Kennis in Schoonheid Een inleiding in de moderne esthetica door Rob van Gerwen Boom Meppel Amsterdam
Rob van Gerwen, 1992, Utrecht Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur; no part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the author. E-mail: Rob.vanGerwen@phil.uu.nl Homepage: http://www.phil.uu.nl/~rob/
Inhoud Voorwoord 9 Afkortingen hoofdwerken 10 Inleiding 11 I Een rationalistische benadering 1 Een rationalistische benadering van kennis 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Substanties en de waarneming 16 1.3 Kennis 22 2 Een rationalistische esthetica 26 2.1 Een rationalistische esthetica? 26 2.2 Zintuiglijke waarheid 27 3 Kennis in schoonheid 34 II Empiristische benaderingen 1 Een empiristische benadering van kennis 37 1.1 Inleiding 37 1.2 Indrukken en Ideeën 38 1.3 Scepsis over inductie 40 2 Een sensualistische esthetica 44 2.1 Inleiding 44 2.2 De emoties 45 2.3 De objecten 48 2.4 Een 'transparante' gewaarwording 50 3 Kennis in schoonheid 55 III De transcendentale benadering 1 De transcendentale benadering van kennis 56 1.1 Rationalisme versus empirisme 56 1.2 De transcendentale legitimatie van kennis 58 1.3 De objectiviteit van onze kennis 64 5
Kennis in schoonheid 2 De transcendentale benadering van esthetica 67 2.1 De antinomie van de smaak 67 2.2 De eigenheid van het subjectieve smaakoordeel 69 2.3 Het vrije spel der kenvermogens is ons genoegen 76 2.4 Esthetische ideeën, kunst en genie 82 3 Kennis in schoonheid 85 IV De dialectische benadering 1 Een dialectische benadering van kennis 87 1.1 Inleiding 87 1.2 Kennis als subject 88 1.3 Kennis als systeem 92 1.4 Verwerkelijking van de geest 94 2 Een dialectische benadering van esthetica 97 2.1 Inleiding 97 2.2 De discipline esthetica 99 2.3 Kunst als presentatie van het idee 105 3 Kennis in schoonheid 109 V Een romantische benadering 1 Een romantische benadering van kennis 111 1.1 Inleiding: het noumenale en de verbeelding 111 1.2 De wereld als voorstelling 112 1.3 De wereld als wil (het noumenale) 119 2 Een romantische benadering van kunst 123 2.1 Kunst als weergave van de ideeën 123 2.2 Muziek als toegang tot het noumenale 127 3 Kennis in schoonheid 129 VI Fenomenologische benaderingen 1 Een fenomenologische benadering van kennis 131 1.1 Inleiding 131 1.2 De fenomenologische methode 135 1.3 Ingarden's realistische fenomenologie 138 2 Een fenomenologische esthetica 139 2.1 Inleiding 139 2.2 Het kunstwerk als intentioneel object 140 2.3 De esthetische ervaring 142 2.4 Het smaakoordeel 147 3 Kennis in schoonheid 150 6
Inhoud VII Een hermeneutische benadering 1 Hermeneutiek en epistemologie 152 1.1 De geesteswetenschappen 152 1.2 De hermeneutische ervaring 156 2 Hermeneutiek en esthetica 163 2.1 Kritiek op subjectivisme 163 2.2 Het kunstwerk als hermeneutisch object 165 3 Kennis in schoonheid 171 VIII Een kritische benadering 1 Een kritische benadering van kennis 173 1.1 Inleiding: Adorno en filosofische voorgangers 173 1.2 Negatieve dialectiek 176 2 Een kritische esthetica 182 2.1 Inleiding 182 2.2 De dialectiek van de Verlichting en de kunst 184 2.3 Moderne kunst 191 3 Kennis in schoonheid 196 IX Analytische benaderingen 1 Analytische benaderingen van kennis 199 1.1 Logisch empirisme 199 1.2 Betekenis en context 201 2 Analytische benaderingen van esthetica 206 2.1 Inleiding 206 2.2 Reductionistische benaderingen 207 2.3 Experiëntiële benaderingen 213 3 Kennis in schoonheid 218 X Conclusies 1 Kennis en legitimatie 220 1.1 De moderne filosofie 220 1.2 Nominalisme, idealisme en realisme 221 2 Het esthetische als antinomische relativering 223 Noten 227 Literatuur 240 Index 248 7
Voor Birgit
Voorwoord Het schrijven van dit boek was een boeiende bezigheid. Ik heb er veel van geleerd, bovenal wat het is om intuïties te hebben en die systematisch te verwoorden. Onmisbaar was dan ook de inspiratie die van de worstelingen van de grote filosofen uitgaat. Onmisbaar was ook de stimulerende begeleiding van prof. Karel Boullart van de Rijksuniversiteit te Gent, en die van mijn begeleiders aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Ik ben hen dankbaar voor menige kritische suggestie. Mijn dank geldt ook Wil van Gerwen, voor het nalopen van de stijl van mijn boek. Tot slot dank ik de faculteit Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit Utrecht en de Stichting voor Wijsgerig Onderzoek in Nederland (SWON), die wordt gesubsidieerd door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), voor het beschikbaar stellen van de tijd en de middelen die voor het schrijven van dit boek nodig waren. 9
Afkortingen hoofdwerken AH AS AT HE KrV KU LG PG VA VWSG WM WWV Gadamer, H.G.: Ästhetik und Hermeneutik. Gadamer, H.G.: Die Aktualität des Schönen. Adorno, Th. W.: Ästhetische Theorie. Hume, D.: Enquiry Concerning Human Understanding. Kant, I.: Kritik der reinen Vernunft. (B-uitgave). Kant, I.: Kritik der Urteilskraft. (B-uitgave). Leibniz, G.W.: Die philosophischen Schriften. Gerhardt (ed.). Hegel, G.W.F.: Phänomenologie des Geistes.. Hegel, G.W.F.: Vorlesungen über die Ästhetik. Schopenhauer, A.: Über die vierfache Wurzel des Satzes vom zureichenden Grunde. Gadamer, H.G.: Wahrheit und Methode. Schopenhauer, A.: Die Welt als Wille und Vorstellung. 10
Inleiding Neem nu de voorpagina. We weten dat dit een zelfportret van Rembrandt is, maar is het daarom mooi? Het thema van dit boek kennis in schoonheid vat een uitgebreid esthetisch probleemgebied samen: hoe verhoudt schoonheid zich tot onze kennisaanspraken? Dit is meer dan één enkel probleem. De complexiteit ervan kan geïllustreerd worden aan het zelfportret van Rembrandt. Sommige mensen was de schoonheid van het portret (de lelijkheid?) al opgevallen toen ze het boek ter hand namen. Zij weten waarschijnlijk intuïtief ook al of schoonheid subjectief of objectief is, d.w.z. of het een uitkomst van een eigen ervaring is of een eigenschap van het schilderij. Dergelijke intuïties zijn goud waard, maar dan moeten we wel bereid zijn om ze te expliciteren. We moeten bereid zijn om alle argumenten die erin samengebald zijn, bloot te leggen. Stel dat we het portret inderdaad mooi vinden maar niet precies weten waarom. Niemand zal willen beweren dat 'weten dat het een Rembrandt is' noodzakelijk tot een positief schoonheidsoordeel zal leiden. Hoe belangrijk ís het eigenlijk om zoiets te weten? Moeten we eerst nagaan of een werk door de meester zelf en niet door zijn leerlingen geschilderd is, voordat we het 'legitiem' mooi kunnen vinden? Dan zullen we lang moeten wachten; ieder jaar worden hier nog nieuwe feiten over bekend gemaakt: niemand weet hoeveel 'echte Rembrandts' er uiteindelijk overblijven. Maar zelfs al wisten we dat Rembrandt zelf het portret geschilderd heeft, dan nog zou dat ons niet dwingen om het ook mooi te vinden: ook Rembrandt zal toch wel eens een slechte dag hebben gehad? Helaas moet je, om dáárover iets zinvols te kunnen zeggen, zijn stijl kennen, maar het is onmogelijk om een stijl eenduidig vast te leggen; de theoretische en empirische problemen zijn hier gigantisch. En zelfs als het zou lukken, zouden we nog moeten aangeven waarin het verschil ligt tussen een goed en een slecht werk in die stijl. Geen kunstkenner zal ons door een opsomming van empirische feiten kunnen dwingen om het portret mooi te vinden. Nee, redeneren is in deze context ongepast, bewijzen onmogelijk. In geen enkel concreet geval zullen woorden alleen, hoe weloverwogen ze ook zijn, ons overhalen om iets mooi of lelijk te vinden. We willen het met eigen ogen zien. 11
Kennis in schoonheid Wel, wat vínden we er dan zelf van? Vinden we het portret mooi omdat we de erop afgebeelde man zelf mooi vinden? (Dat lost natuurlijk ons probleem niet op, want waarom vinden we die man mooi?) Het schilderij lijkt mooi vanwege iets in de blik, zoiets als de 'veelzeggendheid' daarvan. Maar het is niet zonder meer duidelijk wat we hiermee bedoelen. Bedoelen we dat een betekenisvol schilderij de relevante betekenissen moet dragen, of dat het die in het denken van de beschouwer moet teweegbrengen? Misschien is het wel volstrekt onmogelijk om uit te maken welke betekenissen een schilderij een afbeelding draagt, omdat de betekenissen van verfstreken en kleurvlakken zich zoveel lastiger laten identificeren dan die van woorden. En ook hier geldt: als we zouden weten wat een kunstwerk betekent, hoeven we het daarom nog niet mooi te vinden. Is iemand die de schoonheid van een kunstwerk in ogenschouw neemt op een beschrijving van de betekenis van dat werk uit? Ach, welnee; een kunstwerk biedt ons geen uitdaging meer zodra we het naar tevredenheid kunnen beschrijven. Maar evenmin moet een kunstwerk iedere beschrijving frustreren. Door een werk waar we te weinig van begrijpen worden we niet geraakt. Typisch genoeg reageren we in zo'n geval met een vraag als "Is dat nou kunst?" en weigeren we ons in het werk te verdiepen (omdat we niet begrijpen hoe we dat zouden moeten doen). Misschien moeten we ons dan ook beperken tot de betekenissen die het kunstwerk bij ons opwekt. Dan komen we tot de volgende conclusie: we willen dat een kunstwerk ons denken in beweging brengt en houdt. Om deze conclusie uit te werken, zullen we ons in de esthetische ervaring moeten verdiepen, want het is hierin dat de relatie van schoonheid met kennis ervaren wordt. De gedachten die we tijdens de beschouwing hebben zijn deels door ons eigen wereldbeeld ingegeven, door ideeën die we al hadden voordat we het portret zagen. Nu moeten dergelijke ideeën natuurlijk niet overheersen, want het gaat om de gedachten die door het portret in ons opgeroepen worden, maar het gaat daar zeker niet uitsluitend om; ons interesseert juist deze spanning die in ons opgeroepen wordt: de spanning tussen het werk en ons wereldbeeld. Hoe dit alles te begrijpen? Het is de esthetica die zich deze problematiek aantrekt. Haar bestaansrecht als een zelfstandige discipline staat evenwel ter discussie. Ze is pas eind zeventiende eeuw als zodanig opgevat en ze lijkt haar problemen vaak aan filosofische disciplines als de epistemologie te ontlenen. Voor sommigen is dit reden genoeg om 12
Inleiding het bestaansrecht van de esthetica te ontkennen. Het 'moderne' van de moderne filosofie is evenwel ingegeven door een problematiek die niet alleen aan de esthetica maar evenzeer aan de epistemologie een cruciale wending heeft gegeven, dus als leeftijd het probleem is, staat het bestaansrecht van de moderne epistemologie evenzeer onder druk. Welnu, het doel van dit boek is te begrijpen hoe kennis en schoonheid zich tot elkaar verhouden. De meest invloedrijke moderne benaderingen onveranderlijk van grote denkers zullen hierbij de revu passeren: benaderingen van schoonheid, maar ook van kennis, omdat het onmogelijk is de probleemstelling te behandelen zonder de epistemologie erbij te betrekken. Is de esthetica daarom een slaaf van de epistemologie? We zullen zien. 13