VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE D.D. 6 APRIL 2010 Sociale leefomgeving DRECHTWERK Naar aanleiding van de motie Verzwaard Toezegging Drechtwerk die de raad op 7 juli 2009 heeft aangenomen wordt u ingelicht over de huidige stand van zaken. Voorzitter: Dhr. A. van Wensen Secretaris: Dhr. S.V. Vooren Verslag: Erna Verveer, Getikt! Aanwezig: Mw J. Heijmans, PvdA Dhr. M.P.P.M. Merx, VVD Dhr. S. Seme, CDA Dhr. M.S. Bevers, VVD Mw S.L. Catsburg-Schenkel, ChristenUnie/SGP Mw E. Schellekens, D66 Dhr. B.J. van Beusekom, VVD Dhr. J. van der Net, VVD Dhr. M.S. Bevers, VVD Dhr. J.P. Schuiten, D66 Dhr. A. Karapinar, GroenLinks Mw G. de Klerk, GroenLinks Mw G. Stolk, VSP Dhr. H.J. Romijnsen, VSP Dhr. M. Safranti, PvdA Mw J. van den Bergh, PvdA Dhr. J. Mos, VVD Mw A. Veldhuijzen, CDA Mw K. Kruger, GroenLinks Namens het college is aanwezig wethouder J.W. Spigt Namens Drechtwerk is aanwezig de heer M. Wilke, directeur De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Wethouder Spigt geeft een presentatie; deze is beschikbaar via het RIS. Mevrouw Kruger vraagt naar de inzet van het PGB (persoonsgebonden budget); de wet WSW kent reïntegratietrajecten waarmee mensen begeleid kunnen werken en ze kan niet goed plaatsen waarom je dan als extra PGB zou moeten inzetten. Wethouder Spigt antwoordt dat je met een PGB zelf kunt kiezen; mensen kunnen zelf met een voorstel komen. Het gaat dan om mensen die beoordeeld zijn door het UWV en al geïndiceerd zijn door de WSW. Na de indicatiestelling komen deze mensen op een wachtlijst terecht. Dan zou een PGB aangeboden kunnen worden als mensen zelf aangeven dat ze dat graag zouden willen. Dat is in de verordening mogelijk gemaakt, mits er ook een werkgever aan tafel zit die aangeeft dat er goede werkafspraken zijn gemaakt. Er worden immers subsidiemiddelen ingezet bij die werkgever. Het PGB is dus een onderdeel van het totale instrumentarium om iemand met een indicatie WSW aan het werk te helpen. Dat is tot nu toe eigenlijk altijd Drechtwerk, maar er zijn ook andere werkgevers die daar voor open staan. Bijvoorbeeld: iemand zou bij de bakker in zijn dorp onder begeleiding aan de slag kunnen; dan kan het loon uit PGB betaald worden. Verslag van de vergadering van de Adviescommissie d.d. 6 april 2010 1/5
De heer Wilke vervolgt de presentatie. De heer Staat merkt op dat bij een eerdere presentatie in december 2009 sprake was van een lichte omzetdaling als gevolg van de crisis; hij merkt dat de uitspraken van de directeur nog steeds voorzichtig zijn. Hij vraagt of het sindsdien ongunstiger is geworden. De heer Wilke antwoordt dat het niet beter is geworden. Het is niet dramatisch, maar het blijft aanpoten. De markt is tegen de verwachting in nog niet aangetrokken. Toch zou hij geen alarm willen afgeven. Het accountmanagement is vorig jaar gecentraliseerd vanuit de gedachte dat iedereen geheel Drechtwerk zou moeten gaan verkopen in plaats van één bepaald product. Daar is inmiddels wel een beetje van teruggekomen omdat er wegens tijdgebrek minder effectief in bepaalde sectoren kon worden geopereerd; er moest wel omzet gehaald worden. Mevrouw De Klerk merkt op dat bij voorkeur ook mensen vanuit de Sociale Dienst Drechtsteden naar de arbeidmarkt toe worden geleid; ze vraagt naar de stand van zaken gezien de situatie op de arbeidsmarkt. De heer Wilke antwoordt dat elk reïntegratietraject een aantal maanden vergt; dat betekent dat je contacten aan moet boren om die mensen een plek te geven. Het verschilt overigens per branche. In de schoonmaak is bijvoorbeeld veel meer werk dan er mensen beschikbaar zijn en dat komt vanwege de ongebruikelijke werktijden en de zwaarte van de werkzaamheden. Voor mensen met beperkingen is dat vaal lastig te doen. Mensen die vanuit de Sociale Dienst Drechtsteden komen, kunnen dat vaak wel aan omdat ze fysiek sterker zijn. Over de hele linie is het dus lastig om goede plekken te vinden, maar in sommige branches kun je toch moeilijk mensen vinden. Hij verwacht ook dat in de loop van 2010 een aantal markten toch wel zal gaan aantrekken. Mevrouw de Klerk merkt op dat de reguliere doelgroep van Drechtwerk waarschijnlijk om extra inspanningen vraagt om die naar arbeid toe te leiden. De heer Wilke antwoordt dat je absoluut alle groepen even goed moet bedienen; je moet uiteraard oppassen voor interne concurrentie. De heer Van Beusekom merkt op dat het er op lijkt dat een grote kern zich bezighield met het industriële werk. Hij begrijpt dat Drechtwerk naar een leerwerk integratiebedrijf toe wil, maar vraagt wat er dan met die kern gaat gebeuren. Als je dat industriële werk loslaat, betekent het dan minder omzet? Mevrouw Kruger merkt op dat er bezuinigd moet gaan worden, terwijl Drechtwerk zich meer gaat richten op leren en werken. Ze is bang dat minder begaafden dat traject niet kunnen doorlopen; dat levert dus minder geld op en ze vraagt wat daar dan mee gebeurt. De heer Wilke antwoordt dat er meerdere kernen bestaan; een (semi-)industriële werkomgeving kan voor een bepaalde doelgroep heel nuttig zijn en die wordt ook zeker behouden. Daarnaast neemt het relatieve belang ten opzichte van meer dienstverlenende mensen af. Dat betekent dat de omzet daar inderdaad afneemt. Dat moet meer dan gecompenseerd worden door opbrengsten uit detachering en reïntegratieactiviteiten. Bedrijfseconomisch gezien is dat een veel betere toekomst; WSW bedrijven in het land die veel verder zijn Drechtwerk, zie je goed scoren op die terreinen. Die hoeven dus niet benauwd te zijn voor omzetverlies vanuit de industriële omgeving. Mevrouw Kruger merkt op dat die trajecten dus moeten compenseren, maar ze blijft zich zorgen maken dat compensatie belangrijker wordt dan de mensen die gecompenseerd moeten worden. De heer Wilke antwoordt dat hij graag ziet dat de raad dit kritisch blijft volgen. Er zijn WSW bedrijven in Nederland waar 80% van de medewerkers is gedetacheerd in reguliere organisaties en bedrijven. Ook al zijn mensen psychisch of verstandelijk beperkt, dan is het lang niet altijd zo dat ze alleen maar in een beschermde omgeving kunnen werken. Die zijn er wel, maar bij veel meer mensen dan vaak wordt aangenomen kan aan hun ontwikkeling meer gedaan worden. Verslag van de vergadering van de Adviescommissie d.d. 6 april 2010 2/5
De heer Bevers vraagt of Drechtwerk de concurrentie gaat opzoeken met de commerciële re-integratiebedrijven. De heer Wilke antwoordt de combinatie daarmee zeker gezocht zal worden om gezamenlijk in te schrijven bij aanbestedingen in de regio. De heer Bevers merkt op dat deze reïntegratiebedrijven vaak worden betaald op basis van no cure, no pay of no cure, less pay. Hij vraagt in hoeverre de sturing op resultaat een aandachtspunt is voor Drechtwerk, zijnde een gemeenschappelijke regeling. De heer Wilke antwoordt dat hij naar het bestek kijkt; daarin staan bepaalde vergoedingen voor het leveren van bepaalde diensten en er zit een element in van een bonus. Op het moment dat mensen uitstromen of een treetje hoger komen op de reintegratieladder is er sprake van een mengeling van beloningen. De heer Bevers antwoordt dat gemeenten het vaak minder spannend vinden dat een reïntegratiebedrijf omvalt dan dat een gemeenschappelijke regeling omvalt. De heer Wilke antwoordt dat de begroting wordt vastgesteld door de gemeenten; daarmee is de financiële rek bepaald en zal het bestuur van de gemeenschappelijke regeling bepalen wat een goede strategie is. Daar waar het goed gaat hebben de sociale werkvoorzieningen elders in het land al honderden of duizenden reïntegratietrajecten. Voor Drechtwerk is het relatief nieuw, maar als je het niet doet, snij je dus echt in eigen vlees. De gevolgen van de rijksmaatregelen en de overheidsfinanciën zullen aan de presentatie op het RIS toegevoegd worden; die worden tijdens deze vergadering niet meer getoond wegens tijdgebrek. Mevrouw Heijmans vraagt of er ook nog iets gebeurt met de bestuursamenstelling. Wethouder Spigt antwoordt dat er in eerste instantie niets verandert; de gemeenschappelijke regeling bestaat immers nog. Er is nog geen NV. Bij de vorming van de colleges worden ook portefeuillehouders benoemd die straks in het bestuur van Drechtwerk plaats zullen nemen; waarschijnlijk zijn dat de portefeuillehouders sociale zaken met als taak de gemeenschappelijke regeling om te bouwen naar een NV vorm en dus ook de opdrachtgevende rol met betrekking tot sturing op de wachtlijsten onder te brengen bij de Drechtsteden en daar vervolgens regie op te voeren. Daar komen nog allerlei stukken voor die aan de betrokken gemeenteraden voorgelegd zullen worden. De heer Staat merkt op dat de nieuwe bestuursstructuur een nadrukkelijk punt was van de motie Verscherpt Toezicht van vorig jaar; hij vraagt wanneer dit verder wordt opgepakt. Wethouder Spigt antwoordt dat er voor de zomer nog een besluitvormend stuk zal komen om te komen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling; dat voorstel komt van het bestuur van Drechtwerk. De voorzitter constateert dat dit onderwerp voor de zomervakantie nog in de commissie zal komen. Wethouder Spigt merkt op dat dat geldt voor meerdere stukken. De stukken met betrekking tot de jaarrekening zijn al toegestuurd. Wellicht kan de behandeling van de begroting gecombineerd worden met een bedrijfsbezoek aan Drechtwerk, zodat de beoordeling daarvan en van de jaarrekening een stuk eenvoudiger zal worden. De voorzitter constateert dat er geen vragen meer zijn en sluit de vergadering. Verslag van de vergadering van de Adviescommissie d.d. 6 april 2010 3/5
Verslag van de formateur week 14 4 t/m 10 april 2010 Beter Voor Dordt, VVD en CDA zijn deze week doorgegaan met de coalitiebesprekingen. Tot nu waren de gesprekken verkennend van aard en gericht op de thema s, die de in- formateur had geïnventariseerd. Nadat gebleken is dat ook D66 besloten heeft niet mee te zullen doen aan de coalitiebesprekingen hebben de gesprekken de afgelopen week een ander karakter gekregen. Ze zijn meer concreet en concluderend geworden. Zoals ik meldde in het verslag van vorige week, zijn de afgelopen week ondermeer de volgende onderwerpen aan bod geweest: Energiehuis Hofkwartier Veiligheid-, leefbaarheid en handhavingsbeleid Relatie Bestuur en Burgers/bestuurlijke vernieuwing Visie op toekomst van de stad Duurzame ontwikkeling Financieel beleid en mogelijke gevolgen van Rijksbezuinigingen op het gemeentelijk beleid. De planning is om de Raad op 27 april het nieuwe college te laten benoemen. Wethouderskandidaten Beter voor Dordt heeft de afgelopen week de wethouderskandidaten bekend gemaakt. Dit zijn: 01. Piet (P.H.) Sleeking (1951) Momenteel fractievoorzitter en formateur van een nieuw college van B&W, gevormd door een coalitie van BVD, VVD en CDA. Sinds 1994 actief als raadslid in Dordrecht; tevens lid van de Drechtraad. Sinds 1992 werkzaam bij ROC Zadkine te Rotterdam, sinds 2001 als adjunct directeur bij het opleidingencentrum Welzijn, Sport & Cultuur. Van 1974 1992 onderwijzer op basisscholen in Krispijn en Wielwijk. Gehuwd en vader van twee kinderen (28 en 26). 02. Harry (H.P.A.) Wagemakers (1960) Sinds 2006 raadslid Beter Voor Dordt, tevens voorzitter van de auditcommissie en lid van de commissie Toezicht Openbaar Onderwijs. Fysiotherapeut en zelfstandig adviseur Arbeid en Gezondheid. Voorzitter Regionaal Genootschap Fysiotherapie Hollands Midden & Rotterdam. Wetenschappelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Gehuwd en vader van een dochter (11 Jaar). 03. Rinette (R.E.C.) Reynvaan-Jansen (1952) Sinds 2002 lid van het dagelijks bestuur van de Sportraad, sinds 2006 een van de twee vicevoorzitters. Tevens buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand (sinds 2006). Rinette heeft een opleiding ergotherapie afgerond en aansluitend een management opleiding voor non-profit organisaties. Zij heeft een loopbaan als ergotherapeute achter de rug en was in die hoedanigheid ook vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie. Rinette is gehuwd en heeft 3 kinderen (2 van 24, 1 van 21 jaar). Verslag van de vergadering van de Adviescommissie d.d. 6 april 2010 4/5
Vervolg De komende week werken wij verder aan de opstelling van een coalitieprogramma waarbij in ieder geval gesproken zal worden over de financieel-economische ontwikkelingen, arbeidsmarkt- en het sociaal beleid. Tenslotte zal ook een besluit vallen of er nog een 6 e wethouder voorgedragen zal worden, al dan niet in deeltijd. Daarbij speelt met name de discussie over de versterking van de relatie bestuur-burgers en de noodzakelijk geachte bestuurlijke vernieuwing een belang- rijke rol. Piet Sleeking formateur Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 mei 2010. De griffier, De voorzitter, M. van Hall A.A.M. Brok Verslag van de vergadering van de Adviescommissie d.d. 6 april 2010 5/5