INHOUD Voorwoord xix DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING PATRICK SENAEVE 1 HOOFDSTUK I. SITUERING 3 HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5 1. Titularissen 5 2. Termijn 6 3. Afwezigheid van bezit van staat vereist 7 4. Geen automatische vestiging van het moederschap van de betwistende werkelijke moeder 8 DEEL II. DE VADERLIJKE AFSTAMMING BINNEN HET HUWELIJK PATRICK SENAEVE 9 HOOFDSTUK I. DE VASTSTELLING VAN HET VADERSCHAP BINNEN HET HUWELIJK 11 1. De inkrimping van de vaderschapsregel 11 A. Situering 11 B. Gevallen waarin de vaderschapsregel niet langer van toepassing is 13 1. De uitschakeling van de vaderschapsregel voor de kinderen geboren na de ontbinding van het huwelijk verworpen 13 2. De uitschakeling van de vaderschapsregel voor vier 'verdachte' categorieën kinderen 15
a. Gevallen waarin de vaderschapsregel wordt uitgeschakeld 15 b. Werkwijze bij de geboorteaangifte 21 c. Situatie bij een onterechte vermelding van de naam van de echtgenoot in de geboorteakte 24 C. Uitschakeling van de vaderschapsregel niet absoluut 25 D. Erkenning door de echtgenoot en onderzoek naar het vaderschap tegen de echtgenoot mogelijk 28 E. Overgangsrecht 28 2. Geen uitbreiding van de vaderschapsregel naar de wettelijke samenwoning 29 HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN HET VADERSCHAP BINNEN HET HUWELIJK 35 1. De titularissen en de termijn inzake de vordering tot betwisting van het vaderschap van de echtgenoot 35 A. De titularissen 35 1. Situering 35 2. Het ontzeggen van het betwistingsrecht aan de genetische vader en de rechtspraak van het Arbitragehof... 35 3. Het openstellen van het betwistingsrecht voor de genetische vader van het kind 39 a. De genetische vader als nieuwe titularis 39 b. Bijkomende vereiste voor en consequentie van het vorderingsrecht van de genetische vader 42 B. De termijn 45 1. Wetsgeschiedenis 45 2. De aard van de termijn 47 3. Het vorderingsrecht van de moeder 48 4. Het vorderingsrecht van de (ex-) echtgenoot 48 a. De nieuwe regeling 48 b. Overgangsrecht 55 5. Het vorderingsrecht van de man die het vaderschap opeist 58 a. De nieuwe regeling 58 b. Overgangsrecht 59 VI
6. Het vorderingsrecht van het kind zelf 62 a. De wijziging door de wet van 1 juli 2006 62 b. De bijkomende wijziging door de programmawet van 27 december 2006 67 c. Overgangsrecht 68 7. Het vorderingsrecht van de verwanten in de rechte lijn van de echtgenoot 71 8. Het vorderingsrecht van de vorige echtgenoot 72 2. Gronden van niet-ontvankelijkheid van de vordering 72 A. Het bezit van staat 72 B. Geen instemming tot een daad die de voortplanting tot doel had 73 3. Organisatie van de betwisting 74 A. Vaderschapsbetwisting op tegenbewijs 74 B. Vaderschapsbetwisting zonder bewijsvoering 75 4. Mogelijkheid van in rechte optreden door de genetische vader vóór de geboorte 77 A. Situering 77 B. Het instellen van een vordering tot betwisting vóór de geboorte 77 1. De situatie vóór de wet van 1 juli 2006 (oud afstammingsrecht) 77 2. De situatie ingevolge de wet van 1 juli 2006 78 3. De situatie ingevolge de programmawet van 27 december 2006 79 C. Consequenties voor de naam van het kind 83 5. Personen tegen wie de vordering moet worden ingesteld 84 DEEL III. DE MOEDERLIJKE EN DE VADERLIJKE ERKENNING GERD VERSCHELDEN 87 HOOFDSTUK I. ERKENNING DOOR EEN VROUW 89 1. Grondvoorwaarden 89 A. De naam van de moeder is niet vermeld in de geboorteakte van het kind 89 VU
B. Toestemming van de vader en/of het te erkennen kind 90 1. Ratio van de toestemmingsvereiste 91 2. Wettelijk vereiste toestemmingen 92 3. Procedure na toestemmingsweigering 94 C. Uit de erkenning blijkt geen op bloed- of aanverwantschap gesteund absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkennende vrouw en de vader 96 2. Vormvereisten 97 3. Bijzondere publiciteit bij erkenning door een gehuwde vrouw: mededeling 97 A. Toepassingsgebied van de beschermingsregeling 98 B. Wijze waarop de mededeling geschiedt 102 1. Kennisgeving 103 2. Betekening 105 C. Sanctie bij niet-naleving van de mededelingsverplichting. 106 HOOFDSTUK II. BETWISTING VAN DE MOEDERLIJKE ERKENNING 107 1. Gemeenrechtelijke betwisting van een moederlijke erkenning (art. 330 B.W.) 108 A. Ontvankelijkheidsvoorwaarden 108 1. Algemeen: afwezigheid van bezit van staat t.a.v. de erkennende vrouw 108 2. Bijzondere voorwaarde voor de erkennende vrouw en degenen die tot deze erkenning hebben toegestemd: een wilsgebrek 108 3. Titularissen van de vordering 110 4. Termijnen 111 5. Partijen in het geding 112 B. Gegrondheid van de vordering 113 2. Bijzondere procedure tot nietigverklaring van een moederlijke erkenning (art. 329bis, 3 B.W.) 115 HOOFDSTUK III. ERKENNING DOOR EEN MAN 117 1. Grondvoorwaarden 118 A. Het vaderschap staat niet vast krachtens artikel 315 of 317»w viii
B. Toestemming van de moeder en/of het kind (art. 329teB.W.) 119 1. Wettelijk vereiste toestemmingen 119 a. Het kind is meerderjarig of ontvoogd 119 b. Het kind is een niet ontvoogde minderjarige wiens ouder bekend en in leven is en in de mogelijkheid verkeert zijn wil te uiten 119 c. Het kind is een niet ontvoogde minderjarige zonder bekende ouder of met een ouder die overleden is dan wel in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te uiten 122 2. Vorm van de toestemming en ogenblik waarop zij moet worden gegeven 123 3. Toestemmingsweigering en het geding dat daarop volgt 123 C. Uit de erkenning blijkt geen op bloed- of aanverwantschap gesteund absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkenner en de moeder (art. 321 B.W.) 124 1. Totaal verboden erkenningen waaruit een absoluut huwelijksbeletsel blijkt 127 2. Voorwaardelijk toegelaten erkenningen waaruit een absoluut huwelijksbeletsel blijkt 128 3. Toegelaten erkenningen waaruit een relatief huwelijksbeletsel blijkt 129 4. Toegelaten erkenningen waaruit geen huwelijksbeletsel blijkt 131 2. Geding na toestemmingsweigering 131 A. Bevoegde rechtbank 132 B. Gedinginleidend stuk 133 C. Afwezigheid van termijn om de vordering in te leiden... 134 D. Vertegenwoordiging van het te erkennen kind 137 1. Het kind is jonger dan twaalf jaar 137 2. Het kind heeft de volle leeftijd van twaalf jaar bereikt. 139 E. Verzoeningspoging door de rechtbank 140 F. Oordeel van de rechtbank bij gebrek aan verzoening... 141 1. Ratio en ontstaansgeschiedenis van de nieuwe wettelijke regeling 142 2. Bewijs dat de aspirant-erkenner niet de biologische vader is 143 IX
3. Afwezigheid van bewijs van biologisch niet-vaderschap van de aspirant-erkenner 144 a. Het te erkennen kind is jonger dan één jaar op het tijdstip van inleiding van de procedure 145 b. Het te erkennen kind is ouder dan één jaar op het tijdstip van inleiding van de procedure 146 4. Samenvatting 148 5. Beoordeling 148 G. Bijzonder geval: de aspirant-erkenner wordt vervolgd wegens verkrachting van de moeder 151 1. Ratio en ontstaansgeschiedenis van een bijzondere beschermingsregeling 151 2. Toepassingsgebied 152 3. Inhoud van de bescherming tegen de verkrachter... 154 4. Kritische bedenkingen 157 H. Behandeling van de zaak in raadkamer 159 I. Situatie en verdere verloop na het oordeel dat de erkenning kan plaatsvinden 160 3. Erkenning van een overspelig kind a matre 161 A. Afschaffing van de procedure tot voorafgaande machtiging 161 B. Overgangsregeling 162 4. Erkenning door een gehuwd man van een overspelig kind a patre 162 A. Afschaffing van de homologatieprocedure 162 B. Invoering van een mededelingsverplichting, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid 164 1. Toe Passingsgebied van de beschermingsregeling 164 *. Wijze waarop de mededeling geschiedt 165 i. Sanctie bij niet-mededeling 165 a. Relatieve niet-tegenwerpelijkheid...[ 165 b. Erfrechtelijke consequenties.. 166 <-. Overgangsregeling 169 5. Erkenning van een verwekt kmdvóór de geb heid B. Nut 171 i 6. Doodgeboren kind. e naam van de vader in de akte van een levenloos kind 175 176 l76
B. Erkenning blijft onmogelijk 178 7. Erkenning van een overleden kind 179 8. Publiciteit 180 A. Kantmelding (enkel) in de geboorteakte van het kind... 180 1. Problematisch karakter van deze algemene publiciteitsregeling 180 2. Oplossingen 181 B. Mededelingsverplichting na erkenning van een kind door een gehuwd man (art. 319bis B.W.) 184 1. Kennisgeving 185 2. Betekening 186 C. Mededelingsverplichting van een zonder toestemming(en) gedane erkenning (art. 329bis, 3 B.W.) 186 9. Uitwerking van een erkenning 188 A. Declaratief karakter van een erkenning 188 B. Beperkte uitwerking van een erkenning door een gehuwde ouder die niet aan diens echtgeno(ot(e) is meegedeeld (art. 313, 3 en art. 319bis, 3de lid B.W.) 188 C. Beperkte uitwerking van een erkenning zonder de voorafgaande toestemming(en) (art. 329bis, 3, 6de lid B.W.).. 188 HOOFDSTUK IV. BETWISTING VAN DE VADERLIJKE ERKENNING 191 1. Gemeenrechtelijke betwisting van een vaderlijke erkenning (art. 330 B.W.) 191 A. Algemene ontvankelijkheidsvoorwaarden 191 1. Afwezigheid van bezit van staat ten aanzien van de erkennende man 191 2. Een levensvatbaar geboren kind 192 B. Bijzondere ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de erkennende man en degenen die tot de erkenning hebben toegestemd: een wilsgebrek 193 C. Titularissen van de vordering 195 1. Beperking van het aantal vorderingsgerechtigden... 195 2. Overgangsregeling 196 3. Uitsluiting van bepaalde vorderingsgerechtigden 196 D. Termijnen 198 1. Vorderingsrecht van de moeder 199 XI
2. Vorderingsrecht van het kind 199 3. Vorderingsrecht van de erkenner 200 4. Vorderingsrecht van de man die het vaderschap opeist 202 E. Partijen in het geding 204 F. Vertegenwoordiging van het erkende kind 205 1. Als verweerder 205 a. De betwistingvordering wordt ingeleid door de erkenner 205 b. De betwistingvordering wordt ingeleid door de moeder 206 c. De betwistingvordering wordt ingeleid door de man die het vaderschap opeist 206 2. Als eiser 207 G. Gegrondheid van de vordering 207 2. Nietigverklaring van een zonder toestemmingen gedane erkenning (art. 329tó, 3 B.W.) 209 A. Toepassingsgebied 209 B. Bezit van staat t.a.v. de erkenner is geen onontvankelijkheidsgrond 210 C. Procedureregels 210 1. Titularissen van de vordering 210 2. Termijn 211 3. Partijen in het geding 212 4. Vertegenwoordiging van het erkende kind 213 a. Als verweerder 213 b. Als eiser 213 5. Bevoegde rechtbank 214 6. Gedingleidend stuk en procedureverloop 215 C. Oordeel van de rechtbank over de gegrondheid van de vordering 216 DEEL IV. HET ONDERZOEK NAAR HET MOEDERSCHAP EN NAAR HET VADERSCHAP FREDERIK SWENNEN 219 HOOFDSTUK I. INLEIDING 221 xl1
HOOFDSTUK II. VESTIGING VAN DE AFSTAMMING 225 1. Materieel toepassingsgebied 225 A. Onderzoek naar het moederschap 225 B. Onderzoek naar het vaderschap 226 1. Regeling 226 2. Overgangsregeling 227 2. Ontvankelijkheid en gegrondheid van de vordering 228 A. Inleiding 228 B. Ontvankelijkheid van de vordering 228 1. Incestueuze afstamming (art. 314, 2de lid en 325 B.W.) 229 a. Regeling 229 b. Overgangsregeling 234 2. Vetorecht meerderjarig of ontvoogd kind (art. 332quinquies, 1 B.W.) 235 a. Regeling 235 b. Overgangsregeling 235 C. De gegrondheid van de vordering 236 1. Kennelijke strijdigheid van de vaststelling van de afstamming met de belangen van het kind (art. 332quinquies, 2 B.W.) 236 a. Regeling 236 b. Overgangsregeling 240 2. Bewijs van (de afwezigheid van) de biologische band (art. 332quinquies, 3 B.W.) 241 3. De 'exceptie van verkrachting' (art. 332quinquies, 4 B.W.) 242 a. Inleiding 242 b. Regeling 242 c. Overgangsregeling 244 d. Beoordeling 244 3. Partijen in het geding 246 A. Titularissen van de vordering (art. 332ter, 1ste en 2de lid B.W.) 246 B. Vertegenwoordiging (art. 331sexiesBW.) 249 4. Termijn voor de vordering (art. 331 ter B.W.) 252 5. De verplichting tot betekening van de beslissing (art. 322, 2de lid B.W.) 255 xiii
HOOFDSTUK III. BETWISTING VAN DE AFSTAMMING 257 DEELV. DE GEVOLGEN VAN DE AFSTAMMING - DE VORDERING TOT UITKERING VOOR LEVENSONDERHOUD TEGEN DE VERMOEDELIJKE VERWEKKER FREDERIK SWENNEN 259 HOOFDSTUK I. INLEIDING 261 HOOFDSTUK II. DE GEVOLGEN VAN DE AFSTAMMING 263 1. De verplichting tot betekening van de beslissing waarbij de overspelige vaderlijke afstamming wordt vastgesteld (art. 322, 2de lid B.W.) 263 2. De opvoedingvan het overspelige kind in de echtelijke verblijfplaats (oud art. 334te B.W.) 264 3. De vermogensrechtelijke bestraffing van de overspelige echtgenoot (art. 334terB.W.) 265 4. De naam (art. 335 B.W.) 266 A. Ook het a patre overspelige kind krijgt vadersnaam (art. 335, 1 en 3, 2de lid B.W.) 266 B. De wijziging van moedersnaam naar vadersnaam (art. 335, 3, 2de lid B.W.) 269 C. Weerslag van de vaststelling van afstammingsbanden van een meerderjarig kind op zijn naam (art. 335, 4 B.W.).. 271 5. Vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot in samenloop met overspelige kinderen (oud art. labquater, 1, 2de lid B.W.) 273 A. Regeling 273 B. Overgangsregeling 275 6. Vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot in samenloop met stiefkinderen (art. 7$5quinquies, 2,1ste lid B.W.). 277 7. Uitsluiting van overspelige kinderen uit de verdeling in natura van de nalatenschap (oud art. 837 B.W.) 277 A. Regeling 277 X1V
B. Overgangsregeling 279 8. Huwelijksvoordelen in samenloop met niet-gemeenschappelijke kinderen (art. 1465 B.W.) 279 HOOFDSTUK III. DE VORDERING TOT UITKERING VOOR LEVENSONDER- HOUD TEGEN DE VERMOEDELIJKE VERWEKKER 283 DEEL VI. DE AFSTAMMING NA MEDISCH BEGELEIDE VOORTPLANTING TIM WUYTS 287 INLEIDING 289 HOOFDSTUK I. BESTAAT ER EEN RECHT OP EEN KIND? 295 1. Vanuit mensenrechtelijk perspectief 295 2. De MBV-wet 298 HOOFDSTUK II. TOEPASSINGSGEBIED 299 1. Medisch begeleide voortplanting 299 A. Definitie 299 B. Uitvoering 302 2. Toegang tot medisch begeleide voortplanting 305 A. Personen 305 B. Medische indicaties 309 C. Leeftijd 310 HOOFDSTUK III. AFSTAMMING NA MEDISCH BEGELEIDE VOORTPLANTING 313 1. Inleiding 313 A. Draagwijdte 313 B. Ratio legis 314 C. Beginselen 314 C. Praktische gevolgen 317 D. Plan van het onderzoek 317 XV
2. Heteroseksueel (echt)paar 318 A. Langs moederszijde 318 1. Vaststelling van rechtswege 318 2. Erkenning 318 3. Onderzoek naar moederschap 320 4. Betwisting van de afstamming 321 B. Langs vaderszijde 322 1. Vaderschap van rechtswege 322 a. De vaderschapsregel 322 b. Gevolgen van de uitdrukkelijke toestemming van de echtgenoot 323 c. Wijze waarop de toestemming wordt gegeven 325 d. Belang van het huwelijk 327 e. Opvolgend huwelijk 328 2. Erkenning 328 3. Onderzoek naar vaderschap 330 4. Betwisting van de afstamming 331 5. Vordering tegen de verwekker 333 3. Homoseksueel (echt)paar 334 A. De bio-fysiologische moeder 334 B. De lesbische meemoeder 334 4. Alleenstaande moeder 336 A. Langs moederszijde 336 B. Tweede afstammingsband? 336 HOOFDSTUK IV. ANONIMITEIT VAN HET DONORSCHAP 339 1. Groeiende consensus over het bestaan van een 'recht op kennis van de genetische oorsprong' 339 A. Aandacht in de voorbereidende werken 339 B. Het adoptierecht 339 C. Artikelen 3 en 71.V.R.K 340 D. Artikel 8 E.V.R.M 343 1. Recht op informatie over hetjeugdbeschermingsverleden 343 2. Gebrek aan consensus over het behoud van de anonimiteit van de donor 344 xvi
3. Recht op identiteit bij de vaststelling van een afstammingsband 344 4. Recht op identiteit bij anoniem bevallen 345 5. Besluit 348 2. MBV-wet 349 A. Beginsel 349 B. Niet-anonieme donatie 351 C. Registratie en mededeling van bepaalde gegevens 352 D. Toetsing aan het I.V.R.K. en het E.V.R.M 354 E. Anonimiteit en huwelijksbeletselen? 357 3. Het beroepsgeheim 358 HOOFDSTUK V. DRAAGMOEDERSCHAP 359 1. Wettelijke omkadering 359 2. De afdwingbaarheid van de draagmoederschapsovereenkomst 360 3. Afstamming na draagmoederschap 363 A. Volgens de gewone regels inzake afstamming 363 1. Beginsel 363 2. Afstamming langs moederszijde 363 3. Afstamming langs vaderszijde 365 a. Kind geboren binnen het huwelijk 365 b. Kind geboren buiten het huwelijk 368 B. Adoptie 369 4. Besluit 372 HOOFDSTUK VI. AFSTAMMING NA OVERLIJDEN VAN ÉÉN VAN DE WENS- OUDERS 375 1. Toelaatbaarheid 375 A. Algemeen 375 B. Post-mortem implantatie van overtallige embryo's 377 C. Post-mortem inseminatie van overtallige gameten 379 D. Intrekking van de toestemming bedoeld in artikelen 7, 13 en 42 MBV-wet 382 XV11
E. Verstrijken van de bewaartermijn 383 1. Bewaring van overtallige embryo's 383 2. Bewaring van overtallige gameten 385 2. Termijn voor implantatie en inseminatie 386 3. Gevolgen 387 A. Afstamming 387 1. Algemeen 387 2. Langs moederszijde 388 3. Langs vaderszijde 388 B. Naamgeving 392 C. Erfrecht 393 1. Geen afstammingsband met wensvader 393 2. Wel een afstammingsband met wensvader 393 D. Schenkingen 399 E. Onderhoudsvorderingen 399 1. Onderhoudsvordering tegen de verwekker? 399 2. Onderhoudsplicht op grond van een vastgestelde afstammingsband? 400 F. Recht op identiteit? 400 G. Doodgeboren kinderen 401 BIJLAGE: GECOÖRDINEERDE VERSIE VAN DE WETTEN VAN 1 JULI 2006, 27 DECEMBER 2006, 10 MEI 2007,15 MEI 2007 EN 6JULI 2007 403 xvui
PPN: 276007166 Titel: De hervorming van het afstammingsrecht : commentaar op de Wetten van 1 juli 2006, 27 december 2006 en 6 juli 2007; [drie studienmiddagen... 18, 19 en 23 januari 2007 resp. aan de Universiteiten van Gent, Antwerpen en Leuven] / P. Senaeve... (ed.). Met bijdragen van: Patrick Senaeve... - Antwerpen [u.a.] :, 2007 ISBN: 978-90-5095-735-9 Bibliographischer Datensatz im SWB-Verbund