EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie VOORLOPIGE VERSIE 2003/0119(COD) 21 oktober 2003 ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 79/117/EEG en 96/59/EG (COM(2003) 333 C5-0273/ /0119(COD)) Rapporteur voor advies: Bill Newton Dunn PA\ doc PE

2 PA_Leg PE /8 PA\ doc

3 PROCEDUREVERLOOP De Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie benoemde op haar vergadering van 2 oktober 2003 Bill Newton Dunn tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van.... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met... stemmen voor en... tegen bij... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende amendementen. Bij de stemming waren aanwezig:... (voorzitter/waarnemend voorzitter),... (ondervoorzitter), Bill Newton Dunn (rapporteur voor advies),... (verving...),... (verving... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement),... en.... PA\ doc 3/8 PE

4 BEKNOPTE MOTIVERING Persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) zijn chemische stoffen die in het milieu aanwezig blijven en via het voedselweb bioaccumuleren omdat ze worden opgeslagen in lichaamsvet. Ze vormen daarom een risico voor schadelijke effecten op de gezondheid van de mens en het milieu. Kwetsbare ecosystemen zoals het Arctisch gebied worden in het bijzonder bedreigd wegens de verplaatsing over grote afstand en de biomagnificatie. Het voorstel van de Commissie is noodzakelijk om twee internationale overeenkomsten om te zetten in EU-wetgeving. Dit laatste is nodig omdat de Commissie voorstelt deze overeenkomsten te ratificeren en dat zal waarschijnlijk leiden tot de inwerkingtreding van tenminste een van de overeenkomsten. Het gaat om de volgende verdragen: 1. Verdrag van Stockholm inzake POP's van mei Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (CLRTAP) van de UNECE van juni1998. Beide overeenkomsten hebben betrekking op een serie POP's die in grote mate identiek zijn aan elkaar. In de ontwerpverordening worden maatregelen vastgesteld voor toevoeging van nieuwe stoffen aan de werkingssfeer van de overeenkomsten, teneinde de productie, het gebruik en het op de markt brengen ervan te verbieden en te zorgen voor gecontroleerde vernietiging van bestaande voorraden. Uw rapporteur stemt in met de ratificatie van beide overeenkomsten, welke in afzonderlijke verslagen worden behandeld door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. Industriële aspecten: - Productie De in de ontwerpverordening opgesomde stoffen, tenminste die welke geen bijproduct zijn of onopzettelijk opgetreden onzuiverheden, worden niet meer door de Europese industrie geproduceerd en dit al sinds vele jaren niet meer. De verordening is dus niet van invloed op de chemische industrie. De belangrijkste producent van DDT, de enige stof waarvoor in de overeenkomsten ontheffingen worden toegestaan, is China. De International Council of Chemical Associations is verheugd over beide internationale overeenkomsten. Andere industrielanden met een belangrijke chemische industrie hebben de overeenkomsten al geratificeerd, bijv. Zwitserland, of stemmen in met de doelstellingen, bijv. de VS. Rusland heeft slechts een van de overeenkomsten ondertekend, maar heeft deze nog niet geratificeerd. - Vernietiging Voor de EU is er vooral een probleem ontstaan door de uitbreiding. Sommige kandidaat- PE /8 PA\ doc

5 lidstaten hebben grote voorraden verouderde pesticiden. Overeenkomstig de verordening moeten deze op veilige wijze worden vernietigd, d.w.z. door middel van verbranding in speciale installaties of als gevaarlijke afvalstoffen. Aangezien de meeste van deze voorraden in handen van de respectieve staten zijn en niet in handen van de industrie, heeft ook dit geen gevolgen voor de industrie. Er schijnt een discussie te worden gevoerd over het toestaan van andere verwijderingsmethoden dan vernietiging, bijv. lange-termijnopslag in opslagplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen (vooral zoutmijnen). Dit is een normale praktijk in sommige lidstaten. De Commissie schijnt de mening te zijn toegedaan dat het wijzer is alleen verbranding toe te passen. Niet alle landen beschikken echter over verbrandingsovens voor gevaarlijke afvalstoffen. Dus zou het voor bestaande verbrandingsinstallaties gunstig zijn om verouderde voorraden daar te laten vernietigen. Financiering van de vernietiging kan met verschillende middelen, bijv. via de Wereldbank en ook met EU-kredieten waar het de toetredende landen betreft. Maar de toetredende lidstaten moeten de kredieten aanvragen, hetgeen slechts een minderheid tot nu toe heeft gedaan. Zij kunnen ook kredieten ontvangen voor de tenuitvoerlegging van hun eigen plannen. Handelsaspecten: Alle stoffen die onder deze ontwerpverordening vallen worden al niet meer in de EU geproduceerd. Toevoeging van andere stoffen aan de lijst in de toekomst kan een positief effect hebben op de industrieën in de EU omdat zij alternatieve stoffen produceren. De ontwikkelingslanden zouden dit kunnen opvatten als oneerlijke concurrentie. Het ontwerpvoorstel in de vorm waarin het voor ons ligt, mag geen negatieve gevolgen hebben voor de handel van de EU. De uitzonderingen die in het ontwerp zijn opgenomen voor DTT, maken het moeilijker om alternatieve stoffen te ontwikkelen, en daarom moet dit in het Europese onderzoeksbeleid en in toekomstige wetgeving inzake duurzaam gebruik van pesticiden bijzondere aandacht krijgen. De aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie moeten in deze natuurlijk in acht worden genomen. AMENDEMENTEN De Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen: Door de Commissie voorgestelde tekst 1 Amendementen van het Parlement Amendement 1 Overweging 7 bis (nieuw) 1 PB C.../Nog niet in het PB gepubliceerd. PA\ doc 5/8 PE

6 (7 bis) Aangezien de meeste thans in het protocol en het verdrag genoemde stoffen in de EU niet meer worden gebruikt noch geproduceerd, ontstaat er een belangrijke extra taak: de ontwikkeling van een strategie voor het duurzaam gebruik van pesticiden. Overeenkomstig de Mededeling van de Commissie 1 moet deze strategie de substitutie inhouden van stoffen die in de toekomst zullen worden toegevoegd aan de lijst van internationaal verboden stoffen. 1 COM(2002)349 Motivering De tot nu toe op de lijst opgenomen stoffen vormen geen probleem voor de EU. De voorbereidingen voor de toevoeging van meer stoffen moeten echter thans starten en er moeten alternatieven worden ontwikkeld en een wereldwijde strategie. Amendement 2 Overweging 9 bis (nieuw) Motivering (9 bis) Bestaande voorraden van verouderde pesticiden die POP's bevatten, dienen zo spoedig mogelijk te worden verwijderd volgens de hedendaagse technologie. Indien in de toekomst andere stoffen worden toegevoegd aan de bijlagen van deze verordening, dienen voorraden daarvan ook onmiddellijk te worden vernietigd en er mogen geen nieuwe voorraden meer worden aangelegd. In sommige kandidaatlidstaten zijn nog grote hoeveelheden verouderde pesticiden opgeslagen, en de meeste daarvan bevatten POP's. Niet al deze voorraden voldoen aan adequate veiligheidsnormen. Daarom is het van belang dat zij zo snel mogelijk op veilige wijze worden verwijderd. Sommige bestaande voorraden dateren van 20 of 30 jaar geleden. In de toekomst moeten soortgelijke ontwikkelingen worden voorkomen omdat de onaangepaste aanleg van voorraden kan leiden tot grootschalige milieuschade. Amendement 3 PE /8 PA\ doc

7 Artikel 5, lid 3 3. De lidstaten houden toezicht op het gebruik en het beheer van de aangemelde voorraden. 3. De lidstaten houden toezicht op het gebruik en het beheer van de aangemelde voorraden. Zij steunen de houders van voorraden met bestaande technische en financiële instrumenten. De lidstaten verstrekken tevens technische en financiële steun ingeval van verzoeken van partijen uit ontwikkelingslanden en partijen met economieën in de overgangsfase, middels een financieel mechanisme als bepaald in artikel 13 van het verdrag van Stockholm. Motivering Voor het veilig verwijderen van voorraden in de EU kan financiële en technische bijstand worden verkregen middels bestaande financiële instrumenten. Het kan nodig zijn hierop de nadruk te leggen. Met betrekking tot de ontwikkelingslanden wordt in artikel 13 van het verdrag van Stockholm bepaald dat daaraan financiële steun kan worden verstrekt. Dit moet in de wetgevingstekst worden vermeld. Amendement 4 Artikel 7, lid 1 1. Afval dat geheel of gedeeltelijk uit een in bijlage IV vermelde stof bestaat of daarmee verontreinigd is, wordt zo spoedig mogelijk zodanig verwijderd dat ervoor wordt gezorgd dat de persistente organische verontreinigende stoffen daarin worden vernietigd of onomkeerbaar worden omgezet, zodat het resterende afval en de vrijkomende stoffen geen kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen vertonen. 1. Afval dat geheel of gedeeltelijk uit een in bijlage IV vermelde stof bestaat of daarmee verontreinigd is, wordt binnen 36 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening zodanig verwijderd dat ervoor wordt gezorgd dat de persistente organische verontreinigende stoffen daarin worden vernietigd of onomkeerbaar worden omgezet, zodat het resterende afval en de vrijkomende stoffen geen kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen vertonen. Permanente opslag is onder alle omstandigheden verboden. Motivering De meeste voorraden verouderde pesticiden die POP's bevatten, zijn al centraal opgeslagen in het betreffende land en worden door de staat gecontroleerd. Dus kan de verwijdering ervan PA\ doc 7/8 PE

8 zo worden gepland dat de volledige vernietiging ervan is afgerond binnen 36 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. Het tweede deel van het amendement betreft de verwijdering volgens de hedendaagse technologie. Gecontroleerde verbranding in een aangepaste installatie is de vernietigingsmethode bij uitstek. Lange-termijn opslag, bijv. in zoutmijnen laat de POP's intact met het risico dat zij later weer de kop opsteken. PE /8 PA\ doc