AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) Ontwerpadvies Corina Creţu (PE v01-00)

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie ontwikkelingssamenwerking /2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor de gendergelijkheid (2013/2103(INI)) AM\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 AM_Com_NonLegOpinion PE v /7 AM\ doc

3 1 Paragraaf 1 sociaaleconomische ongelijkheden, de onderliggende oorzaken van mensenhandel en seksuele uitbuiting zijn, en dat vrouwen en kinderen met een lage sociaaleconomische status de voornaamste slachtoffers zijn; sociaaleconomische ongelijkheden, alsook ouderwetse patriarchale waarden die verankerd zijn in bestaand beleid, de onderliggende oorzaken van seksuele uitbuiting en prostitutie zijn, die mensenhandel in de hand werken, en dat vrouwen en kinderen met een lage sociaaleconomische status de voornaamste slachtoffers zijn; 2 Filip Kaczmarek Paragraaf 1 sociaaleconomische ongelijkheden, de onderliggende oorzaken van mensenhandel en seksuele uitbuiting zijn, en dat vrouwen en kinderen met een lage sociaaleconomische status de voornaamste slachtoffers zijn; sociaaleconomische ongelijkheden, alsook gewapende conflicten, de onderliggende oorzaken van mensenhandel en seksuele uitbuiting zijn, en dat vrouwen en kinderen met een lage sociaaleconomische status de voornaamste slachtoffers zijn; AM\ doc 3/7 PE v01-00

4 3 Paragraaf 2 te worden besteed aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals meisjes, kinderen met handicaps en vrouwen die behoren tot minderheden; te worden besteed aan de meest achtergestelde bevolkingsgroepen, zoals meisjes, vrouwen en kinderen met handicaps, vrouwen en meisjes in postconflictgebieden en vrouwen die behoren tot minderheden, in het bijzonder migrantenvrouwen en Roma-vrouwen; 4 Ivo Vajgl Paragraaf 2 te worden besteed aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals meisjes, kinderen met handicaps en vrouwen die behoren tot minderheden; te worden besteed aan de meest kwetsbare groepen, zoals meisjes, kinderen met handicaps en vrouwen die behoren tot minderheden; 5 Paragraaf 4 4. wijst erop dat seksuele uitbuiting een 4. wijst erop dat seksuele uitbuiting een PE v /7 AM\ doc

5 vorm van gendergerelateerd geweld is en benadrukt dat de uitbanning en preventie van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes van het grootste belang is voor het terugdringen van deze extreme schendingen van de mensenrechten; vorm van gendergerelateerd geweld is die meestal door mannen tegen vrouwen wordt gepleegd, en benadrukt dat de uitbanning en preventie van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes van het grootste belang is voor het terugdringen van deze extreme schendingen van de mensenrechten; 6 Anna Hedh, Åsa Westlund Paragraaf 5 5. roept de EU, internationale organisaties, nationale regeringen en andere betrokken partijen op samen te werken op het niveau van de EU aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijk kader van bepalingen inzake strafbaarstelling, sancties en verbeterde grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot de bescherming tegen seksueel misbruik en seksuele uitbuiting; 5. roept de EU, internationale organisaties, nationale regeringen en andere betrokken partijen op samen te werken op het niveau van de EU aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijk kader van bepalingen inzake de bestrijding van de onderliggende oorzaken, de strafbaarstelling (met inbegrip van het kopen van seksuele diensten), sancties en verbeterde grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot de bescherming tegen seksueel misbruik en seksuele uitbuiting; Or. sv 7 Ivo Vajgl Paragraaf 6 6. benadrukt dat het belangrijk is dat 6. benadrukt dat het belangrijk is dat AM\ doc 5/7 PE v01-00

6 rekening wordt gehouden met angst voor stigmatisering bij het ontwerpen van nationaal beleid en nationale strategieën betreffende rechtsbijstand in bepaalde ontwikkelingslanden, en uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan effectieve juridische diensten waaraan gevallen van misbruik kunnen worden gemeld, met name in het kader van humanitaire crises. rekening wordt gehouden met angst voor stigmatisering bij het ontwerpen van nationaal beleid en nationale strategieën betreffende rechtsbijstand in bepaalde ontwikkelingslanden alsook in alle landen waar mensenhandel en seksuele uitbuiting voorkomen, en uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan effectieve juridische diensten waaraan gevallen van misbruik kunnen worden gemeld, met name in het kader van humanitaire crises. 8 Paragraaf 6 bis (nieuw) 6 bis. roept de EU en haar lidstaten op acties te ontwikkelen om een einde te maken aan het sekstoerisme vanuit EUlidstaten naar andere bestemmingen; 9 Anna Hedh, Åsa Westlund Paragraaf 6 bis (nieuw) 6 bis. benadrukt dat inspanningen ter bestrijding van seksuele uitbuiting en prostitutie toegespitst moeten zijn op door oorlog getroffen gebieden in overeenstemming met resoluties nr van 31 oktober 2000 en nr van 19 juni 2008 van de VN-Veiligheidsraad; PE v /7 AM\ doc

7 Or. sv 10 Paragraaf 6 ter (nieuw) 6 ter. roept de EU en haar lidstaten op de vraag naar uitbuiting via prostitutie en mensenhandel voor seksuele uitbuiting te ontmoedigen; AM\ doc 7/7 PE v01-00