EUROPEES PARLEMENT. Commissie ontwikkelingssamenwerking. van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. Rapporteur voor advies: Hans Modrow

Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. 7 mei 2001 PE /1-11 AMENDEMENTEN 1-11

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2036(INI)

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie begrotingscontrole

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie begrotingscontrole VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) van de Commissie begrotingscontrole

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2016 ter ondersteuning van het vredesproces in Colombia (2015/3033(RSP))

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

*** ONTWERPAANBEVELING

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

*** ONTWERPAANBEVELING

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

ONTWERPRESOLUTIE EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Commissie sociale zaken, menselijke betrekkingen, milieu, onderwijs en cultuur

Tekst en tekeningen door Colombiaanse vluchtelingenkinderen in Ecuador. UNHCR / S. Aguilar

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0316/13

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

AMENDEMENTEN 1-6. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2002(BUD) Ontwerpadvies Thijs Berman (PE v01-00)

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00)

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Associatie Raamwerk Overeenkomst tussen de Republiek Suriname en MERCOSUR

Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement. Sabine Lösing, Tania González Peñas namens de GUE/NGL-Fractie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/0000(BUD)

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie buitenlandse zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0152(COD) van de Commissie buitenlandse zaken

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Handvest van de grondrechten van de EU

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) Ontwerpadvies Corina Creţu (PE v01-00)

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

14098/15 VER/mt 1 DG C 1

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie ontwikkelingssamenwerking VOORLOPIGE VERSIE 22 december 2003 ONTWERPADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking aan de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid inzake de ondertekening van een overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Bolivia, de Republiek Ecuador, de Republiek Colombia, de Republiek Peru en de Bolivariaanse Republiek Venezuela, anderzijds (COM(2003) 695 2003/0268(CNS)) Rapporteur voor advies: Hans Modrow PA\518638.doc PE 326.787

PA_NonLeg PE 326.787 2/8 PA\518638.doc

PROCEDUREVERLOOP De Commissie ontwikkelingssamenwerking benoemde op haar vergadering van 2 december 2003 Hans Modrow tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van.... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met... stemmen voor en... tegen bij... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende suggesties. Bij de stemming waren aanwezig:... (voorzitter/waarnemend voorzitter),... (ondervoorzitter), Hans Modrow (rapporteur voor advies),... (verving...),... (verving... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement),... en.... PA\518638.doc 3/8 PE 326.787

Voorwerp van het onderhavige ontwerp voor een overeenkomst zijn de politieke dialoog en de samenwerking, maar niet de handel. Het gaat om een eenvoudige kaderovereenkomst, die in de plaats moet komen van de samenwerkingskaderovereenkomst van 1993. Er is dus niet tegemoet gekomen aan de herhaalde eisen van het Europees Parlement betreffende een associatieovereenkomst. Overeenkomstig artikel 300 EEG-Verdrag wordt het Europees Parlement over dit voorstel slechts geraadpleegd. Toch valt het te betreuren dat de overeenkomst er vooral op gericht is het politieke kader voor een vrijhandelsovereenkomst te creëren, zonder oog te hebben voor een integrale economische en sociale ontwikkelingsstrategie, met name ter bestrijding van armoede. Op de voorgrond staan thema's die de ontwikkelingslanden op de laatste bijeenkomst van de WTO in Cancún niet wilden behandelen die ertoe neigen nationale soevereiniteitsrechten op het gebied van economisch beleid en ontwikkeling voor een groot deel op te heffen. In het voorstel voor de overeenkomst wordt onvoldoende rekening gehouden met het feit dat bijvoorbeeld met het oog op de instandhouding van het nationale beschikkingsrecht over energiebronnen en grondstoffen en het gebruik daarvan in alle betrokken landen een verbitterde strijd door bevolkingsmeerderheden wordt gevoerd, die reeds tot diverse ernstige uitbarstingen van sociale en politieke ontevredenheid heeft geleid en de bestuurbaarheid van de landen bedreigt. Een op partnerschap gerichte overeenkomst over samenwerking met de Andesregio moet ertoe bijdragen de explosieve politieke en sociale situatie in de regio te ontspannen. Met het oog op de voorbereidende prestaties die door de landen van de Andesgemeenschap met het oog op een latere associatie- of vrijhandelsovereenkomst moeten worden geleverd, dient de EU ook de nodige maatregelen te treffen om vrijhandelsbetrekkingen die tot wederzijds voordeel strekken mogelijk te maken, bijvoorbeeld intrekking van subsidies voor de landbouw. Zo is ook bv. in artikel 3, lid 2 sprake van te nemen initiatieven in geheel Latijns-Amerika tegen wapenhandel, witwassen van activa, drugshandel en de handel in chemische precursoren voor de drugsproductie, maar niet van overeenkomstige maatregelen in Europa die net zo noodzakelijk zijn. Met name ontbreekt dat de EU begrip opbrengt voor de noodzaak van selectieve beschermingsmaatregelen voor de nationale industrie en de landbouw van de Andeslanden en zulke maatregelen accepteert. Er is niet ingegaan op de kwestie van de schuldenlast van de landen dat een permanente hoge afvloeiing van middelen veroorzaakt en op mogelijke initiatieven van de EU voor schuldsanering. De vijf betrokken landen gelden volgens de classificatie van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) met betrekking tot hun ontwikkeling als opkomende landen, waarbij echter grote verschillen bestaan tussen de afzonderlijke landen. Colombia en Venezuela staan, wat hun ontwikkeling betreft op de eerste en Bolivia op de laatste plaats. Deze indeling als "opkomende landen" versluiert echter het feit dat een groot deel van de bevolking nog altijd in extreme armoede leeft. Zo moet in Colombia 26,5% van de bevolking met minder dan 2 dollar per dag rondkomen; in Peru ligt dit percentage bij 32%; in Venezuela is dat 34,3%, in Bolivia 41,4% en in Ecuador zelfs 52,3%. De welvaartsverschillen zijn in Colombia het grootst: in 1996 nam de armste bevolkingsgroep (10%) 1,1% van het totale verbruik van het land voor zijn rekening en de 10% van de rijkste bewoners van het land 46,1%. De toegang tot de gezondheidszorg is beperkt en per bevolkingsgroep zeer verschillend. PE 326.787 4/8 PA\518638.doc

Hoewel de vijf landen die het voorwerp van de overeenkomst zijn in de afgelopen tien jaar aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij de terugdringing van de zuigelingensterfte, ligt deze in Bolivia nog altijd zeer hoog. HIV/Aids lijkt meer verbreid te zijn dan in andere regio's op de wereld. Er zouden echter betrouwbare statistieken moeten zijn om de werkelijke omvang van het verschijnsel te kunnen beoordelen. De basisvorming kan in de vijf landen met een alfabetiseringspercentage van meer dan 95% van de 15- tot 24-jarigen bevredigend worden genoemd. De samenlevingen in de betrokken landen worden bovendien gekenmerkt door conflicten, oorlogen en geweld, die het gevolg zijn van tekortkomingen bij de ontwikkeling van de democratie en de civielrechtelijke inspraakmogelijkheden, etnische discriminatie, de toespitsing van de agrarische kwestie, de problematiek van drugshandel en -verbouw. Vooral de zwakste bevolkingscategorieën, met name autochtone bevolkingsgroepen, hebben daaronder te lijden. Zo heeft de burgeroorlog in Colombia in de afgelopen 15 jaar geleid tot de verdrijving van meer dan 2 miljoen mensen en enorme humanitaire behoeften geschapen. Het is noodzakelijk om sterker te streven naar een oplossing van de gewapende conflicten met politieke middelen en naar herstel van een vrede met sociale gerechtigheid. Daarbij moet ook worden gezorgd voor een succesvolle civiele herintegratie van oud-strijders in juridische en politieke zin, waartoe ook een consequente vervolging van misdrijven tegen de mensenrechten en het beëindigen van straffeloosheid voor misdrijven die door vertegenwoordigers van overheidsorganen worden begaan of door hen worden begunstigd. Humanitaire noodsituaties zijn ook ontstaan als gevolg van natuurrampen, zoals vulkaanuitbarstingen, die in de regio vaak voorkomen. Zowel met het oog op natuurrampen en de gevolgen daarvan alsook op de interne conflicten moet het accent komen te liggen op preventieve maatregelen. De Europese Unie en haar lidstaten zijn de belangrijkste donoren in de regio. Het regionale indicatieve programma en de vijf nationale indicatieve programma's zijn in mei 2002 voor de periode 2002-2006 goedgekeurd. De Europese Unie plant voor deze periode een financiële hulp ten bedrage van 420 mln.. De samenwerking is hoofdzakelijk bedoeld ter bestrijding van armoede, versterking van het openbaar bestuur, bestrijding van drugs en steun aan regionale integratie. Van de in totaal 420 mln. zijn 30 mln. bestemd voor het openbaar bestuur en 50 mln. voor de economische samenwerking. De gecumuleerde steun voor de bestrijding van drugs bedraagt circa 100 mln.. Een sterkere steun door middel van samenwerkingsprogramma's van de EU dienen projecten van gemeenten te krijgen die gericht zijn op een vrijwillige beperking van de verbouw van drugs, om een tegenwicht te vormen voor de door de VS geëiste besproeiing met chemische en biologische middelen, die rampzalige gevolgen voor de mens en het milieu hebben. Zulks vereist de invoering van institutionele inspraakmechanismen. Er moet voor worden gezorgd dat de burgerlijke en mensenrechten worden gewaarborgd. In zijn conclusies beoordeelt de rapporteur voor advies de ontwerpovereenkomst in beginsel als positief maar hij heeft wel kritiek op de bovengenoemde zwakke punten, met name met het oog op de eis van het Europees Parlement betreffende de sluiting van een associatieovereenkomst. Bovendien is het te betreuren dat Commissie en Raad voor de PA\518638.doc 5/8 PE 326.787

ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Amerika geen algemene benadering hebben gekozen. PE 326.787 6/8 PA\518638.doc

SUGGESTIES De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid volgende aanbevelingen in haar ontwerpresolutie over te nemen: 1. stemt principieel in met de inhoud van het voorstel voor een kaderovereenkomst over de politieke dialoog, maar betreurt dat de eis van het Europees Parlement om een associatieovereenkomst op te stellen, die gericht is op een grotere samenwerking tussen de partners in de richting van een duurzame, integrale ontwikkelingsstrategie en een verdieping van de economische, sociale en culturele integratie van de betrokken samenlevingen, niet werd opgevolgd; 2. betreurt dat Commissie en Raad voor de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Amerika geen algemene opzet hebben gekozen; verzoekt de Commissie en Raad de integratie van het Zuid-Amerikaanse continent conform de eigen constructieve inspanningen van deze landen te steunen; 3. betreurt dat bij de mechanismen van de politieke dialoog in artikel 4 van de ontwerpovereenkomst geen verwijzing is opgenomen naar de parlementen en het maatschappelijk middenveld en verzoekt de Raad en de Commissie deze voortaan bij het proces ter verwezenlijking van de overeenkomst adequaat te betrekken; 4. verzoekt de Commissie in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Europese Unie het van de macht onafhankelijke maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de vakbondsorganisaties meer bij de omzetting van de nationale indicatieve programma's te betrekken om ook op deze wijze een bijdrage te leveren aan de instandhouding van de mensenrechten en de versterking van de democratie; 5. onderstreept het belang van de politieke dialoog tussen de EU en de Andesregio en wijst erop dat het voorkomen van en een politieke oplossing voor conflicten in de regio, verlaging van de defensieuitgaven en waarborging van de mensenrechten daarbij een grotere rol moeten spelen; 6. is van mening dat de definitie van artikel 3, lid 2 te beperkt is en dat ook geopolitieke en militaire kwesties, met inbegrip van de kwestie van de militaire aanwezigheid van derde landen in de regio deel moeten uitmaken van de politieke dialoog; 7. acht het noodzakelijk erop te wijzen dat de samenwerking van de EU met de landen van de Andesgemeenschap op het gebied van de drugsbestrijding niet is gebaseerd is op de strategie van de besproeiing met chemische middelen en militarisering, maar op economische en sociaal duurzame alternatieve programma's voor de kleine boeren waartoe ook de maatschappelijke inspanningen van de gemeenten om op basis van vrijwilligheid een eind te maken aan de aanplant van drugs, behoren; 8. wijst erop dat in de Andeslanden, hoewel zij uit het oogpunt van ontwikkeling als opkomende landen gelden, nog altijd aanzienlijke problemen op het gebied van de sociale samenhang en de verdeling van de hulpbronnen bestaan en dat een groot deel van de PA\518638.doc 7/8 PE 326.787

bevolking nog altijd in extreme armoede leeft; betreurt dat de kwestie van de sociale gerechtigheid in de overeenkomst niet wordt genoemd; verzoekt de Raad en de Commissie in dit verband te blijven streven naar schuldsanering van de landen om middelen voor de bestrijding van armoede ter beschikking te krijgen; 9. betreurt dat de in de overeenkomst genoemde samenwerking op het gebied van het toerisme te eenzijdig economisch is georiënteerd en dat aspecten, zoals culturele uitwisseling en begrip tussen volkeren niet meer op de voorgrond worden geplaatst; 10. is ingenomen met het feit dat in het voorstel voor een overeenkomst aandacht wordt geschonken aan de specifieke behoeften van de autochtone bevolking en aan het feit dat deze gemeenschappen bijzonder getroffen worden door armoede; herinnert eraan dat de jongste gebeurtenissen in Bolivia in eerste instantie het gevolg zijn van het feit dat grote delen van de Boliviaanse samenleving, zoals de Aymara- en Quechua-Indianen, uitgesloten zijn van het politieke en economische leven; 11. verzoekt de partijen van de overeenkomst de samenwerking op het gebied van natuurrampen in de ontwerpovereenkomst te versterken - als aanvulling op de activiteiten van ECHO op het gebied van de humanitaire hulp en van DIPECHO op het gebied van rampenpreventies - om beter gewapend te zijn tegen rampen, zoals de uitbarsting van de vulkaan El Reventador in Ecuador in november 2002; 12. is ten aanzien van artikel 49, lid 3 van de ontwerpovereenkomst betreffende de illegale migratie van mening dat ontwikkelingshulp in geen enkel geval mag worden gekoppeld aan de verplichting om illegale migranten over te nemen; 13. verzoekt de Raad en de Commissie de invloed van de EU aan te wenden voor ondersteuning van de vredes- en verzoeningsprocessen in de regio en voor passende politieke, juridische en sociale maatregelen met het oog op de herintegratie van voormalige gewapende strijders in het civiele leven, maar ook aan te dringen op een consequente strafrechtelijke vervolging van schendingen van de mensenrechten als voorwaarde voor verzoening en versterking van de democratie; 14. begroet het in artikel 50 van de ontwerpovereenkomst genoemde doel om terrorisme te bestrijden maar waarschuwt tegen een mogelijk misbruik van het begrip "terroristische groepering", die zou kunnen worden gebruikt tegen de politieke oppositie of tegen vakbondsorganisaties, en stelt vast dat waarborging van de elementaire politieke en sociale rechten en van de onafhankelijkheid van justitie, alsmede de handhaving van de democratische beginselen onmisbaar blijven. PE 326.787 8/8 PA\518638.doc