Visitatiedatum: 24 april 2007



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Hanzehogeschool Groningen

Visitatiedatum: 11 september 2007

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Arnhem Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Christelijke Hogeschool Windesheim

Welkom bij Accountancy

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, Tilburg

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Avans Hogeschool, Breda

Fontys Hogescholen, Eindhoven

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Management & Organisatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 13 september 2007

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hanzehogeschool Groningen

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

AVANS Hogeschool, Breda

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hanzehogeschool, Groningen

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Bijlage A Competenties van de opleiding

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Zuyd, Sitard

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch Opleidingen hbo-bachelors: Bedrijfseconomie (voltijd/deeltijd) Accountancy (voltijd) Croho: en 34406

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogeschool Eindhoven

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Avans Hogeschool, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hanzehogeschool Groningen

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) (BE), (FSM)

Hanzehogeschool Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

AVANS Hogeschool, Breda

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Transcriptie:

Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Fiscale Economie en Accountancy hbo bachelor Varianten: Fiscale Economie vt (34409) Accountancy vt (34406) Accountancy duaal -Gilde HBO (34406) Visitatiedatum: 24 april 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2007

2/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 12 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 33 Onderwerp 4 Voorzieningen 37 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 39 Onderwerp 6 Resultaten 43 Deel C: Bijlagen 47 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 48 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 55 Bijlage 3 Bezoekprogramma 61 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 63 Bijlage 5 Overzichten opleidingscompetenties 65 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 3/79

4/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 5/79

6/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat de opleidingen Fiscale Economie en Accountancy van de Hanzehogeschool heeft onderzocht in opdracht van NQA. Het bevat de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen en begon toen het zelfevaluatierapport bij NQA werd aangeleverd in maart 2007. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 24 april 2007. De heer drs. G. A. Bladder, FB (voorzitter, domeinpanellid Fiscale Economie); De heer G. Stegeman, AA/FB (domeinpanellid Fiscale Economie en Accountancy); De heer E.J. van Dijk, RA (domeinpanellid Accountancy); De heer drs. J. Leppink (domeinpanellid Accountancy); De heer J. Schueler (studentpanellid, Accountancy); Mevrouw drs. R. van Empel (NQA-auditor). Voor de samenstelling van dit panel gold de eis vanuit het Accountancy werkveld (de Commissie Eindtermen Accountancy) dat NQA voor de inhoudsdeskundigen zou putten uit een landelijk goedgekeurde lijst van accountants (RA en AA). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 7/79

1.2 Inleiding De Hanzehogeschool Groningen is in 1993 ontstaan na een fusie van de Rijkshogeschool Groningen en de Hanzehogeschool Groningen. De hogeschool heeft ruim 60 bacheloropleidingen en met ruim 20.000 studenten en 2.200 personeelsleden (studiejaar 2006-2007). Naast bacheloropleidingen kent de hogeschool hbo-masteropleidingen (i.o) en post-hbo-opleidingen. Tot september 2004 had de Hanzehogeschool Groningen (HG) een faculteitsstructuur. In september 2004 zijn de vier faculteiten opgeheven en sindsdien zijn de bacheloropleidingen ondergebracht bij Schools in het Nederlands Instituten of Academies genoemd. Er zijn totaal 18 Schools, met inhoudelijk verwante opleidingen. Centrale thema s in het nieuwe strategische plan van de hogeschool Focus 2010 (2005) zijn de kennissamenleving en internationalisering. In haar missie heeft de hogeschool haar ambitie kort samengevat: De Hanzehogeschool Groningen leidt ondernemende, maatschappelijk verantwoordelijke en internationaal georiënteerde professionals op en draagt bij aan de kenniscirculatie in Noord-Nederland. Voor de hele hogeschool zijn in het HG-Onderwijskader afspraken vastgelegd ten aanzien van onderwijsaanbod, programmering, studieloopbaanbegeleiding, onderwijsorganisatie en de ontwikkeling van brede bachelors. De opleidingen Fiscale Economie (FE) en Accountancy (AC) zijn gevisiteerd in 2001. De uitkomsten van de visitatie zijn vastgelegd in het eindrapport Op weg naar een Competentiegerichte opleiding (HBO-raad, Den Haag, 2002). AC (vt)en FE hebben samen met de voltijdse varianten van de FEM-opleidingen BE en FSM acht gemeenschappelijke onderwijsblokken. AC Duaal van de HG dateert van september 2003. Er waren dan ook tijdens de visitatie nog geen afgestudeerden van deze variant. De opleiding wordt aangeboden volgens de richtlijnen van het Gilde HBO. Alle Gilde HBO-opleidingen van de HG zijn formeel ondergebracht bij de School voor Marketing en Management. Net als bij andere duale opleidingen zijn er bij AC Duaal contracten tussen de opleiding, de werkgever en de betreffende studenten. Onderdeel van dit contract is dat studenten voor maximaal drie dagen per week werken bij een bedrijf, met daarnaast één schooldag per week en één studiedag. De werkactiviteiten maken deel uit van de het onderwijsprogramma. Dat is de reden dat de HG vooraf een werkplekscan uitvoert. De werkgevers zijn betrokken bij de beoordeling van de studenten. Enkele gegevens over de opleidingen, studiejaar 2006-2007: Opleiding en Totaal studenten 06-07 Instroom september 06 startjaar FE, 1992 102 27 AC-voltijd, 1991 229 78 AC-Duaal, 2003 43 11 8/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase In maart 2007 heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek van 24 april 2007. De panelleden bestudeerden daartoe het zelfevaluatierapport en formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten. Ook formuleerden zij vraagpunten. Zij hebben hun bevindingen doorgegeven aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor de kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een aparte bijeenkomst is het bezoek door het panel gezamenlijk voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader en het opleidingsprogramma zijn gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor het bezoek door het panel. Dit standaardprogramma is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er waren gesprekken met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd; tussen de gesprekken door hebben de panelleden hun bevindingen uitgewisseld, om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-) oordelen. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De heer J. Leppink, domeinpanellid Accountancy, kon in verband met ziekte niet aanwezig zijn bij het visitatiebezoek. De heer Leppink had zich wel op het bezoek voorbereid en de NQA-auditor had zijn reactie ontvangen over het zelfevaluatierapport en over afstudeerwerk, met daarbij zijn vragen daarover. Ook in de rapportagefase heeft de heer Leppink gereageerd op de concepten die aan het panel werden voorgelegd. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 9/79

De fase van rapporteren Op basis van de bevindingen van het panel, is door NQA een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport. Daarin wordt de kwaliteit van de opleiding beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juni 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Ook dit rapport is in concept aan de opleiding voorgelegd voor een controle op feitelijke onjuistheden. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juli 2007. Het visitatierapport is in augustus 2007 ter beschikking gesteld van de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen over de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Indien de argumentatie of de beoordeling voor de duale vorm van de opleiding AC afwijkt van die voor de voltijdse variant, is dit expliciet vermeld. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen van de opleidingen Beide facetten van dit onderwerp zijn voor FE, AC en AC-Duaal als goed beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. 1.5.2 Programma Zes facetten van dit onderwerp zijn voor de drie opleidingen als goed beoordeeld door het panel; aan de eisen voor facet 6, studieduur, is voldaan. Bij facet 8, toetsing, kwam het panel voor FE en AC-voltijd tot het oordeel voldoende, voor AC-Duaal tot het oordeel goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. 1.5.3 Inzet van personeel Alle drie facetten van dit onderwerp zijn voor de drie opleidingen als goed beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. 10/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

1.5.4 Voorzieningen Beide facetten van dit onderwerp zijn voor de drie opleidingen als goed beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De eerste twee facetten van dit onderwerp zijn voor de drie opleidingen als goed beoordeeld. Het derde facet is voor de drie opleidingen als voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. 1.5.6 Resultaten Voor de opleidingen FE en AC is het eerste facet als goed beoordeeld; dit facet is voor AC- Duaal als voldoende beoordeeld, aangezien er nog geen afgestudeerden zijn. Het tweede facet is voor de drie opleidingen als voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief voor de drie opleidingen. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 11/79

1.6 Schematisch overzicht oordelen Onderwerp/Facet AC vt AC Duaal FE vt Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed goed 1.2 Niveau bachelor goed goed goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed goed goed Totaaloordeel onderwerp 1 positief positief positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO goed goed goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed goed goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed goed goed 2.4 Studielast goed goed goed 2.5 Instroom goed goed goed 2.6 Duur voldaan voldaan voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud goed goed goed 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende goed voldoende Totaaloordeel onderwerp 2 positief positief positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO goed goed goed 3.2 Kwantiteit personeel goed goed goed 3.3 Kwaliteit personeel goed goed goed Totaaloordeel onderwerp 3 positief positief positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen goed goed goed 4.2 Studiebegeleiding goed goed goed Totaaloordeel onderwerp 4 Positief positief positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten goed goed goed 5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel onderwerp 5 positief positief positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau goed voldoende goed 6.2 Onderwijsrendement voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel onderwerp 6 positief positief positief 1.7 Totaaloordeel Het panel oordeelt positief over de drie opleidingen wat betreft de zes onderwerpen. Het totaaloordeel over de opleidingen is daarom positief. 12/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 13/79

14/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingscompetenties van de opleidingen van het instituut FEM zijn gebaseerd op de algemene domeincompetenties in de sector HEO (Hoger Economisch Onderwijs) die in mei 2004 in landelijk verband zijn vastgesteld. De discussie over verbreding van de opleidingdoelstellingen van de onderscheiden opleidingen in de sector HEO begon in 2003, op advies van de HBO-raad. De discussie vond plaats binnen een sectorbreed project voor het ontwikkelen van domeincompetenties. Ook de HG nam deel aan dit project. De domeincompetenties voor het gehele domein Economics zijn in mei 2004 vastgesteld, gebaseerd op de bestaande en in het relevante werkveld gevalideerde opleidingsprofielen voor de diverse opleidingen. De hierboven genoemde opleidingscompetenties gelden voor de FE en AC-curricula sinds september 2004. Voor de eerdere opleidingscohorten de studenten van het instroomcohorten 2003 waren ten tijde van de visitatie in hun vierde jaar gelden formeel de eerdere opleidingskwalificaties, die apart voor FE en AC waren vastgesteld en gevalideerd door het werkveld. Feitelijk is er in deze opleidingsdoelstellingen en in het onderwijs echter weinig of geen verschil tussen de opleidingen van de oude doelstellingen en de recentere doelstellingen, aangezien de brede domeincompetenties uit 2004 aansluiten bij de eerder geformuleerde beroepsprofielen voor AC en FE (zie hieronder). Voor de HEO-opleidingen gelden acht domeincompetenties, per opleidingstype apart te concretiseren in het curriculum. Een overzicht van deze competenties Economie is in een aparte bijlage bij dit visitatierapport gevoegd. Het panel heeft kunnen vaststellen dat het instituut FEM het regionale werkveld van AC en FE betrekt bij de ontwikkelingen binnen het HEO. Uit de verslagen van de Werkveld Advies Commissie (WAC) van zowel FE als AC bleek dat er discussie is over de doelstellingen van de opleidingen, gerelateerd aan ontwikkelingen in het werkveld. Dit bleek ook uit het gesprek dat het panel had met vertegenwoordigers van de beide Adviescommissies. De WAC voor AC behartigt ook de werkveldrelatie voor de opleiding Bedrijfseconomie (BE). Normaal gesproken komen de WAC s drie tot zes keer per jaar bijeen. De WAC voor AC is echter recentelijk opnieuw samengesteld; daarom waren er in het jaar van de visitatie meer bijeenkomsten (zie ook bij 5.3). NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 15/79

De visie op internationalisering bij het instituut FEM is vastgelegd in de Notitie Internationalisering, uit 2006. Wat betreft feitelijke internationalisering van de opleidingsdoelstellingen zijn er voor FE en AC echter weinig mogelijkheden. Immers, de nationale context, met de Nederlandse wet- en regelgeving, is leidend voor de doelstellingen van beide opleidingen. Het panel ondersteunt deze opvatting van de opleidingen. Ook is het panel het eens met het instituut FEM dat de opleidingsdoelstellingen aandacht impliceren voor de Europese wet- en regelgeving. Het panel heeft vastgesteld dat er hiervoor in het onderwijs adequate aandacht is. De opleidingen FE en AC hebben contacten met een collega-hogeschool in Emden. Dit sluit aan op de noodzaak dat FE ers en AC ers een helder beeld hebben van de financieeleconomische context in Duitsland, aangezien afgestudeerden mogelijk aan het werk gaan bij bedrijven met vestigingen of klanten in Duitsland. Opleiding AC-vt De opleidingsdoelstellingen van AC sluiten aan bij het landelijk profiel voor HBOaccountants, zoals dat is vastgelegd in het rapport Beroeps- en opleidingsprofiel voor opleiding AC, (Den Haag, HBO-raad 1999). Dit opleidingsprofiel is gevalideerd door de NOvAA - de beroepsvereniging van Accountants-Administratieconsulenten (AA) en door het NIVRA, de beroepsvereniging van Registeraccounants (RA). Bij het vaststellen van haar eindkwalificaties voor AC heeft het instituut FEM de beroepsprofielen van het NIVRA en van de NOvAA als basis gehanteerd. Dit gebeurde in samenspraak met leden van het AC-scholenoverleg (landelijk opleidingsoverleg AC) en vertegenwoordigers van het NIVRA en de NOvAA. Het (landelijke) opleidingsprofiel AC bevat 32 competenties, ondergebracht in drie segmenten: uitvoerende taken, participant van een arbeidsorganisatie en eisen voor lid van een beroepsgroep. Een overzicht met de competenties voor AC is als aparte bijlage bij dit visitatierapport gevoegd. Opleiding AC-Duaal Ook AC Duaal is gebaseerd op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel AC. De opleiding volgt bij de uitwerking van de doelstellingen tot een onderwijsprogramma de uitgangspunten van HBO-Gilde, een landelijke aanpak van het duale onderwijs in het HEO. Een bijzonderheid is dat AC-Duaal voor de uitwerking van het curriculum in de eerste twee studiejaren de kwalificaties van BE-Duaal hanteert die, landelijk, binnen het Gilde-HBO geformuleerd zijn. Een overzicht van de competenties voor AC-duaal is als aparte bijlage bij dit visitatierapport gevoegd. Opleiding FE De opleiding sluit aan bij het hernieuwde beroeps- en opleidingsprofiel FE (Beroeps- en opleidingsprofiel FE, HBO-raad, Den Haag, september 2006). Dit hernieuwde profiel is een aanpassing van het eerdere profiel, dat is bijgesteld op grond van de uitkomsten van de evaluatie (december 2005) van het toen geldende landelijke, door het werkveld 16/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

gevalideerde, Beroeps- en opleidingsprofiel FE (Den Haag, HBO-raad 2003). Dit document was op zijn beurt een bijgestelde versie van het eerdere landelijk beroepsprofiel FE (2001). De recente aanpassingen zijn ingegeven door de gevolgen van de belastingherziening, enkele wetswijzigingen sinds 2001 en de wens tot uitbreiding van de doorstroommogelijkheden van HBO-FE ers naar het WO. Ook de rol van de HBO-fiscalist als teamplayer is meer expliciet verwoord in het meest recente beroeps- en opleidingsprofiel. Daarbij is duidelijker aangegeven waarin een HBO-fiscalist zich onderscheidt van een academisch gevormde fiscalist: onderzoeksvaardigheden versus praktijkgerichtheid. De Groninger opleiding FE was intensief betrokken bij het tot stand komen van het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel, als voorzitter van het landelijk overleg FE (LOFE). Het beroeps- en opleidingsprofiel en de opleidingscompetenties FE beschrijven de competenties voor een beginnend HBO-fiscalist. Het opleidingsprofiel FE volgt in grote lijnen het landelijke opleidingsprofiel FE. Er zijn voor FE 12 competenties geformuleerd, verdeeld over de drie competentiegebieden: beroepsinhoudelijke competenties, professionaliteit en participant in de arbeidsorganisatie. De Groninger opleiding FE houdt via het LOFE contact met de ontwikkelingen in het FE-domein. Op basis van de notitie Het bij elkaar in de keuken kijken (LOFE, 2005) evalueren de hogescholen met een FE-opleiding elkaar. In 2006-2007 zullen de resultaten daarvan beschikbaar zijn. Met deze evaluaties hoopt het LOFE, en daarmee ook de HG, te kunnen zorgen voor versterkte afstemming met het landelijke werkveld, borging van de kwaliteit van het onderwijs en een versterkte afstemming tussen de hogescholen. Een overzicht met de competenties voor de opleiding FE is als aparte bijlage bij dit visitatierapport gevoegd. Facet 1.2 Niveau bachelor AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het overzicht HBO-kwalificaties in relatie met de opleidingscompetenties van FEMopleidingen HG legt het instituut FEM het verband tussen de opleidingskwalificaties van de opleiding AC met de hbo-kwalificaties. Daaruit blijkt dat de hbo-kwalificaties goed terugkomen in de opleidingscompenties van de verschillende varianten. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 17/79

Ook de in drie segmenten bij de opleidingsdoelstellingen Accountancy komen de HBO-kwalificaties tot uiting. In het overzicht HBO-kwalificaties in relatie met de opleidingscompetenties van FEMopleidingen HG legt het instituut FEM het verband tussen de opleidingskwalificaties FE met de hbo-kwalificaties. Daaruit is inzichtelijk af te leiden dat de HBO-kwalificaties goed zichtbaar zijn in de opleidingscompenties. De generieke hbo-kwalificaties komen overeen met de Dublin Descriptoren (Vergelijking Dublin Descriptoren met HBO-kwalificaties 2002). Ook in de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen van AC en FE - tot stand gekomen in overleg met het werkveld - is aangegeven op welke manier de HBO-kwalificaties voor de beginnende HBO'ers gedekt zijn door de competenties. Het panel stelt aan de hand van bestudering van het materiaal vast dat de uitwerking naar het bachelorniveau van de startcompetenties duidelijk en overtuigend is. De generieke HBO-kwalificaties komen herkenbaar tot uiting. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: HET INSTITUUT FEM hanteert een aantal instrumenten om te waarborgen dat de eindkwalificaties overeenkomen met wat het werkveld verwacht van een beginnende HBO'er. Dit zijn onder andere de samenwerking in het LOFE voor FE en binnen het AC- Scholenoverleg voor AC en AC-duaal (met NIVRA en NOvAA) en de inbreng van de beide werkveldadviescommissies. Op basis van het gesprek met de vertegenwoordigers van het werkveld en de notulen van de bijeenkomsten van de beide WAC s stelt het panel vast dat de eindkwalificaties tot stand zijn gekomen in samenspraak met het relevante beroepenveld. In haar rapport Het onderwijs bij de FEM (Groningen, februari 2007) heeft de opleiding inzichtelijk aangegeven wat de overeenkomsten en de verschillen zijn in de benadering van het economische domein door de vier opleidingen FE, AC, FSM en BE. Duidelijk is omschreven dat afgestudeerde AC ers functioneren als assistent-accountant. Zij kunnen in hun werk, met aanvullende scholing, uitgroeien tot RA-accountants of AA-accountants. Afgestudeerde FE ers werken als in beroepen als aangiftemedewerker, belastingadviseu bij belastingadvieskantoren, fiscalist bij een grote(re) onderneming, middelenspecialsit bij de Belastingdienst, pensioenadviseur. FE ers kunnen doorstromen naar het WO: er zijn 18/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

in de opleidingsdoelstellingen en in de uitwerking in het curriculum, specifiek benoemde doorstroommogelijkheden naar de universitaire opleiding Fiscaal Recht of naar de opleiding van de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs, die op zijn beurt aansluiting geeft op de universitaire kopopleiding Fiscaal Recht. Afgestudeerden van de opleidingsvarianten binnen het instituut FEM zijn opgeleid tot een klant- resultaat- en organisatiegerichte beginnend beroepsbeoefenaar op HBO-niveau; zij zijn in staat om financieel-economische vraagstukken op adequate wijze te analyseren en op te lossen. Dit bleek het panel uit de gesprekken tijdens het bezoek, met afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld. Uit de studenttevredenheidsonderzoeken van het instituut FEM en van de HG blijkt dat de studenten en de afgestudeerden AC en FE tevreden zijn over de doelstellingen van hun opleiding. Afgestudeerden AC en FE gaven in het gesprek tijdens het visitatiebezoek aan dat zij met hun opleiding goed beslagen ten ijs waren gekomen in hun eerste betrekking. Opleiding AC/AC Duaal HBO-accountancy leidt de studenten op tot assistent-accountant, met doorgroeimogelijkheid tot AA of RA door middel van vervolgopleidingen en werkervaring of doorgroei naar een interne accountantsfunctie. De functie van assistent-accountant ontwikkelt zich tot een adviserende functie op het gebied van administratieve dienstverlening en, in mindere mate, op het gebied van fiscaliteiten. AA-beroepen betreffen vooral de administratieve dienstverlening en, zij het in mindere mate, in fiscale zaken voor bijvoorbeeld familiebedrijven. RA-beroepen richten zich vooral op middelgrote en grote organisaties. De werkzaamheden zijn vooral gericht op controlewerk en advies over de administratieve organisatie. AC-Studenten kunnen na hun opleiding een post-hbo-opleiding AA (Accountant Administratieconsulent) of RA (Register Accountant) volgen van resp. 1 of 3,5 jaar. Als zij ook een 3-jarige praktijkstage voltooien, krijgen zij hun aantekening AA of RA en zijn zij tekeningsbevoegd. Opleiding FE Afgestudeerde FE ers werken zowel bij grote als bij kleinere administratie- en belastingadvieskantoren waar ze, afhankelijk van de omvang van het kantoor, belastingaangiften verzorgen en bijdragen leveren aan adviezen, of zelfstandig adviseren, over onder meer vermogensbeheer. Ook adviseren FE ers over financiële planningen. FE-afgestudeerden bij de belastingdienst vervullen functies als controleur of middelenspecialist. Bij banken en verzekeringsmaatschappijen werken FE'ers op de afdeling Financieel Advies of Financiële planning en/of Vermogensbeheer. Het gaat om functies als aangiftemedewerker, fiscalist, pensioenadviseur of vermogensbeheerder. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 19/79

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Op Blackboard is voor alle studieonderdelen aangegeven welke literatuur en welk ander studiemateriaal moet worden bestudeerd en gehanteerd. De boekenlijsten worden jaarlijks geactualiseerd door de docenten die in het betreffende vakgebied doceren. Het panel stelt, op basis van inzicht in de literatuurlijsten, vast dat de opleidingen actuele literatuur aanbieden. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de studenten deze literatuur gebruiken bij hun werkstukken. De praktijkgerichtheid van de curricula is onder meer zichtbaar in de didactische aanpak (zie ook 2.7), met Action Learning-opdrachten. Bij AC-Duaal gaat het om opdrachten in samenwerking met werkgevers. Diverse studieonderdelen behandelen praktijkervaringen. Voorbeelden: het studieonderdeel Ethiek bij AC behandelt ethische dilemma's uit de beroepspraktijk van accountants; bij FE is de jaarlijkse HUBA-campagne (Hulp bij Aangifte) waarbij studenten particulieren ondersteunen bij het maken van hun belastingaangifte, na een vierdaagse gerichte training hiervoor binnen de opleiding. De opleidingen volgen de richtlijnen van het HG-beleid voor de praktijkcomponent in de opleiding (HG Onderwijskader): de opleidingen hebben minimaal 24 EC praktijk (zie ook 2.2 en 2.3, over de inhoud en de opbouw van het onderwijs). Opleiding AC-vt De stage in het 3 e studiejaar bestaat uit twee blokken met vier dagen stage, meestal bij een accountantskantoor, en één dag onderwijs. In de tweede helft van het 4 e studiejaar studeren de studenten af. Tijdens het afstuderen werken studenten drie dagen per week aan hun afstudeeropdracht, veelal bij een MKB-bedrijf Opleiding FE FE-studenten volgen in hun 3 e studiejaar een stage bij de belastingdienst met ondersteunende verdieping op het gebied van belastingen. De totale duur van de stage is 20/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

ruim een onderwijsblok. Tijdens het 4 e studiejaar voeren studenten in blok 4.3 en 4.4 een bedrijfsstage uit binnen het belastingadvieswezen, waaraan zij hun afstudeeropdracht koppelen. Opleiding AC-Duaal In wekelijkse studiegroepbijeenkomsten wisselen Gilde-studenten hun werkervaringen uit. Studenten van AC-Duaal moeten beschikken over een relevante werkplek. Daartoe is er een zogeheten werkplekscan. Indien studenten geen, of geen geschikte, werkplek hebben, ondersteunt de opleiding hen bij het vinden daarvan. Dat heeft zowel de vorm van sollicitatietrainingen als ondersteuning bij het selecteren van een geschikte werkkringen. Alle drie de opleidingen: De vaardigheden bij de opleidingen betreffen voornamelijk de vaardigheid van mondelinge en schriftelijke communicatie, met daarbij de wijze waarop de beroepscode van Accountants en belastingadviseurs moet worden gehanteerd. Het panel heeft kunnen vaststellen dat dit afdoende in het curriculum aan de orde komt. Het afstudeerwerk wordt ook op de communicatieve aspecten beoordeeld. In overeenstemming met het FEM-beleid voor aanstelling van docenten (zie ook 3.1), combineert een toenemend aantal docenten hun werk bij het instituut FEM met werkzaamheden in het werkveld. Docenten maken in hun onderwijs gebruik van hun eigen werkveldervaringen en van hun ervaringen bij stage- en afstudeerbegeleiding. In beide opleidingen en opleidingsvarianten benutten docenten casussen uit de praktijk, zijn er excursies, bedrijfsbezoeken, symposia en gastcolleges. Het instituut FEM neemt deel aan het lectoraat Business Intelligence (BI) met één medewerker. Dit lectoraat ressorteert organisatorisch onder het Instituut voor Communicatie en Media. Vanuit dit lectoraat doet de betreffende FEM-medewerker onderzoek naar de performance management bij woningbouw, banken en accountantskantoren. Voor het onderzoek bij accountantskantoren wordt nog een tweede medewerker binnen het instituut FEM gezocht. Tot 2006 participeerde het instituut FEM in het lectoraat Strategisch Ondernemen, waarvan het Instituut voor Marketing & Management eigenaar was. Dit lectoraat is begin 2006 geëvalueerd en besloten is om het lectoraat door te zetten en het te laten aansluiten bij het expertisecentrum Ondernemerschap en Markt, dat in het studiejaar 2006-2007 wordt opgezet. Er zijn bij het instituut FEM twee nieuwe lectoraten in ontwikkeling: - Het lectoraat Groeifinanciering MKB (GMKB) binnen het kenniscentrum Ondernemerschap en Markt, gericht op het doen van onderzoek naar het financieren van groei van ondernemingen. Er zijn plannen om een meerjarige samenwerking aan te gaan met ABN AMRO. Het instituut FEM wil dit lectoraat onder meer inzetten bij een van de minors. - Het lectoraat Financieel Economisch Management voor het Middenbedrijf (FEMM) in samenwerking met KPMG, gericht op het opzetten van een expertisecentrum voor de bedrijfsvoering van vooral het middenbedrijf. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 21/79

Volgens de resultaten op diverse vragen in blokenquêtes 2005-2006, de SSA-enquête 2006 en de FEM-audit, zijn de studenten van FE, AC en AC-duaal tevreden over de diverse aspecten van de praktijkgerichtheid van hun opleidingen. Dit werd bevestigd in de gesprekken tijdens de visitatie. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De basis voor de curricula van FE, AC en AC-Duaal zijn de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen, waarin de competenties zijn verwoord die de student moeten hebben verworven aan het eind van hun opleiding. Het panel heeft in de curriculumoverzichten kunnen zien dat bij elk onderwijsblok is beschreven welke competenties tijdens dat blok aan de orde komen. Aan alle competenties van de opleidingsprofielen wordt in de curricula afdoende aandacht besteed. Opleidingen FE en AC-voltijd De voltijdse opleidingen van het instituut FEM hebben themagericht en competentiegericht onderwijs. De onderwijsblokken hebben een centraal thema, met een integrale beroepsopdracht die aan dat thema is gerelateerd. Bij alle blokopdrachten is er ondersteunend onderwijs, in de vorm van studieonderdelen waarin theorie, concepten en vaardigheden worden uitgelegd en geoefend. Per thema vormen de beroepsopdracht en de overige studieonderdelen een samenhangend geheel (zie ook 2.3). Bij de beroepsopdrachten komen kennis, vaardigheden en houding geïntegreerd aan de orde. Het onderwijs aan de voltijdse FEM-opleidingen verloopt in de eerste anderhalf jaar en de eerste helft van het derde jaar parallel: er is één programma voor alle opleidingen, waarbij de studenten in beginsel in een eigen klas zijn ingedeeld. De studenten verwerven in de eerste anderhalf jaar een brede basis met kennis en vaardigheden in het economische domein (zie ook 2.3). Deze zes blokken van de eerste anderhalf jaar van de studie verlopen inhoudelijk via de levenscyclus van een onderneming, met de economische vraagstellingen die gerelateerd zijn aan de opeenvolgende fasen: te beginnen bij de startende onderneming tot en met het opheffen van het bedrijf. 22/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Het panel heeft vastgesteld dat de (parallelle) propedeuse de studenten een helder beeld geeft van de diverse vraagstellingen en beroepen in de economische sector. De propedeuse is een goede introductie in de belangrijkste beroepsopdrachten in het werkveld van de Bachelor of Economics. Het panel stelt vast dat de propedeuse oriënterend, verwijzend en selecterend is. In het vervolg van de opleiding komen de competenties in afdoende mate aan de orde, in de opleidingsspecifieke blokken en in de stage en het afstudeerproject. Opleiding AC-Duaal De eerste zes blokken van de opleiding van het Gilde HBO zijn gemeenschappelijk voor de opleidingen AC, BE, CE en MER. De daarop volgende twee blokken zijn gemeenschappelijk voor de duale opleidingen AC en BE. Het curriculum in het derde en vierde studiejaar is opleidingsspecifiek. Studenten van de duale opleidingen werken drie dagen per week op een relevante werkplek. De overige twee dagen zijn bedoeld voor studietaken, zowel in de vorm van onderwijs op de HG als in de vorm van werken aan opdrachten. Dit zijn groepsopdrachten en individuele opdrachten (zie ook 2.7). Bij duale studenten ligt al in het begin van de opleiding sterk de nadruk op zelfstandigheid bij de studie. Elk onderwijsblok bevat werkactiviteiten op de werkplek, een Action Learning-opdracht en aanvullende colleges, practica en coaching. De studenten, het bedrijf waar hij of zij werkt en de hogeschoolmentor (zie ook 2.7) zoeken gezamenlijk naar werkactiviteiten die leiden tot ontwikkeling van de competenties in de diverse blokken. De verantwoording van de activiteiten en de relatie tot het competentieprofiel ligt expliciet bij de studenten zelf: er is hiervoor een contract tussen de studenten, het bedrijf waar zij werken en de HG. Alle drie de opleidingen Wat betreft internationalisering van het economieonderwijs, is er sinds september 2006 een versterkte impuls. Met behulp van Dialang is bij de propedeusestudenten een taaltest Engels afgenomen, met deficiëntiecursussen bij onderprestatie. Het instituut FEM geeft vanaf september 2006 de mogelijkheid om in de opleiding het vak Engels als vreemde taal op te nemen, voor minimaal 5 EC. Hiermee reageert het instituut FEM op de uitkomsten van de SSA-enquete 2006: de studenten betoonden zich in die enquête niet tevreden over de mogelijkheden voor het leren en onderhouden van een vreemde taal. Ook gaven studenten aan in de SSA-enquête 2006 dat er te weinig onderdelen in het curriculum gericht zijn op het verwerven van competenties voor de internationale beroepspraktijk. Het panel heeft kunnen vaststellen, uit documentstudie en uit de gesprekken tijdens het bezoek, dat er sinds september 2006 in de thema s meer expliciet rekening wordt gehouden met internationale aspecten van de te behandelen leerstof. Door middel van een internationaliseringproject bij het instituut FEM wordt studeren in het buitenland, buitenlandstages, buitenlandreis, docentuitwisseling met buitenlandse partnerhogescholen en de inzet van buitenlandse gastdocenten bevorderd. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 23/79

Het panel is van oordeel dat de opleiding de relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en de in houd van het programma goed weergeeft in het materiaal, op grond van documentstudie en op grond van de informatie uit de gesprekken met de studenten, de docenten en de vertegenwoordigers van het werkveld (stagebieders, afstudeerbedrijven, werkgevers van duale studenten). Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voltijdse opleidingen FE en AC: De opleidingen hebben een heldere structuur: er zijn jaarlijks vier blokken van elk 10-11 weken. Elk onderwijsblok is een inhoudelijk samenhangend geheel, gebaseerd op de competenties, die de studenten verwerven terwijl zij werken aan een relevant inhoudelijk thema. De thema's volgen elkaar, inhoudelijk, op logische wijze op (de eerder genoemde levenscyclus van een onderneming), met per thema een specifieke focus op een aantal opleidingsrelevante aspecten. De inhoud van de zes gezamenlijke onderwijsblokken voor de voltijdse opleidingen van het instituut FEM is sterk samenhangend: in deze blokken worden de opeenvolgende fasen behandeld in de levenscyclus van een onderneming, beginnend met startende onderneming en eindigend met de opheffing van de onderneming. De overige blokken van de opleidingen zijn opleidingsspecifiek van karakter. In de gezamenlijke blokken, ook aangeduid als thema s, verwerven alle voltijdstudenten van het instituut FEM een brede basis met kennis en vaardigheden die van belang zijn voor het gehele economisch domein. In het tweede studiejaar volgen de studenten twee opleidingsspecifieke blokken. Ook in het derde studiejaar zijn er twee opleidingsspecifieke blokken; het vierde studiejaar is geheel opleidingsspecifiek. Per opdracht zijn beoordelingscriteria geformuleerd die gedurende de studie toenemen in complexiteit in de opeenvolgende blokken/thema s. Dat heeft het panel uit de curriculumoverzichten en uit de blokinformatie kunnen afleiden. Studenten en docenten bevestigden dit in de gesprekken met het panel. Een kerngroep die zich richt op afstemming van de vier studierichtingen (de zogeheten kerngroep brede bachelor) ondersteunt de blokteams bij het ontwikkelen van het nieuwe curriculum. De kerngroep gaat na of elk blokteam de diverse onderwijsonderdelen in onderlinge samenhang ontwikkelt, met voldoende nadruk op de specifieke opleidingsgerichte competenties. In het gesprek met het opleidingsmanagement wordt bevestigd dat de curricula regelmatig worden geëvalueerd. 24/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

De beide voltijdse curricula van FE en AC hebben een doorlopend programma voor studieloopbaanbegeleiding in het eerste en tweede studiejaar (de vierde leerlijn die hierboven is genoemd). De studenten hebben daarvoor een vaste SLB-docent (zie ook 2.4 en 4.2). Opleiding AC-Duaal Bij AC-Duaal maakt de combinatie van werken in de praktijk en het volgen van onderwijs het mogelijk om in de praktijk gebruik te maken van de theorie en tijdens het onderwijs praktijkervaringen in te brengen. De Action Learning opdrachten zorgen bij de duale variant voor een koppeling tussen onderwijs en werkplek. Ook hier is er een thematische opbouw. Het verwerven van competenties vindt zowel plaats in het onderwijs als op de werkplekken. Studenten van AC-Duaal bevestigen in het gesprek met het panel de samenhang en de werkwijze binnen het curriculum. Algemeen: Er zijn vier leerlijnen binnen een onderwijsblok: - Integrale opdrachten en projecten bij de voltijd varianten; Action Learning opdrachten en werkactiviteiten bij AC-Duaal (zie ook 2.7); - Er is een lijn met ondersteunende theoretische studieonderdelen; - De derde leerlijn betreft de vaardigheden tijdens practica; - Reflectie, individueel en in groepsverband tijdens de studieloopbaanbegeleiding is de vierde leerlijn. Volgens de Blokenquêtes 2005-2006 zijn de studenten tevreden over de samenhang tussen de verschillende onderdelen in het blok. Volgens de HBO-Monitor 2005 zijn studenten tevreden over de samenhang tussen de vakken. Het panel stelt vast dat de opleidingen een duidelijke lijn in de horizontale en verticale samenhang hebben en dat er bij de deeltijd en duale routes goed zicht wordt gehouden op de relevantie en doorgroeimogelijkheden van de werkplek. Het panel komt hierdoor tot het oordeel goed. Facet 2.4 Studielast AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 25/79

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het instituut FEM hanteert een aantal instrumenten voor het vlot doen verlopen van de opleidingen: - Er zijn twee instroom-momenten, te weten in september en in februari - Tijdens de eerste zes blokken van de voltijdvarianten kunnen studenten zonder studievertraging overstappen naar een andere opleiding binnen het instituut FEM. - Ook studenten van AC-Duaal kunnen tijdens de eerste zes blokken zonder studievertraging overstappen naar een andere opleiding binnen het economisch domein. - Er is een gesprek na het tweede blok van studiejaar 1, voor studenten met weinig studiesucces. In dat gesprek wordt bezien in hoeverre uiteindelijk studiesucces te verwachten is. Studenten die na het eerste studiejaar minder dan 40 EC hebben behaald, moeten de opleiding verlaten (Bindend Studie Advies, BSA). Dit geldt ook voor studenten die aan het eind van hun tweede studiejaar de propedeuse niet hebben behaald. - Studenten die na het eerste studiejaar 40 tot 52 credits hebben gehaald volgen het zogeheten doublantentraject: indien zij halverwege hun tweede studiejaar 52 credits hebben gehaald, kunnen ze doorstromen naar de hoofdfase in de februari-instroom. - Er zijn herkansingsmogelijkheden voor tentamens, ook bij de overgang van een oud naar een nieuw curriculum. In een aantal gevallen zijn er ook herhalingscolleges aangeboden. - In de omschrijvingen van de onderwijseenheden in de studiegids en in de blokboeken is de studielast weergegeven, uitgedrukt in EC. Bij FE en AC-voltijd is er studieloopbaanbegeleiding door specifiek daartoe opgeleide docenten (zie ook bij 2.7). De SLB-docenten bieden begeleiding gedurende het verloop van de opleiding: SLB is een doorlopende leerlijn. In de duale opleiding AC wordt deze begeleidende taak vervuld door zogeheten hogeschoolmentoren, die de studenten gedurende de gehele studie begeleiden. Ook bewaken zij de studievoortgang. Bij de duale opleidingen is het portfolio daarvoor een belangrijk instrument (zie ook bij 2.7). De opleidingen hebben drempels. Afgezien van de eis dat de studenten de studieonderdelen van de propedeuse afronden voor het einde van het tweede studiejaar (doublantentraject), moeten zij minimaal 50 EC van de hoofdfase hebben behaald om te mogen solliciteren naar een stageplaats: de stage is in de tweede helft van studiejaar 3. Ook voor deelname aan de minors is er een instapnorm, gerelateerd aan de studieonderdelen die met succes zijn afgerond. Deze norm wordt vooraf bekend gemaakt bij studenten. In het gesprek tijdens het bezoek gaven de studenten aan dat bekend te zijn met de instapnorm. Studenten besteden volgens de blokenquêtes 2005-2006 gemiddeld zo'n 30 uur per week aan hun studie. Uit de Keuzegids 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de studeerbaarheid van de opleiding. Dit werd bevestigd in de gesprekken tijdens de visitatie. 26/79 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy

Facet 2.5 Instroom AC: goed AC duaal: goed FE: goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het instituut FEM sluit zich aan bij de wettelijke toelatingseisen. Voor de voltijdse opleidingen is dit mbo-niveau 4, havo en vwo (Onderwijs- en Examenregeling). De duale opleiding is gericht voor studenten die studie en werk willen combineren. Voorafgaande aan toelating tot de duale opleiding AC is er een intakegesprek, met een intakeopdracht. Tijdens het gesprek worden motivatie, zelfstandigheid en werkhouding getoetst. Studenten bevestigen dit in het gesprek met het panel. Vwo'ers en studenten die een propedeuse gehaald hebben bij een andere opleiding krijgen de mogelijkheid om de voltijdopleiding in 3,5 jaar af te ronden (tempo studenten). Studenten die niet zonder meer toelaatbaar zijn en die 21 jaar of ouder zijn, kunnen na een toelatingsexamen eventueel voorafgegaan door deficiëntiecursussen alsnog worden toegelaten. De opleiding biedt ter ondersteuning zomercursussen wiskunde en economie aan. Deze cursussen zijn ook geschikt voor mbo-studenten met een achterstand. Het bleek het panel tijdens het bezoek dat deze zomercursussen echter niet verplicht zijn. Tijdens de visitatie werd besproken dat met name wiskunde voor MBO-instromers lastig blijkt te zijn, gezien de toetsresultaten in de eerste twee studiejaren. Er zijn vrijwillige deficiëntieprogramma s, maar de opleiding bezint zich op mogelijkheden voor het invoeren van verplichte deficiëntiecursussen, eventueel met een instroomtoets. Er zijn ook vrijstellingen mogelijk, volgens regels die zijn vastgelegd in de OER. Tijdens een intakegesprek, op verzoek van de betreffende student, bepaalt de examencommissie of er vrijstellingen kunnen worden verleend. Dit geldt voor studenten die zijn omgezwaaid van een universitaire opleiding of andere hbo-opleiding of voor studenten met werkervaring. Studenten uiten hun tevredenheid over de instroomprocedure en over de voorlichting over het instituut FEM onder andere in de Blokenquêtes 2005-2006, de SSA-enquête 2006 en de Aansluitingsmonitor 2006. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo bacheloropleiding Fiscale Economie en Accountancy 27/79