Rapport Outline Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains



Vergelijkbare documenten
Rapport Concept Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen

LOGISTIEKE KRACHT ECONOMISCHE MACHT

Analyse Prinsjesdag 2016 Troonrede & Miljoenennota

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost. Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül

CONVENANT GOLD - LOGISTIEKE ACHTERLANDREGIO S

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Bundeling goederenstromen in de Extended Gateway Antwerpen/Rotterdam met een focus op de binnenvaart

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Samenstelling bestuur

Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011

Doel Doel van het programma VvW:

Sessie Verstedelijking en Mobiliteit => Onderdeel Mobiliteit. provincie Zuid-Holland

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

containerisatie Wat is het?

Ontwikkeling Rivierenland tot logistieke hotspot. Gemeente Neerijnen

Extending the terminal gate

IMPULS AAN LOGISTIEK. Eindrapportage project Implementatie Plannen Uit Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains (IMPULS) Datum 25 juni 2009

Evaluatie O&O-fonds. Algemeen Bestuur. Datum 9 december 2015 RWB/AB/AR/

F. Buijserd Burgemeester

Nederlandse economie terug aan kop door ruimte voor slimme logistiek

Voorstelling MOW en afdeling Beleid

Rotterdam, een bereikbare haven

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Werkplan Centrum XL 2015/2016

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Samenvatting Samenvatting

Ruimte is schaars en de ontwikkeling van bedrijventerreinen en havengebieden in samenhangende clusters als economische

concurrentiefactor arbeid Arbeid Werkt! Logistic Labour Survey 2014 NDL, TLN, Tempo-Team Agenda

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

WORKSHOP Beleveren van winkels: laden en lossen met minder hinder

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de opening van het Academic Centre TransPORT op 31 maart 2005

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

A15 Corridor. Conclusies A De A15 is dé verbindingsschakel tussen vier van de tien Nederlandse logistieke hot spots i.c.

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

Metaal- en foodindustrie naar 2020

KBO Zeeland. beleidsplan

+Z} IJsselstein. Raadsvoorstel. Agendapunt 10. Aanderaadvandegemeente IJsselstein. Datum: 19 januari 2010 Blad: 1van 5. Economische Zaken.

Supply Chain Management in nieuw Europees perspectief

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

Globalisatie, met nieuwe opkomende economieën als China, Brazilië en

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Ruimte voor de Economie van morgen

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september Copyright - Port of Rotterdam

Inhoudelijke punten van de structuurvisie

DIT IS VNO-NCW. Lidmaatschap en contributie

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein

Onderwerp Reactie op advies Raad voor Verkeer en Waterstaat "Logistieke uitdagingen voor de Nederlandse economie"

Port of Rotterdam. Ports and Hinterland congres

Leercyclus Enschede-Dordrecht-Zwolle

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

Omslag notitie. Datum aanvraag 1 februari Naam aanvrager VGB Trade Services. Naam ontvanger van de bijdrage VGB

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

De overheid als launching customer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Startnotitie integraal economisch beleid

Het traditionele hinterland onder druk?

portefeuillehouders Verkeer Kopie betrokken beleidsadviseurs Van Rob Uijtjens Datum 10 april 2013 Nr

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Economie, innovatie en duurzaamheid zijn van

De internationale concurrentiepositie van Nederland als logistiek land

Gorinchem, mei 2o16 Ingrid van Leeuwen/ Lilian Froitzheim-Leijs

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Haven, Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

STARTDOCUMENT. 1. De kracht van samenwerking. 2. Waarom een NWP

Van Regionale Ambitie naar succesvolle realisatie

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Logistiek Netwerk. Partnerforum Gent 18 oktober 2016

Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)

Multimodaal vervoer en Agrosector

Doel Het tot stand doen komen van een Container Transferium Rotterdam (CT), mede ter verbetering van de bereikbaarheid van de Haven van Rotterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie

Roadmap Provincie Utrecht. d.m.v. innovatieve kennis-en diensteneconomie topregio zijn op gebied van mobiliteit

Datum 9 november 2018 Betreft Beantwoording vragen over Alibaba en de mogelijke vestiging van een distributiecentrum in Nederland

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid

Functieprofiel Voorzitter Transport en Logistiek Nederland

Samenwerkingsovereenkomst initiatiefgroep HST Cargo Schiphol

Economische visie. Gemeente Cranendonck

Topsector en de Buitenland Promotie Logistiek

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland t/m 2020

Minder treinen over Betuweroute

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Logistiek in ketens Keuzes betreffende transport Keuzes betreffende het distributiecentrum Keuzes betreffende de distributiekanalen

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

1. Analyse van de Nederlandse logistieke concurrentiekracht

Sustainable solutions from a multidisciplinary approach

Public Affairs. Public Affairs. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad november 2013

Transcriptie:

Rapport Outline Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains Datum behandeling OVW 1 : 8 mei 2006 Kenmerk: OVW-2006-366 Aanleiding Bij de behandeling van de Begroting van Verkeer en Waterstaat 2006 heeft de minister toegezegd ernaar te streven de Tweede Kamer vóór de zomer van 2006 een strategische visie over de toekomst van het goederenvervoer te sturen, als specificatie van de kaders zoals uitgezet in de Nota Mobiliteit. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) heeft het (OGV) in februari 2006 tijdens een brainstormsessie gevraagd input te leveren voor de opzet van de beleidsbrief. Vervolgens is het OGV verzocht advies te geven over de hoofdlijnen (outline) van de beleidsbrief Logistiek en Supply Chains. Het OGV heeft op 3 mei 2006 de outline besproken in een themabijeenkomst met een breed deelnemersveld. Dit rapport bevat de resultaten van het overleg tijdens deze bijeenkomst. Advies op hoofdlijnen Het OGV is positief over de gekozen uitgangspunten en hoofdlijnen van de beleidsbrief, en ziet deze als een goede basis voor verdere uitwerking van het toekomstige goederenvervoerbeleid in Nederland. Het OGV onderschrijft de verwachting van het ministerie dat het goederenvervoer zal blijven groeien, en de visie dat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor algehele ontwikkeling van de Nederlandse economie. - Het OGV constateert daarbij dat het goederenvervoer in de samenleving vaak een negatief imago heeft, dat geen recht doet aan haar feitelijke prestaties en het maatschappelijk belang dat zij vertegenwoordigt. - Nederland moet daarom een antwoord vinden op de vraag hoe de samenleving kan profiteren van deze groei, terwijl tegelijkertijd voldaan wordt aan belangrijke randvoorwaarden op het gebied van milieu, veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Het beleidsmatige kader waarbinnen dit antwoord gevonden moet worden, wordt gevormd door de Nota Mobiliteit, de Nota Ruimte en de nota Pieken in de Delta (ministerie van Economische Zaken). De aansluiting op dit beleidskader zou in de beleidsbrief explicieter duidelijker gemaakt moeten worden. - Nederland heeft volgens het OGV goud in handen met de natuurlijke ligging als poort naar Europa, een goede infrastructuur en een gezonde 1De volgende organisaties waren aanwezig bij het overleg: ACN, Belangenvereniging Rail Goederenvervoer, Deltalinqs, EVO, FENEX, Havenbedrijf Rotterdam, MKB-Nederland, KVNR, Milieudefensie, Ministerie van LNV, Nederland Distributieland, Nederlandse Loodsencoöperatie, ONS-CBOB, ORAM, Stichting Natuur & Milieu, TLN, VITB, VNO-NCW. In dit rapport is eveneens een gezamenlijke reactie van de Logistieke Alliantie verwerkt. Deelnemers aan de Logistieke Alliantie zijn: ACN, BRG, CBRB, Deltalinqs, EVO, FENEX, KNV, NDL, ORAM, TLN, en VNC. Koningskade 4 2596 AA Den Haag Telefoon 070-3518999 Telefax 070-3519393

Rapport blad 2 van 7 uitgangspositie voor de sector van transport en logistiek. Om ook in de toekomst als logistieke natie te kunnen blijven concurreren met omliggende landen is een extra gezamenlijke inspanning noodzakelijk van overheid, bedrijfsleven en kenniswereld. - Het voorgestelde transitiemodel naar een krachtiger positie in Supply Chain Management (SCM) is een goede keuze ter versterking van de huidige en vooral toekomstige concurrentiekracht van de Nederlandse goederenvervoersector en de Nederlandse economie. Naast het bestaande goederenvervoer en de logistiek die onontbeerlijk blijven moeten de inspanningen gericht zijn op het produceren van steeds meer diensten met een hoge toegevoegde waarde in supply chains. Een efficiënte transportsector en een goede infrastructuur blijven bij de ontwikkeling van diensten naar dit model noodzakelijk, als fundament voor deze ketens. - Gegeven de bovenstaande punten zou de brief een evenwichtige benadering moeten voorstaan van economie en ecologie, waarbij onder meer de vraag aan de orde kan komen welke bijdrage de transitie naar SCM kan leveren aan het behalen van de milieudoelstellingen en een beter imago voor de sector. Hieronder wordt een nadere reactie gegeven op de analyse, ambitie, strategie en actieplan zoals verwoord in de opzet van de beleidsbrief. Nadere reactie op onderdelen 1. Analyse De deelnemers onderschrijven in grote lijnen de analyse zoals gemaakt door het ministerie in de outline van de beleidsbrief. Op een aantal punten heeft het OGV aanvullingen of relativeringen op het geschetste beeld, die hieronder staan vermeld. Belang en beeldvorming van de goederenvervoersector Het belang van de goederenvervoersector voor de (indirecte) werkgelegenheid mag in de beleidsbrief duidelijker naar voren komen. Ter ondersteuning van het betoog zou dit onderbouwd moeten worden met cijfers over transport, logistiek en toeleverende sectoren. In de beleidsbrief zou meer nadruk gelegd mogen worden op de indirecte baten, die een sterke sector goederenvervoer en logistiek hebben voor de nationale en internationale concurrentiepositie van andere sectoren, bijvoorbeeld de agrarische sector en de chemie. Bovendien is logistieke efficiency essentieel voor de verbetering van leefbaarheid en bereikbaarheid. Een efficiënte binnenlandse distributie is tenslotte ook van groot belang voor zowel bedrijven als consumenten.

Rapport blad 3 van 7 Het OGV ziet ook de mogelijkheid om een koppeling te maken tussen imagoverbetering, gebruik van SCM en innovatiebeleid van het kabinet. Het is overigens niet aan te bevelen om zoals in de outline staat goederenvervoer voor te stellen als een commodity die mogelijk gratis wordt in de toekomst. Internationale concurrentiepositie Het OGV wil het beeld dat de beleidsbrief oproept over de huidige prestaties op het vlak van ketenlogistiek graag relativeren. Nederland is al een sterke speler als organisator van internationale logistieke stromen; dit zou sterker naar voren moeten komen. Het geschetste beeld van logistieke dienstverleners is te pessimistisch; er zijn meer bedrijven actief dan verondersteld, zij hebben meer invloed op de keten dan beschreven, en deze bedrijven zijn ook innovatiever ingesteld dan geschetst (vaak in samenwerking met hun klanten). Vanzelfsprekend mag Nederland vanuit deze positie niet de ogen sluiten voor de globale ontwikkelingen in goederenstromen en logistieke concepten. Positie verlader De outline is sterk gericht op de transport-/logistieke sector, maar door alleen deze sector te versterken zal het niet zo zijn dat automatisch de logistiek als totaal wordt verbeterd. De positie van de verlader moet echter niet onderschat worden: deze is de ladingbezitter en degene die het mogelijk maakt dat er economische activiteiten plaatsvinden. Het gaat erom om tot de kern door te dringen van het efficiënter en effectiever inrichten van logistieke activiteiten. Hierdoor wordt het totale bedrijfsleven in Nederland en internationaal concurrerender en zal hierdoor nieuwe activiteiten en bedrijven kunnen aantrekken. Voor het verladend bedrijfsleven is SCM hiertoe slechts een hulpmiddel. Kansen en bedreigingen Er zou in de analyse meer aandacht moeten komen voor de specifieke kansen en bedreigingen voor de afzonderlijke modaliteiten. Prioriteitstelling en keuzes kunnen dan duidelijker gemaakt worden, waarbij gebruik gemaakt wordt van de sterke punten van de afzonderlijke modaliteiten. Daarnaast mag de beleidsbrief niet onvermeld laten dat het voldoen aan de eisen van ketenintegriteit (security) voordelen en faciliteiten biedt voor verladers, vervoerders en logistieke dienstverleners. Vestigingsbeleid Het fiscale klimaat is een belangrijke factor in het vestigingsbeleid voor internationale ondernemingen; dit komt nu niet voldoende naar voren in de outline. De rijksoverheid zou ook een (verdere) vermindering van administratieve

Rapport blad 4 van 7 lasten en regelgeving moeten realiseren, ter verbetering van het vestigingsklimaat. Ook medeoverheden hebben mogelijkheden om het vestigingsbeleid positief te beïnvloeden, onder andere op het gebied van regionale bereikbaarheid en ruimtelijke ordening (bedrijventerreinen). 2. Visie en ambitie Het OGV vindt dat het hoofdstuk visie en ambitie goede elementen bevatten, die verder uitgewerkt moeten worden. Een aantal punten zou de beleidsbrief meer ambitie moeten uitstralen, terwijl de focus op bepaalde doelen duidelijker moet neergezet. EU beleid Het OGV is van mening dat Nederland zijn eigen belangen binnen de EU sterker naar voren moet brengen. Het EU beleid is cruciaal voor het goederenvervoerbeleid en de rol van de Nederlandse overheid mag in de beleidsbrief op dit punt meer ambitie uitstralen. Als ingezet wordt op het afdwingen van milieu en innovatie door middel van regelgeving, dan moet dit op Europees niveau gebeuren, om het level playing field niet te verstoren. Relatieve concurrentiepositie Het nastreven van excellentie op het gebied van SCM is volgens het OGV geen absolute doelstelling. Nederland moet zich richten op de relevante concurrentie. Dit zijn, onder meer om geografische redenen, vooral onze directe buurlanden Duitsland, België en Frankrijk. Een focus op de concurrentie met deze landen in de hogere marktsegmenten zoals logistieke dienstverlening en SCM lijkt het meest zinvol. Dit omdat concurrentie met nieuw toegetreden EU landen (met lage lonen), op het gebied van (internationale) transportdiensten zonder extra toegevoegde waarde diensten minder kansrijk lijkt. 3. Strategie Onderbouwing keuze SCM Het OGV onderschrijft de gekozen strategie om in te zetten op de versterking van supply chain management, maar is van mening dat de onderbouwing van de sleutelpositie ervan in het (innovatie)beleid sterker moet worden neergezet. Het ontwikkelen van SCM-competenties is geen doel op zichzelf, maar een middel in een transitieproces naar een sterkere positie in de toekomst. Om de omschakeling naar SCM tot een succes te maken is een gezamenlijke inspanning van overheid, bedrijfsleven en kenniswereld nodig. Het Nederlandse beleid zou zich moeten richten op versterking van competenties die nodig zijn voor het organiseren van SCM. Dit omvat ook een actieve regiefunctie van de Nederlandse overheid om de Nederlandse capaciteiten in SCM internationaal onder de aandacht te brengen. Infrastructuur

Rapport blad 5 van 7 Een goede infrastructuur is en blijft essentieel om de verwachte groei van transportstromen te kunnen blijven afhandelen. De strategie om de investeringen in weginfrastructuur te richten op knelpunten op economisch belangrijke routes verdient het voortgezet worden. Ook het vasthouden en uitbouwen van de positie van mainports moet in het beleid verankerd blijven. Tegelijkertijd moeten behoefte, mogelijkheden dan wel noodzaak worden onderzocht om de haarvaten van netwerken voor spoor en binnenvaart beter te benutten; waar nodig zou de overheid hierin ook moeten investeren. Het bi- en trimodaal ontsluiten van bedrijventerreinen en logistieke knooppunten maakt een optimale benutting van de vervoermiddelen mogelijk, hetgeen de concurrentiekracht van supplychains vergroot.

Rapport blad 6 van 7 Perspectief transportstromen Het OGV is van mening dat innovatie voor alle transportstromen van belang is. In de outline ligt nu de nadruk met name op binnenvaart en zeevaart, terwijl ook het spoor en wegvervoer (bijvoorbeeld lange en zware vrachtwagencombinaties) aandacht verdienen. Individuele deelnemers zijn graag bereid met VenW de innovatiemogelijkheden per modaliteit nader te bespreken. Dit laatste kan er toe bijdragen een afgewogen, integraal innovatiebeleid te voeren, waarbij niet bepaalde modaliteiten bovenmatig belast worden. Modal shift nieuwe stijl Het is niet duidelijk wat in de outline bedoeld wordt met modal shift nieuwe stijl. De benaming suggereert dat hiermee een actieve verschuiving van goederenstromen wordt bedoeld, terwijl de summiere beschrijving aangeeft dat het beleid zich vooral richt op verbetering van de randvoorwaarden van met name de zeevaart en binnenvaart. Het is juist dat de overheid zich vooral op verbetering van randvoorwaarden en scheppen van een level playing field moet richten. De benaming modal shift kan echter tot misverstanden leiden. Regiefunctie Verkeer en Waterstaat Afstemming en samenwerking tussen alle overheidslagen is cruciaal voor het slagen van de strategie; VenW heeft op dit punt een regiefunctie te vervullen, zowel ten opzichte van andere departementen als medeoverheden. Het onderdeel in de beleidsbrief over de beleidsmogelijkheden van medeoverheden moet in dit verband meer het belang van afstemming en samenwerking benadrukken, opdat de inspanningen van de diverse overheden elkaar aanvullen en versterken. VenW zou in aanvulling hierop een coördinator moeten benoemen, die als aanspreekpunt fungeert voor het logistieke en verladende bedrijfsleven en de kenniswereld. Overheden kunnen zelf zorgdragen voor vermindering van inspectie- en administratieve lastendruk, verbetering van de douanefaciliteiten etc. In lijn met de aanbevelingen van het rapport van de Commissie Laarhoven ( Naar een vitalere supply chain door krachtige innovatie ) zou de overheid een stimulerende omgeving moeten creëren om de Nederlandse logistieke innovatiekracht te versterken (bijvoorbeeld de ontwikkeling van een logistiek/scm kennisnetwerk). 4. Actieplan Naar de mening van het OGV is de opzet voor het actieplan een goede start, maar nog niet krachtig en concreet genoeg waar het gaat om specifieke acties ter bevordering van de ontwikkeling van SCM als speerpunt van het beleid. Duidelijker moet zijn wat de ketenbenadering precies inhoudt: op basis van economische principes investeren in infrastructuur en logistieke dienstverlening, met aandacht voor de relatie met economische kerngebieden en clusters van

Rapport blad 7 van 7 economische bedrijvigheid. Ook in het actieplan zou een evenwichtige benadering van economie en ecologie tot uitdrukking moeten komen; concrete acties in de transitie naar SCM zullen dan gestalte kunnen geven aan onder meer het behalen van de milieudoelstellingen en een beter imago voor de sector. De ambitie naar meer innovatie mag sterker naar voren komen, onder andere door meer gebruik te maken van Europese subsidies en een betere kennisbundeling, bijvoorbeeld via de oprichting van een topinstituut. VenW zou hierbij als centraal aanspreekpunt voor het bedrijfsleven en de kenniswereld moeten fungeren. VenW zou er in het Nationale Mobiliteitsberaad op moeten aandringen dat medeoverheden eveneens een actieprogramma opstellen voor goederenvervoer, logistiek en SCM. Tot slot Het OGV verzoekt de minister dit advies te betrekken bij de verdere uitwerking van de beleidsbrief en de Tweede Kamer in kennis te stellen van de inhoud van dit rapport. Mocht hieraan behoefte bestaan, dan is het OGV graag bereid tot nader overleg, verdere toelichting of aanvullende advisering. HET OVERLEGORGAAN GOEDERENVERVOER, mr. J.A.M. Hendrikx voorzitter