VRAGENLIJST BELASTINGCONSULENT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2008/2 WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING 15 PUNTEN / 5 punten Een onderneming bevindt zich in moeilijkheden, en de raad van bestuur beslist over te gaan tot een grondige herstructurering. Om deze herstructurering te realiseren maakt zij een aantal kosten waarvan u verder in deze vraag de details kan terugvinden. Het bestuursorgaan drukt haar wens uit deze kosten te activeren om het eigen vermogen niet verder uit te hollen. Detail van de kosten gemaakt om tot de herstructurering te komen: 61 erelonen van experts 10.000 62 opzeggingsvergoedingen en personeelskosten voor afbraak van een oud, afgeschreven actief 125.000 66 minderwaarden op de verkoop van een productieafdeling 65.000 a) Onder welke voorwaarden kunnen deze kosten worden geactiveerd? (2 voorwaarden geven ) b) Wat is het verband tussen de post herstructureringskosten en de mogelijkheid tot het uitkeren van winsten? / 5 punten a) Onder welke 2 voorwaarden mag men in een vennootschap overgaan tot herwaardering van een materieel vast actief, klasse 221? b) Beschrijf 2 manieren waarop de post van de herwaarderingsmeerwaarde op het passief kan muteren, m.a.w. hoe kan het bedrag van de herwaarderingsmeerwaarde volledig of gedeeltelijk naar andere balansposten op het passief worden overgebracht? / 5 punten In boekjaar 2000 verkopen we een gebouw dat als volgt in de balans terug te vinden is: 221000 debet 250.000 221900 credit 150.000 De verkoopprijs bedraagt 320.000, en vindt plaats onder stelsel van registratierecht 10%. De meerwaarde komt in aanmerking voor het stelsel van de gespreide belasting, de geldende belastingvoet voor vennootschappen bedraagt op dat moment 30%. De wederbeleggingen situeren zich als volgt: in 2001 een grond ter waarde van 100.000, en een gebouw ter waarde van 120.000. Het gebouw wordt lineair op 20 jaar afgeschreven. Voor deze casus mag u abstractie maken van de bijkomende kosten op de aankopen van de onroerende goederen.
In 2002 wordt een machine aangekocht van 200.000, die lineair op 5 jaar wordt afgeschreven. De betrokken vennootschap beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 15, 1 van het Wetboek van Vennootschappen. De vennootschap kiest voor de gespreide belasting. Op welke wijze wordt de meerwaarde boekhoudkundig verwerkt? 2 VENNOOTSCHAPSRECHT 20 PUNTEN / 7 punten Dhr X is bestuurder in vennootschap A, gelegen te Brussel. Tevens is de heer X bestuurder in vennootschap B, gelegen te Gent. De Raad van Bestuur van vennootschap A wenst een belangrijke overeenkomst af te sluiten met vennootschap B. De overeenkomst heeft geen normaal handelskarakter maar heeft wel een impact op beide vennootschappen In welke situatie kan bestuurder X zich bevinden en welke acties moeten hier genomen worden? / 5 punten Dhr X richt op 1/10/2007 een BVBA op met een kapitaal van 18.600, met als doel de verkoop van ballonnen. Hij is de enige aandeelhouder. Op 5/10/2008 beslist hij uit zijn persoonlijk bezit een gebouw te verkopen met een door een deskundige geschatte waarde van 20.000. Welke procedure moet de vennootschap volgen? / 8 punten Een NV opgericht met een kapitaal van 100.000 heeft op 31/12/2006, 20.000 reserves en 80.000 overgedragen verliezen. Bij het afsluiten van de jaarrekening op 31/12/2007 realiseert zij een verlies van 20.000. Wat dient de Raad van Bestuur te doen bij het vaststellen van dit verlies?
3 PERSONENBELASTING 20 PUNTEN / 6 punten Mevrouw Henri, gepensioneerd en 68 jaar oud, is vrijgezel. In 1980 heeft zij 20 % van de aandelen van de Belgische vennootschap Uno verworven tegen een bedrag van 125.000. In 1985 heeft zij 30 % van de aandelen van de Belgische vennootschap Duo verworven tegen een bedrag van 200.000. Vennootschap Duo bezit 20 % van de aandelen van vennootschap Uno. In 2008 verkoopt mevrouw Henri al haar effecten Uno aan een Algerijnse vennootschap tegen een bedrag van 700.000. a) Is deze verrichting belastbaar? Gelieve uw antwoord te verklaren in het concrete geval van mevrouw Henri. b) In bevestigend geval, geef het belastbaar bedrag. c) Aan welke aanslagvoet zal deze verrichting worden onderworpen, gesteld dat ze belastbaar is? d) Is deze verrichting belastbaar indien mevrouw Henri slechts de helft van haar Uno aandelen aan de Algerijnse vennootschap verkoopt? Verklaar uw antwoord. / 6 punten De heer Gaston is commercieel directeur van de nv Banqimmob, een beursgenoteerde Belgische vennootschap. Op 1 september 2008 biedt zijn werkgever hem 1.000 aandelenopties aan. a) Bereken het ten name van de heer Gaston belastbaar bedrag, rekening houdend met volgende gegevens (geef het detail van uw berekeningen): - de waarde van het aandeel op de dag van het aanbod bedraagt 12 - de waarde van het aandeel daags voor het aanbod bedraagt 11 - de gemiddelde waarde van het aandeel gedurende dertig dagen die het aanbod voorafgaan bedraagt 11,50 - het aandelenoptieplan duurt maximum 5 jaar - op de bepaalde uitoefenprijs wordt een korting van 15 % toegekend, hetzij 10,20 NB: alle vormvoorwaarden voor de toekenning van de aandelenopties werden nageleefd, zowel door de werkgever als door de werknemer. b) In welk aanslagjaar zal dit voordeel ten name van de heer Gaston belastbaar worden en aan welke aanslagvoet zal het worden onderworpen?
4 / 8 punten Geef aan of volgende uitspraken waar of onwaar zijn voor het aanslagjaar 2008 inkomsten 2007 (u moet uw antwoord niet verklaren): Kruis het vakje met het juiste antwoord aan. 1. De aftrek van forfaitaire beroepskosten is mogelijk voor de bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders, maar is niet voorzien voor de baten van vrije beroepen. Waar Niet waar 2. De inkomsten uit de onderverhuring van een onroerend goed zijn belastbaar ten belope van 60 % als onroerende inkomsten en van 40 % als diverse inkomsten. Waar Niet waar 3. Indien uw echtgenoot, voor het jaar van het huwelijk, meer dan 2.660 netto bestaansmiddelen had, hebt u recht op een bijkomende belastingvrije som van 1.280. Waar Niet waar 4. De aftrek van de kosten voor kinderopvang voor een kind jonger dan 12 jaar wordt niet verleend aan de ouder aan wie ½ van het fiscaal voordeel voor kind ten laste wordt toegekend door de andere ouder die het kind fiscaal ten laste heeft. Waar Niet waar VENNOOTSCHAPSBELASTING 20 PUNTEN / 8 punten Gegeven: Ga na voor de volgende 3 verrichtingen m.b.t de Belgische BVBA ABC welke cijfergegevens u verstrekt in vak I A en/of B van de aangifte. Hiertoe vult u het (de) juiste cijfergegeven(s) in de bijgevoegde aangifte. (uw antwoord moet niet gemotiveerd worden.) Verrichting 1: De BVBA ABC werd opgericht in 1975 (op 31.12.2007 is de vennootschap voor 60% in de handen van natuurlijke personen). Het maatschappelijk kapitaal bestaat op 01.01.2007 uit 100 000,00 EUR gestort kapitaal en 20 000,00 EUR belaste reserves in kapitaal.
5 Verrichting 2: De vennootschap heeft een nieuwe machine aangeschaft op 15.06.2007. Aanschaffingswaarde = 80 000,00 EUR. Afschrijving normaal over 20 jaar lineair maar opgave 328 K wordt ingediend om degressief te mogen afschrijven. Voor de aanschaf van die nieuwe machine werd aan de vennootschap op 20.09.2007 de toezegging van een kapitaalsubsidie van het Vlaamse Gewest voor 8 000,00 EUR betekend. De stand van de relevante balans- en resultatenrekeningen is: RekNr. 1500: 6400 C RekNr. 7530: 1600 C Bijzonder gegeven: de BVBA ABC is per hypothese een vennootschap die klein is in de zin van art. 15 Wetboek van Vennootschappen. Verrichting 3 : Op 01.01.2007 is het bedrag van de belastingvrije reserves als volgt samengesteld: 7 000,00 EUR onder belastingvrije investeringsreserve dat in aanslagjaar 1982 werd aangelegd en die door de belastingadministratie tijdens een fiscale controle aanvaard werd als vrijgestelde reserve aangezien ze op een afzonderlijke rekening van het passief staat (Art. 511, 1 WIB); 18 000,00 EUR verwezenlijkte meerwaarde (art. 35 oud WIB) + 30 000,00 EUR investeringsreserve aangelegd tijdens de aanslagjaren 2004-2006 (art. 194 quater WIB). Op 31.12.2007 onttrekt men de oude belastingvrije reserve (7 000,00 + 18 000,00) om ze te kunnen belasten aan het tijdelijk gunsttarief van 10% (investering in de nieuwe machine (zie ook verrichting 2) wordt aangeduid als investeringsgoed van art. 519 ter WIB) / 6 punten In de resultatenrekeningen van de bovenvermelde BVBA ABC vind je volgende autokosten terug: 61001 Huur parking cliënteel 4.500,00 610042 Onderhoud en herstel BMW X5 500,00 612002 Verzekering BMW X5 750,00 612003 Verzekering Audi A6 875,00 61306 Taxikosten 133,00 613112 Brandstof BMW X5 1.325,00 613113 Brandstof Audi A6 278,00 613122 Carwash BMW X5 160,00 613123 Carwash Audi A6 50,00 61314 Kilometervergoeding personenwagens voor werkverkeer 2.396,00 personeel (4 000 km x 0,2903 + 4 200 x 0,2940) 61803 Voordeel firmawagen bedrijfsleider (excl. BTW): 1.774,75 (1.277,25 + 497,50) 63024 Afschrijving op Audi A6 9.000,00 642102 Verkeersbelasting BMW X5 348,00 642103 Verkeersbelasting Audi A6 667,00 642203 Belasting op inverkeerstelling Audi A6 2.478,00 74150 Voordelen van alle aard privé-gebruik 1.634,96 personenwagen bedrijfsleider (incl. BTW): [(5 000 km x 9/12 x 0,3406) + (5 000 km x 3/12 x 0,3980)]
6 Gevraagd: Maak een gedetailleerde berekening van de niet aftrekbare autokosten (code 032) aan de hand van deze gegevens. Opmerking: De vaste aftrekbeperking van 75 % is van toepassing op de BMW X5 en voor de Audi A6 is de aftrek (in functie van de CO2 uitstoot) slechts 60%. De onkostenvergoeding voor beroepsverplaatsingen van 2 personeelsleden heeft betrekking op dieselwagens met een CO2-uitstoot tussen 116 145g, wat overeenstemt met een aftrek van 75%. / 6 punten Beantwoord de volgende stellingen/uitspraken met JUIST of FOUT en kruis uw oplossing aan. (U moet uw keuze niet motiveren.) a) Vennootschap X realiseert tijdens het belastbare tijdperk 2007 een fiscaal resultaat (resultaat in de 1ste bewerking) van 500 000,00. Volgens de berekeningen zou de vennootschap recht hebben op 480 000,00 DBI aftrek, 200 000,00 recupereerbare verliezen en 20 000,00 investeringsaftrek. De fiscus bewijst evenwel dat de betreffende vennootschap dat jaar bij een verbonden bedrijf handelsgoederen kocht tegen een prijs, die 50 000,00 beneden de normale marktprijs ligt. Het belastbaar resultaat voor het jaar 2007 is door deze aftrekken nihil. Juist Fout b) Bedrijfsleider A wordt begin mei van het jaar 2007 opgevolgd door bedrijfsleider B. Wanneer A in dat jaar een bezoldiging van 14 500,00 EUR en zijn opvolger 21 500,00 EUR ontvangen heeft, is aan de voorwaarde voor het bekomen van het verminderd basistarief niet voldaan. Het belastbaar resultaat bedraagt 15 000,00 EUR. Juist Fout c) De aftrek van risicokapitaal kan nooit hoger zijn dan de fiscale winst die na de 5de bewerking overblijft. Is de winst onvoldoende om het berekende bedrag van aftrek voor risico kapitaal integraal toe te passen, wordt de niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de 7 volgende jaren. Juist Fout
7 BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE 15 PUNTEN / 8 punten Bij het begin van het eerste boekjaar heeft de BTW belastingplichtige bvba Double Activity voorzien dat de omzet voor het eerste boekjaar zou bestaan uit 29.000 euro omzet vrijgesteld van BTW en 71.000 euro omzet onderworpen aan BTW. In totaal heeft deze vennootschap 40.000 euro (excl. BTW) aan kosten. We gaan er van uit dat de BTW op deze kosten in principe aftrekbaar zou zijn voor een normale BTW belastingplichtige en dat er steeds 21% BTW betaald moet worden. a) Hoeveel BTW kan de belastingplichtige bvba Double Activity op basis van haar prognose qua omzetsamenstelling voor het eerste boekjaar aftrekken gedurende het eerste boekjaar? b) Hoe noemt men het verhoudingsgetal dat men gebruikt gedurende het eerste boekjaar op basis van de prognose? c) Aan het einde van het eerste boekjaar stelt de belastingplichtige bvba Double Activity vast dat de globale omzet 100.000 euro (excl. BTW) bedraagt, waarvan 40.000 euro omzet uit activiteiten (verzekeringen) die vrijgesteld zijn van BTW en waarvan 60.000 euro omzet uit activiteiten (adviesverlening) onderworpen aan BTW. Welke correctie dient de belastingplichtige bvba Double Activity te doen op basis van de werkelijke omzetverdeling aan het einde van het boekjaar. (geef het bedrag van de correctie en het rooster van de BTW-aangifte waar deze correctie moet worden opgenomen) en in welke BTW-aangifte dient deze correctie te gebeuren? d) Hoe noemt men het verhoudingsgetal op basis van de werkelijke cijfers aan het einde van het boekjaar? e) Welk systeem kent men nog naast dit van het verhoudingsgetal? f) Waarin verschilt dit systeem van het verhoudingsgetal? Geef een korte toelichting: / 7 punten De bvba Voiture, handelaar in voertuigen, koopt een wagen aan van een natuurlijk persoon, niet BTW - belastingplichtig, voor een bedrag van 5.000 euro, en een wagen van nv First Hand die bij de aankoop van de wagen recht op aftrek van BTW geeft, voor een bedrag van 7.000 euro. Deze wagens worden verkocht aan dezelfde BTW belastingplichtige bvba Second Car. De wagen van de natuurlijke persoon wordt verkocht voor een bedrag van 6.500 euro (incl. BTW) en de wagen van nv First Hand wordt verkocht voor een bedrag van 9.000 euro (incl. BTW)
a) Kan de wagen van de natuurlijke persoon worden verkocht onder het regime BTW over de winstmarge? b) Kan de wagen van nv First Hand worden verkocht onder het regime BTW over de winstmarge? c) Kan de klant bvba Second Car de BTW op de aankoop van de wagen die afkomstig is van de natuurlijk persoon geheel of gedeeltelijk aftrekken? d) Kan de klant bvba Second Car de BTW op de aankoop van de wagen die afkomstig is van nv First Hand geheel of gedeeltelijk aftrekken? e) Welke bedragen dient bvba Voiture op te nemen in volgende roosters van de BTW aangifte? Gelieve de bijgevoegde BTW-aangifte voor de BVBA Voiture in te vullen. 8 BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN 10 PUNTEN / 4 punten Volgende stukken worden op 29 augustus 2008 op het bevoegd registratiekantoor aangeboden: Gelieve te bepalen of ze binnen de door het Wetboek gestelde termijn werden geregistreerd. In ontkennend geval, gelieve de wettelijke termijn aan te geven die moet worden nageleefd. a) Onderhandse akte van 25 mei 2008: door A en B ondertekende huurovereenkomst waarbij A aan B, voor een duur van 5 jaar en tegen een maandelijkse huur van 900, een uitsluitend voor bewoning bestemd appartement verhuurt. b) Onderhandse akte van 10 januari 2008: door E en F ondertekende voorverkoopakte waarbij wordt vastgesteld dat E aan F, tegen de prijs van 300.000, een terrein verkoopt onder de opschortende voorwaarde dat een bouwvergunning wordt bekomen; de bouwvergunning werd op 15 mei 2008 bekomen.
9 / 4 punten André vraagt aan Bernard, een professioneel vastgoedmakelaar, om voor hem een villa aan de kust, met het oog op aankoop, te zoeken tegen maximum 500.000. Bernard neemt contact op met Carine, de eigenaar van een goed dat beantwoordt aan de wensen van André. Bernard verbindt zich ten aanzien van Carine om haar huis aan André te verkopen en betaalt, vóór het tot stand brengen van de verkoop, voor rekening van André, aan Carine een bedrag van 50.000 als afkorting op de totale verkoopprijs van het huis. André stemt er nochtans niet mee in om deze villa te kopen. Loopt Bernard gevaar op het gebied van de registratierechten? (Verklaar uw antwoord bondig). / 2 punten De erflater kan bij testament slechts over een gedeelte van zijn nalatenschap beschikken, met name over hetgeen overblijft na aftrek van alles waarop zijn erfgenamen recht hebben. Dit deel wordt het beschikbaar gedeelte genoemd. Bepaal het beschikbaar gedeelte in volgende gevallen: De heer Y, weduwnaar, heeft zeven kinderen De heer Z, weduwnaar, heeft geen kinderen maar zijn vader en moeder zijn nog in leven BEGINSELEN VAN EUROPEES EN INTERNATIONAAL FISCAAL RECHT 10 PUNTEN / 4 punten Uw cliënt en zijn echtgenote zijn de enige aandeelhouders van een naamloze vennootschap naar Belgisch recht. Hun schoonbroer bezit 97 % van de aandelen van een handelsvennootschap naar Hongaars recht (rechtsvorm die overeenkomt met een naamloze vennootschap). Een ieder beheert zijn vennootschap afzonderlijk. De Belgische naamloze vennootschap van uw cliënt heeft een lening toegestaan aan de Hongaarse vennootschap die, zoals hiervoor gezegd, in handen is van de schoonbroer van uw cliënt. De Hongaarse fiscus eist de inhouding van een bronheffing op de interesten, terwijl beiden dachten dat, gelet op de richtlijn betreffende de interesten en royalty's, er geen bronheffing meer mocht worden ingehouden. Hij vraagt u of voornoemde richtlijn van toepassing is op de toestand. Wat antwoordt u hem? Verklaar uw antwoord kort.
10 / 6 punten Een Belgische binnenlandse vennootschap is in Italië actief via een vaste inrichting (VI). Tussen Italië en België geldt een bilaterale overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting. VI Italië Belgische verrichtingen Totaal vennootschap ar 1: Resultaat vóór belasting Verlies: 1000 Winst: 2000 Winst: 1000 ar 2: Resultaat vóór belasting Winst: 1000 Winst: 2000 Winst: 3000 De gedelegeerd-bestuurder van deze vennootschap vraagt uw advies over volgend punt: zijn financieel directeur meldt hem dat de Belgische vennootschap, voor jaar 2, zal worden belast op een winst van 4000, terwijl de boekhoudkundige winst slechts 3000 bedraagt. Hij stelt u volgende vragen: a) Kan deze stelling juist zijn: ja of neen? b) Verklaar uw antwoord op grond van de beginselen van de door de OESO ontwikkelde bilaterale modelovereenkomst tot het vermijden van dubbele belasting. FISCALE PROCEDURE 15 PUNTEN / 3 punten Wat is, over het algemeen, de sanctie voor de indiening van een bezwaarschrift bij de diensten van een territoriaal onbevoegde directeur? / 8 punten De onderneming IKBOUW is btw-plichtig voor haar activiteit van consultancy in public relations en reclame. Ze laat in 2008 een kantoorgebouw optrekken en betrekt dit gebouw op 1 september 2008. In de loop van 2009 doet haar concurrent IKPAKALLES een aankoopbod aan de aandeelhouders van de vennootschap IKBOUW. Na moeizame onderhandelingen aanvaarden de aandeelhouders van IKBOUW om de twee ondernemingen te fuseren. Er volgt een grondige herstructurering en de zetel van overnemende vennootschap IKPAKALLES wordt overgeplaatst naar nieuwe gebouwen in de Brusselse rand die (voor een spotprijs) worden gehuurd. De kantoren van de vennootschap IKBOUW zijn sinds oktober 2009 niet langer nuttig en er wordt beslist ze te verkopen. Het gebouw is verkocht in december 2010. Antwoord op de onderstaande vragen in de context van het volgende voorbeeld: a) Verklaar hoe een gewone belastingplichtige de verkoop van een onroerend goed dat hij heeft laten oprichten aan de BTW kan onderwerpen. b) Moet hij een bijzondere procedure toepassen? c) Hoe verloopt de aftrek van de BTW tijdens de bouw?
11 d) Wat gebeurt er met de BTW wanneer wordt overgegaan tot de verkoop in december 2010? Verklaar uw antwoord. / 4 punten a) Wanneer de BTW-administratie beslist tot inhouding van het saldo in het voordeel van de belastingplichtige van de BTW-rekening-courant, kan die beslissing enkel voor de gewestelijke directeur van de BTW worden betwist? Juist Fout b) De optie tot de vrijstellingsregeling van BTW wordt uitgeoefend door de belastingplichtige die in aanmerking komt voor deze regeling en heeft uitwerking vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de brief naar de administratie wordt verzonden. Juist Fout JURIDISCHE EN BEROEPSNORMEN MET BETREKKING TOT DE ACCOUNTANCY, DE BELASTINGCONSULTANCY EN DE ANDERE WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE ACCOUNTANT EN VAN DE BELASTINGCONSULENT 15 PUNTEN. / 6 punten Uw cliënt beslist om uw kantoor te verlaten en zijn dossier te laten opvolgen door een confrater accountant/belastingconsulent. a) Dient u volgende documenten af te geven? - Permanent dossier - Werkdossier - Facturen - Dagboeken
b) Kan de overdracht van deze documenten afhankelijk gesteld worden van de betaling van de laatste ereloonnota? c) Mag uw opvolger reeds starten met zijn activiteiten indien het ereloon nog niet werd betaald? d) Wat dient uw confrater te doen als deze cliënt bij u aanklopt? 12. / 4 punten Wanneer de cliënt die uw kantoor verlaat niet akkoord is met uw laatste ereloonnota en deze aanvecht, kan u dit probleem aan een commissie binnen het IAB voorleggen om uit deze impasse te komen. a) Welke commissie is dit? b) Welke functie heeft deze commissie? c) Kan deze commissie een beslissing nemen op eenzijdig verzoek van de accountant/belastingconsulent of dienen alle partijen akkoord te zijn met het voorleggen van het probleem aan de arbitragecommissie? d) Kunnen er na de beslissing van deze commissie nog verdere stappen worden ondernomen indien één der partijen nog geen vrede kan nemen met de beslissing? Motiveer bondig.. / 5 punten Een vastgoedvennootschap doet voor een eenmalig consult een beroep op uw diensten. Nadat u uw advies hebt verleend en uw ereloonnota opgestuurd, meldt de zaakvoerder u dat de vennootschap momenteel zware financiële problemen heeft en uw ereloonnota dus niet kan betalen. Hij stelt u voor, om als compensatie, 2 of 3 weekends met uw gezin door te brengen in een appartement aan de Belgische kust dat aan de vennootschap toebehoort. Mag u dat aanvaarden? (verklaar uw antwoord) Bestaat er, naast de kwestie van uw erelonen, een ander aspect op het gebied van de plichtenleer dat eventueel een probleem zou kunnen stellen in verband met dit voorstel? -----------------------------------------------