STARTNOTITIE. Meerjarenbeleidsplan jeugdzorg

Vergelijkbare documenten
Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

Wat is provinciale jeugdzorg?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

INLEIDING. Openingsfilm

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

PS2011WMC03-1. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

* * Onderwerp voortgang transitie jeugdzorg

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

PS2011WMC03 Bijlage 1. Contourennota transitie Jeugdzorg

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Voorstel voor de Raad

Kansrijk opgroeien in Lelystad

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

Advies aan de gemeenteraad

De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen:

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Decentralisatie Jeugdzorg FoodValley: Elke jeugdige telt en doet mee. Afsprakenset Versie 23 januari 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Transformatie Jeugdzorg

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Jeugdhulp. Regio Gooi en Vechtstreek. Marjet van Elten Beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Onderzoeksplan 2017 REKENKAMERCOMMISSIE ALKMAAR

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

Geachte voorzitter, van de minister van BZK aan de Tweede Kamer (TK , , nr.333)

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Stelselwijziging Jeugd. Uitgangspunten VWS voor experimenten tijdens transitie jeugdzorg

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, 30 september Onderwerp: Beleidskader jeugdzorg 2009 t/m 2012

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

DE ZORG VOOR DE JEUGD VAN DE TOEKOMST

Jeugdhulp in Nissewaard

Oplegvel. 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het

Onderwerpen. Jeugdzorg Noordoost Brabant

DECENTRALISATIE JEUGDZORG TRANSITIE, BESPARING EN TRANSFORMATIE

Decentralisatie jeugdzorg Plan van aanpak (startnotitie)

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

de jeugd is onze toekomst

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

TRANS JEUGD, ZORG EN WELZIJN. Beleidskader Jeugdzorg

Samenwerken aan integrale jeugdzorg

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

1. Onderwerp Ambtshalve verlengen van indicaties zorg in natura gespecialiseerde jeugdhulp 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

resen ati tie Onderhandelaarsakkoord

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

Bekostiging en contractering in de jeugdzorg

Raadsvoorstel. Visie op decentralisatie Jeugdzorg. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie. Vaststellen Perspectief op zorg voor jeugd Oostzaan

Verder treft u hieronder de integrale teksten van het regeerakkoord aan die van toepassing zijn op het werk van Wmo-raden:

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stelselwijziging Jeugd. Uitgangspunten VWS voor experimenten tijdens transitie jeugdzorg. Mei Aanleiding

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering

Informatienota voor de raad

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 29 mei 2012 KNDK/2012/835

Transcriptie:

STARTNOTITIE Meerjarenbeleidsplan jeugdzorg 2013-2016 1 Inleiding Doel van deze startnotitie is om Provinciale Staten vroegtijdig te betrekken bij de ontwikkeling van het nieuwe meerjarenbeleidsplan jeugdzorg 2013-2016. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie startnotitie die op 16 november 2011 door PS is aangenomen. Met deze motie beoogt PS de kaderstellende rol te kunnen uitvoeren. In deze startnotitie is aandacht voor de thema s aangegeven in deze motie. Deze zijn: de aanleiding voor het opstellen van dit meerjarenbeleidplan (MJP), de procesgang, de hoofdlijnen inhoud, en de wijze waarop een evaluatie van het huidige beleid onderdeel van het wordt uitgevoerd. de tijdsplanning, het proces te komen tot de beoogde eindresultaten, en de risico s. Het meerjarenbeleidsplan geeft ruimte voor een soepele overgang van de jeugdzorg naar de Flevolandse gemeenten De ontwikkeling van dit meerjarenbeleidplan speelt zich af tegen de achtergrond van de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. De provincie zet zich in voor een soepele overgang van de jeugdzorg naar de gemeenten. Zo veel en zo vroeg mogelijk zullen gemeenten worden betrokken bij de beleidsontwikkeling jeugdzorg, inclusief de ontwikkeling van dit meerjarenbeleidsplan. In het meerjarenbeleidplan zal ruimte bestaan om flexibel in te spelen en voor te sorteren op de toekomstige inrichting van het stelsel jeugd. Het meerjarenbeleidplan valt binnen de landelijke wettelijke en beleidskaders Bij de ontwikkeling van jeugdzorgbeleid geldt dat de werkelijke beleidsvrijheid van de provincie in de praktijk beperkt wordt door landelijke wettelijke en beleidskaders. Bijvoorbeeld, in de Wet op de Jeugdzorg zijn de functies van het Bureau Jeugdzorg vastgelegd, en is bepaald dat een jeugdige op basis van een indicatie van het Bureau Jeugdzorg een wettelijk afdwingbare aanspraak op jeugdzorg heeft. Wettelijke kaders bepalen ook welke zorg wél en welke zorg niet binnen het provinciale domein vallen. Voor de jeugdbescherming en jeugdreclassering geldt dat de jeugdzorg uitvoering moet geven aan door de rechter uitgesproken maatregelen. Hiernaast moet de provincie zich ook houden aan landelijke beleidskaders. Wel is bestuurlijk afgesproken dat er in de transitieperiode zo flexibel als mogelijk zal worden omgegaan met deze kaders. Het meerjarenbeleidsplan jeugdzorg is niet hetzelfde als het transitieplan Dit meerjarenbeleidsplan is niet het plan voor de transitie jeugdzorg. Het meerjarenbeleidsplan is onderdeel van wat de provincie als going concern is gaan betitelen. Met going concern wordt bedoeld de activiteiten en verantwoordelijkheden waarvoor de provincie - zolang de Wet op de Jeugdzorg van kracht is eindverantwoordelijke is. Het going concern moet worden onderscheiden van de nieuwbouw (de inrichting van het nieuwe stelsel, primair een verantwoordelijkheid van het Rijk en de gemeenten en de transitie (de wijze waarop wij van het huidige naar het nieuwe stelsel overdragen). Er zal in de komende periode door de provincie én de gemeenten gezamenlijk een separaat transitieplan worden opgesteld. Hiervoor is uiteraard eerst duidelijkheid nodig over de nieuwe wettelijke kaders en de inrichting van het nieuwe stelsel. In het meerjarenbeleidsplan zal uiteraard 1 In praktijk zal de looptijd van dit beleidsplan zijn tot het moment dat de transitie jeugdzorg een feit is. 1

wel zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de toekomstige inrichting van het stelsel jeugdzorg, in afstemming met de Flevolandse gemeenten. Het meerjarenbeleidsplan sluit aan bij het in 2011 door PS vastgestelde toetsingskader voor de transitie jeugdzorg: PS heeft in februari 2010 een toetsingskader voor de transitie jeugdzorg 2 vastgesteld. In het MJP zullen wij zorgen voor een aansluiting bij dat kader. Het toetsingskader bestaat uit de volgende 10 punten: 1. Het belang van het kind staat voorop. De inhoudelijke criteria moeten het zwaarst wegen. Kinderen mogen niet de dupe worden van deze samenvoeging en overheveling. Professionals worden er door geïnspireerd en kunnen hun werk verbeteren. De provincie draagt pas over als de overdracht voor alle kinderen verantwoord kan gebeuren. Continuïteit in de uitvoering van de zorg wordt gegarandeerd 2. De kwaliteit van de zorg voor de cliënt blijft ten minste op het huidige niveau en/of wordt verbeterd. Er zijn in de provinciale jeugdzorg in de afgelopen jaren veel verbeterslagen gemaakt. De behaalde resultaten mogen niet verloren gaan. De beoogde bezuinigingen moeten daadwerkelijk door efficiencyverbeteringen kunnen worden ingeboekt. 3. Gemeenten moeten hun basis op orde hebben waardoor de druk op de jeugdzorg afneemt. Als gemeenten er in slagen de instroom te verminderen en de uitstroom te bevorderen kan de druk op de jeugdzorg afnemen. Hiervoor moet gemeente breed gekeken worden welke gemeentelijke voorzieningen hieraan kunnen bijdragen. Het opschalen bij problemen en het afschalen bij problemen moet in de gemeentelijke structuur worden verankerd. Pas dan kan jeugdzorg een tijdelijke ondersteunende factor zijn en kunnen de kosten van de jeugdzorg worden beheerst. 4. Een intersectorale aanpak in trajecten moet kunnen worden gegarandeerd. De decentralisatie moet niet alleen de provinciale jeugdzorg omvatten, maar ook de jeugd GGZ en de zorg voor jeugdige licht verstandelijk gehandicapten en de gesloten jeugdzorg. Deze moeten onder één bestuurlijk en financieel kader komen, zodat daadwerkelijk trajectzorg door alle sectoren kan worden geboden. 5. Bureaucratische lasten voor instellingen worden niet hoger, eerder lager. Voorkomen moet worden dat als instellingen bovenlokaal zorg verlenen - iedere gemeente op een andere manier en op basis van andere berekeningen zorg in gaat kopen. Dit betekent dat er goed moet worden nagedacht over een uniform financiering- en verantwoordingssysteem op de bovenlokale schaal. 6. Er is een gemeenschappelijke structuur voor sturing en financiering. De bovenlokale structuur waarvan uit gemeenten gezamenlijk vorm geven aan de sturing en de financiering van de jeugdzorg moet voldoen aan wat er nodig is voor zowel de kleine als voor de grote gemeenten in Flevoland. 7. Provincie blijft verantwoordelijkheid dragen voor de jeugdzorg totdat kan worden overgedragen. Voor de jeugdzorg zou het zeer nadelig kunnen uitpakken als provincies onvoldoende verantwoordelijkheid nemen voor de jeugdzorg gedurende de komende periode en voor een zorgvuldige transitie. 8. Helder proces voor de gehele route, met respect voor ieders bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De werkelijke transitie zal pas beginnen als het besluitvormingstraject in Den Haag, inclusief de benodigde wetgeving is afgerond. Tot die tijd gaan we wel met gemeenten samenwerken om de aansluiting in de zorg te verbeteren, maar dit gebeurt in coregie met behoud van ieders bevoegdheden en verantwoordelijkheden. 9. Het Rijk neemt de kosten van de overheveling en de stelselherziening op zich. Het gevolg van dit beleid kan zijn dat er reorganisaties moeten plaats vinden bij instellingen en overheden. De kosten van noodzakelijke sociale plannen moeten door het Rijk worden gedragen 10. Provinciale middelen worden niet afgeroomd. De middelen die de provincie incidenteel heeft Ingezet om tekorten in de doeluitkering jeugdzorg aan te vullen worden bij de transitie niet overgedragen aan de gemeenten 3. 2 Het toetsingskader zal worden vergeleken met de wijze waarop het nieuwe stelsel zal worden ingericht, de nieuwe wet en regelgeving en de transitieplannen. PS wordt geïnformeerd als er van het toetsingskader wordt afgeweken. 2

De aanleiding Het opstellen van een meerjarenbeleidplan jeugdzorg is een wettelijke verplichting. De Wet op de Jeugdzorg verplicht Provinciale Staten om één keer in de vier jaar een meerjarenbeleidplan voor de provinciale jeugdzorg vast te stellen. Omdat de periode van het huidige meerjarenbeleidsplan per 31 december 2012 eindigt moet er in 2012 een nieuw meerjarenbeleidplan voor de periode 2013-2016 worden vastgesteld. Met het vaststellen van het meerjarenbeleidplan geeft PS de kaders aan, waarbinnen GS het jaarlijkse uitvoeringsprogramma jeugdzorg vaststelt. Overigens moet GS bij het opstellen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma ook rekening houden met het landelijk beleidskader jeudgzorg. De procesgang Het meerjarenbeleidplan (MJP) is mandaat PS. PS zal op deze wijze worden betrokken: Bespreking in Startnotitie Panoramaronde Externe inspraakronde Opinieronde Besluitvorming datum 7 maart en 28 maart (besluitvorming) 30 mei juli en augustus 19 september 10 oktober Inspraakronde is deel van het proces Volgens de inspraakverordening van de Provincie Flevoland is het ter inspraak voorleggen van ontwerp- beleidstukken optioneel. Om te zorgen voor optimaal draagvlak zal het ontwerp van het meerjarenbeleidplan per brief aan betrokkenen ter inspraak worden aangeboden. Vanuit deze gedachte is het proces zo ingericht dat de gemeenten en jeugdzorgpartners uitgebreid inspraak hebben. Om deze consultatie optimaal te laten verlopen is ambtelijk voorgesteld om te starten met themabesprekingen met gemeenten. Gemeenten hebben aangegeven op korte termijn geen mogelijkheid te hebben om deze besprekingen te voeren. Wel zullen gemeenten worden geconsulteerd over ontwerp teksten van het MJP. Indien er door externe ontwikkelingen majeure wijzigingen in het MJP nodig zijn, dan zullen deze aanpassingen in het MJP aan PS worden voorgelegd. De inhoud op hoofdlijnen Het MJP zal gaan bestaan uit vijf hoofdonderdelen 1. Een beknopte evaluatie van het Flevoland jeugdzorgbeleid in de afgelopen vier jaar 2. Een analyse en inschatting van de vraag naar zorg in de periode 2013-2016, zowel kwalitatief en kwantitatief, in het gedwongen als vrijwillige kader 3. Doelmatig, doeltreffend en tijdig inspelen op de vraag naar jeugdzorg 3 Op dit punt is afgeweken van het kader. Bestuurlijk is het IPO akkoord gegaan met een uitname van 90 miljoen uit het provinciefonds 3

4. Voorsorteren op de toekomst 5. Meerjarenbegroting Ad 1. beknopte evaluatie van het huidige beleid Het MJP zal een beknopte evaluatie bevatten van het huidige beleid. De strategische uitgangspunten van het beleid, zoals opgenomen in het meerjarenbeleidplan 2009-2012 (zie bijlage 1), zijn in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma s jeugdzorg naar concrete doelstellingen en activiteiten vertaald. Deze zullen leidend zijn bij de beleidsevaluatie. Daarom zal bij de evaluatie de hoofdstukindeling worden gevolgd die ook in de jaarlijkse uitvoeringprogramma s werd gehanteerd: Hoofdstuk uitvoeringsprogramma Het kind centraal Eén kind, één gezin, één plan Provinciale jeugdzorg Provinciale accenten Constante aandacht voor kwaliteit Sturen op resultaat Overzicht met beleidsinformatie In de beleidsevaluatie te behandelen thema Het Flevolandse cliëntenbeleid. Cliëntenparticipatie in de hulpverlening. Gezinsgericht werken en het versterken van de eigen kracht Samenwerking tussen de jeugdzorg en gemeentelijke voorzieningen Samenwerking tussen de jeugdzorg en de zorgstructuur op scholen. Het succesvol terugdringen van de wachtlijsten in de Flevolandse jeugdzorg. De aansluiting van het zorgaanbod bij de vraag. Zorg en opvang bij crisis. De verdeling over vormen van jeugdzorg. Kwaliteit van de Flevolandse jeugdzorg Innovatie in de Flevolandse jeugdzorg Uitvoering jeugdbescherming en jeugdreclassering, inclusief innovaties in werkwijzen en samenwerking met de Raad van de Kinderbescherming Aanpak van kindermishandeling. De effecten van de resultaatgerichte sturing, en de stand van zaken bij de invoering van transparante kostprijzen en prestatieindicatoren? Verbeteringen in de beschikbare beleidsinformatie. Ad 2. inschatting van het benodigde zorgaanbod 2013-2016, zowel kwalitatief en kwantitatief, in het gedwongen als vrijwillige kader. Inschatting op basis van huidige trends Op basis van huidige trends in de vraag en de demografische ontwikkeling zal voor de provincie het meest waarschijnlijke scenario voor de vraag naar vrijwillige en gedwongen jeugdzorg in de komende periode worden geschetst. Dit zal per gemeente worden uitgewerkt. Daarbij zal ook worden ingegaan op het type problematiek waarvoor in de komende periode een beroep op de 4

jeugdzorg zal worden gedaan, en de behoefte aan crisisopvang en langdurige zorg (care). Zoveel mogelijk wordt met profielen van cliëntgroepen gewerkt. aansluiting met zorg in aanpalende sectoren Op basis van een inventarisatie van bestaande knelpunten in de aansluiting met aanpalende zorgvormen, voor zover die de vraag naar jeugdzorg beïnvloeden, gaan we in het MJP prioriteiten voor verbetering in de aansluiting bepalen. Ad 3. Doelmatig, doeltreffend en tijdig inspelen op de vraag. Inschatting van het benodigde zorgaanbod (kwalitatief en kwantitatief). In het MJP geven we - op basis van de analyse van de vraagontwikkeling en de effecten van beleid - een inschatting van de benodigde capaciteit (residentiele plekken, pleegzorgplekken, ambulante capaciteit) en het benodigde hulpaanbod in de komende periode. Naar sluitende ketens in de jeugdzorg In het in 2011 vastgestelde programma zorglogistiek wordt prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van zorgtrajecten/sluitende ketens rondom de cliënt. Op basis hiervan worden doelen voor zorglogistieke verbeteringen opgesteld. Doelmatig en inzichtelijk gebruik van schaarse middelen In het MJP gaan we in op de stappen die nog nodig zijn om te komen tot transparantie in de bekostiging en verantwoording. De beweging naar vaste kostprijzen voor onderdelen van zorg en de verdere invoering van kritische prestatie-indicatoren maken hiervan een belangrijk onderdeel uit. De provinciale jeugdzorg werkt samen met aanpalende sectoren. Nu al wordt samengewerkt met de zorgstructuur onderwijs, maatschappelijk werk en zorg voor jeugdigen en gezinnen in het kader van de WMO, CJG s, jeugd GGZ, zorg voor jeugdigen met een verstandelijke handicap. In het MJP zullen de kansen om die samenwerking in de periode tot de transitie verder te ontwikkelen worden beschreven. Kwaliteit van de zorg, en de cliënt centraal In het MJP gaan we in op de vraag op welke onderdelen verdere kwaliteitsverbetering mogelijk is. Hierbij gaat het om de toepassing van methodieken, en onderwerpen waarop deskundigheidsbevordering nodig is. Ad 4. voorsorteren op de toekomst In de transitieagenda is opgenomen dat de jeugdzorg uiterlijk in 2016 wordt overgeheveld. Bestuurlijk zijn het IPO, de VNG en het Rijk 1 januari 2015 overeengekomen als streefdatum voor de transitie van de jeugdzorg, waarbij is afgesproken dat alles in één keer overgaat (en dus niet, zoals eerder gedacht, gefaseerd). Naar verwachting zal er in 2012 steeds meer duidelijk worden over de inrichting van het stelsel. Hiermee zal in het MJP dan ook rekening worden gehouden. Verdere verbetering en toegankelijkheid van beleidsinformatie jeugdzorg Er is veel verbeterd op het gebied van beleidsinformatie jeugdzorg. In het MJP beschrijven we op welke wijze beleidsinformatie verbeterd kan worden, zodanig dat de gegevens aansluiten bij de informatiebehoefte van gemeenten die zich voorbereiden op de jeugdzorg. Rekening houden met de toekomstige inrichting van het stelsel Het MJP gaat beschrijven onder welke voorwaarden er - vooruitlopend op de stelselwijziging en naarmate de plannen hiervoor concreter worden - bij de uitvoering van de jeugdzorg rekening gehouden worden met deze inrichting. Het Flevolands afsprakenkader 2013-2014 is hierbij leidend. Overdracht kennis en deskundigheid naar gemeenten Bestuurlijk is afgesproken dat provincies kennis en deskundigheid ter beschikking stellen aan gemeenten. In het MJP wordt kennisoverdracht als beleidsdoel opgenomen. 5

Voorbereiden op bezuinigingen In het regeerakkoord is aangekondigd dat er in 2016 300 miljoen (10% van het totaalbudget jeugdzorg, LVB zorg voor jongeren en J-GGZ) wordt bezuinigd. In 2015 zal de eerste 80 miljoen van het budget worden afgehaald. In het MJP zullen we met deze vermindering van het budget rekening houden. Ad 5. meerjarenbegroting Het MJP zal de financiële kaders voor de jeugdzorg in de komende periode weergeven. Leidend hierbij is wat in het coalitieakkoord 2011-2015 is afgesproken. 6

Bijlage 1. Strategische uitgangspunten MJP 2009 2012 In de afgelopen vier jaar was het MJP 2009-2012 het kader voor de uitvoering van de jeugdzorg. Dit MJP had deze vijf strategische uitgangspunten. 1. Kinderen horen thuis Mits veilig, moet de hulpverlening zoveel mogelijk thuis plaatsvinden of zijn gericht op terugkeer naar huis. De verantwoordelijkheid van de ouders wordt erkend en ouders worden betrokken bij de hulpverlening. Het MJP zette in op het versterken van de eigen kracht van het kind en het gezin. Hierbij werd aandacht gevraagd voor een benadering die rekening houdt met culturele diversiteit. Goed en duidelijke informatie over jeugdzorg werd ook al prioriteit aangemerkt. 2. Leren van elkaar en samenwerken Het MJP2009-2012 stelde het terugdringen van regels voorop. De provincie wilde ruimte geven aan professionals om zelf met oplossingen te komen. De provincie zou gaan om het wat en niet zozeer om het hoe Dat is ook nodig om de gewenste integrale aanpak, waarin professionals over de grenzen van organisaties heen met elkaar aan oplossingen gaan werken. 3. Uitgaan van mogelijkheden In het MJP 2009-2012 werd de jeugdige en het gezin centraal gesteld. Zoveel mogelijk moesten oplossingen worden gezocht binnen het gezinssysteem zelf, en moets de zorg naar de jeugdige worden gebracht. De focus moest liggen op het vergroten van het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en het gezin. Daarbij waren een aantal inhoudelijke uitgangspunten gedefinieerd. 4. Niemand hoeft te wachten In het MJP2009-2012 werd het terugdringen van de instroom in de jeugdzorg, en het verbeteren van de uitstroom en voorkomen van terugval als prioriteit aangemerkt. Hiervoor zouden afspraken met gemeenten worden gemaakt waarbij het uitgangspunt dat er voor één kind en één gezin één hulpverleningsplan zou komen. Daarnaast zou er door vernieuwing en door efficiënter en effectiever werken versnelling van de doorstroom mogelijk zijn. 5. Doen wat werkt Interventies die bewezen effectief zijn moeten in de Flevolandse jeugdzorg worden ingezet. Deze interventies zijn beschreven in de databank van het Nederlandse Jeugdinstituut. Het contact tussen hulpverlener en de cliënt is van groot belang is voor succesvolle hulpverlening. Dialooggestuurd werken, en goed naar de cliënt luisteren krijgt daarom centrale aandacht. 7