EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling VOORLOPIGE VERSIE 9 februari 2001 ONTWERPADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid inzake levensmiddelenhygiëne (COM(2000) 438 C5-0376/ /0178 (COD)) Rapporteur voor advies: Heinz Kindermann PA\ doc PE

2 PE /6 PA\ doc

3 PROCEDUREVERLOOP De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling benoemde op haar vergadering van 13 september 2000 Heinz Kindermann tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met... stemmen voor en... tegen bij... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende conclusies. Bij de stemming waren aanwezig:... (voorzitter/waarnemend voorzitter),... (ondervoorzitter),... (rapporteur),... (verving...),... (verving... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement),... en... PA\ doc 3/6 PE

4 BEKNOPTE MOTIVERING IEIDING Het onderhavige voorstel voor een verordening bevat algemene hygiënevoorschriften voor alle levensmiddelen en moet de bestaande richtlijn 93/43/EEG inzake levensmiddelenhygiëne vervangen. Daarbij worden niet alleen voorschriften samengevat en vereenvoudigd, maar ook nieuwe beginselen ingevoerd. Het grondbeginsel is dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven volledig verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun producten. Dit beginsel van verantwoordelijkheid van de levensmiddelenproducenten weerspiegelt zich ook in de invoering van het HACCP-systeem, dat - met uitzondering van de primaire productie - voor alle betrokkenen in de levensmiddelensector verplicht wordt gesteld. Dit systeem berust op zelfcontrole van de producenten en het identificeren van kritische punten binnen het productieproces, die vervolgens speciaal worden gecontroleerd. Nieuw is ook het beginsel "van bij de boer tot op het bord", d.w.z. uitbreiding van de geldigheid van de algemene hygiënevoorschriften tot de primaire productie. BEOORDELING VAN HET VOORSTEL De rapporteur verwelkomt het onderhavige voorstel voor een verordening en in het bijzonder de invoering van het beginsel "van bij de boer tot op het bord", dat de gehele levensmiddelenketen omvat. Door de eigen verantwoordelijkheid van de levensmiddelenproducenten en de toepassing van het HACCP-systeem krijgt de producent meer armslag bij de productie. Aan de andere kant moet hij schriftelijke informatie voorleggen over hoe hij het doel denkt te bereiken. Het gaat dus niet om de wijze waarop, wat telt is het resultaat, d.w.z. veilige levensmiddelen. Hetzelfde geldt ook voor de primaire productie waarop de algemene hygiënevoorschriften eveneens van toepassing zijn. Hier moeten richtsnoeren voor goede hygiënepraktijken worden ontwikkeld waarin mogelijke gevaren in het agrarische productieproces en de methoden ter bestrijding ervan worden vastgelegd. Het HACCP-systeem zou vooralsnog niet op de primaire productie worden toegepast, ook al denkt de Commissie eraan dit in de toekomst wel te doen. De rapporteur beveelt aan om over invoering van beoordelingscriteria voor de zelfcontrole na te denken. Ook al gaat men ertoe over de levensmiddelenproducenten meer eigenverantwoordelijkheid te geven, dan betekent dat nog niet dat de lidstaten geen controleverantwoordelijkheden meer hebben. De controleactiviteiten moeten evenwel aan de toepassing van het HACCP-systeem worden aangepast en de controleurs moeten dienovereenkomstig worden geschoold. Vereenvoudiging van de voorschriften mag in zijn totaliteit niet leiden tot een beschermingsniveau dat lager is dan momenteel het geval is. Richtsnoeren voor goede hygiënepraktijken spelen in het gehele verordeningsvoorstel (dus niet alleen voor de primaire productie) een belangrijke rol. Weliswaar is voorzien in de mogelijkheid van communautaire richtsnoeren, maar in de regel worden richtsnoeren op nationaal niveau vastgelegd. Dat mag er niet toe leiden dat de toepassing van de PE /6 PA\ doc

5 hygiënevoorschriften naar gelang van de lidstaat verschilt. Een positief punt is volgens de rapporteur ook de algemene registratie resp. erkenning van levensmiddelenbedrijven. Daardoor worden zowel de controles alsook de traceerbaarheid van de producten aanmerkelijk vergemakkelijkt. In het voorstel ontbreekt een definitie van het begrip "levensmiddelen". Ook bij de overige definities in artikel 2 moet worden gelet op coherentie met de definities in andere desbetreffende wetsteksten. De in het voorstel voorziene flexibiliteit voor kleinere en middelgrote bedrijven, afgelegen regio's en traditionele producten is toe te juichen, maar mag er in geen geval toe leiden dat afbreuk wordt gedaan aan de levensmiddelenhygiëne. Dat moet door de lidstaten die voor dergelijke maatregelen kiezen, worden gewaarborgd. Juist wanneer het om de veiligheid van voedingsmiddelen gaat, moet worden gewaarborgd dat producten die uit derde landen worden ingevoerd aan dezelfde resp. gelijkwaardige normen voldoen. Deze gelijkwaardigheid moet echter ook met dienovereenkomstige documenten worden gestaafd. In het kader van het uitbreidingsproces zouden de kandidaat-landen nu reeds op de dan geldende voorschriften moeten worden voorbereid. CONCLUSIES De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid de volgende conclusies in haar verslag op te nemen: 1. De rechtsvorm, i.e. verordening, moet absoluut worden gehandhaafd, omdat alleen een verordening een uniforme toepassing van de voorschriften in de gehele Europese Unie kan verzekeren en bovendien het voordeel van een snelle toepassing resp. aanpassing biedt. 2. De definities in de verschillende wetsteksten inzake het levensmiddelenrecht moeten uniform zijn. Er moet op worden gelet dat de definities in het onderhavige voorstel coherent zijn met het voorstel voor een verordening tot vaststelling van de algemene beginselen en vereisten van de levensmiddelenwetgeving (COM(2000) 716). 3. Ambtelijke controle is een essentieel bestanddeel van een functionerend controle- en veiligheidsnet op het gebied van de levensmiddelenhygiëne, en moet derhalve beantwoorden aan de doelstellingen van de verordening. Overschakeling van ambtelijke controles op toepassing van het HACCP-systeem is dan ook noodzakelijk. 4. In het kader van het HACCP-systeem moet er in alle gevallen schriftelijke documentatie aanwezig zijn, omdat deze voor een passende controle absoluut noodzakelijk is. 5. Er moet worden nagegaan of het om redenen van uniformiteit van de voorschriften en PA\ doc 5/6 PE

6 het voorkomen van concurrentievervalsing niet zinvoller is communautaire richtsnoeren in te voeren. Op zijn minst moeten er echter procedures worden vastgesteld hoe deze nationale richtsnoeren door de Commissie kunnen worden gecontroleerd en gecoördineerd. 6. In het kader van de uitbreiding van de Europese Unie moeten overgangsregelingen op het gebied van de levensmiddelenhygiëne zo veel mogelijk worden vermeden. Mochten er toch overgangsregelingen komen, dan moeten deze in een vastgelegd tijdschema worden geïntegreerd en door middel van regelmatige interimverslagen worden gecontroleerd. PE /6 PA\ doc