Vaststelling en betwisting van het vaderschap van de echtgenoot in België en Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vaststelling en betwisting van het vaderschap van de echtgenoot in België en Nederland"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Vaststelling en betwisting van het vaderschap van de echtgenoot in België en Nederland Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Charlotte Verschelden Studentennr Major: Burgerlijk recht en strafrecht Promotor: Prof. G. Verschelden Commissaris: Mevr. K. Verstraete

2 Inhoudstafel Inleiding Deel I. De vaststelling van het vaderschap van de echtgenoot. Hoofdstuk 1. De vaderschapsregel. Afdeling 1. Principe A. Het kind is geboren binnen het huwelijk B. Het kind is geboren binnen een bepaalde periode na ontbinding van het huwelijk. C. De vermoedens van art. 326 B.W. D. De situatie bij wettelijke samenwoning (België) en geregistreerd partnerschap (Nederland). Afdeling 2. Uitzonderingen: Uitschakeling van de vaderschapsregel A. Een beslissing houdende vaststelling van het vermoeden van afwezigheid waaruit blijkt dat het kind geboren is meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot. B. Vier gevallen waarin het vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk is: 1. De vier gevallen a) Het kind is geboren meer dan 300 dagen nadat de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken in het kader van een echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting b) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de neerlegging van het verzoekschrift met het oog op een echtscheiding door onderlinge toestemming c) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de datum waarop de echtgenoten op verschillende adressen zijn ingeschreven, voor zover ze nadien niet opnieuw in hetzelfde adres zijn ingeschreven d) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na een door de vrederechter uitgesproken vonnis waarbij de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken 2. De aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand 2

3 C. De gemeenschappelijke verklaring tot handhaving of uitschakeling van de vaderschapsregel. 1. De verklaring uit het Belgische recht: een verklaring tot handhaving van de vaderschapsregel 2. De verklaring uit het Nederlandse recht: een verklaring tot uitschakeling van de vaderschapsregel Hoofdstuk 2. Vaderschapsconflicten A. Bij bigamie B. Bij een nieuw huwelijk van de moeder na ontbinding van het vorige. Deel II. De betwisting of ontkenning van het vaderschap van de echtgenoot. Hoofdstuk 1. Gronden van niet ontvankelijkheid Afdeling 1. Bezit van staat Afdeling 2. Instemming met een daad die de voortplanting tot doel had A. In België 1. De toepassingsvoorwaarden voor art B.W. a) De moeder is gehuwd b) Er is kunstmatige inseminatie of een andere daad die de voortplanting tot doel had c) Toestemming van de echtgenoot d) Afwijking 2. Gevolgen van de toepassing van art B.W. B. In Nederland Afdeling 3. De mogelijkheid om op te treden voor de geboorte Hoofdstuk 2. De titularissen van de vordering en hun termijnen om de vordering in te stellen. Afdeling 1. Titularissen die zowel in België en Nederland een vorderingsrecht hebben. A. De moeder B. De vader C. Het kind D. Bloedverwanten van de echtgenoot 3

4 Afdeling 2. Bijkomende titularissen in België. A. De persoon die het vaderschap opeist (de beweerde vader). 1. Ratio legis en termijn 2. Overgangsrecht 3. Voorwaarden voor het vaststellen van het vaderschap van de beweerde vader 4. Geen vorderingsrecht voor de erfgenamen van de beweerde vader 5. Wat wanneer er meerdere eisers zijn? B. De eerste echtgenoot bij een vaderschapsconflict Afdeling 3. Bijkomende titularissen in Nederland. A. Afstammelingen van de moeder of vader of grootouders B. Afstammelingen in de eerste graad van het kind. Afdeling 4. Aard van de termijnen. A. Vervaltermijnen B. Berekening van de termijnen Hoofdstuk 3. Het te leveren bewijs Afdeling 1. Betwisting van het vaderschap op tegenbewijs A. België 1. Het rechtstreeks bewijs 2. Het onrechtstreeks bewijs 3. Hiërarchie van de bewijsmiddelen B. Nederland Afdeling 2. Betwisting van het vaderschap op eenvoudige verklaring A. De gevallen waarin een eenvoudige verklaring is toegelaten B. De bewijslast C. De gevolgen van de afwijzing van de betwisting op eenvoudige verklaring Hoofdstuk 4. De partijen in het geding Afdeling 1. De partijen die verplicht bij het geding moeten betrokken worden Afdeling 2. De termijn waarbinnen alle partijen dienen gedagvaard te worden Afdeling 3. De partijen die door de rechtbank in het geding kunnen worden geroepen 4

5 Afdeling 4. De vrijwillige tussenkomst van derden Hoofdstuk 5. Vertegenwoordiging van de procespartijen. Afdeling 1. Het minderjarige kind A. In België 1. Als verweerder a) Algemeen b) Eerste mogelijkheid: het geval waarbij de betwistingsvordering ingeleid wordt door de echtgenoot/vader c) Tweede mogelijkheid: de betwistingvordering wordt ingeleid door de moeder of de moeder stelt hoger beroep in tegen een vonnis dat de betwistingsvordering van de echtgenoot gegrond verklaard 2. Als eiser 3. Rechtsplegingsvergoeding 4. Procedurele aspecten voor het aanstellen van een voogd ad hoc 5. Wat als de wettelijke vertegenwoordiger niet verschijnt? B. In Nederland: De bijzonder curator 1. Aanstelling van de bijzonder curator 2. Taak van de bijzonder curator 3. Wat met kinderen jonger dan twaalf jaar? 4. Kostenverdeling Afdeling 2. Andere partijen. Hoofdstuk 6. Bevoegde rechter Afdeling 1. Materiële bevoegdheid Afdeling 2. Territoriale bevoegdheid Hoofdstuk 7. Rechtsgevolgen van de betwisting/ontkenning van het vaderschap Hoofdstuk 8. De bekendmaking van de beslissing in de registers van de burgerlijke stand Besluit 5

6 Inleiding 1. Zowel in België als Nederland wordt het afstammingsrecht traditioneel als een van de moeilijkste onderdelen van het personen- en familierecht gezien. 1 Een van de redenen hiervoor is dat er steeds meer onderscheid komt tussen biologische, juridische en sociale ouders. Degene die ouder van een kind is, moet zich afvragen wat soort ouder hij is en wat de rechtsgevolgen daarvan zijn. Ook de toepassing van verschillende bevruchtingstechnieken maken de afstammingswetgeving er niet eenvoudiger op. 2 Het afstammingsrecht maakt deel uit van het privaatrecht. Het raakt dan ook de private belangen van personen. Het afstammingsrecht heeft gevolgen voor het erfrecht, het ouderlijk gezag, het dragen van een naam, enz. Het gaat dus vooral om morele en patrimoniale belangen. Dit belet echter niet dat het afstammingsrecht de openbare orde raakt. Ze stelt de staat van een individu in de familie vast. Dit is van groot belang voor de ordening van de maatschappij en overstijgt de louter private belangen De nieuwe afstammingswet van 1 juli 2006 tot wijziging van bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan 4 is er gekomen omdat de afstammingswet van 31 maart 1987 volledig uitgehold was door de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Op verschillende punten behandelde deze afstammingswet vergelijkbare categorieën van personen verschillend. Zo werden kinderen verschillend behandeld naargelang de moederlijke dan wel de vaderlijke afstamming werd vastgesteld en werden mannen verschillend behandeld voor de vaststelling van hun vaderschap, naargelang zij al dan niet met de moeder gehuwd waren. 5 Vele artikelen uit de oude wet vormden een schending van het gelijkheidsbeginsel volgens het Hof. Er is dan ook een globale hervorming gekomen van ons afstammingsrecht. Men heeft een nieuw evenwicht willen zoeken tussen de biologische realiteit, de sociale realiteit en de wil van de personen. 1 G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 19, nr. 23 en P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, Titel 11, Inl., punt 1, losbl., P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, Titel 11, Inl., punt 1, losbl., G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 19, nr B.S. 29 december 2006, ed. 6, F. SWENNEN, familierecht in kort bestek, nr.4, Antwerpen, Intersentia, 2008, 32, nr

7 De nieuwe afstammingswet is inwerking getreden op 1 juli Hier dient opgemerkt te worden dat de wet reeds voor haar inwerkingtreding hersteld werd door de reparatiewet van 27 december In Nederland dateert de recentste afstammingswet van 24 december Daarvoor werd er nog steeds een onderscheid gemaakt tussen wettige en onwettige kinderen. 7 Dit was door het Europees Hof voor de rechten van de mens in het Marckx-arrest 8 reeds strijdig beoordeeld met de artikelen 8 (recht op eerbiediging privé-leven) en 14 (non-discriminatie beginsel) EVRM. Als deze twee artikelen samen gelezen worden, komt men tot de conclusie dat iemand recht heeft de eerbiediging van zijn privé- en gezinsleven zonder onderscheid op grond van geboorte. 9 Deze strijdigheid met het Europees recht en het feit dat de afstamming door nieuwe bevruchtingstechnieken een grote evolutie had doorgemaakt, hebben de Nederlandse wetgever ertoe aangezet deze nieuwe wet in te voeren die op 1 april 1998 in werking is getreden. 4. Ondanks het feit dat de Belgische wetgever zich op bepaalde punten duidelijk heeft laten inspireren door de Nederlandse wetgeving blijven er grote verschillen tussen beide rechtsstelsels. Hierna wordt er verder ingegaan op die verschilpunten maar ook op de gelijkenissen tussen beide rechtsstelsels. In het eerste deel wordt de wijze waarop de afstamming langs vaderszijde binnen het huwelijk komt vast te staan en worden de uitzonderingen daarop behandeld. In het tweede deel wordt bekeken onder welke voorwaarden het vaderschap van de echtgenoot kan betwist of, zoals men het in Nederland noemt, ontkend worden en wat daar de gevolgen van zijn. In dit deel wordt ook ingegaan op enkele procesrechtelijke aspecten, zoals de bevoegde rechter en de vertegenwoordiging van partijen in procedures betreffende de afstamming. 6 Wet 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, B.S. 28 december 2006, ed. 3, P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, Titel 11, Inl., punt 3, losbl., Hof Mensenrechten, Arrest Marckx/België, 13 juni 1979, Rev. trim. dr. fam. 1979, en R.W , G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 33, nr

8 Deel I. De vaststelling van het vaderschap van de echtgenoot Hoofdstuk 1. De vaderschapsregel Afdeling 1. Principe A. Het kind is geboren binnen het huwelijk 5. Het principe dat zowel in België als Nederland geldt, is dat van pater is est quem nuptiae demonstrant. Ons art. 315 B.W. zegt: Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk, heeft de echtgenoot tot vader. De vaderschapsregel is dus toepasselijk ten aanzien van alle kinderen die geboren worden ten vroegste de dag van de huwelijkssluiting en ten laatste de 300 ste dag na de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk. 10 De vaderschapsregel speelt dus tijdens het huwelijk, ook al leven de echtgenoten feitelijk gescheiden of zijn ze in een echtscheidingsprocedure verwikkeld en binnen de 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk. 11 Het Nederlandse art. 199 N.B.W. bepaalt: Vader van een kind is de man: a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd, tenzij onderdeel b geldt; b. wiens huwelijk met de vrouw uit wie het kind geboren is, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd; indien echter de vrouw sedert de 306 de dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot niet de vader is van het kind, van welke 10 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 11, nr G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 162, nr

9 verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd dan is in dat geval de huidige echtgenoot de vader van het kind; Beide rechtstelsels kennen dus de fictie van vaderschap. De man die ten tijde van de geboorte van het kind met de moeder van dat kind is gehuwd, wordt vermoed de verwekker van dat kind te zijn of althans te hebben ingestemd met een daad die tot de verwekking van dat kind kan hebben geleid. De bepaling zegt niets over het biologische vaderschap. 12 In het merendeel van de gevallen zal de sociale werkelijkheid binnen het huwelijk echter wel overeenstemmen met de biologische realiteit. 13 Het gaat dus om een vermoeden van vaderschap, het is geen materiële rechtsregel. De vaderschapsregel vormt slechts een bewijsregel. Het is een vermoeden juris tantum dat de echtgenoot de biologische vader van het kind is. 14 De vaderschapsregel is de principiële vaststelling van het vaderschap binnen het huwelijk. Dit principieel karakter werd bevestigd door het vroegere Arbitragehof in twee arresten. 15 Het Arbitragehof meent dat de wetgever mocht aanvaarden dat degene die huwt, aanvaardt in beginsel als vader beschouwd te worden van ieder kind dat zijn vrouw zal baren. 16 De regel pater is est quem nuptiae demonstrant moet nu enigszins gerelativeerd worden. De afstammingswet legt het vaderschap niet permanent op. Het kan worden betwist, en dat niet enkel door de echtgenoot zelf maar nog door tal van andere titularissen (cf. nr. 65 e.v.) Wordt een kind uit een niet-gehuwde vrouw geboren, dan kan vaderschap slechts ontstaan door erkenning of door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 199 N.B.W., punt 1, losbl., G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 159, nr G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 161, nrs Arbitragehof nr. 138/2000, 21 december 2000, T.B.B.R. 2001, en Arbitragehof nr. 95/2001, 12 juli 2001, Rev. trim. dr. fam. 2001, G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, , nr G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, , nrs P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 199 N.B.W., punt 2, losbl.,

10 B. Het kind is geboren binnen een bepaalde periode na ontbinding van het huwelijk. 7. Ons art. 315 B.W. en art. 199 N.B.W. geven een bepaalde periode aan waarbinnen de ex-echtgenoot van de moeder toch nog als de vader wordt beschouwd. Hier verschilt de situatie tussen België en Nederland. 8. Een eerste verschil is de termijn. Deze is in België 300 dagen, in Nederland 306 dagen. Onze termijn is dezelfde gebleven als deze uit de oude afstammingswet. Nederland gebruikte vroeger ook die termijn van 300 dagen. Sinds 1970 echter kennen ze een termijn van 306 dagen. Dit gebeurde naar aanleiding van een verbeterd inzicht van artsen betreffende de maximumduur van een zwangerschap. 19 Voor de berekening van de termijn moet de dies a quo niet meegerekend worden, de dies ad quem wel. De vaderschapsregel is dus van toepassing op kinderen die geboren worden ten laatste op de driehonderdste dag na de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk. Wanneer het huwelijk dus ontbonden is door overlijden is de aanvangsdag, die niet in de termijn is inbegrepen, de dag van overlijden. Wanneer het huwelijk wordt nietig verklaard, is de aanvangsdag de dag waarop het vonnis of arrest dat de nietigverklaring uitspreekt in kracht van gewijsde treedt. Wanneer het huwelijk ontbonden is door echtscheiding, is de aanvangsdag de dag waarop het vonnis of arrest dat de echtscheiding uitspreekt in kracht van gewijsde gaat Een tweede verschil is dat in Nederland een onderscheid wordt gemaakt naargelang de wijze waarop het huwelijk is ontbonden. Dit is bij ons niet zo. Ons art. 315 B.W. heeft het gewoon over ontbinding of nietigverklaring en maakt dus geen onderscheid naargelang de wijze waarop het huwelijk is ontbonden. In Nederland wordt de man enkel als vader aangemerkt als het huwelijk door de dood van de man is ontbonden en indien zijn overlijden binnen een periode van 306 dagen voor de geboorte van het kind plaatsvond. Dit is zelfs het geval als de moeder was 19 P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 199 N.B.W., punt 6, losbl., G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 163, nrs

11 hertrouwd. Is de overleden echtgenoot niet de verwekker van het kind, dan bestaat de mogelijkheid van ontkenning van zijn vaderschap (cf. deel II). Een kind dat binnen of na de maximale conceptieperiode van 306 dagen na de echtscheiding (of na de ontbinding na scheiding van tafel en bed) van de ouders wordt geboren, staat slechts in familierechtelijke betrekking tot de moeder. Wel kan de moeder haar kind laten erkennen door een man of diens vaderschap gerechtelijk doen vaststellen. Indien de vrouw dus bevalt binnen de 306 dagen na haar echtscheiding, dan is zij dus de moeder en heeft het kind geen juridische vader. Is zij hertrouwd en wordt haar kind binnen het nieuwe huwelijk geboren, dan geldt de hoofdregel weer dat de vader diegene is die met de moeder gehuwd is ten tijde van de geboorte van het kind. De Nederlandse wetgever heeft voor deze oplossing gekozen omdat in het veel voorkomende geval van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding de exechtgenoot dikwijls niet de biologische vader van het kind bleek te zijn. 21 De Belgische wetgever heeft dit anders opgelost en een aantal uitzonderingen op de vaderschapsregel voorzien (cf. nr. 21 e.v.) Er is hier wel nog een lacune aan te duiden in de Nederlandse wetgeving. Indien een vrouw binnen de 307 dagen na de ontbinding van het huwelijk door de dood van haar echtgenoot twee kinderen ter wereld brengt (bijvoorbeeld het ene enkele dagen na de ontbinding en het andere 280 dagen later), dan geldt de echtgenoot van het ontbonden huwelijk ook als vader van het tweede kind, dat niet tijdens het huwelijk kan verwekt zijn. Dit probleem zien we ook in het Belgisch recht maar het gaat hier om een uitzonderlijke toestand en een vordering tot ontkenning respectievelijk betwisting van het vaderschap zal hier slagen P. VLAARDINGERBROEK, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 199 N.B.W., punt 3 en 4, losbl., Art. 316bis B.W. 23 J. DE BOER, Afstamming en adoptie, in Mr. C. ASSER S handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 504, nr

12 C. De vermoedens van art. 326 B.W. 11. Het ogenblik van de verwekking kan als rechtsfeit meestal niet met zekerheid worden vastgesteld. Daarom heeft de Belgische wetgever een vermoeden in de wet ingeschreven omtrent het tijdstip van de verwekking. Behoudens tegenbewijs wordt het kind geacht verwekt te zijn in het tijdvak van de 300 ste tot en met de 180 ste dag voor de geboorte. Het gaat om een vermoeden juris tantum. Het tegenbewijs kan worden geleverd. Men zal dan moeten aantonen dat de zwangerschap meer dan 300 dagen of minder dan 180 dagen heeft geduurd. Dit bewijs kan geleverd worden door bijvoorbeeld een zwangerschapsattest van de gynaecoloog. Dit brengt met zich mee dat wanneer voor de rechtbank het bewijs wordt geleverd dat een kind dat geboren is 302 dagen na de ontbinding van het huwelijk, verwekt is 304 dagen voor de geboorte, de ex-echtgenoot van de moeder toch als juridische vader zal worden aangewezen ondanks het feit dat de vaderschapsregel ex art. 315 B.W. strikt genomen niet zal spelen Het vermoeden dat het kind werd verwekt tijdens dit wettelijk tijdvak, wordt aangevuld met nog een tweede vermoeden. Het kind wordt geacht op het tijdstip verwekt te zijn dat voor hem het meest gunstig is ofwel omni meliore momento. Ook dit vermoeden is weerlegbaar en geldt dus juris tantum. Het kind mag zijn verwekking situeren op het tijdstip binnen het wettelijk tijdvak dat voor hem het meest gunstig is maar de andere belanghebbenden mogen het bewijs leveren dat het tijdstip door het kind aangebracht niet overeenstemt met de werkelijkheid. Indien een kind daar in een concreet geval belang bij heeft, zou het zich dus aan de toepassing van de vaderschapsregel kunnen ontrekken door voor te houden dat hij (het kind) verwekt werd in dat deel van het wettelijk tijdvak dat zich na de ontbinding van het huwelijk situeert. Het tegenbewijs kan echter geleverd worden. Dit vermoeden laat het kind alleen toe om het exacte tijdstip van zijn verwekking binnen het wettelijke tijdvak te plaatsen. Het kind kan het vermoeden niet aanwenden om te beweren dat het geboren is op een tijdstip dat zich buiten dit wettelijke tijdvak bevindt G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 168, nrs G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, , nrs

13 13. Er dient te worden opgemerkt dat het enkel het kind is dat zich op de vermoedens uit art. 326 B.W. kan beroepen. Dit staat niet letterlijk in de wettekst maar kan wel afgeleid worden uit de formulering van de wettekst. Het kind kan bovendien in opeenvolgende procedures verschillende standpunten innemen. Dit is een gevolg van het feit dat het gezag van gewijsde in afstammingszaken slechts relatief is, wat wil zeggen dat het enkel kan opgeworpen worden door degenen die partij waren bij de eerste beslissing in dezelfde hoedanigheid. 26 D. De situatie bij wettelijke samenwoning (België) en geregistreerd partnerschap (Nederland). 14. Een geregistreerd partnerschap leidt net zomin als de wettelijke samenwoning tot vaderschap, ook niet indien de partner van de vrouw een man is. De wetgever vreesde ervoor dat dit tot allerlei incestueuze afstammingsbanden zou leiden In België werden nochtans amendementen door de parlementsleden van verschillende partijen daartoe ingediend. 28 Deze werden evenwel na parlementaire bespreking weer ingetrokken. In deze amendementen werd voorgesteld een bepaling in te voeren dat het kind dat geboren wordt tijdens een wettelijke samenwoning tussen personen van verschillend geslacht of binnen 300 dagen na de beëindiging of de nietigverklaring van de wettelijke samenleving, de wettelijk samenwonende partner van de moeder tot vader heeft. Er werd aan toegevoegd dat deze regel niet zou gelden ingeval tussen de wettelijk samenwonenden een huwelijksbeletsel bestaat waarvan de Koning geen ontheffing kan verlenen. Dit natuurlijk om incestueuze afstammingsbanden te vermijden. 29 De niet-uitbreiding zou men als een gemiste kans kunnen zien, aangezien er bij een man en vrouw die wettelijk samenwonen sprake is van een levensgemeenschap, net 26 G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, , nrs J. DE BOER, Afstamming en adoptie, in Mr. C. ASSER S handleiding tot beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 503, nr Amendement nr. 14 (VAN WEERT), Parl.St., Kamer, , nr /006 en Amendement nr. 27 (VAN DER AUWERA), Parl.St., Kamer, , nr / Verslag namens de subcommissie familierecht, Parl.St., Kamer, , nr /024,

14 zoals bij gehuwden. Deze levensgemeenschap zou de automatische vaderschapstoewijziging aan de mannelijke partner moeten wettigen. Kinderen geboren uit paren die gekozen hebben voor een wettelijke samenwoning eerder dan voor een huwelijk, dienen evenzeer als kinderen geboren uit een huwelijk rechtsbescherming te kunnen genieten door de automatische toekenning van de vaderlijke afstammingsband. Dit voorstel werd verworpen omdat het als indirect gevolg zou hebben dat aan de wettelijk samenwonenden een wettelijke samenwoningsplicht wordt opgelegd, waardoor het statuut van gehuwden en dat van wettelijk samenwonenden teveel zou vervagen Ook in Nederland wordt over dit punt gediscussieerd. Dat de mannelijke geregistreerde partner niet als juridische vader van het kind wordt gezien, wordt door beroepsgroepen die bij deze materie betrokken zijn als problematisch ervaren. Voor paren van gelijk geslacht geldt in ieder geval geen ouderschapspresumptie, of ze nu gehuwd zijn of niet. Voor koppels van een verschillend geslacht had men de parallel met het huwelijk dus kunnen doortrekken maar dit is niet gebeurd. Het is slechts de moeder die in familierechtelijke betrekking tot het kind komt te staan. Daarenboven kan de partner het kind niet erkennen en zal een adoptie nodig zijn om juridisch ouder te worden. 31 Afdeling 2. Uitzonderingen: Uitschakeling van de vaderschapsregel 17. Wat de uitschakeling van de vaderschapsregel betreft, is er opnieuw een groot verschil tussen België en Nederland. Waar de vaderschapsregel in ons recht in principe zou spelen, wordt ze soms toch uitgeschakeld. Dit gebeurt in 5 gevallen, behandeld onder A en B. Het zijn de verdachte categorieën van kinderen. Deze kinderen zullen dus bij de geboorte in beginsel niet langer de (ex-) echtgenoot van hun moeder tot juridische vader hebben P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 30-31, nr K. BOELE-WOELKI, I. CURRY-SUMNER, M. JANSEN en W.M. SCHRAMA, Het geregistreerd partnerschap de rechtsorde uit. Of juist niet?, F.J.R. 2007, P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 16, nr

15 Waar in Nederland de vaderschapsregel speelt, kan ze soms ook uitgeschakeld worden maar dit gebeurt niet automatisch. Er is een verklaring voor nodig. Dit wordt behandeld onder C. A. Een beslissing houdende vaststelling van het vermoeden van afwezigheid waaruit blijkt dat het kind geboren is meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot. 18. Dit wordt verwoord in ons art. 316 B.W.: De regel geldt niet wanneer uit een beslissing houdende vaststelling van het vermoeden van afwezigheid blijkt dat het kind geboren is meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot, onverminderd de rechten van de te goeder trouw handelende derden. In dit geval speelt het vermoeden van vaderschap dus niet meer, en dat automatisch. De uitschakeling van de regel van art. 315 B.W. ten aanzien van kinderen geboren meer dan 300 dagen na de verdwijning heeft tot gevolg dat deze uitschakeling retroactief werkt voor de kinderen die vóór de beslissing van afwezigheidsverklaring zijn geboren. De kinderen die dus voor de afwezigheidsverklaring maar meer dan 300 dagen na de verdwijning zijn geboren, hebben oorspronkelijk en behoudens betwisting van het vaderschap, de verdwenen echtgenoot als vader. Maar dit vaderschap wordt van rechtswege en automatisch tenietgedaan door de afwezigheidsverklaring. 33 Het kan gebeuren dat de afwezigheidsverklaring pas vele jaren na de geboorte gebeurt. Tot deze afwezigheidsverklaring wordt het kind geacht de verdwenen man als vader te hebben. Het kan dat het kind in deze hoedanigheid rechtshandelingen heeft verricht met derden, waaruit deze derden rechten hebben verkregen. Daarom bepaalt art. 316 in fine B.W. dat de vaderschapsregel wordt uitgesloten onverminderd de rechten van derden te goeder trouw, die met het kind, als rechthebbende van de afwezige, rechtshandelingen zouden hebben verricht Wanneer de man na de afwezigheidsverklaring terug opduikt, wordt zijn vaderschap niet hersteld. Door de afwezigheidsverklaring wordt gerechtelijk vastgesteld dat de verdwenen man niet de verwekker van het kind kan zijn die meer 33 A. HEYVAERT en R. VANCRAENENBROECK, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 316 B.W., losbl., G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, , nrs

16 dan 300 dagen na de verdwijning werd geboren. Een latere terugkeer van de echtgenoot doet niets aan dit vermoeden af. Het heeft enkel gevolgen voor kinderen die geboren zullen worden vanaf de 180 ste dag na terugkeer. Deze zullen weer onder de vaderschapsregel vallen In Nederland worden, wat betreft de afstamming, geen gevolgen gekoppeld aan de afwezigheid of aan de vermissing. Er zijn wel rechtsgevolgen voor de afstamming bij het rechtsvermoeden van het overlijden. De staat van kinderen geboren uit de vrouw van de vermiste persoon, voordat ze een nieuw huwelijk heeft aangegaan wordt geregeld door art. 425 N.B.W. Als vast komt te staan dat de vermiste toch nog leefde na de dag vermeld in de overlijdensakte, zoals deze op het tijdstip van de voltrekking van het nieuwe huwelijk luidde, zouden de kinderen, op grond van art. 199 N.B.W., toch de vermiste persoon als juridische vader hebben. Voor de bepaling van de staat van deze kinderen worden het huwelijk echter geacht te zijn ontbonden op de in de overlijdensakte bepaalde datum. 36 Het kind dat dus meer dan 306 dagen na de datum vermeld in de overlijdensakte geboren is, zal niet in familierechtelijke betrekking staan tot de vermiste. 37 B. Vier gevallen waarin het vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk is 1. De vier gevallen 21. Deze 4 gevallen zijn ingegeven om meer rekening te gaan houden met de biologische realiteit. Driehonderd dagen of tien maanden is een zeer lange zwangerschap. In de praktijk zal het kind, in de omstandigheden vermeld in art. 316bis B.W. vaak niet meer verwekt zijn door de echtgenoot. In die gevallen gaat men de vaderschapregel automatisch uitschakelen tenzij dat er een verklaring wordt afgelegd. 35 G. VERSCHELDEN, Afstamming, in A.P.R., Mechelen, Story-Scientia, 2004, 176, nr P. VLAARDINGERBROEK, K. BLANKMAN, A.P. VAN DER LINDEN, E.C.C. PUNSELIE en C.G.M. VAN WAMELEN, Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer, W.E.J. Tjeenk Willink, 2002, J. DE BOER, Afwezigheid, vermissing en vaststelling overlijden, in MR. C. ASSER S handleiding tot beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 885, nr

17 a) Het kind is geboren meer dan 300 dagen nadat de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken in het kader van een echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting 22. Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de beschikking van de voorzitter in kortgeding die overeenkomstig artikel 1280 Ger.W. in het kader van voorlopige maatregelen tijdens de echtscheidingsprocedure op grond van onherstelbare ontwrichting de echtgenoten machtigt een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken, of meer dan 300 dagen nadat de rechter de overeenkomst tussen echtgenoten heeft bekrachtigd met betrekking tot het betrekken van een afzonderlijke verblijfplaats overeenkomstig art. 1256, eerste lid Ger.W. 38 De manier waarop men deze uitsluiting heeft geformuleerd, is er gekomen door de zorg dat de materiële gegevens waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand zich moet steunen om de toepassing van de vaderschapsregel af te wijzen, objectief, concreet en gemakkelijk te hanteren moeten zijn. Een gerechtelijke beslissing van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en een door de echtscheidingsrechter bekrachtigde overeenkomst mogen als objectief, concreet en gemakkelijk te hanteren worden gezien. 39 b) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de neerlegging van het verzoekschrift met het oog op een echtscheiding door onderlinge toestemming 23. Het kind geboren meer dan 300 dagen na de neerlegging van het verzoekschrift met het oog op een echtscheiding door onderlinge toestemming bedoeld in art. 1288bis Ger.W. 40 Het vertrekpunt van de termijn van 300 dagen is hier vervroegd ten opzichte van de vroegere afstammingswet. Toen werd de verklaring van de echtgenoten bij hun eerste verschijning voor de rechtbank waarbij zij hun wil te kennen 38 Art.316bis, 1 B.W. 39 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 17-18, nr Art. 316bis, 1, in fine B.W. 17

18 gaven te willen scheiden in aanmerking genomen om de termijn te doen lopen. Nu is de neerlegging van het verzoekschrift tot echtscheiding door onderlinge toestemming op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg het startpunt van de termijn. 41 De verzoeker dient dus in principe een bewijs afgeleverd door de griffie van neerlegging van het verzoekschrift echtscheiding door onderlinge toestemming neer te leggen. De ministeriële circulaire stelt echter dat de aangever van de geboorte het proces-verbaal van eerste verschijning van de echtgenoten op de rechtbank, zoals bedoeld in art Ger.W., zou moeten voorleggen. 42 Wanneer op basis van het proces-verbaal van eerste verschijning echter blijkt dat het kind reeds meer dan 300 dagen nadien geboren is, dient dit te volstaan, nu het dan logischerwijs ook meer dan 300 dagen na de neerlegging van het verzoekschrift zal geboren zijn. 43 c) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de datum waarop de echtgenoten op verschillende adressen zijn ingeschreven, voor zover ze nadien niet opnieuw in hetzelfde adres zijn ingeschreven 24. Het kind is geboren meer dan 300 dagen na de datum waarop de echtgenoten, blijkens het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister, op verschillende adressen zijn ingeschreven, voor zover ze nadien niet opnieuw zijn ingeschreven op hetzelfde adres. 44 Dit is nieuw. Voor het eerst leidt de inschrijving in registers tot bepaling van de afstammingsbanden. Deze regel geldt uiteraard enkel voor zover de echtgenoten nadien niet opnieuw ingeschreven zijn op hetzelfde adres. 41 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 18, nr Circulaire 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijzing van de bepalingen van het B.W. m.b.t. het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, B.S. 30 mei 2007, ed.2, p P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 18, nr Art.316bis, 2 B.W. 18

19 25. Met betrekking tot deze categorie werd tijdens de parlementaire voorbereidingen veel gediscussieerd. Eerst werd namelijk voorgesteld om de vaderschapsregel uit te schakelen vanaf het moment dat het kind geboren is meer dan 300 dagen na de datum van feitelijke scheiding die door alle wettelijke middelen zou kunnen worden vastgesteld. 45 Dit zou echter voor problemen hebben gezorgd aangezien het voor de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de aangifte van de geboorte van het kind mogelijk moet zijn om zonder twijfel vast te stellen of het kind nu al dan niet onder de vaderschapsregel valt en aldus al dan niet de echtgenoot tot juridische vader heeft. De ambtenaar van de burgerlijke stand dient te beschikken over een wettelijke regel die geen enkele onzekerheid of twijfel toelaat. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand vast te stellen op basis van alle wettelijke middelen of de echtgenoten al dan niet feitelijk gescheiden zijn. 46 Wanneer er dus geen gerechtelijke uitspraak aangaande dringende voorlopige maatregelen voorhanden is en er geen echtscheidingsprocedure door onderlinge toestemming is ingeleid meer dan 300 dagen voor de geboorte, kan enkel een afzonderlijke inschrijving van de echtgenoten in het bevolkingsregister een automatische uitschakeling van de vaderschapsregel tot gevolg hebben. De wetgever brengt aldus wat administratieve feitelijke scheiding genoemd kan, worden in rekening. Enkel een afzonderlijke inschrijving in de registers komt in aanmerking, niet het verzoek van een van de echtgenoten om een wijziging van verblijfplaats. Het is voor de eerste maal dat een inschrijving in de bevolkingsregisters een rechtstreekse invloed kan hebben op de staat van de persoon. Gehuwden hebben er dan ook alle belang bij zich in te schrijven op het adres waar ze werkelijk verblijven Wetsvoorstel, Parl.St., Kamer, , nr. 0597/001, Verslag namens subcommissie familierecht, Parl.St., Kamer, , nr. 0597/024, P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 19-20, nrs

20 d) Het kind is geboren meer dan 300 dagen na een door de vrederechter uitgesproken vonnis waarbij de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken 26. Het kind geboren meer dan 300 dagen na een krachtens art. 223 B.W. door de vrederechter uitgesproken vonnis waarbij de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken en minder dan 180 dagen na de datum waarop deze maatregel verstreken is, of nadat de echtgenoten feitelijk zijn herenigd. 48 De termijnen vermeld in dit artikel moeten cumulatief in acht genomen worden. In dit geval is er nog geen echtscheidingsprocedure opgestart en is dus de vrederechter bevoegd voor het nemen van voorlopige maatregelen en niet de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Er wordt dus niet enkel rekening gehouden met een beschikking houdende voorlopige maatregelen in het kader van een echtscheidingsprocedure, daar het soms ook voorkomt dat echtgenoten gedurende jaren feitelijk gescheiden blijven leven op basis van een vonnis van de vrederechter houdende dringende en voorlopige maatregelen zonder dat een van hen de echtscheidingsprocedure inleidt. Deze categorie stemt trouwens volledig overeen met deze van het oude art. 318, 3, 1 ste lid, 3 B.W. 49 Het praktische belang van deze bepaling op zichzelf mag niet overdreven worden. De meeste vonnissen van de vrederechters verleend krachtens art. 223 B.W. zijn beperkt in de tijd. De hele wettelijke conceptieperiode moet immers vallen binnen de duur waarvoor de maatregel bevolen wordt. De kans op toepassing zal zich dus vooral voordoen ingeval de maatregel voor zijn verval 48 Art. 316bis, 3 B.W. 49 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 19, nr

21 door de vrederechter verlengd wordt of eventueel in hoger beroep voor een langere termijn verleend wordt Het is uiteraard mogelijk dat een kind ressorteert onder twee van de genoemde verdachte categorieën. De vaderschapsregel wordt uitgeschakeld van zodra het valt in minstens 1 van de genoemde verdachte categorieën De aangifte van de geboorte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand 28. Alle kinderen die onder de situatie vermeld in A en B vallen zijn dus vaderloos. Voor de gevallen onder B kan echter een verklaring worden afgelegd opdat de vaderschapsregel toch van toepassing zou zijn (cf. nr. 33 e.v.). Het komt aan de persoon die de baby komt aangeven toe om aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de nodige bewijskrachtige gegevens voor te leggen dat het kind onder één van de in art. 316bis B.W. vermelde situaties valt. Het is niet de ambtenaar van de burgerlijke stand die de documenten moet opvragen. 52 In de ministeriële circulaire wordt dit bevestigd. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft in de gevallen waarin een afzonderlijke verblijfplaats werd toegekend in het kader van de voorlopige maatregelen of waarin een verzoekschrift tot echtscheiding door onderlinge toestemming werd neergelegd, geen enkele reden om aan degene die de geboorte komt aangeven specifiek vragen te stellen over deze mogelijkheid. Het komt daarentegen de aangever toe om de ambtenaar van de burgerlijke stand spontaan in kennis te stellen van de relevante gerechtelijke procedure. 53 Dit belet nochtans niet dat de ambtenaar van de burgerlijke stand in deze een voorlichtingstaak heeft. Het principe is dan wel dat de aangever zelf de nodige bewijskrachtige gegevens voorlegt, zoals een kopie van het vonnis van de vrederechter, maar als de ambtenaar van de burgerlijke stand vaststelt dat moeder 50 P. SENAEVE, in Personen- en familierecht, Kluwer, art. 318 B.W. (oud), punt IV, B, losbl., P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 21, nr P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 21-22, nr Circulaire 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijzing van de bepalingen van het B.W. m.b.t. het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, B.S. 30 mei 2007, ed.2, p

22 en echtgenoot op verschillende adressen geregistreerd zijn, kan hij de aandacht van de aangevers trekken op de mogelijkheden ex art. 316bis B.W. Bovendien dient de ambtenaar van de burgerlijke stand als openbaar ambtenaar de gegevens die hij zelf kan natrekken, zelf na te zien. Daarenboven dient hij actief onderzoek te verrichten naar de termijn tussen de geregistreerde feitelijke scheiding en de geboorte. 54 Indien het kind 300 dagen of meer geboren is na de ononderbroken inschrijving op verschillende adressen, moet de ambtenaar van de burgerlijke stand wijzen op de mogelijkheid een verklaring tot handhaving van de vaderschapsregel af te leggen Wat nu als de ambtenaar van de burgerlijke stand zich vergist en, met miskenning van art. 316bis B.W., toch het vaderschap van de echtgenoot vaststelt? Hier kunnen twee oplossingen aangereikt worden. Ten eerste zou men het vaderschap kunnen betwisten op eenvoudige verklaring 56 (cf. nr. 111 e.v.). Een struikelblok voor deze oplossing is dat dit eigenlijk juridisch onmogelijk is aangezien de wet voorziet dat in de gevallen van art. 316bis B.W. het vaderschap helemaal niet komt vast te staan. Er is dus geen vaderschap, dan kan het moeilijk betwist worden. Als het in de geboorteakte zou staan, bestaat het eigenlijk niet voor de wet. Het vaderschap komt vast te staan door de wet, niet door een vermelding in de geboorteakte. Toch is dit de optie die wordt voorgehouden door de circulaire. 57 Ten tweede is een vordering tot verbetering van een fout in de akte ex artt Ger.W. mogelijk. Het gaat hier om een fout in de akte en dus moet dit gezien worden als de enige juiste oplossing. 58 Ook het omgekeerde kan zich voordoen, namelijk dat de echtgenoot van de vrouw niet in de geboorteakte als vader wordt vermeld. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als 54 Circulaire 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijzing van de bepalingen van het B.W. m.b.t. het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, B.S. 30 mei 2007, ed.2, P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 21-22, nrs Art , 2 de lid B.W. 57 Circulaire 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het B.W. m.b.t. het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, B.S. 30 mei 2007, ed. 2, P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 24-25, nrs

23 de vrouw in het buitenland getrouwd is en het huwelijk nog niet in België geregistreerd is. Ook hier zal de fout in de akte moeten verbeterd worden. 59 De rechtbank in Dendermonde heeft in een vonnis van 5 september 2008 deze stelling gevolgd. In casu was een man erin geslaagd om een kind te erkennen nadat de ambtenaar van de burgerlijke stand ten onrechte art. 316bis, 2 B.W. had toegepast. Het vaderschap stond echter vast krachtens art. 315 B.W. Minder dan twee maanden na de geboorte vorderde de procureur des Konings dan ook de verbetering van de geboorteakte ex artt Ger.W. De rechtbank oordeelde dat de geboorteakte inderdaad moest verbeterd worden. De familienaam van het kind, de naam van de vader moesten aangepast worden en de vermelding van de erkenning moest weggelaten worden Een bijzondere situatie rijst ingeval de echtgenoten of ex-echtgenoten in het buitenland wonen of niet zijn ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister. In de ministeriële circulaire wordt in dergelijk geval verdedigd dat art. 316bis B.W. kan worden ingeroepen. 61 Het komt in dat geval aan de betrokkenen toe door alle wettelijke middelen te bewijzen dat zij zich in een gelijkaardige situatie bevinden als in art. 316bis, 1 tot 3 B.W. bedoelde gevallen. Het is aan de betrokkenen om de nodige bewijsstukken voor te leggen opdat de vaderschapsregel niet zou worden toegepast Er werd door de wetgever niet ingegaan op de suggestie gedaan door de ambtenaren van de burgerlijke stand 63 om te bepalen dat de man door de ambtenaar van de burgerlijke stand in kennis wordt gesteld van de aangifte van de 59 G. VERSCHELDEN, Eén jaar toepassing van de wetten van 1 juli 2006 en 27 december 2006 inzake het afstammingsrecht, in P. SENAEVE, F. SWENNEN, G. VERSCHELDEN (eds.), Knelpunten echtscheiding, afstamming en verblijfsregelingen, Antwerpen, Intersentia, 2009, , nrs G. VERSCHELDEN, Eén jaar toepassing van de wetten van 1 juli 2006 en 27 december 2006 inzake het afstammingsrecht, in P. SENAEVE, F. SWENNEN, G. VERSCHELDEN (eds.), Knelpunten echtscheiding, afstamming en verblijfsregelingen, Antwerpen, Intersentia, 2009, , nr. 204 waarin verwezen wordt naar: Rb. Dendermonde (10 de k.) AR EV nr. 08/886/B, 5 september 2008, onuitg. 61 Circulaire van 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het B.W. m.b.t. het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, B.S. 30 mei 2007, ed. 2, P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 23, nr Verslag namens de subcommissie familierecht, Parl.St., Kamer, , nr /024, 33 en

24 geboorte van een kind geboren uit een vrouw met wie hij gehuwd is of maximaal 300 dagen uit de echt gescheiden Ook in Nederland dient men de verbetering van de akte van de burgerlijke stand te vragen wanneer een man ten onrechte als vader wordt beschouwd. Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad van 20 januari Daarin wordt geoordeeld dat de verbetering van de registers van de burgerlijke stand kan worden gevraagd op grond dat degene die daarin als echtgenoot van de moeder staat vermeld, ten tijde van de geboorte reeds meer dan 300 dagen (oud art. 310 N.B.W.) overleden was. 65 Onvolkomenheden in een register van de burgerlijke stand kunnen door de rechtbank op verzoek van de belanghebbende of het Openbaar Ministerie worden hersteld (art. 24 N.B.W.). Gezien er een bewijskracht uitgaat van de akten van de burgerlijke stand is het van belang dat de staat van personen er correct weergegeven wordt. Daarom wordt aanvulling, verbetering of doorhaling op last van de rechtbank mogelijk gemaakt. 66 C. De gemeenschappelijke verklaring tot handhaving of uitschakeling van de vaderschapsregel. 1. De verklaring uit het Belgische recht: een verklaring tot handhaving van de vaderschapsregel 33. De uitschakeling van de vaderschapsregel in de vier bovengenoemde gevallen is nochtans niet absoluut. Ingeval hun kind onder een van de genoemde categorieën valt, kunnen de echtgenoten uiterlijk op het tijdstip van de aangifte van de geboorte, voor de ambtenaar van de burgerlijke stand een 64 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 22-23, nr J. DE BOER, Afstamming en adoptie, in Mr. C. ASSER S handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 534, nr. 752 waarin verwezen wordt naar: HR 20 januari 1950, N.J. 1950, J. DE BOER, De persoon, in Mr. C. ASSER S handleiding tot beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 88, nr

25 gemeenschappelijke verklaring afleggen waarbij zij ervoor opteren terug onder de vaderschapsregel te vallen. 67 Gemeenschappelijk moet men hier niet letterlijk interpreteren. De moeder en de vader moeten niet gezamenlijk naar de burgerlijke stand. De verklaring kan ook afzonderlijk worden afgelegd. Ze hoeft zelfs niet persoonlijk worden afgelegd. Het kan ook gebeuren via de tussenkomst van de notaris of van een diplomatieke of consulaire ambtenaar. Het moet enkel gaan om een gemeenschappelijk verklaring, hetgeen betekent dat de echtgenoten die ook afzonderlijk kunnen afleggen voor zover de inhoud identiek is. 68 De verklaring kan ook prenataal worden afgelegd. De wet bepaalt in dat geval echter niet voor welke ambtenaar van de burgerlijke stand dit moet gebeuren. De echtgenoten hebben dus de keuze. Dit kan wel voor problemen zorgen als de verklaring voor een andere ambtenaar van de burgerlijke stand wordt afgelegd, dan deze waarbij men de aangifte van de geboorte doet. Het kan tot communicatieproblemen leiden. Praktisch verdient het dus de voorkeur dat ze dit doen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de vrouw van plan is te bevallen, opdat deze ambtenaar dan op het ogenblik van het opstellen van de geboorteakte over deze informatie zou beschikken. 69 Ook in Nederland dient de geboorteakte opgemaakt te worden door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind geboren is (art. 19, lid 1 N.B.W.) Men mag deze verklaring zeker niet gelijk stellen met een erkenning. Het is geen erkenning, de regels voor de betwisting zijn anders. Die verklaring is echter wel een rechtshandeling en dus vatbaar voor nietigverklaring op grond van wilsgebreken. 67 Art. 316bis in initio B.W. 68 P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 27, nr P. SENAEVE, De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk, in P. SENAEVE, F. SWENNEN en G.VERSCHELDEN (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 26, nr J. DE BOER, De persoon, in Mr. C. ASSER S handleiding tot beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, Kluwer, 2002, 68, nr

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder Overzicht afstamming Moeder Vader Meemoeder Artikel 312 1 burgerlijk wetboek: Artikel 315 tot 317 burgerlijk wetboek: Artikel 325/2, 316 tot 317 burgerlijk wetboek Vermoeden vaderschap Vermoeden De persoon

Nadere informatie

1 Tijdstip verwekking

1 Tijdstip verwekking Afstammingsrecht Geboorteakte Internationaal Privaatrecht Eddy Meulders Maurice Goffart 1 Tijdstip verwekking Minimum duur zwangerchap Maximum duur zwangerchap -300-299 -181-180 -179-2 -1 Verwekking 1

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2 25 JUNI 2017. - Wet tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Toelichting Dames en Heren, Ingediend door Sonja Becq Steeds meer kinderen worden opgevoed

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT

DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT INHOUD VOORWOORD........................................... xv DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT Frederik Swennen, Sven Eggermont

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17 INHOUD Voorwoord............................................... xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK Frederik Swennen.....................................

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2013 C.12.0418.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0418.F 1. A.-F. P., 2. O. H., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J.-F. R., Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Meemoederschap, afstamming en naam

Meemoederschap, afstamming en naam Meemoederschap, afstamming en naam Maurice Goffart maurice.goffart@stad.antwerpen.be maurice@vlavabbs.be 03 338 98 51 0474 96 98 79 www.vlavabbs.be/meemoeder Afstamming van de meemoeder Aanpassingen burgerlijk

Nadere informatie

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK INHOUD Voorwoord xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK FREDERIK SWENNEN 1 INLEIDING 3 DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010 Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010 Toepasselijk recht Betwisting van vaderschap Artikel 62, 1 WIPR Turks recht Uitzonderingsclausule van artikel 19 WIPR niet van toepassing Heropening

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER INFOMOMENT 24/5/2014 Paul BORGHS WERKGROEP POLITIEK ÇAVARIA EUROPEAN COMMISSION ON SEXUAL ORIENTATION LAW JURIST GESPECIALISEERD IN HOLEBI-

Nadere informatie

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 157 23 761 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

DEEL I. DE HERVORMING VAN HET AFSTAMMINGSRECHT DOOR HET GRONDWETTELIJK HOF

DEEL I. DE HERVORMING VAN HET AFSTAMMINGSRECHT DOOR HET GRONDWETTELIJK HOF INHOUD VOORWOORD............................................ xv DEEL I. DE HERVORMING VAN HET AFSTAMMINGSRECHT DOOR HET GRONDWETTELIJK HOF Gerd Verschelden..................................... 1 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1 INHOUD VOORWOORD............................................ xv DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden.....................................

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug:

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug: 1 HET NIEUWE BELGISCHE NAAMRECHT I. Krachtlijnen van de nieuwe wetgeving Wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T Rolnummer 1041 Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 370, 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Luik.

Nadere informatie

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T Rolnummer 2525 Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 371 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17 INHOUD Voorwoord / 5 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17 Titel 1 Algemene bepalingen / 17 Titel 2 Het recht op de naam / 17 Titel 3 Woonplaats / 22 Titel 4 Burgerlijke stand / 23 Afdeling 1 De

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

Stedebouw en ruimteiqke ordenino

Stedebouw en ruimteiqke ordenino Stedebouw en ruimteiqke ordenino ENKELE AANTEKENINGEN BIJ DE BEVOEGDHEID VAN DE VOORZITTER IN KORTGEDING EN ARTIKEL 68 VAN DE WET OP DE STEDEBOUW EN DE RUIMTELIJKE ORDENING door [;)enis EVERAERT 1. Het

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen...

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen... INHOUD INLEIDING... 1 A. De wet.... 3 B. De rechtspraak.... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte.... 32 E. De algemene rechtsbeginselen.... 34 BOEK I. PERSONENRECHT TITEL I PERSONENRECHT.... 39 Hoofdstuk

Nadere informatie

Commentaar bij art BW

Commentaar bij art BW ADOPTIE BW ART. 353-9 1 353-9. Bij adoptie door echtgenoten of samenwonenden, of ingeval de geadopteerde het kind of het adoptief kind is van de echtgenoot van de adoptant, of van de persoon met wie hij

Nadere informatie

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN Inhoudsopgave I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN... 1 Algemeenheden... 2 Samenstelling... 4 Datum van de afstamming... 4 Wijzen van afstamming... 5 Wijzen van afstamming

Nadere informatie

Rolnummer 1711. Arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 A R R E S T

Rolnummer 1711. Arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 A R R E S T Rolnummer 1711 Arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING

DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING INHOUD Voorwoord.............................................. xix DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING Patrick Senaeve....................................... 1 HOOFDSTUK I. SITUERING..............................................

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T Rolnummer 4836 Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Rolnummer 1777. Arrest nr. 138/2000 van 21 december 2000 A R R E S T

Rolnummer 1777. Arrest nr. 138/2000 van 21 december 2000 A R R E S T Rolnummer 1777 Arrest nr. 138/2000 van 21 december 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 332, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft .1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft 1.1.Het optrekken van de algemene bevoegdheid van de vrederechter naar 2.500 ( komt van 1860 ).2.Het optrekken van de grens m.b.t. de aanleg ( dwz : onder

Nadere informatie

Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk

Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk Stephanie Smolders Stagair maatschappelijk werk CABB Stagebegeleider A.M. Janssens Met dank aan Ghislain Duchateau van Goudiwebstek voor

Nadere informatie

Gew. bij S.B. 1983 no. 104.

Gew. bij S.B. 1983 no. 104. WET van 24 november 1975, tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap (S.B.1975 no.4), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1983 no. 104, S.B. 1984 no. 55, S.B.

Nadere informatie

Voornoemde wet van 8 mei 2014 is van toepassing op kinderen geboren of geadopteerd na de inwerkingtreding ervan, te weten vanaf 1 juni 2014.

Voornoemde wet van 8 mei 2014 is van toepassing op kinderen geboren of geadopteerd na de inwerkingtreding ervan, te weten vanaf 1 juni 2014. Omzendbrief van 30 mei 2014 betreffende de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Inleiding tot de burgerlijke stand

Inleiding tot de burgerlijke stand Inleiding tot de burgerlijke stand Mr. J. Kampers bewerkt door: L.J.W. Evers H.Vat 12e druk 2004 Kluwer, Alphen aan den Rijn Voorwoord 13 1 Ontstaan en ontwikkeling van de wetgeving betreffende de burgerlijke

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T Rolnummer 618 Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT

WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT CONTASSUR Société Naamloze Anonyme Vennootschap WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT 1 WAT IS EEN BEGUNSTIGDE? De begunstigde bij overlijden

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5

HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5 INHOUD Voorwoord xix DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING PATRICK SENAEVE 1 HOOFDSTUK I. SITUERING 3 HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5 1. Titularissen 5 2.

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

DE NIEUWE ECHTSCHEIDINGSWET

DE NIEUWE ECHTSCHEIDINGSWET RoSa. Documentatiecentrum, Bibliotheek en Archief voor Gelijke Kansen, Feminisme en Vrouwenstudies DE NIEUWE ECHTSCHEIDINGSWET Sylvia Sroka 19 november 2007 Inleiding Sedert 1 september 2007 is in België

Nadere informatie

De familie- en jeugdrechtbank

De familie- en jeugdrechtbank De familie- en jeugdrechtbank De familie- en jeugdrechtbank (*) is sinds 1 september 2014 operationeel in het hele land en is voortaan bevoegd voor zowat alle geschillen die betrekking hebben op het familieleven,

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg Mechelen Onderwerp Vertegenwoordiging door voorlopig bewindvoerder in een echtscheidingsprocedure Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Erkenning Afstamming Draagmoederschap Geboorteakte Californië Belgische en Amerikaanse wensouders Artikel 22 WIPR Artikel 25 WIPR Geen

Nadere informatie

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt dus bij welke familie je hoort. Ouders Met je ouders heb

Nadere informatie

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal datum 25.02.2008 II/A/C/996/81/hh onze ref. uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft: Sommendelegatie - Tegenstelbaarheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 137 Vaststelling en invoering van Boek 10 (Internationaal privaatrecht) van het Burgerlijk Wetboek (Vaststellings- en Invoeringswet Boek 10

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd INFORMATIENOTA Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd De vereenvoudiging van de saangifte en het samenlevingscontract werd vastgelegd in de wet van 3 december 2005 tot wijziging van de

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

EOT-overeenkomsten anno 2019

EOT-overeenkomsten anno 2019 de wetgever een feitelijke scheiding organiseren. 133 Volgens deze strekking moet er een gerede partij zijn en kunnen de overeenkomsten geen effect sorteren buiten ieder akkoord van partijen om; het tegenovergestelde

Nadere informatie

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 2 JUNI 2013. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek BIJLAGE 7 bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van modellen van verslagen, van vereenvoudigde boekhouding en van verzoekschrift ter uitvoering van de

Nadere informatie

Rolnummer 4875. Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

Rolnummer 4875. Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T Rolnummer 4875 Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 329bis, 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12889 28 juni 2012 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2012, nr. WBN 2012/3,

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 33/2009 van 25 november 2009

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 33/2009 van 25 november 2009 1/7 Advies nr 33/2009 van 25 november 2009 Betreft: Voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 80 bis van het Burgerlijk Wetboek betreffende de aangifte van een levenloos kind, tot invoeging van een

Nadere informatie

Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 12 oktober 2015

Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 12 oktober 2015 Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 12 oktober 2015 Betwisting van vaderschap en vaststelling van vaderschap Internationale bevoegdheid Artikel 61 WIPR Belgische rechters Toepasselijk recht Artikel

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

De familierechtbank: rechtspraak op maat van de burger

De familierechtbank: rechtspraak op maat van de burger De familierechtbank Inleiding De familierechtbank is sinds 1 september 2014 operationeel in het hele land en is voortaan bevoegd voor zowat alle geschillen die betrekking hebben op het familieleven, op

Nadere informatie