentrum. Deze sportdag wordt bij voorkeur voor alle groepen op één locatie gehouden. In het andere jaar zullen we op eenvoudige wijze aandacht besteden aan de Koningsspelen. 14.6 Schoolreisjes en excursies Jaarlijks maken groepen uitstapjes, bezoeken ze musea, bibliotheken, ziekenhuizen en verpleegtehuizen of maken ze een wandeling door het bos. Ieder jaar organiseert de werkgroep Schoolreis een groots opgezet schoolreisje voor de groepen 3 t/m 8. Dit schoolreisje vindt plaats aan het eind van het schooljaar. De werkgroep bestaat uit leden van het team en ouders. De belangrijkste uitgangspunten voor het schoolreisje zijn: Er moet voldoende begeleiding zijn. De veiligheid van leerlingen staat voorop. De leerlingen en de ouders worden met de bus gebracht en gehaald. Er is een extra auto aanwezig voor eventuele noodgevallen. De ouders moeten tijdig en goed geïnformeerd worden. Alle groepen gaan op dezelfde dag op schoolreisje (de bestemming hoeft niet voor alle groepen hetzelfde te zijn). Om zoveel mogelijk gebruik te maken van hulpouders uit verschillende gezinnen, gaat er met een schoolreisje slechts 1 ouder per gezin mee. Voor de groepen 1/2 organiseren wij op dezelfde dag als het schoolreisje het Kindcentrum Kleuterfeest. Om de basisschoolperiode af te sluiten gaan de leerlingen van groep 8 op kamp. Deze kampweek vormt een grandioze en onvergetelijke afsluiting van de tijd op Kindcentrum Vroondaal.

15. Tussenschoolse pauze 15.1 Continurooster De organisatie van de lunchpauze is in handen van Triodus. Alle kinderen op ons kindcentrum lunchen tussen de middag bij ons op school. Tijdens deze pauze wordt door pedagogisch medewerkers water en kinderthee verzorgd. De pedagogisch medewerkers van Triodus eten eerst met de leerlingen waarna de leerlingen buiten spelen of een creatieve activiteit uitvoeren. 15.2 Model Kindcentrum Vroondaal 2017-2018 Voor Kindcentrum Vroondaal is gekozen voor: Een pauze van 45 minuten. Een pauze van 11.45-12.30 uur voor groep 1/2. Een pauze van 12.30-13.15 uur voor groep 3 en hoger 1. Opvang door een professionele organisatie die de begeleiding organiseert. Overblijfmedewerkers zijn dezelfde als de BSO- en KDV-medewerkers. Bekende gezichten en eenzelfde pedagogische doorgaande lijn; dat geeft rust. Goed geschoolde medewerkers. Medewerkers zijn bekend met kindcentrum. Kindcentrum regelt vervanging bij ziekte. Tijdens de tussenschoolse pauze heeft de leerkracht pauze en wordt er gewerkt met de inzet van meerdere pedagogisch medewerkers (in schooljaar 2017-2018). 43 1 In de cao PO 2016-2017 staat hierover: Als op een dag 5,5 uur of meer wordt gewerkt, heeft de werknemer recht op een pauze van minimaal 30 minuten tussen 10.00 uur en 14.00 uur.

44 In schooljaar 2017-2018 worden de kosten voor TSO gedragen door SCOH als een gebaar van goodwill naar ouders ter compensatie van de extra verhuizing naar de locatie Meppelweg. Deze werkwijze wordt geëvalueerd met team, ouders en leerlingen rond de herfstvakantie en de kerstvakantie. Waar nodig wordt tussentijds bijgesteld. 15.3 Model Kindcentrum Vroondaal 2018-2019 Per 1 augustus 2018 wordt de TSO kostendekkend georganiseerd. Schooljaar 2017-2018 wordt gebruikt om in overleg met ouders te komen tot een bekostigingsvoorstel dat kostendekkend is. Daarbij wordt ook onderzocht of het (deels) inzetten van vrijwilligers/ouders, met als doel het drukken van de kosten, realistisch is. Gebouw- en inventariskosten Energiekosten Verzekeringskosten Materiaalkosten Personeelskosten Voor voormalige ouders van de Eshof geldt in 2018-2019 een overgangsregeling. Deze regeling wordt in 2017-2018 nader uitgewerkt. 15.4 Ter nadere informatie Hoe bereken je de kosten? Een school die kiest voor een continurooster, is verantwoordelijk voor het organiseren van toezicht tijdens de middagpauze. De school kan een bijdrage in de kosten vragen aan ouders, mits dit op vrijwillige basis gebeurt (vrijwillige ouderbijdrage) en de ouders in de mr ermee hebben ingestemd. Scholen zijn wettelijk verplicht om via de schoolgids helderheid te bieden over het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. Kosten voortvloeiend uit het op school overblijven/tso zijn 2 : Deze kosten heeft de school ook als er geen leerlingen op school blijven. Gas, water en licht Het schoolbestuur is wettelijk verplicht om in ieder geval voor de toezichthouders een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten. Daarnaast wordt een ongevallenverzekering aangeraden. Meestal zal de schoolverzekering (van toepassing zijn op calamiteiten tijdens het overblijven. Kosten voor eventueel aanvullende, knutselwerkjes, kleurplaten, speelmateriaal, gebruik van computer en activiteiten. Het overblijven moet volgens de wet onder toezicht gebeuren. Het blijkt in de praktijk gemakkelijker te zijn om overblijfkrachten aan te trekken als er een concrete vergoeding tegenover staat, hetzij in de vorm van betaling (wanneer de toezichthouders op basis van een arbeidsovereenkomst werken), hetzij als te ontvangen onkostenvergoedingen (als toezicht wordt gehouden door vrijwilligers). 2 Een RAAD&DAAD-BROCHURE 10 Continuroosters op de basisschool OUDERS & COO

16. Rapportage Wij houden u op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind. Op groepsniveau registreert de leerkracht de leerresultaten en andere belangrijke zaken. Twee keer per jaar, in maart en juni, krijgt uw kind een rapport mee naar huis. Wij starten het schooljaar met kennismakingsgesprekken tussen de ouders en de leerkrachten. Deze gesprekken vinden plaats in de tweede week van het schooljaar. Tevens is er een voortgangsgesprek gepland in november waarin u als ouders geïnformeerd wordt over de vorderingen van uw kind. Naast deze vaste momenten is het mogelijk dat de leerkracht tussentijds met u overlegt over uw kind. 16.1 Leerlingdossier We leggen vanuit ons leerlingvolgsysteem een dossier aan van elk kind. Hierin worden algemene gegevens, leerlingrapporten, gegevens betreffende de ontwikkelings- en leergeschiedenis, alsook toetsgegevens met daarop ondernomen acties opgenomen. Dit helpt ons uw kind zo goed mogelijk te volgen en te begeleiden gedurende de basisschooltijd. gegevens over ieder kind, eventuele bijzonderheden en worden handelings- of begeleidingsplannen opgenomen. Wanneer leerlingen tussentijds de school verlaten, ontvangt de nieuwe school een inlichtingenstaat waarin naast administratieve gegevens ook informatie wordt gegeven over vorderingen ten aanzien van leer- en vormingsgebieden en andere voor de begeleiding van het kind belangrijke informatie. Ten behoeve van het voortgezet onderwijs wordt van de leerlingen een DOD (Digitaal Overdracht Dossier) ingevuld. De Wet op de persoonsgegevens is op dit dossier van toepassing, dat wil zeggen dat ouders het recht van inzage hebben. U kunt van dit recht gebruik maken als u 4 weken van te voren een aanvraag indient. Vijf jaar na het verlaten van de school worden de gegevens vernietigd. 45 Ouders, leerkrachten en hulpverleners kunnen op deze wijze zo volledig mogelijk worden geïnformeerd. Elke leerkracht vult drie maal per jaar een overdrachtsformulier in, dat aan het eind van het schooljaar met de groep meegaat naar de volgende leerkracht. Hierop staan algemene

17. Resultaten van ons onderwijs Scholen voor primair onderwijs zijn wettelijk verplicht de resultaten van hun onderwijs in de informatiegids te vermelden. De wet geeft scholen de ruimte om zelf te bepalen welke resultaten zij willen opnemen en hoe zij die resultaten gaan weergeven. 46

18. Voortgezet onderwijs Schooljaar 2017-2018 zal Kindcentrum Vroondaal nog geen groep 7 en 8 hebben. Dit betekent dat onderstaand een voorstel is voor het beleid wat we samen komend schooljaar zullen gaan vaststellen. mogelijk. Ook bij verhuizingen van leerlingen binnen het basisonderwijs speelt DOD een belangrijke rol. Gegevens die worden overgedragen zijn de gegevens uit ons leerlingvolgsysteem. Vanuit de Gemeente Den Haag gelden er bepaalde vastgestelde regels rondom de overgang po-vo die als uitgangspunt zullen dienen voor ons beleid. Voor de toelating tot het voortgezet onderwijs spelen de volgende punten een belangrijke rol: A. Het advies van de basisschool Voordat uw kind bij een school voor voortgezet onderwijs wordt aangemeld, ontvangt u van de groepsleerkracht een advies. In dit advies worden de volgende elementen meegenomen: Een indruk van de verstandelijke aanleg van uw kind. De vorderingen van uw kind. De werkhouding, inzet en sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. De specifieke hulp die uw kind vraagt en eventuele suggesties voor de continuïteit daarvan. Het advies wordt in februari schriftelijk aan u meegedeeld en toegelicht tijdens een mondeling onderhoud. Het advies is wettelijk verplicht en wordt tevens doorgegeven aan de school waar de leerling is aangemeld. Dit advies, en andere belangrijke gegevens, worden overgedragen door middel van het Digitale Overdracht Dossier (DOD). Het DOD maakt digitale overdracht van leerlinggegevens tussen de administratieve systemen van scholen in het basis- en voortgezet onderwijs B. Eindtoets basisonderwijs Alle leerlingen van groep 8 nemen deel aan de Cito Eindtoets Basisonderwijs. Deze landelijke toets wordt in april, verspreid over drie dagen, afgenomen. De uitslag volgt ongeveer drie weken later en beïnvloedt het schooladvies niet, maar meestal is dit wel een bevestiging van het schooladvies. De scholen voor voortgezet onderwijs hanteren de toetsuitslagen naast het advies van de basisschool bij de toelatingsprocedure van de leerlingen. De toets bestaat uit de onderdelen taal, rekenen, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Wanneer het advies van uw kind overduidelijk vmbo zal zijn, kan in speciale gevallen de Cito Eindtoets worden vervangen door het zogenaamde Drempelonderzoek. Het besluit om het Drempelonderzoek af te nemen zal altijd na overleg met de ouders worden genomen. De uitslag van deze toets geeft aan welke leerweg van het vmbo het best past bij uw kind. Naast het drempelonderzoek kan ook de Cito Niveautoets worden afgenomen. C. Psychologische test De mogelijkheid bestaat om uw kind psychologisch te laten testen. Doel van het onderzoek is na te gaan welke school voor voortgezet onderwijs het beste aansluit bij de verstandelijke aanleg en studiehouding van uw kind. Naast het meten van de intelligentie wordt gelet op zaken als inzet, werklust, doorzettings- 47

48 vermogen, motivatie, interesse. Dit onderzoek geschiedt op vrijwillige basis met indien nodig een aanvullend onderzoek. U ontvangt een schriftelijk verslag, waarin een advies voor de schoolkeuze is opgenomen. De verkregen testgegevens kunnen met uw toestemming worden gebruikt door de vervolgschool voor de begeleiding van uw kind. In geval van twijfel over de toelating kunnen deze gegevens van doorslaggevende betekenis zijn. In ons advies wordt de test in principe niet meegewogen. De leerkrachten van groep 8 zullen regelmatig contact hebben met brugklascoördinatoren van het voortgezet onderwijs. Resultaten van oud-leerlingen zullen worden doorgesproken en ervaringen zullen worden uitgewisseld. Met deze terugkoppeling hopen we de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs voor de leerlingen te vergemakkelijken. NB In de tweede helft van het schooljaar wordt in groep 7, verspreid over een aantal weken, al de Cito entreetoets afgenomen om na te gaan in hoeverre uw kind de leerstof die in de voorgaande jaren is aangeboden beheerst. Is die op bepaalde onderdelen minder, dan besteden wij daaraan in de daarop volgende periode en in groep 8 nog extra aandacht. Het is geen examen en aan de uitslag van de toets kunnen geen conclusies worden verbonden in de richting van het voortgezet onderwijs. aangepast. De aanmeldprocedure voldoet nu aan de wettelijke kaders en zorgt voor meer keuzevrijheid voor u en uw kind. Vanaf het schooljaar 2017-2018 kunt u uw kind op meerdere scholen aanmelden. In de eerste periode van het schooljaar informeren we u over de manier waarop de aanmelding nu geregeld is en wat u daarbij moet doen. Verder krijgt u van ons in het najaar ook een folder van BOVO Haaglanden met alle informatie. Aanmeldprocedure voortgezet onderwijs schooljaar 2017-2018 Als ouder/verzorger heeft u het recht om uw kind op meer dan één school voor het voortgezet onderwijs aan te melden. Dit was eerder nog niet mogelijk in de BOVO regio Haaglanden. Op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de aanmeldprocedure voor het voortgezet onderwijs in de regio

19. Protocollen 19.1 Klachtenprocedure Klachten en problemen: de weg naar een oplossing Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Indien u klachten of problemen heeft met zaken die de school betreffen, vragen wij u vriendelijk om deze kenbaar te maken. We gaan ervan uit dat we de meeste zaken in onderling overleg kunnen oplossen. Blijf er niet mee rondlopen, maar geeft u ons de kans er iets aan te doen. In het klachtrecht binnen het onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen en overige klachten en problemen. Klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders/ verzorgers en medewerkers het managementteam van de school benaderen of een beroep doen op ondersteuning door de contactpersonen van het kindcentrum. De contactpersonen zijn er voor u. Zij luisteren naar u, geven u informatie over mogelijke vervolgstappen en brengen u eventueel in contact met de externe vertrouwenspersoon voor verdere ondersteuning. 49

50 Het college van bestuur van SCOH kent ook externe vertrouwenspersonen. U kunt de externe vertrouwenspersonen zien als objectieve deskundigen van buiten het kindcentrum. De externe vertrouwenspersoon begeleidt en adviseert u in de stappen naar de door u gekozen oplossing. Wanneer een klacht bij Triodus/SWK niet (naar tevredenheid) wordt opgelost, kunt u zich wenden tot de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Bij het klachtenloket Kinderopvang dat is verbonden aan de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, wordt eerst geprobeerd om de klacht op te lossen door het geven van informatie, advies, bemiddeling of mediation. U vindt meer informatie over de Triodus klachtenregeling via de website van Triodus. Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders/verzorgers en leerlingen over een kindcentrumsituatie waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is het kindcentrum verplicht tot het doen van aangifte bij de politie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is. 19.2 Protocol bij overlijden van een leerling/ouder/leerkracht Dit protocol verschaft duidelijkheid over de te nemen stappen op het moment dat er een bericht van overlijden binnenkomt. Het managementteam stelt een crisisteam samen dat de verdere activiteiten ontwikkelt en coördineert. Het crisisteam bestaat uit mt-leden, betrokken groepsleerkracht(en), intern begeleider, een lid van de werkgroep rouw en eventueel een extern deskundige wanneer de situatie hierom vraagt. Dit crisisteam is verantwoordelijk voor: informatie van de betrokkenen; organisatorische aanpassingen; opvang van leerlingen, collega s en ouders; contacten met de ouders; regelingen rondom rouwbezoek en uitvaart; nazorg van de betrokkenen; administratieve afwikkeling. Er is een draaiboek aanwezig waarin uitgebreid alle stappen zijn beschreven.

20. Veiligheid 20.1 Bedrijfshulpverlening Er zijn op Kindcentrum Vroondaal gediplomeerde bedrijfshulpverleners (bhv-ers) en medewerkers met een EHBO-diploma. Deze personen dragen mede zorg voor de veiligheid van de kinderen en het personeel binnen ons kindcentrum. Ze volgen jaarlijks een herhalingscursus. Er is altijd minimaal één gediplomeerde EHBO er in het gebouw. 20.2 Preventiemedewerker Kindcentrum Vroondaal heeft ook een preventiemedewerker. Dit is een teamlid dat een bijzondere taak heeft als het gaat om de veiligheid binnen de organisatie. Hij adviseert en ondersteunt het management bij haar taak om te zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. De arbo-wetgeving is hierbij richtinggevend. 20.3 Ontruimingsplan De arbo-wet verplicht elke school om een ontruimingsplan te hebben zodat in geval van calamiteiten iedereen zo snel en veilig mogelijk het gebouw kan verlaten. Om de kinderen en personeel enigszins vertrouwd te maken met dit plan, wordt dit met hen besproken en vindt er jaarlijks een oefening plaats. Hierbij is het de bedoeling dat iedereen na het alarmsein zo snel mogelijk, via de voor hen bestemde uitgang, het gebouw verlaat om vervolgens naar de speelplaats te gaan. Daar is voor elke groep een afgesproken punt om te verzamelen. Hier aangekomen controleert het verantwoordelijke teamlid aan de hand van de absentielijst of alle kinderen van de groep het gebouw daadwerkelijk verlaten hebben. 20.4 Verkeersveiligheid Ons kindcentrum is voornemend een werkgroep Verkeer op te richten, bestaande uit teamleden en ouders, die zich zal bezighouden met het bevorderen van de verkeersveiligheid rondom ons kindcentrum. Ons kindcentrum zal samen met de werkgroep jaarlijks een verkeersweek organiseren, waarin op intensieve wijze - naast de vaste verkeerslessen door het jaar heen - extra aandacht wordt gegeven aan veilig deelnemen aan het verkeer. Om onze omgeving veilig te houden hebben we echter ook de hulp van de ouders nodig, vooral bij het halen en brengen van de kinderen. Komt u met de auto en wilt u uw kind snel afzetten, probeer dit dan zo veilig mogelijk te doen zonder andere weggebruikers te hinderen. Zo zorgen we met zijn allen voor de veiligheid van onze kinderen. 51

21. Gezondheid 52 21.1 Hoofdluis Ieder jaar weer zijn er kinderen waarbij hoofdluis wordt geconstateerd. Dit is niks om je voor te schamen. Het kan namelijk iedereen overkomen en heeft niets te maken met (een gebrek aan) hygiëne. De aandoening is vaak hardnekkig en zeer hinderlijk, maar niet gevaarlijk voor de gezondheid. Na iedere vakantie willen wij alle kinderen door controle-ouders controleren op luizen. Wanneer er daadwerkelijk sprake is van besmetting, worden de ouders hierover geïnformeerd. Er vindt na enkele weken in de betreffende groep een hercontrole plaats. Het is van het allergrootste belang dat alle ouders hun verantwoordelijkheid nemen en hun kind(eren) ook thuis frequent controleren op besmetting en adequaat behandelen. Graag doorgeven aan de leerkracht van de groep wanneer u bij uw kind hoofdluis heeft geconstateerd. Hoofdluis kan worden overgedragen op klasgenoten door lichamelijk contact of via kleding. Tijdens het spelen kan de hoofdluis bij hoofdcontact overlopen, wat ook kan gebeuren bij gezamenlijk gebruik van bijvoorbeeld mutsen en sjaals. Ook via de jassen aan de kapstokken kan er op deze wijze besmetting plaatsvinden. Als er bij een kind hoofdluis wordt geconstateerd is het zeer belangrijk dat er adequate behandeling plaatsvindt om verdere besmetting te voorkomen. Dit kunt u lezen op de site van Landelijk Steunpunt Hoofdluis. Gezinsleden, die vaak ook besmet zijn, moeten mee behandeld worden. Nadere informatie is op het kindcentrum te verkrijgen of via de website van het kindcentrum. We zoeken ouders die bereid zijn om frequent kinderen te controleren op hoofdluis. 21.2 Besmettelijke ziekten Wanneer uw kind een besmettelijke ziekte heeft, willen we graag dat u dit meldt. Indien nodig wordt er overleg gevoerd met de GGD en zullen er passende maatregelen worden genomen. De ouders van de leerlingen van de groep waarin uw kind zit, worden geïnformeerd. 21.3 Logopedie Een goede mondelinge communicatie is belangrijk voor de emotionele, sociale en verstandelijke ontwikkeling van een kind. Kinderen met taal- en/of spraakproblemen hebben moeite om zich te uiten of anderen te begrijpen. Later kunnen problemen optreden bij het spellen, lezen en rekenen. Aan Kindcentrum Vroondaal is een logopedist van de GGD verbonden. De logopedist zorgt ervoor dat problemen op het gebied van spraak/ taal zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en gecontroleerd. Daarnaast geeft de logopedist voorlichting en advies. Standaardscreening Alle kinderen worden rond hun vijfde verjaardag door de logopedist gecontroleerd door middel van een vragenlijst die de ouders en de leerkracht invullen. Als het nodig is, vindt logopedisch onderzoek plaats. De logopedist let daarbij voornamelijk op spraak- en taalontwikkeling. Ouders en leerkrachten krijgen adviezen en/of oefeningen en soms korte begeleiding om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en de situatie te verbeteren. Soms voert de logopedist daarna nogmaals

een onderzoek uit. Als logopedische behandeling nodig is, verwijst de logopedist, in overleg met de ouders, via de huisarts naar een vrijgevestigde logopedist in de buurt. Onderzoek op verzoek De ouders, leerkracht of jeugdarts kan op verzoek een kind aanmelden voor een logopedisch onderzoek. Hiervoor is toestemming nodig van de ouders door middel van het invullen en ondertekenen van een vragenlijst. Logopedie is al mogelijk vanaf de peuterleeftijd. Collectieve preventie Dit bestaat uit instructie aan de leerkrachten, het geven van klassikale lessen door de logopedist en/of informatiebijeenkomsten voor de ouders. Hierbij wordt ingespeeld op vragen vanuit de school, de ouders en de uitkomsten van de onderzoeken. Wilt u meer weten? Voor vragen over de spraaktaalontwikkeling van uw kind kunt u telefonisch contact opnemen met de logopedist van het kindcentrum. De contactgegevens zijn verkrijgbaar bij intern begeleider Geneviève Frinking (gfrinking@scoh.nl). 53

22. Ouders: Informatie en participatie 54 22.1 Ouderinformatie Op onze website kunt u uitgebreide informatie vinden over ons kindcentrum. Eenmaal per jaar verschijnt deze kindgids die algemene en onderwijsinhoudelijke informatie bevat. Via de ouderapp Mijnschoolinfo heeft u onder andere toegang tot de resultaten van uw kind en kunt u een tijd voor een oudergesprek reserveren. Ook gebruiken wij deze app als communicatiemiddel om het contact tussen ons en u makkelijk te laten verlopen. Alle overige actuele informatie ontvangt u via de digitale nieuwsbrief en de ouderapp van Mijnschoolinfo. De redactie en eindverantwoordelijkheid liggen bij het managementteam. Via de website kunt u zich aanmelden voor deze nieuwsbrief, waarna u ze voortaan automatisch toegezonden krijgt. Communicatie van de ouderraad naar de ouders toe vindt plaats via de digitale nieuwsbrief. Hierin kunt u informatie vinden over onder andere activiteiten van de ouderraad, oproepen voor hulpouders en andere nuttige informatie. Heeft u zelf ideeën of informatie die van belang zijn voor de ouderraad, dan kunt u contact met hen opnemen. Aan het begin van het schooljaar organiseren we in alle groepen een algemene informatieavond. De leerkracht vertelt wat er gedaan wordt in de groep en hoe er wordt gewerkt. Nadat de kinderen een rapport/portfolio mee naar huis hebben gekregen, krijgen alle ouders de mogelijkheid om zich in te schrijven voor een oudergesprek. Naast deze geregelde contacten tussen u en ons is het heel goed mogelijk dat er tussentijds bepaalde zaken te bespreken zijn. Wij zijn daartoe graag bereid. Bij voorkeur op afspraak. 22.2 Ouderparticipatie Een goed contact tussen kindcentrum en ouders vinden wij erg belangrijk. Ouderparticipatie is in onze visie van groot belang voor het goed functioneren van uw kind. De voordelen van meewerken binnen ons kindcentrum voor ouders en kind zijn: Een beter idee van de lesmethoden en de sfeer waardoor u in het contact met uw kind daarop beter kunt inspelen. Een betere kijk op het kindcentrum en de lesomstandigheden. Het zich thuis voelen op ons kindcentrum, waardoor drempels lager worden en de sfeer op het kindcentrum, ook tussen ouders, goed is. De ervaring leert dat een actieve bijdrage aan activiteiten een goed contact tussen ouders en medewerkers enorm stimuleert. Wij vinden het prettig dat alle ouders jaarlijks op één of andere wijze actief zijn binnen ons kindcentrum. De mogelijkheden hiervoor zijn: zitting nemen in de ouderraad, ouderklankbordgroep of de medezeggenschapsraad; als hulpouder deelnemen aan bijvoorbeeld sportdag, schoolreisje; actief zijn als bijvoorbeeld klassenouder, leesouder, biebouder, hoofdluisouder.

Klassenouders Voor elke groep zullen aan het begin van het schooljaar 2 klassenouders gekozen worden. Deze ouders hebben de taak een ondersteunende rol te spelen voor de groepsleerkracht(en) bij tal van activiteiten voor kind en ouder. Naast het werven van hulpouders voor groepsactiviteiten en iets doen met de verjaardag van de leerkracht, organiseren zij het informele gedeelte na afloop van de jaarlijkse informatieavond aan het begin van het schooljaar. Ook binnen het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang en de peutergroep zijn oudercontacten van groot belang. Juist een nauwe samenwerking tussen ouders en de pedagogisch medewerkers is van belang om optimaal vorm te kunnen geven aan de opvang en opvoeding van het kind. 22.3 De ouderraad De ouderraad van Kindcentrum Vroondaal zal bestaan uit zes ouders die allemaal kinderen hebben bij het kinderdagverblijf, basisschool en/ of de BSO. Zes keer per jaar komen zij bij elkaar in aanwezigheid van het managementteam. De agendapunten die worden besproken hebben onder andere betrekking op personele ontwikkelingen, pedagogisch beleid, financiën, openingstijden, nieuwe projecten, aandachtspunten aangedragen door ouders, hygiëne en het organiseren van de jaarlijkse ouderavond. In de lijn van de ontwikkeling van ons kindcentrum, is gestart met een intensievere samenwerking tussen de andere oudergeledingen, zoals de ouderraad en de medezeggenschapsraad. Actieve betrokkenheid van de ouders bij het kindcentrum is belangrijk. Dit uit zich op verschillende manieren waarbij bijvoorbeeld klassenouders de groepen en de leerkrachten ondersteunen. De ouderraad, waar bijna alle ouders contributie aan betalen, stimuleert en organiseert samen met het team verschillende activiteiten. Dit zijn onder andere het sinterklaasfeest, het kerstfeest en het maken van schoolfoto s. Doel van deze activiteiten is om te zorgen dat de kinderen een leuke schooltijd hebben. De activiteiten worden in werkgroepen met het team en ouders voorbereid. Ook heeft de ouderraad regelmatig overleg met de directie om zaken rondom het kindcentrum te bespreken. De ouderraad staat voor het financieren en uitvoeren van activiteiten welke ten goede komen aan de kinderen. De middelen waaruit de ouderraad kan putten voor het organiseren van deze activiteiten worden gevormd door de volgende bijdrage, die jaarlijks worden geïnd. Ouderbijdrage Met deze contributie worden activiteiten voor de kinderen gefinancierd, onder andere het sinterklaasfeest, kerst, pasen en het schoolreisje. De hoogte van de contributie wordt jaarlijks vastgesteld. De contributie voor schooljaar 2017-2018 is vastgesteld op 100 euro. U ontvangt voor de betaling van dit bedrag aan het begin van het schooljaar een brief met daarin de bankgegevens van ons kindcentrum. 55

56 Natuurlijk zijn de ouderraadleden ook regelmatig op het schoolplein aanwezig, spreek ze gerust aan. Actuele informatie over activiteiten van de oudervereniging evenals de namen van de ouderraadleden zijn te vinden op de website. 22.4 De medezeggenschapsraad Een medezeggenschapsraad, kortweg MR genoemd, is voor elke (basis)school en kindcentrum verplicht. De MR bestaat uit minimaal vier leden, voor de helft uit leden die uit en door de geleding personeel worden gekozen en voor de helft uit leden die uit en door de geleding ouders wordt gekozen. Een MR-lid heeft een zittingsperiode van drie jaar en is daarna weer herkiesbaar. De MR behartigt de belangen van de leerlingen, de ouders en de leerkrachten van het kindcentrum. Daartoe heeft de MR inspraak op de beslissingen van de directie van het kindcentrum. De MR is dan ook steeds meer te vergelijken met een ondernemingsraad in het bedrijfsleven. Om dit goed uit te kunnen voeren heeft de MR veel taken en bevoegdheden. Deze zijn te verdelen in informatierecht, adviesrecht, instemmingsrecht en initiatiefrecht. Instemmingsrecht heeft de MR bijvoorbeeld bij veranderingen van onderwijskundige doelstellingen van de school, bij het organisatieplan en regelingen op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Als de MR het niet eens is met de voorstellen op dit gebied, gaan deze ook niet ongewijzigd door. vastgelegd in het reglement van de MR. De MR heeft invloed op het beleid van het kindcentrum. De MR vergadert iedere zes tot acht weken. De vergadering is openbaar en kan door iedereen die dat wil bijgewoond worden. Hier worden actuele onderwerpen besproken en er zijn een aantal onderwerpen die jaarlijks terugkomen, zoals het organisatieplan, het formatieplan, het vakantierooster, de informatiegids, ARBO en beleidsstukken. De directie voert het overleg met de MR namens het college van bestuur van SCOH. Op verzoek van de directie of op verzoek van de MR kan het college van bestuur de directie ontheffen van de taak om een bespreking namens het college van bestuur te voeren. Op verzoek van de MR voert het college van bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de MR. Door het bestuur van SCOH is tevens een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) opgericht. In de GMR hebben vanuit elke school vertegenwoordigers uit het team en uit de oudergeleding zitting. De GMR bespreekt school overstijgende zaken, betreffende alle scholen. De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de MR-en van de aangesloten scholen. De MR heeft adviesrecht bij bijvoorbeeld nieuw- bouwplannen, aanstelling en ontslag van de leiding van het kindcentrum, het samengaan met een andere school en de vaststelling van de grondslag van de school. Dit alles is

23. Verzekering Kindcentrum Vroondaal heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een aansprakelijkheidsverzekering onderwijsinstellingen, een bestuursaansprakelijkheidsverzekering, een collectieve ongevallenverzekering en een schadeverzekering inzittenden. De aansprakelijkheidsverzekering geeft dekking voor schades die niet elders verzekerd zijn. De collectieve ongevallenverzekering is voor leerlingen uitsluitend van kracht gedurende de schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede tijdens het rechtstreeks van huis en naar het kindcentrum gaan en omgekeerd. Bij schades en ongevallen dient u zo spoedig mogelijk contact op te nemen met het managementteam van het kindcentrum. 57

Informatie Het tijdelijke adres van Kindcentrum Vroondaal is: Meppelweg 339 2544 AH Den Haag 070-7900120 kindcentrumvroondaal@scoh.nl Meer informatie over Kindcentrum Vroondaal leest u via onze interne en externe nieuwsbrief, op www.kindcentrumvroondaal.nl en de Facebookpagina @KindcentrumVroondaal.