Publieksmonitor. Wijzer in geldzaken. Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp



Vergelijkbare documenten
Publieksmonitor Wijzer in Geldzaken. Meting najaar 2012

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken

Publieksmonitor. Meting 3 Oktober Een onderzoek in opdracht van Wijzer in geldzaken

Publieksmonitor Juni 2010

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

Vakantiegeldenquete 2010

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Op eigen benen Onderzoek onder ouders over de financiën van kinderen die uit huis gaan

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Resultaten Wijzer in geldzaken. Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Market Response

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

betaalt nederland 2013 in het kort

Monitor financieel gedrag 2015

Publieksmonitor Gebruik digitale huishoudboekjes & geld besteden aan leuke dingen

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

21 mei Onderzoek: Economische verwachting

Monitor financieel gedrag. September 2014

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Monitor financieel gedrag 2017

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Onderzoek financiële goede voornemens

HUMO enquête naar de koopkracht

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren & hun financiële verwachtingen

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2013 Roodstand

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Monitor financieel gedrag 2019

Geldzaken in de praktijk

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Factsheet: financiële planning MBO-ers

April 2012 Vakantiegeldenquête 2012

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

April 2013, Nibud. Nederland bezuinigt. Onderzoek naar de bezuinigingsstrategieën van Nederlanders. Auteurs Tamara Madern Minou van der Werf

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Flitspeiling begeleid wonen

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

FINANCIERINGSBAROMETER

Geschonken in het verleden betekent eerder schenken in de toekomst Schenkingsregeling door vijfde van vermogenden actief in gebruik

Presentatie onderzoeksresultaten consumentenonderzoek

Sparen voor een koopwoning

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Publieksmonitor. & social media. Rapportage I. van Dijk 15 mei 2012

FINANCIERINGSBAROMETER

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

pggm.nl Financiële balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De financiële balans

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

Het spaargedrag van Nederland

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Uitkomsten analyse genderverschillen FinQ onderzoek door WOMEN Inc.

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Geld & relatie. Juni Marjan Verberk-de Kruik, Elise van den Biggelaar, Gea Schonewille

Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoeksresultaten Conclusies

Financieel goed voorbereid naar de middelbare school?

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Minder geld. Hoe huishoudens omgaan met een inkomensdaling. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Zie onder voor de volledige speech: Titel speech: Financiële veerkracht in een irrationele economie. Majesteit, beste collega s, dames en heren,

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Onderzoek onder kinderen uit groep 5 8 van de basisschool over de manier waarop zij omgaan met geld

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2015 Beleggers

Lesbrief Meneer Beer

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Effecten van recent beleid op financiële positie 55-plussers

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Welke aflossing voor welke klant?

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

Oudedagsvoorziening in het MKB

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Zicht op geld - Belastingteruggave Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

VAN EUNEN MARKETING. Nederlanders en geld: verslag van een onderzoek

Transcriptie:

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp onder 1.137 Nederlanders Oktober 09 www.wijzeringeldzaken.nl

Het Platform CentiQ, Wijzer in geldzaken werkt sinds juni 08 aan financiële educatie van de consument. In het platform is een veertigtal partners vertegenwoordigd uit de financiële sector, de overheid, voorlichting- en consumentenorganisaties en de wetenschap en is een initiatief van het ministerie van Financiën. Afgelopen zomer lanceerde het Platform de website www.wijzeringeldzaken.nl die de consument verwijst naar betrouwbare informatie over geldzaken. Publieksmonitor Wijzer in geldzaken Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp onder 1.137 Nederlanders Oktober 09

4 Publieksmonitor Inhoud Samenvatting 5 Inleiding 10 1 Financiële situatie 12 1.1 Nederlanders zijn somberder geworden over hun financiële vooruitzichten 12 1.2 Eén op vijf huishoudens kan niet goed rondkomen 13 1.3 Bij één op de vijf is de financiële situatie niet gezond 14 1.4 Voor een derde is een uitgave van meer dan 1.000 euro een probleem 15 1.5 Financiële crisis is van invloed op de huishoudfinanciën 17 1.6 Bezuinigen populairste strategie om met crisis om te gaan 1.7 De economische crisis raakt ook de sinterklaasinkopen 21 2 Financieel overzicht 23 2.1 Een kwart overschat het overzicht over de eigen financiën 23 2.2 Circa één op drie kent eigen inkomsten en uitgaven niet goed 25 2.3 Online bestedingsoverzicht kan overzicht over financiën verbeteren 26 3 Financieel beheer 28 3.1 Vooral 50-plussers sparen veel 28 3.2 Hoger opgeleide éénverdieners hebben financiën minder goed geregeld 31 4 Financiële kennis en informatie-zoekgedrag 33 4.1 Lage zelfingeschatte kennis over pensioen- en beleggingsproducten 33 4.2 Vooral kennisvragen over beleggingen scoren slecht 34 4.3 Rente op rood staan wordt onderschat, rente op leningen overschat 36 4.4 Hoger opgeleiden denken meer baat te hebben bij financiële kennis 36 4.5 Moeilijker om betrouwbare informatie te vinden 37 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording

5 Publieksmonitor Inhoud figuren en tabellen 1 Gerapporteerde financiële situatie en verwachtingen hierover 12 2 Financiële situatie in huishoudens in mei en september 09 13 3 Personen met een niet-gezonde financiële situatie per doelgroep 14 4 Financiële veerkracht 15 5 Financiële veerkracht per doelgroep 16 6 Impact van de financiële en economische crisis 17 7 Impact van de financiële crisis per doelgroep 18 8 Impact van de financiële crisis bij personen met een ongezonde financiële situatie 18 9 Mate waarin men het (helemaal) eens is met vier stellingen over de financiële crisis 19 10 Kunt u aangeven waarom u zich zorgen maakt over de gevolgen van de financiële en economische crisis? 19 11 Getroffen voorzorgsmaatregelen als gevolg van de crisis 12 Welke voorzorgsmaatregelen neemt u als gevolg van de financiële en economische crisis, per doelgroep 13 Kunt u een inschatting maken van het bedrag dat u dit jaar van plan bent aan Sinterklaas uit te geven? 21 14 Is dit bedrag hoger of lager dan het bedrag dat u vorig jaar aan Sinterklaascadeaus heeft uitgegeven? 21 15 Is dit bedrag hoger of lager dan het bedrag dat u vorig jaar aan Sinterklaascadeaus heeft uitgegeven? 22 16 Kennis over de eigen financiële situatie 23 17 Hoe precies weet u doorgaans hoeveel geld u heeft op uw betaalrekening, naar ingeschatte kennis over financiële situatie 24 18 Overschatten van kennis over de financiële situatie, per inkomensgroep en financiële situatie 24 19 Kennis over specifieke uitgaven en het belang hiervan 25 Interesse in online bestedingsoverzicht 26 21 Gebruiksintentie online bestedingsoverzicht per doelgroep 27 22 Vier stellingen over spaarzin 28 23 Spaarzin per leeftijdgroep en financiële situatie 29 24 Wat doet u meestal als u geen geld meer heeft? 29 25 Wat doet u meestal als u geen geld meer heeft, per doelgroep 30 26 Wat doet u meestal als u geld over heeft? 30 27 Wat doet u meestal als u geld over heeft, per doelgroep 31 28 Vier stellingen over financieel zelfvertrouwen (helemaal+enigszins van toepassing) 31 29 Financieel zelfvertrouwen, per doelgroep 32 30 Heeft u voldoende kennis over. (alleen gevraagd voor producten die men bezit) 33 31 Financiële feitenkennis (N=1.137) 34 32 Ingeschatte en feitelijke rente van rood staan en van een persoonlijke lening 36 33 Op zoek naar financiële informatie 37 34 Zou u gebaat zijn bij extra informatie over financiën, per doelgroep 37 35 Heeft u wel eens moeite om goede en relevante financiële informatie te vinden? (selectie: zoekt weleens informatie) 38 36 Heeft u wel eens moeite om goede en relevante financiële informatie te vinden, per doelgroep 38 37 Aan welke kennis of informatie over financiën heeft u dan behoefte? (selectie:is gebaat bij extra kennis/informatie) 38 Respons naar achtergronden 41 39 Steekproefkenmerken voor en na weging`. 42

6 Publieksmonitor Samenvatting Nederlanders zijn somberder geworden over hun financiële vooruitzichten De financiële situatie van de Nederlanders is volgens henzelf achteruit gegaan ten opzichte van een half jaar geleden. De groep die een verslechtering rapporteert (26%) is groter dan de groep die een vooruitgang rapporteert (22%). In mei dit jaar waren beide groepen nog gelijk in omvang (27%). Gerapporteerde financiële situatie en verwachtingen hierover De financiele situatie van mijn huishouden is de laatste 12 maanden Ik verwacht dat de financiële situatie van mijn huishouden in de komende twaalf maanden 100 80 60 100 80 5 6 4 17 verbeterd 21 60 16 3 21 52 hetzelfde gebleven 46 53 61 0-21 5 verslechterd 23 4 0-23 4 13 2 - september 09 (N=1.137) - mei 09 (N=1.013) september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) hetzelfde gebleven duidelijk verbeterd duidelijk verslechterd iets verbeterd iets verslechterd hetzelfde blijft duidelijk verbetert duidelijk verslechtert iets verbetert iets verslechtert Ook de verwachtingen voor de toekomst zijn pessimistischer dan in mei. Toen was de groep die een verbetering verwachtte (24%) beduidend groter dan de groep die verwachtte achteruit te gaan (15%). Nu zien we dat de groep die denkt dat de situatie zal verbeteren (%) kleiner is dan de groep die denkt dat die zal verslechteren (27%). Vooral personen met een zwakkere financiële situatie denken er in het komende half jaar op achteruit te gaan. Dit geldt voor personen zonder inkomen uit arbeid en voor lager opgeleide éénverdieners. Echter, ook de gepensioneerden, een groep die er financieel relatief goed voorstaat, denkt er in het komende half jaar op achteruit te gaan. Alleen bij hoog opgeleiden is het percentage dat een vooruitgang verwacht, groter dan het percentage dat een achteruitgang verwacht. Eén op vijf huishoudens kan niet goed rondkomen In september 09 is van 19% van de Nederlanders de financiële situatie niet gezond. Er is sprake van een financieel ongezonde situatie als men: òf aangeeft moeilijk of zeer moeilijk te kunnen rondkomen òf in de afgelopen 12 maanden minimaal 7 keer voor het einde van de maand geen geld meer had om rond te komen òf aangeeft soms, zelden of nooit in staat te zijn rekeningen op tijd te betalen

7 Publieksmonitor Bij 30% van de lager opgeleide eenverdieners is de situatie relatief vaak niet gezond. We zien dit beeld ook bij personen zonder inkomen uit arbeid. Opvallend gezond is de financiële situatie van 65-plussers. Bij deze groep is de financiële situatie slechts bij 9% niet gezond. Het percentage met een niet gezonde financiële situatie is in de afgelopen zes maanden niet gestegen. Hoewel we dus een achteruitgang in de gerapporteerde financiële situatie zien, heeft dit nog geen consequenties voor het kunnen rondkomen. Ook zien we dat men even tevreden is over de financiële situatie als een half jaar geleden. Maar financiële veerkracht neemt wèl af Van de Nederlanders is 28% niet in staat om een inkomensachteruitgang van meer dan 25% langer dan drie maanden op te vangen. Daarnaast zien we dat voor 36% een uitgave van boven de 1.000 euro een probleem is. Ten opzichte van de meting in mei zien we dat deze financiële veerkracht is afgenomen: een groter deel van de Nederlanders geeft aan forse uitgaven niet te kunnen opvangen. Ook hier zien we dat personen in huishoudens zonder inkomen uit arbeid en lager opgeleide eenverdieners eerder in de problemen komen. Zo verwacht 55% van de personen in een uitkeringssituatie na 3 maanden in de problemen te komen, mocht hun inkomen met 25% dalen. En voor bijna de helft van deze groep kan een uitgave van 250 al voor problemen zorgen. Hoog opgeleide tweeverdieners en gepensioneerden hebben de grootste financiële veerkracht. De financiële crisis raakt de huishoudfinanciën De verslechtering van de financiële positie kan niet los worden gezien van de financiële en economische crisis. Bij 41% van de Nederlanders heeft de crisis invloed gehad op de huishoudfinanciën. Dit percentage ligt ongeveer even hoog als in mei dit jaar. De meest genoemde effecten zijn een verlies van vermogen, daling van het (verwachte) pensioen en inkomensdaling. Van de Nederlanders verwacht 32% dat de crisis in de komende zes maanden ook van invloed zal zijn op de huishoudfinanciën. Het vaakst verwacht men daarbij dat het inkomen zal dalen. De crisis heeft bij alle doelgroepen invloed, maar er zijn wel verschillen. Hoog opgeleide tweeverdieners ondervinden relatief weinig gevolgen van de crisis, terwijl de groep zonder inkomen uit arbeid relatief vaak aangeeft dat hun financiële situatie is verslechterd. Ook personen met een niet gezonde financiële situatie geven relatief vaak aan dat de crisis hun financiële situatie heeft beïnvloed, vooral door inkomensdaling. Gezien het beperkte vermogen van deze groep om inkomensdalingen op te vangen, duidt dit erop dat een groeiend aantal personen als gevolg van de crisis in de financiële problemen raakt. En maakt mensen vooral bezorgd We zagen dat de groep op wie de financiële crisis invloed heeft gehad, ten opzichte van mei 09 niet groter is geworden. Toch zijn meer mensen zich zorgen gaan maken over de financiële crisis. Zo is 42% bang dat zijn of haar levensstandaard de komende tijd zal afnemen. Bij de vorige meting was dit slechts 23%. Ook is de groep die persoonlijke gevolgen van de crisis vreest, gegroeid ten opzichte van mei.

8 Publieksmonitor Mate waarin men het (helemaal) eens is met vier stellingen over de financiële crisis Mate waarin men het (helemaal) eens is met vier stellingen over de financiële crisis Ik let tegenwoordig meer op wat ik uitgeef 53 64 Ik ben bang dat mijn levensstandaard de komende tijd afneemt 23 42 Ik maak me zorgen om de gevolgen die de financiële en economische crisis voor mij persoonlijk zal hebben 26 Ik moet wel bezuinigen, want ik heb minder te besteden 25 33 0 10 30 50 60 70 september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) De meest genoemde redenen tot zorg zijn het idee dat alles duurder wordt en de berichtgeving in de media. Ook de geconstateerde verslechtering van de financiële situatie draagt bij aan de zorg. Minder vaak dan deze redenen noemt men concrete angst voor ontslag. Deze reden wordt wel opvallend vaak genoemd door tweeverdieners. Bezuinigen is de populairste strategie om met crisis om te gaan Van de Nederlanders heeft bijna 38% geen voorzorgsmaatregelen getroffen als gevolg van de economische crisis. De maatregel die het vaakst wordt getroffen, is bezuinigen. Men bespaart daarbij het meest op uitgaan (53%), vakanties en uitjes (48%). De meeste maatregelen worden genomen door lager opgeleide eenverdieners: zij bezuinigen vaak en gaan vaker meer uren werken. Hoger opgeleide tweeverdieners gaan vaak extra sparen. Gepensioneerden nemen relatief vaak geen maatregelen als gevolg van de crisis. Online bestedingsoverzicht kan overzicht over financiën verbeteren Van de Nederlanders denkt 80% (zeer) goed op de hoogte te zijn van de huishoudfinanciën. Echter, 35% van deze groep weet niet preciezer dan op 500 euro nauwkeurig wat men op de betaalrekening heeft staan. Omgerekend komt dit neer op 28% van alle ondervraagden. Deze groep lijkt het overzicht over de financiën te overschatten. Dit probleem speelt niet alleen bij hogere inkomens, maar ook bij lagere inkomens en personen wiens financiën niet gezond zijn. Juist bij deze groepen kan de combinatie van hoge ingeschatte kennis en slechts een zeer globaal beeld van het rekeningsaldo voor problemen zorgen. Gevraagd is of men gebruik zou maken van een online overzicht in de inkomsten en uitgaven, wanneer dit via een bankrekening mogelijk zou zijn. Van de ondervraagden geeft 38% aan dit zeker of waarschijnlijk te zullen gaan doen. Dit percentage moet vooral worden gezien als een indicatie van de gebruiksintentie, niet als een correcte schatting van het verwachte gebruik. Men zou het online rekeningoverzicht vooral gaan gebruiken om te monitoren hoeveel geld men aan verschillende uitgaven besteedt.

9 Publieksmonitor Opvallend is dat mensen met een ongezonde financiële situatie bovengemiddeld vaak aangeven zo n tool te zullen gaan gebruiken. Een online rekeningoverzicht lijkt daarmee een interventie die vaker gebruikt zal worden door de groep die er het meeste profijt van kan hebben. Vooral 50-plussers sparen veel Er zijn vier stellingen voorgelegd die te maken hebben met spaarzin. Duidelijk wordt dat sparen de norm is, en sparen voor uitgaven sterk wordt geprefereerd boven op krediet kopen. De spaarzin is bij 50-plussers aanzienlijk groter dan bij de leeftijdsgroep jonger dan 50 jaar. Lager is de spaarzin vooral bij groepen met een ongezonde financiële situatie. Dit komt niet alleen doordat men feitelijk minder geld opzij zet, maar ook omdat men vaker impulsaankopen doet en vaker aangeeft liever geld te lenen dan eerst te sparen. Wat doet men meestal als men geen geld meer heeft? De meest genoemde oplossingen zijn bezuinigen (37%), geld opnemen van de spaarrekening (34%) of rood staan (26%). De antwoorden zijn vrijwel exact gelijk aan de meting in mei. Wanneer men geld over heeft, maakt men dit het vaakst over op een spaarrekening (60%) of men laat het op de lopende rekening staan (27%). Hoger opgeleide éénverdieners hebben financiën minder goed geregeld Hoger opgeleide éénverdieners hebben relatief weinig financieel zelfvertrouwen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat deze groep vaker aangeeft geld mis te lopen doordat men de financiën niet goed geregeld heeft (is bij 34% van deze groep tenminste deels van toepassing, tegen 25% van de totale steekproef). Daarnaast hebben mensen zonder een inkomen uit arbeid en mensen met een niet gezonde financiële situatie relatief weinig zelfvertrouwen. Men komt niet aan zijn financiën toe en men vindt het vaak niet leuk om om zich met financiën bezig te houden. Lage zelfingeschatte kennis over pensioen- en beleggingsproducten Een ruime meerderheid geeft aan voldoende kennis te hebben van de spaarrekeningen, verzekeringen, hypotheken en leningen die men heeft. Bij 10% (spaarrekeningen) tot een kwart (verzekeringen) van de bezitters van deze producten is de zelfingeschatte kennis niet voldoende. Personen die pensioen opbouwen of beleggen, hebben relatief weinig kennis over de producten die zij in dit verband afnemen (per productgroep heeft 50% minder dan voldoende kennis). Vooral de volgende groepen hebben relatief weinig kennis over de genoemde financiële producten. Jongeren (18 t/m 24 jaar) hebben relatief weinig kennis over hun spaarproducten (35% niet voldoende); 25-34 jarigen hebben relatief weinig kennis over hun hypotheken (38% niet voldoende) en over hun pensioenopbouw; Personen zonder inkomen uit arbeid weten relatief weinig van hun verzekeringen. Rente op rood staan wordt onderschat, rente op leningen overschat Zorgwekkend is de kennis over de hoogte van de rente bij rood staan op een bankrekening. Personen die wel eens rood staan, denken dat de rente gemiddeld 8,6% is, terwijl deze momenteel rond 15% ligt. Bij kennis van een lening of doorlopend krediet zien we een omgekeerd effect, personen die een persoonlijke lening afnemen denken dat de rente hiervan gemiddeld 9,1% is, terwijl deze feitelijk rond 7% ligt. Bij dit resultaat is enige nuancering op zijn plaats: het is immers mogelijk dat deze ondervraagden hun lening hebben afgesloten op een moment dat de rente hoger stond.

10 Publieksmonitor Hoger opgeleiden en personen met een niet gezonde financiële situatie denken meer baat te hebben bij financiële kennis Drie op de tien Nederlanders denkt gebaat te zijn bij meer kennis en informatie over financiën. Vooral hoger opgeleiden geven relatief vaak aan gebaat te zijn bij financiële informatie. Daarnaast zien we dat de ondervraagden met een niet gezonde financiële situatie hier vaker gebaat bij denken te zijn. Aan personen die wel eens naar financiële informatie zoeken (ook circa drie op de tien), is gevraagd of men wel eens moeite heeft te vinden wat men zoekt. Het meest noemt men dat de informatie te veel, onduidelijk en tegenstrijdig is. Daarbij noemt men ook vaak dat men niet kan inschatten hoe betrouwbaar de informatie is. In vergelijking met de vorige meting worden alle struikelblokken vaker genoemd. Personen die graag informatie over financiën zouden willen ontvangen, zijn vooral geïnteresseerd in informatie over belastingen (64%), de werking van bepaalde financiële producten (53%) en over omgaan met geld en vermogen (43%). De economische crisis zal ook de sinterklaasinkopen beïnvloeden Sinterklaas wordt vooral gevierd in huishoudens met kinderen jonger dan 13 jaar. Vooral deze gezinnen met jongere kinderen zijn van plan dit jaar minder aan Sinterklaascadeaus uit te geven: 23% geeft aan hierop te zullen bezuinigen, terwijl slechts 11% van plan is meer uit te geven. Voor alle Nederlanders geldt dat 15% zegt minder aan Sinterklaas uit te zullen geven, terwijl 6% aangeeft meer te zullen besteden dan vorig jaar. De verwachte lagere uitgaven aan Sinterklaascadeaus hangen duidelijk samen met de economische crisis. Vooral mensen die de gevolgen van de crisis hebben ondervonden, geven aan minder te zullen uitgeven.

11 Publieksmonitor Inleiding Achtergrond en doelstelling De financiële situatie in het Nederlandse huishouden is de afgelopen jaren complexer geworden. Van mensen wordt verwacht dat zij zelf keuzes maken voor financiële producten, bijvoorbeeld voor zorgverzekeringen of voor pensioenen. Daarnaast worden financiële producten steeds ingewikkelder, en zijn de werking en risico s vaak onbekend. Ook is er bij bepaalde groepen in de samenleving sprake van een toename van schulden. Het Platform CentiQ, Wijzer in geldzaken werkt sinds juni 08 aan financiële educatie van de consument. In het platform is een veertigtal partners vertegenwoordigd uit de financiële sector, de overheid, voorlichtingen consumentenorganisaties en de wetenschap en is een initiatief van het ministerie van Financiën. Afgelopen zomer lanceerde het Platform de website www.wijzeringeldzaken.nl die de consument verwijst naar betrouwbare informatie over geldzaken. Op basis van de grootschalige onderzoeken Financiële kennis van de Nederlander (juni 08) en Financiële kennis van 8 18 jarigen (november 08) is een Actieplan ontwikkeld waarvan inmiddels tal van activiteiten in gang zijn gezet. Sinds juni 09 wordt deze periodieke Publieksmonitor uitgevoerd om trends in beeld te krijgen en de invloed van de crisis op de financiën in Nederlandse huishoudens te peilen. Aan de hand van de uitkomsten worden concrete, praktische hulpmiddelen en tools ontwikkeld voor een sterkere en slagvaardiger financiële consument. Meer informatie over Platform CentiQ en haar partners: www.wijzeringeldzaken.nl/partners Uitvoering van het onderzoek De publieksmonitor is een kwantitatief onderzoek, dat periodiek wordt uitgevoerd. De vorige meting is door een andere partij uitgevoerd. Omdat veel vragen ongewijzigd zijn en de steekproef hetzelfde is opgebouwd, is het wel mogelijk vergelijkingen in de tijd te maken. De meting die in dit rapport wordt beschreven is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van n=1.137 personen van 18 jaar en ouder. Het veldwerk is uitgevoerd met behulp van de steekproefbron TNS NIPObase, waarbij de enquêtes online zijn ingevuld. Het veldwerk vond plaats van 23 tot en met 30 september 09. Een uitgebreide onderzoeksverantwoording is als bijlage bij dit rapport opgenomen. Opbouw van dit rapport Allereerst gaan we in hoofdstuk 1 in op de financiële situatie van Nederlanders, hoe die zich in het afgelopen half jaar heeft ontwikkeld, hoe de personen hierin verschillen en wat de invloed van de financiële crisis is. In hoofdstuk 2 beschrijven we het financiële overzicht van Nederlanders: hoe goed vindt men zichzelf op de hoogte van de financiën? Is dit terecht? En wat zou men vinden van een online tool om de uitgaven te monitoren? Hoofdstuk 3 gaat over financieel beheer. We gaan in op sparen en op de mate waarin men zich zeker voelt bij het maken van financiële keuzes Tot slot gaan we in hoofdstuk 4 in op de vraag hoeveel kennis Nederlanders hebben over financiën en hoe die kennis kan worden vergroot. Als bijlage is de onderzoeksverantwoording (bijlage 1) opgenomen. Doelgroepen Bij de beschrijving van de resultaten van dit onderzoek wordt een aantal doelgroepen onderscheiden. Deze doelgroepen zijn gekozen omdat deze indeling meer verschillen tussen de financiële situatie van mensen verklaart dan de traditionele kenmerken als sekse, leeftijd en opleiding. De groepen zijn als volgt gedefinieerd:

12 Publieksmonitor Naam groep Definitie: in het huishouden van de ondervraagde Omvang Geen inkomen uit arbeid is er geen inkomen uit arbeid 8% MBO één inkomen is er één inkomen uit arbeid en heeft men maximaal een MBO opleiding 19% MBO twee inkomens zijn er twee inkomens uit arbeid (hoofdkostwinner en partner) en heeft men 26% maximaal een MBO opleiding HBO+ één inkomen is er één inkomen uit arbeid en heeft men minimaal een HBO-opleiding 12% HBO+ twee inkomens zijn er twee inkomens uit arbeid (hoofdkostwinner en partner) en heeft men 11% minimaal een HBO-opleiding Gepensioneerd is er minimaal één persoon (hoofdkostwinner of partner) gepensioneerd 23% Ten geleide Alle gepresenteerde resultaten zijn enquêteresultaten waarbij de steekproefkenmerken herwogen zijn naar populatiekenmerken. De resultaten zijn weergegeven in afgeronde percentages. Wanneer er door afronding totalen ontstaan van meer of minder dan 100, zijn deze niet gecorrigeerd. De titels van figuren en tabellen betreffen (behoudens bij enkele uitsplitsingen) de exacte vraagteksten die aan de respondenten zijn voorgelegd. Wanneer in de tekst wordt gesproken over verschillen tussen groepen betreft het getoetste significante verschillen.

13 Publieksmonitor 1 Financiële situatie 1.1 Nederlanders zijn somberder geworden over hun financiële vooruitzichten De financiële situatie van de Nederlanders is achteruit gegaan ten opzichte van een half jaar geleden. De groep die een verslechtering rapporteert (26%) is groter dan de groep die een vooruitgang rapporteert (21%). In mei waren beide groepen nog gelijk in omvang (27%). 1 Gerapporteerde financiële situatie en verwachtingen hierover De financiele situatie van mijn huishouden is de laatste 12 maanden Ik verwacht dat de financiële situatie van mijn huishouden in de komende twaalf maanden 100 80 60 100 80 5 6 4 17 verbeterd 21 60 16 3 21 52 hetzelfde gebleven 46 53 61 0-21 5 verslechterd 23 4 0-23 4 13 2 - september 09 (N=1.137) - mei 09 (N=1.013) september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) hetzelfde gebleven duidelijk verbeterd duidelijk verslechterd iets verbeterd iets verslechterd hetzelfde blijft duidelijk verbetert duidelijk verslechtert iets verbetert iets verslechtert Ook de verwachtingen voor de toekomst zijn pessimistischer dan in mei. Toen was de groep die een verbetering verwachtte (24%) beduidend groter dan de groep die verwachtte achteruit te gaan (15%). Nu zien we dat de groep die denkt dat de situatie zal verbeteren (%) kleiner is dan de groep die denkt dat die zal verslechteren (27%). Vooral personen met een zwakkere financiële situatie denken er in het komende half jaar op achteruit te gaan: van de personen zonder inkomen uit arbeid denkt 41% dit, van de laag opgeleide eenverdieners 28%. Ook de 65-plussers denken er in het komende half jaar op achteruit te gaan (33%). Alleen bij hoger opgeleiden is het percentage dat een vooruitgang verwacht, groter dan het percentage dat een achteruitgang verwacht.

14 Publieksmonitor 1.2 Eén op vijf huishoudens kan niet goed rondkomen Hoewel men een achteruitgang in de financiële situatie rapporteert, heeft dit nog geen consequenties voor het kunnen rondkomen. Men heeft hier in september niet vaker moeite mee dan in mei. Ook zien we dat men even tevreden is over de financiële situatie als een half jaar geleden. 2 Financiële situatie in huishoudens in mei en september 09 Hoe tevreden bent u over de huidige financiële situatie van uw huishouden? Hoe kan uw huishouden in het algemeen met uw huidige gezinsinkomen rondkomen? 100 80 9 10 100 80 9 9 60 56 60 60 37 38 0-24 9 1 22 9 1 0-42 9 1 43 9 1 - - september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) noch tevreden/ontevreden zeer tevreden zeer ontevreden tevreden ontevreden noch moeilijk/gemakkelijk zeer gemakkelijk zeer moeilijk gemakkelijk moeilijk Hoe vaak is het de afgelopen 12 maanden voorgekomen dat u voor het einde van de maand geen geld meer had om rond te komen? In hoeverre kunt u rekeningen op tijd betalen en financiële verplichtingen nakomen? 0 keer 58 56 altijd 70 66 1-3 keer 17 18 af en toe met moeite 21 4-6 keer 9 1 vaak met moeite 6 6 7-9 keer 7 4 soms niet mogelijk 2 3 10-12 keer 7 5 zelden of nooit mogelijk 0 0 weet ik niet 2 5 heb ik niet/ weet ik niet 2 5 0 60 0 60 september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) september 09 mei 09

15 Publieksmonitor 1.3 Bij één op de vijf is de financiële situatie niet gezond We kunnen een onderscheid maken tussen personen met een gezonde financiële situatie en personen waarvan de financiële situatie niet gezond is. De financiële situatie van een persoon wordt aangemerkt als niet gezond, wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan. Men geeft aan moeilijk of zeer moeilijk te kunnen rondkomen Men had in de afgelopen 12 maanden minimaal 7 keer voor het einde van de maand geen geld meer om rond te komen Men geeft aan soms, zelden of nooit in staat te zijn rekeningen op tijd te betalen In september 09 is van 19% van de Nederlanders de financiële situatie niet gezond. Dit percentage is niet significant hoger dan in mei (18%). 3 Personen met een niet-gezonde financiële situatie per doelgroep geen inkomen uit arbeid N=93 MBO één inkomen N=219 MBO twee inkomens N=301 HBO+ één inkomen N=136 HBO+ twee inkomens N=122 gepensioneerd N=266 totaal N=1.137 % % % % % % % niet gezond 39 30 17 19 14 9 19 wel gezond 61 70 83 81 86 91 81 Vooral bij personen zonder inkomen uit arbeid (39%) en lager opgeleide eenverdieners (30%) is de situatie relatief vaak niet gezond. Opvallend gezond is de financiële situatie van gepensioneerden.

16 Publieksmonitor 1.4 Voor een derde is een uitgave van meer dan 1.000 euro een probleem Van de ondervraagden is 28% niet in staat om een inkomensachteruitgang van meer dan 25% langer dan drie maanden op te vangen. Daarnaast zien we dat voor 36% een uitgave van boven de 1.000 euro een probleem is. Ten opzichte van de meting in mei zien we dat de financiële veerkracht is afgenomen: meer Nederlanders geven aan forse uitgaven niet te kunnen opvangen. 4 Financiële veerkracht N.B. De percentages in beide figuren zijn cumulatief Wanneer kan men een inkomensdaling van 25% of meer niet meer opvangen? Percentage voor wie een uitgave boven het vermelde bedrag een probleem wordt na 12 maanden na 6 maanden na 3 maanden 28 43 65 100 90 80 70 60 50 36 41 100 80 77 67 62 64 51 58 43 na 1 maand 15 0 60 80 30 25 31 28 18 14 10 8 13 8 5 0 elk 100 250 500 1.000 1.500 2.500 5.000 7.500 10.000> bedrag september 09 (N=1.137) september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) Ook hier zien we dat personen in huishoudens zonder inkomen uit arbeid en lager opgeleide eenverdieners eerder in de problemen komen. Zo komt 55% van de personen in een uitkeringssituatie na drie maanden in de problemen bij een inkomensdaling van 25%. En voor 47% van deze groep kan een uitgave van 250 al voor problemen zorgen. Hoog opgeleide tweeverdieners en gepensioneerden komen het laatst in de problemen.

17 Publieksmonitor 5 Financiële veerkracht per doelgroep geen inkomen uit arbeid N=93 MBO één inkomen N=219 MBO twee inkomens N=301 HBO+ één inkomen N=136 HBO+ twee inkomens N=122 gepensioneerd N=266 totaal N=1.137 % % % % % % % Wanneer kan men een inkomens-daling van 25% of niet meer opvangen? na 12 maanden 74 77 68 60 53 60 65 na 6 maanden 64 59 31 34 43 na 3 maanden 55 42 26 24 17 19 28 na 1 maand 38 24 11 13 8 8 14 Percentage voor wie een uitgave boven het vermelde bedrag een probleem wordt > 7.500 83 79 68 69 53 59 68 > 2.500 75 64 51 50 34 39 51 > 1.000 63 52 33 31 23 24 36 > 250 47 28 17 13 11 8 18 Daarnaast zien we een zeer beperkte veerkracht bij de groep met een niet gezonde financiële situatie. Van deze groep geeft 65% aan een inkomensdaling van 25% niet langer dan drie maanden te kunnen opvangen. En bij 73% van deze groep leidt een plotselinge uitgave van 1.000 euro of meer tot problemen.

18 Publieksmonitor 1.5 Financiële crisis is van invloed op de huishoudfinanciën De verslechtering van de financiële positie van de ondervraagden kan niet los worden gezien van de financiële en economische crisis. Bij 41% van de Nederlanders heeft de crisis invloed gehad op de huishoudfinanciën. Dit percentage is ten opzichte van mei 09 niet gegroeid. De meest genoemde effecten zijn een verlies van vermogen, daling van het (verwachte) pensioen en inkomensdaling. Van de Nederlanders verwacht 32% dat de crisis in de komende zes maanden ook van invloed zal zijn op de huishoudfinanciën. Het vaakst verwacht men daarbij dat het inkomen zal dalen. 6 Impact van de financiële en economische crisis Heeft de financiële en economische crisis invloed (gehad) op de financiële situatie van uw huishouden? Verwacht u dat de financiële en economische crisis invloed gaat hebben op de financiële situatie van uw huishouden in de komende zes maanden? verlies spaargeld / vermogen 13 13 verlies spaargeld / vermogen 2 daling (verwachte) pensioen 13 13 daling (verwachte) pensioen 6 Inkomensdaling /slechtere financiële situatie 12 12 Inkomensdaling /slechtere financiële situatie 10 baanverlies lid huishouden 5 5 baanverlies lid huishouden 2 geen invloed 59 54 geen invloed 68 0 60 80 0 60 80 september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) september 09 (N=1.137) De crisis heeft bij alle doelgroepen invloed, maar er zijn wel verschillen. Hoog opgeleide tweeverdieners ondervinden relatief weinig gevolgen van de crisis, terwijl de groep zonder inkomen uit arbeid relatief vaak aangeeft dat de financiële situatie is verslechterd. Gepensioneerden geven relatief vaak aan dat de hoogte van hun (verwachte) pensioeninkomen is gedaald. Hierbij merken we op dat ook personen wiens partner gepensioneerd is tot deze groep worden gerekend. Waarschijnlijk is bij een deel van deze groep het verwachte pensioeninkomen gedaald. Dit percentage is gebaseerd op 100% minus de 68% die geen invloed van de crisis verwacht

19 Publieksmonitor 7 Impact van de financiële crisis per doelgroep geen inkomen uit arbeid N=93 MBO één inkomen N=219 MBO twee inkomens N=301 HBO+ één inkomen N=136 HBO+ twee inkomens N=122 gepensioneerd N=266 totaal N=1.137 % % % % % % % Verlies spaargeld/ 11 12 14 14 11 15 13 belegd vermogen Daling (verwacht) 5 10 14 10 13 19 13 pensioen Inkomensdaling 23 13 11 8 9 11 12 Baanverlies lid huishouden 8 4 8 8 6 1 5 Geen invloed 53 58 58 61 68 58 59 Ook personen met een niet gezonde financiële situatie geven relatief vaak aan dat de crisis hun financiële situatie heeft beïnvloed. Deze groep geeft vaker aan als gevolg hiervan een inkomensdaling te hebben gehad. Het percentage dat dit aangeeft is ten opzichte van mei 09 groter geworden (dit verschil is indicatief, d.w.z. net onder de significantiegrens). Gezien het beperkte vermogen van deze groep om inkomensdalingen op te vangen, duidt dit erop dat een groeiend aantal personen als gevolg van de crisis in de financiële problemen raakt. 8 Impact van de financiële crisis bij personen met een ongezonde financiële situatie september 09 mei 09 financiële situatie niet gezond N=221 financiële situatie wel gezond N=916 financiële situatie niet gezond N=178 financiële situatie wel gezond N=835 % % % % verlies spaargeld/belegd vermogen 16 13 12 16 daling (verwacht) pensioen 16 12 15 15 inkomensdaling 25 8 18 7 baanverlies lid huishouden 10 4 7 3 geen invloed 38 64 36 58 We zagen dat de groep op wie de financiële crisis invloed heeft gehad ten opzichte van mei 09 niet groter is geworden. Toch zijn meer mensen zich zorgen gaan maken over de financiële crisis.

Publieksmonitor 9 Mate waarin men het (helemaal) eens is met vier stellingen over de financiële crisis Ik let tegenwoordig meer op wat ik uitgeef 53 64 Ik ben bang dat mijn levensstandaard de komende tijd afneemt 23 42 Ik maak me zorgen om de gevolgen die de financiële en economische crisis voor mij persoonlijk zal hebben 26 Ik moet wel bezuinigen, want ik heb minder te besteden 25 33 0 10 30 50 60 70 september 09 (N=1.137) mei 09 (N=1.013) Zo is 42% bang dat zijn of haar levensstandaard de komende tijd zal afnemen. Bij de vorige meting was dit slechts 23%. Ook is de groep die persoonlijke gevolgen van de crisis vreest, gegroeid ten opzichte van mei. Aan deze groep is gevraagd waarom men zich hier zorgen over maakt. 10 Kunt u aangeven waarom u zich zorgen maakt over de gevolgen van de financiële en economische crisis? september 09 N=454 mei 09 N=260 % % alles wordt duurder 58 61 door alles wat ik in de media zie, lees of hoor 43 42 onze financiële situatie is verslechterd/ zal verslechteren 37 31 ik zie wat er allemaal in mijn omgeving gebeurt 32 37 ik weet niet of ik straks nog voldoende pensioen heb 32 39 ik ben bang dat ik of mijn partner wordt ontslagen 22 17 de waarde van mijn spaargeld /beleggingen is gedaald 26 23 De meest genoemde redenen tot zorg zijn het idee dat alles duurder wordt en de berichtgeving in de media. Ook de geconstateerde verslechtering van de financiële situatie draagt bij aan de zorgen. Concrete angst voor ontslag wordt minder vaak genoemd dan in mei, maar wel opvallend vaak door de tweeverdieners (t/m MBO 39% en HBO+ 33%).