randstad-onderzoek 2009 studenten en werk in kaart gebracht



Vergelijkbare documenten
Randstad-onderzoek studenten aan het werk

Studentenstudie Randstad studenten aan het werk. Studentenstudie

Studentenstudie Randstad studenten aan het werk. Studentenstudie

Studentenstudie Randstad studenten aan het werk, in België, Nederland en Frankrijk. Studentenstudie

Studie Randstad studenten aan het werk. Studentenstudie

Studie Randstad studenten aan het werk

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

studenten aan het werk

studie Randstad 2016 studenten aan het werk

1. Wie komt in aanmerking als student?

Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job.

studenten aan het werk.

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

studie Randstad 2017 studenten aan het werk

DE TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN (2015)

1. Wie komt in aanmerking als student?

I. Wie is de uitzendkracht?

Studentenarbeid in 2016

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2014

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

Sensibilisatiecampagne jobstudenten i.be

uitgave december 2007

Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden?

ETEN EN DRINKEN VOOR DE HORECA

Jobstudenten zomer Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim

Beste student(e) Wij wensen je alvast een toffe job toe!

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2013

5 februari 2015 Myriam Gérard, ACV

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

HET SALARIS. Welke factoren bepalen je loon?

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Een studentenjob. De Jobdienst 2009

JOBDIENST Werken als jobstudent in 2016

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN WORK

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2017

Bedrijfsjurist in Beweging

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

25-dagen regeling voor occasioneel werk

Jobstudent bij de stad

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN

Allochtonen op de arbeidsmarkt

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Welkom en voorstellen

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

StudentenBureau Stagemonitor

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Jobstudent bij de stad

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Lesbrief Meneer Beer

OVEREENKOMST VOOR TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

Studentenbrochure. welkom. straight to the job. SYNERGIE interim

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Mis de train niet: tewerkstelling en fiscaliteit in de paardensport. Evert Van Mele Accountant Belastingconsulent EQUI CONSULT

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

DE FEITEN. Langer werken nodig. Wat vind jij van staken? Heeft staken zin? een studentenjob. Sint-Lodewijkscollege Lokeren zoekt LEERKRACHT ENGELS

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

FLEXI-JOBS : DREIGINGSNIVEAU 4 IN DE HORECASECTOR!

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

De perceptie van jongeren op de arbeidsmarkt en de rol van uitzendarbeid

Geen boeken meer. Je verlaat de school Werkloos of werken?

Bedrijfsjurist in Beweging

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Bijbanen Monitor 2013

STUDENT EN OP ZOEK NAAR EEN STUDENTENJOB

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

IK ZOEK EEN STUDENTENJOB

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Kinderbijslag. Nog vragen? Sociale zekerheid. Studietoelage

Animatoren en vergoeding

OCMW STUDENT EN OP ZOEK NAAR STUDENTENJOB

Jobstudentenfolder 2012

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

Kinderbijslag na de leerplicht Studenten

Informatiebrochure voor jobstudenten 2012

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Kinderbijslag. Contact Post verzenden naar PB GENT. Te herinneren aub Ons kenmerk: Periode

HUMO enquête naar de koopkracht

Choose life, choose work, choose AGO! STUDEREN & WERKEN IN 2018 Jouw complete gids

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Hey. FAQ voor animatoren

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Studenten en uitzendarbeid

BROCHURE STUDENTEN. INFOBROCHURE 2017 Alles wat je moet weten voor je aan de slag gaat als jobstudent bij Synergie Belgium.

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

BESTEMMELING. K i n d e r b i j s l a g n a d e le e r p l i c h t - S t u d e n t e n

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Mijn huis, mijn alles & alles voor mijn huis

Stuvo EhB. Jobdienst. De Jobdienst werd door ACTIRIS erkend als bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling. VERSIE Februari 2014

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Debatavond De witte kassa

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Tot en met mocht men geen studentenovereenkomst sluiten met studenten die sinds 6 maanden werkten bij dezelfde werkgever.

Studenten. arbeid. ACLVB Jongeren

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

Transcriptie:

randstad-onderzoek 2009 studenten en werk in kaart gebracht

inhoud intro, aanpak en meest opvallende tendensen.. p. 3-5 resultaten. p. 6-17 4.1. werken jongeren? zeker en vast! p. 7 4.2. wat doen ze precies?.. p. 8-10 4.3. hoe zoeken ze een job?. p. 10 4.4. arbeidscontract: het zwartwerk is nog toegenomen. p. 10-11 4.5. wat verdienen ze?.. p. 12 4.6. welke bestemming krijgen hun centen?. p. 12-13 4.7. wat vinden ze belangrijk en hoe tevreden zijn ze?. p. 14 4.8. studentenwetgeving: als je hun mening vraagt p. 14-15 4.9. veiligheid: ook voor studenten?.. p. 16 4.10. de huidige regeling rond studentenarbeid in een notendop p. 17 2

intro, aanpak en meest opvallende tendensen 3

1. inleiding waarom deze studie? Als human resources-dienstverlener, marktleider en trendsetter is Randstad geïnteresseerd in het reilen en zeilen van de arbeidsmarkt. Het bedrijf heeft meer dan 40 jaar ervaring met het matchen van de vraag naar en het aanbod van werk en investeert daarnaast ook in onderzoek naar arbeidsmarktgebonden thema s. Randstad wil die opgedane kennis delen met al zijn publieksgroepen en zich op die manier profileren als arbeidsmarktspecialist. Zo gaat Randstad jaarlijks op zoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in België, publiceert het elk jaar een studie rond een arbeidsmarktgebonden thema, geeft het tweejaarlijks de Werkpocket uit, organiseert het bedrijf human resources-themamiddagen,... wat heeft Randstad met studenten? We schatten dat er deze zomer in België zo n 370.000 jongeren aan de slag gaan als jobstudent. 160.000 studenten gingen vorig jaar aan de slag via een uitzendkantoor. Via Randstad steken in België jaarlijks meer dan 40.000 jobstudenten hun handen uit de mouwen tijdens de maanden juli, augustus en september. En dan hebben we het nog niet over de bijna 27.000 studenten die regelmatig via Randstad werken tijdens het jaar. Jongeren op zoek naar een job vinden steeds meer de weg naar een uitzendkantoor als efficiënt kanaal om snel een job te vinden en daarmee een centje bij te verdienen. We hebben er dus alle belang bij ook naar deze doelgroep onze baseline good to know you in de praktijk te brengen. Met deze studie krijgen wij een beter beeld van wat er te weten valt over studenten en werk. We delen de resultaten graag met u. We hopen dat deze studie ook voor u verhelderend is. We wensen u alvast veel leesplezier. 4

2. de aanpak Voor dit onderzoek werden in de loop van de kerstvakantie van 2008-2009 1.000 studenten, ouder dan 15 jaar en ingeschreven in het secundair, het hoger of het universitair onderwijs, bevraagd. De subgroepen zijn representatief voor de populatie (naar geslacht, taal, regio, ). Ze werden bevraagd rond allerlei werkgerelateerde onderwerpen: hoeveel verdienen ze? welk soort jobs doen ze? waaraan besteden ze hun zuurverdiende centen? Daarnaast werd gepeild naar hoe tevreden ze zijn met hun job, het arbeidscontract, de huidige studentenregeling, 3. tien trends 1. Werken is de norm geworden voor studenten. Meer dan 90% van de studenten werkt (jobs in bedrijven tijdens de schoolvakanties, tijdens de rest van het schooljaar, klussen en vrijwilligerswerk samen). 2. Het aantal studenten dat werkt als vrijwilliger (sportclub, jeugdbeweging, ngo, ) daalt. Daar waar in 2004 nog één student op drie als vrijwilliger werkte, zijn dat er nu nog maar iets meer dan één op vijf. 3. Studenten die tegen betaling werken in een bedrijf, doen dat meestal als winkelbediende, productiearbeider, barman, keukenhulp of administratief bediende. 4. Studenten hechten het meest belang aan de sfeer op het werk en aan het loon dat ze ermee kunnen verdienen. 5. 21% van de studenten werkt zonder contract en in sommige sectoren ligt dat aandeel nog aanzienlijk hoger. Maar liefst 32% van de studenten jonger dan 18 heeft geen contract, terwijl dat aandeel bij de + 23-jarigen afneemt tot 14%. In de horeca werkt zelfs bijna één op twee studenten in het zwart! 6. Studenten hebben gemiddeld een jaarsalaris van 1.700 euro voor 34 werkdagen. Hoe ouder ze zijn, hoe meer ze verdienen. Onder de 18 jaar verdienen studenten gemiddeld 1.500 euro, boven de 18 jaar verdienen ze gemiddeld 2.100 euro. 7. De studenten sparen globaal genomen maar liefst 20% van het verdiende geld. Daarnaast besteden studenten hun zuurverdiende centjes aan ontspanning en persoonlijke spullen: uitgaan, vakantie, GSM, kleding, 8. 1 op 4 is het ermee eens dat werken als jobstudent een negatieve impact heeft op de studies. 9. De huidige regeling inzake studentenarbeid waarbij respectievelijk in de zomermaanden en tijdens het schooljaar telkens 23 dagen mag gewerkt worden aan voordelige voorwaarden geraakt stilletjes aan bekend bij de studenten. Vorig jaar was slechts twee op drie studenten op de hoogte van de regeling. Dit jaar is dit aandeel gegroeid tot vier op vijf. 10. Zo'n 40% van de studenten is voorstander van de huidige regeling inzake studentenarbeid. Een kleine helft (46%) wil een verdere versoepeling van de regeling waarbij een vast aantal dagen (46 of meer) studentenarbeid aan voordelige voorwaarden vrij kan worden opgenomen gedurende het gehele jaar. Slechts 14% van de studenten ziet iets in een regeling waarbij tijdens de zomermaanden onafgebroken kan worden gewerkt aan voordelige voorwaarden maar waarbij tijdens het schooljaar onder de normale RSZvoorwaarden moet worden gewerkt. 5

resultaten 6

4. de resultaten 4.1. werken jongeren? zeker en vast! zowel in de zomervakantie als tijdens het schooljaar. In dit onderzoek peilden we naar verschillende vormen van werk: van een klusje bij een buur tot een job op regelmatige basis in een bedrijf of organisatie gedurende het jaar of tijdens de vakantie. Daarenboven werd ook vrijwilligerswerk meegenomen. We stellen vast dat, net zoals vorig jaar, meer dan 90% van de ondervraagden affirmatief antwoordt op deze vraag. Werken is dus de norm geworden. 62% van de studenten zegt tijdens de zomervakantie te werken, meestal voor maximum één maand. In 2006 verklaarde 58% van de studenten tijdens deze periode aan de slag te gaan als jobstudent. 41% van de respondenten werkt ook tijdens de rest van het jaar tegen betaling bij een bedrijf of organisatie. meer dan één respondent op twee doet klusjes. het aandeel studenten die vrijwilligerswerk doen bedraagt nog maar 21% tegenover 26% in 2006. Dat bevestigt een dalende trend sinds 2004. Toen was nog één student op drie actief als vrijwilliger. figuur 1: Werken als student in 2009, welke jobs? % respondenten 15-25 jaar Vakantiejob 58% 62% Job in een bedrijf tijdens het jaar 36% 41% Vrijwilligerswerk Klusjes 21% 26% 40% 55% 2006 2009 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Wat wij vaststellen is dat werken of klussen tegen betaling zijn toegenomen, vrijwilligerswerk is sterk gedaald. Klussen en bijverdienen zijn duidelijk in bij studenten en die evolutie zet zich voort. 7

studenten en werk: noord en zuid, een wereld van verschil In Nederland gaat slechts de helft van de jongeren tussen 14 en 25 jaar op zoek naar een vakantiejob. Dat lijkt vreemd, maar dat heeft alles te maken met het feit dat zij het hele jaar door werken en daardoor niet per se de handen uit de mouwen moeten steken tijdens de zomermaanden. Hoewel het aantal studenten dat in België ook tijdens het jaar werkt sterk is toegenomen, kunnen we nog lang niet tippen aan de manier waarop onze noorderburen hun studenten inschakelen. De Nederlanders beschouwen studenten al geruime tijd als een volwaardige doelgroep op de arbeidsmarkt. Aangezien ze massaal de handen uit de mouwen steken tijdens het schooljaar worden deze dan ook steevast meegerekend in cijfers die betrekking hebben op bijvoorbeeld de werkzaamheidsgraad. Daarenboven wordt de Belgische student nog sterk geassocieerd met een kortlopend contract tijdens de zomermaanden, daar waar hun Nederlandse collega s een langlopende verbintenis aangaan met hun werkgevers. Kortom, daar waar studentenarbeid in Nederland een structureel karakter heeft, wordt de combinatie werk en studies in België nog helemaal anders beleefd. rol van werk? Kleine klusjes nemen vanaf de leeftijd van 4 à 5 jaar een heel beperkte plek in in de tijdsbesteding van kinderen. Dat wordt steeds intensiever met de leeftijd. In een volgende fase, wordt er buitenshuis geklust tegen betaling. Voor veel jongeren is een eerste echte werkervaring een symbool voor volwassen worden. Klinkt een beetje cliché, maar het betekent dat jongeren door het verrichten van betaalde arbeid meer keuzevrijheid en controle verwerven over verschillende onderdelen van hun leven. De financiële middelen waartoe ze toegang krijgen, stellen hen immers in staat meer te consumeren, hun vrije tijd zelf meer in handen te nemen, kortom, om een stuk meer op eigen benen te staan. In een volgende fase, voegen diegenen die jobs kiezen in het verlengde van hun studies of in de richting van hun toekomstig beroep, aan de studentenjobs een extra, zeer nuttige dimensie toe. Voor hen wordt het werken, naast een zeer welkome bron van inkomsten, ook steeds meer een voorbereiding op de latere loopbaan. 4.2. wat doen ze precies? Wat de klusjes betreft, geeft ruim de helft van de studenten (55%) aan af en toe te klussen. Het gaat in volgorde van belang om: babysitten (bijna 56%) in de tuin (32%) kleine klussen in het huis (24%) Niet minder dan 86% van de vrouwelijke studenten steekt de handen uit de mouwen als babysitter. Hun mannelijke collega s variëren meer en nemen naast het babysitten ook vaker klussen in het huis en klussen in de tuin (59%) voor hun rekening. Nog maar één student op vijf werkt als vrijwilliger. Vier jaar geleden was dat nog één student op drie. Werken als vrijwilliger blijkt niet meer zo populair te zijn bij studenten. 54% is actief als leider in een jeugdbeweging, gemiddeld 6 uur per week 24% is monitor in een sportclub en spendeert daar 4 uur per week aan 13% werkt bij een NGO 11% is actief in de zorgsector voor bejaarden 8

Bij de studenten die tegen betaling aan de slag gaan in bedrijven (zowel tijdens de schoolvakanties als tijdens de rest van het jaar), stellen we op het niveau van de functies logischerwijs vast dat deze ook samenhangen met de sectoren waarin jongeren het meest terechtkomen: winkelbediende (verkoper, caissière, ), productiearbeider, barman en keukenhulp, administratief bediende. De dames gaan meestal aan de slag als serveuse in de horeca (16%) of als verkoopster in een winkel (25%). Hun mannelijke collega s vinden we meestal terug in een job als productiearbeider (19%) of magazijnier (10%) of in de horeca (23%). figuur 2: Werken als student in 2009, in welke sector? % respondenten 15-25 jaar Horeca 21% Handel 20% Bouw/industrie/transport 18% Diensten & Financiën 16% Non-profit/overheid 9% Andere 16% 0% 5% 10% 15% 20% 25% studenten en werkgevers: win-win? Studentenarbeid in België draait nog steeds grotendeels rond ongeschoolde arbeid. Werkgevers zetten weinig studenten in functie van de studies in. Er zijn sterke aanwijzingen dat men hier kansen laat liggen. Er bestaat geen twijfel over dat het voor een hoger geschoolde student een nuttige ervaring kan zijn om een maand aan de lopende band in een productieomgeving door te brengen. Het is echter niet ondenkbaar dat bijvoorbeeld een student boekhouden misschien wel nuttiger kan worden ingezet om de boekhouder in het bedrijf bij te staan. Op die manier krijg je een echte win-win-situatie. De student benut de studentenjob optimaal om zich voor te bereiden op zijn of haar loopbaan en is een praktijkervaring rijker. Bedrijven krijgen tijdelijk een gemotiveerde kracht met kennis van de nieuwste evoluties binnen zijn vakgebied ter beschikking. Bovendien is een studentenjob ook een ideaal doorstroomkanaal naar een vaste baan. De student krijgt zicht op wat de job echt inhoudt. De werkgever krijgt dé kans om een potentiële toekomstige werknemer voor zich te winnen. Bevindingen die stof tot nadenken bieden. Zowel voor werkgevers die de studentenpopulatie zo efficiënt mogelijk wil inschakelen als voor studenten die op inhoudelijk vlak een maximaal professioneel rendement willen halen uit hun studentenjobs. 9

We bevroegen de studenten eveneens m.b.t. hun visie op stages die in het verlengde liggen van hun studies: 82% van de studenten vindt dat een stage een goede voorbereiding (score van minimum 7/10) is om te arbeidsmarkt te betreden. de studenten zijn het erover eens dat diegenen die stage hebben gelopen, een stapje voor hebben op hun collega s. 4.3. hoe zoeken ze hun job? De studenten zetten verschillende kanalen tegelijkertijd in om een job te zoeken. Naast uitzendarbeid (26%) zijn familie en vrienden (respectievelijk 27% en 17%) en spontane sollicitaties (15%) de belangrijkste kanalen om een job in een bedrijf te zoeken. Samen maken deze kanalen 86% uit van de rekruteringskanalen door studenten. Advertenties in de media, jobsites, VDAB, Forem, Actiris en onderwijsinstellingen scoren relatief laag. De kanalen die men gebruikt om een job te zoeken, hangen sterk samen met de sector waarin de student aan de slag gaat. 53% van de studenten die in grote industrieën werkten en 48% van de studenten die in bedrijven uit de dienstensector aan de slag gingen, deden hiervoor onder andere een beroep op een uitzendkantoor, dat is ongeveer 1 op 2. Voor de horeca en de kleinhandel scoren de kanalen vrienden/kennissen en familie beter. Bij vrijwilligerswerk stelt men vast dat de meest gebruikte rekruteringskanalen het segment vrienden/kennissen is. figuur 3: Gebruikte rekruteringskanalen door studenten per sector 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 53% 11% 23% 7% 1% 48% % repondenten 15-25 jaar 42% 16% 17% 15% 16% 11% 8% 7% 2% 12% 32% 33% 31% 13% Uitzendarbeid Vrienden / kennissen Familie Spont. Jobsites 19% 15% 21% 5% 6% Bouw/industrie/transport Diensten Overheid/Non profit Horeca Handel 4.4. arbeidscontract: het zwartwerk is nog toegenomen Beschikken de studenten over een arbeidscontract? En als dat het geval is, wordt dat contract nageleefd? 79% van de bevraagde studenten bevestigt een contract te hebben. In 2006 nog zegde 89% van de studenten over een studentencontract te beschikken. Het blijft uiteraard een veel te hoog percentage: één op vijf studenten werkte dus zonder contract in 2008! 10

Het zijn vooral de -18 jarigen die aan de slag gaan zonder contract. Maar liefst 32% van hen heeft geen contract, terwijl dat aandeel bij de + 23-jarigen afneemt tot 14%. De oudere studenten zijn beter op de hoogte en daardoor waarschijnlijk ook veeleisender dan hun jongere collega s. Daarenboven hebben zij waarschijnlijk meer kansen op een echte officiële job omdat ze al wat ouder zijn. Een andere mogelijke verklaring vinden we eveneens in het soort jobs en de sector waarin ze terechtkomen. Als we kijken naar de sectoren, stellen we vast dat zwartwerk nog steeds het meest voorkomt in de horeca. 44% van de studenten die er gewerkt hebben deden dit naar eigen zeggen zonder contract. Dit is een toename van bijna 10% tegenover het jaar tevoren. Bijna 1 student op 2 werkte dus afgelopen jaar zonder contract in de horeca. Te noteren valt dat er in de sector van de kleinhandel 24% van de studenten in 2008 zonder contract werkte. Ondanks de informatiecampagnes die studenten waarschuwen voor de gevolgen van zwartwerk en misbruiken, is er dus voorlopig geen verbetering merkbaar. Zeker bij de studenten onder de 18, net de meest kwetsbare groep, is er dus op het vlak van sensibilisering nog heel wat werk aan de winkel. Van de studenten die met een contract aan de slag zijn, geeft 93% aan dat de voorwaarden van het contract werden nageleefd (score van minimum 6/10). Hoewel bijna alle studenten zeggen dat de voorwaarden van het contract werden nageleefd, zegt 27% van de studenten met een contract dat het aantal uren dat ze presteerden niet overeenkomt met het aantal uren dat voorzien was in het contract. 21% presteerde meer uren dan bepaald in het contract en 77% van diegenen die meer uren presteerden, werden daar ook voor verloond. zwartwerk Heel wat werkgevers bieden jobs in het zwart aan. En elk jaar opnieuw zijn er duizenden jobstudenten die bewust of uit onwetendheid zo n zwarte job aanvaarden. Zwartwerk ziet er op het eerste zicht winstgevend uit. Maar als je het wat van naderbij gaat bekijken dan zie je dat de eventuele voordelen niet opwegen tegen de vele gevaren die aan zwartwerken verbonden zijn. We geven hierbij een overzicht van de belangrijkste argumenten om niet aan zwartwerk te beginnen: Als zwartwerker heb je bij conflicten met je werkgever geen enkel been om op te staan. Je bent niet ingeschreven in het personeelsregister, je hebt geen contract, er is geen enkel juridisch bewijs dat je bij die werkgever arbeid gepresteerd hebt. Voor zwartwerkers wordt meestal geen arbeidsongevallenverzekering afgesloten. Als je een arbeidsongeval krijgt dan sta je er helemaal alleen voor. Zwartwerken betekent dat er op je loon geen RSZ en belastingen betaald worden. Als jobstudent ben je echter grotendeels (op 2,5% na) vrijgesteld van het betalen van sociale zekerheid en al helemaal van belastingen. Het is dus niet zinvol om je hiervoor op glad ijs te wagen. Er bestaat een heel grote kans dat je feestdagen niet krijgt uitbetaald. Met een contract heb je daar recht op. En, last but not least, is zwartwerk illegale tewerkstelling. Je loopt een reëel risico om betrapt te worden. De financiële en juridische gevolgen zijn niet van de poes. Bron: ACV, Randstad 11

4.5. wat verdienen ze? Het financiële aspect van studentenarbeid kwam ook uitgebreid aan bod in deze studie. Hieronder vind je het loon dat studenten verdienen, maar ook het aantal uren dat ze werken en de eventuele verschillen tussen jongens en meisjes. Gemiddeld verdienen studenten zo n 2.640 euro per jaar. Dit bedrag moet uiteraard gezien worden in het licht van het type werk dat verricht wordt en ook of het om jongens dan wel om meisjes gaat. De klussers verdienen ongeveer 930 euro per jaar. Het gemiddelde bij de jongens ligt echter een stuk hoger (1.200 euro) dan het gemiddelde bij de meisjes (iets meer dan 700 euro). Het feit dat meisjes meer babysitten en dat ze daarmee een stuk minder verdienen per uur, ligt ongetwijfeld aan de basis van dit verschil. Conclusie: er zijn meer studenten die bijklussen en gemiddeld verdienen ze ook meer maar ze werken er ook veel langer voor: van 725 euro in 2006 naar 930 euro in 2008. Jongens klussen 150 uren per jaar, meisjes 110 uren. Wat de betaalde jobs (tijdens het jaar of tijdens de vakantiemaanden) betreft, stellen we vast dat studenten een gemiddeld jaarsalaris hebben dat lichtjes hoger ligt dan 1 700 euro voor 34 werkdagen. Hoe ouder ze zijn, hoe meer ze verdienen. Onder de 18 jaar verdienen studenten 1500 euro, boven de 18 jaar verdienen ze gemiddeld 2.100 euro. 37% van de studenten verklaren tussen 1.250 euro en 2.000 euro te hebben verdiend. 17% verklaart meer te verdienen dan 2.000 euro per jaar. figuur 4: Hoeveel verdienen ze? % respondenten <750 euros 12% 751-1250 euros 35% 1251-2000 euros 37% 2001-3000 euros 9% >3000 euros 8% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 4.6. welke bestemming krijgen hun centen? Het grootste stuk van het budget van de Belgische studenten belandt in het spaarvarken. 60% van de studenten spaart een stuk van hun budget en bij diegenen die sparen, gaat één derde van het verdiende geld het spaarvarken in. daarnaast is de vakantie een belangrijke uitgavenpost: ongeveer 46% van de studenten spendeert een deel van de verdiende centen aan vakantie. Ze geven er ongeveer 28% van hun budget aan. daarna volgen de uitgaven zoals uitgaan, kleding, de GSM, hardware en software. tenslotte vinden we ook uitgavenposten zoals de studies en de auto of de moto terug. Relatief weinig studenten geven hier geld aan uit, maar diegenen die het doen, besteden er wel een groot stuk van hun budget aan. 12

figuur 5: Studenten: waaraan geven ze hun loon uit? Hoewel alle studenten sparen, zijn er qua uitgavenpatroon toch enkele verschillen vast te stellen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten. De verschillen zijn trouwens zeer stereotiep: vrouwen geven meer geld uit aan vakantie en kleding. mannen geven meer geld uit aan uitgaan en computergerelateerde accessoires. Ook qua leeftijd zijn er verschillen. Studenten jonger dan 18 geven meer geld aan uitgaan en kleding. De oudere collega s besteden meer geld aan hun vakantie. tabel 1: waaraan besteden studenten hun verdiende centen? jongens meisjes < 18 jaar 18-25 jaar Sparen 20% 18% 24% 15% Vakantie 10% 16% 9% 17% Kledij 7% 17% 14% 10% Uitgaan 12% 10% 11% 12% GSM 9% 9% 11% 8% Computer 7% 2% 5% 4% Studies 4% 4% 1% 6% TV, DVD speler, MP3,... 4% 4% 4% 3% Andere 4% 3% 4% 3% CD, DVD, download 4% 4% 4% 3% Sport 4% 2% 3% 4% Auto, moto,... 5% 2% 2% 4% Hobby 4% 2% 3% 2% Sigaretten 3% 2% 2% 3% Boeken 2% 3% 2% 3% Deeln. in het huishouden 2% 2% 1% 2% 13

4.7. wat vinden ze belangrijk en hoe tevreden zijn ze? We peilden enerzijds naar wat studenten belangrijk vinden in hun studentenjob en anderzijds naar hoe tevreden ze zijn over die verschillende factoren. Zoals gewoonlijk zijn studenten globaal heel tevreden over hun job. De gemiddelde tevredenheidsscore bedraagt 8,1 op 10. Studenten hechten het meeste belang aan de sfeer op het werk en aan het loon dat ze kunnen verdienen. Over beide zijn ze heel tevreden met respectieve scores van 8,7 (belangrijkheidsgraad) en 8,6 (tevredenheidsgraad). De tevredenheid met het loon hangt ongetwijfeld samen met het voordelig studentenstatuut waardoor het brutoloon bijna gelijk is aan het nettoloon. De score voor de tevredenheidsgraad hier is 7.9. De score voor de belangrijkheidsgraad (van het loon) bedraagt 8.6. Beide scores liggen in lijn met die van de voorbije jaren. De studenten zijn ook erg tevreden over de middelen die ze ter beschikking krijgen om hun job uit te voeren (8,4) en de informatie over de inhoud (8,3) van de job. Ze vinden beide criteria ook erg belangrijk (score van 7.9 en 7.8), wat aantoont dat ze hun studentenjob au sérieux nemen. Zoals blijkt uit onderstaande grafiek, hechten studenten relatief minder belang aan de jobinhoud: de belangrijkheidsgraad bedraagt hier 7.0. De verdiende centen en de sfeer op het werk zijn veel belangrijker voor studenten. Oudere studenten hechten meer belang aan de jobinhoud dan hun jongere soortgenoten. figuur 6: zijn de studenten tevreden over hun job? Tevredenheidsgraad 8,1 7,9 7,7 7,5 7,3 7,1 6,9 6,7 Combinatie belangrijkheid - tevredenheid Infos o/ zekerheid Info o/ inhoud Job (inhoud) Info o/ rechten werkmiddelen Relatie met directe baas Loon Sfeer 6,5 7,9 8,0 8,1 8,2 8,3 8,4 8,5 8,6 8,7 8,8 Belangrijkheidsgraad 4.8. studentenwetgeving: als je hun mening vraagt Sinds 1 oktober 2005 heeft de wetgever de periode waarin de studenten aan de slag mogen uitgebreid buiten de zomermaanden, zonder dat daarvoor RSZ afgehouden wordt op hun loon (alleen een solidariteitsbijdrage). Sindsdien mogen studenten zowel tijdens de zomermaanden 23 dagen als tijdens de rest van het jaar 23 dagen aan de voordelige voorwaarden werken. Hoewel uit de vorige editie van dit onderzoek bleek dat studenten voorstander zijn van een uitbreiding van het aantal dagen dat ze kunnen werken aan voordelige tarieven, is de huidige regelgeving in deze erg complex en omslachtig. Een gebrek aan informatie kan zowel voor werkgever als voor student nadelige gevolgen hebben. 14

Eerst en vooral blijkt uit het onderzoek dat de communicatie naar de studenten toe zijn vruchten heeft afgeworpen. 80% van de ondervraagde studenten zegt op de hoogte te zijn van de 2x23-dagenregeling tegenover 67% afgelopen jaar. Dit is dus een verbetering. Er was de voorbije periode dan ook weer wat heisa in de media rond nieuwe voorstellen om de bestaande regelgeving opnieuw aan te passen. Maar wat vinden de studenten er nu zelf eigenlijk zelf van? welke regeling draagt nu eigenlijk hun voorkeur weg? De studenten kregen drie mogelijkheden voorgelegd: Gaat je voorkeur uit: - naar de huidige regeling van 2X23-dagen? - naar een regeling waarbij studenten tijdens de zomermaanden onbeperkt mogen werken aan voordelige voorwaarden maar waarbij ze tijdens het jaar net als alle andere werknemers RSZ moeten afdragen op hun loon? - naar een systeem van 46 dagen aan voordelige voorwaarden, niet afgebakend in verschillende periodes? Zo'n 40% van de studenten is voorstander van de huidige regeling inzake studentenarbeid. Een kleine helft (46%) wil een verdere versoepeling van de regeling waarbij een vast aantal dagen (46 of meer) studentenarbeid aan voordelige voorwaarden vrij kan worden opgenomen gedurende het gehele jaar. Slechts 14% van de studenten ziet iets in een regeling waarbij tijdens de zomermaanden onafgebroken kan worden gewerkt aan voordelige voorwaarden maar waarbij tijdens het schooljaar onder de normale RSZ voorwaarden moet worden gewerkt. De wetsvoorstellen die de laatste mogelijkheid als nieuw systeem naar voor schuiven hebben dus geen draagvlak bij de studenten. Tegenstanders van alle regelingen waarbij studenten zich ook tijdens het schooljaar aan voordelige voorwaarden op de arbeidsmarkt begeven, gebruiken vaak het argument dat studenten moeten beschermd worden opdat ze niet te veel zouden gaan werken. Werken zou immers een negatieve impact hebben op hun studies. Maar wat hebben studenten daar zelf over te zeggen? 25% is het ermee eens dat werken als jobstudent een negatieve impact heeft op de studies. De meerderheid van de studenten kan zich dus niet vinden in deze stelling. goedkope studenten verdringen laaggeschoolden De tegenstanders van een uitbreiding van de voordelige studentenregeling naar de rest van het schooljaar, opperen vaak dat de goedkope studenten de laaggeschoolden beconcurreren op de arbeidsmarkt. In Nederland was daar inderdaad sprake van. De studenten gingen massaal aan de slag toen bezuinigd werd op de studiebeurzen en de mogelijkheden werden uitgebreid om als student te werken. Aangezien de studenten in de eerste plaats werken op tijdstippen dat andere werknemers dat liever niet doen, en gezien de zeer strikte regeling van studentenarbeid in België, zal het hier niet zo n vaart lopen. De vraag is wel of we met de structurele schaarste en de lage werkloosheidsgraad deze zeer flexibele (avondwerk, weekendwerk, ) en supergemotiveerde populatie niet te veel links laten liggen? Wordt het geen tijd om hen - met het oog op de nabije toekomst - als volwaardige doelgroep op de arbeidsmarkt te gaan beschouwen? Want kan je nog wel spreken van verdringing als iedereen straks broodnodig is? 15

4.9. Veiligheid: ook voor studenten? Dit jaar was er ook een vraag ivm veiligheidsaspecten wat studentenarbeid betreft. Om een heftruck of een reachtruck te besturen moet je vooraf een (korte) opleiding krijgen. Snijmachines en dergelijke vereisen ook een voorafgaande training over veiligheidsaspecten. 9% van de respondenten zegt een hef- of reachtruck te hebben bestuurd. 62% van deze studenten reed met een dergelijk elektrisch aangestuurd hefvoertuig. 18% zegt met een hef- of reachtruck te hebben gereden. 53% zegt een opleiding te hebben gehad om dergelijke voertuigen te besturen. 9% zegt gevaarlijke machines (vnl. zaag- of snijmachines) te hebben gebruikt bij hun werk. 72% verklaart hier de nodige opleiding te hebben genoten om hun werk in veilige omstandigheden te verrichten. In 2008 werden er bij Randstad iets meer arbeidsongevallen met studenten geregistreerd dan het sectorgemiddelde. Wat de frequentiegraad betreft werden op 1.000.000 gepresteerde uren, 32 arbeidsongevallen gerapporteerd, d.i. een daling met 15% tov 2007. Wat de ernstgraad betreft noteren wij dat op 1.000 gepresteerde uren, 0,23 dagen werkverlet is door arbeidsongevallen met studenten, dit betekent een daling met 12% tov 2007. De sector meldt een daling van de frequentiegraad met 26% tov 2007 en een daling van 15% wat de ernstgraad betreft. 16

geheugensteuntje: 4.10. de huidige regeling rond studentenarbeid in een notendop sinds 1 oktober 2005 ook tijdens het schooljaar aan netto-is-bijna-gelijk-aan-bruto -voorwaarden Als jobstudent mocht je vroeger in de periode juli, augustus en september al maximaal 23 dagen werken zonder RSZ verschuldigd te zijn. Daar zijn sinds 1 oktober 2005 23 dagen bijgekomen (buiten de verplichte lesuren) voor de overige maanden van het kalenderjaar, in totaal dus 46 dagen per kalenderjaar. Dagen overdragen van de ene periode om in de andere periode meer te werken, mag niet. Doordat de studenten die met een studentencontract werken, geen RSZ-bijdrage betalen, verdienen ze netto bijna even veel als bruto. De studenten betalen wel een solidariteitsbijdrage. Zelf dragen de studenten 4,5% af. In de zomermaanden (juli, augustus en september) is dat slechts 2,5 %. De werkgever betaalt respectievelijk 8 % en 5 %, nog steeds veel minder dan de RSZ die gewoonlijk moet betaald worden. maar lees zeker ook de kleine lettertjes De gevolgen van het overschrijden van de 2 keer 23 dagen zijn niet van de poes. Werkt de student in één periode meer dan 23 dagen, dan verliest hij het recht op vrijstelling van RSZ voor de andere periode. En een overschrijding van de 23 dagen per periode kan een rechtzetting van RSZ op het totaal aantal gewerkte dagen bij die werkgever tot gevolg hebben, wat uiteraard nadelig is voor zowel studenten als werkgevers. Als een student bijvoorbeeld tussen 1 januari en 30 juni 23 dagen werkt bij een werkgever en bij diezelfde werkgever ook tijdens de zomermaanden 24 dagen aan de slag is, overschrijdt hij de 23 dagen in de zomerperiode met één dag. In dat geval kan er een rechtzetting komen voor het totaal aantal gewerkte dagen (47) bij die werkgever. En of de student nu 3 uur of 8 uur aan de slag is, elke dag waarop hij gewerkt heeft, telt. Ook de dagen waarop de student niet werkte maar wel een loon uitbetaald kreeg, zoals een betaalde feestdag onder contract, tellen mee als een werkdag. advies van Randstad Om deze RSZ-rechtzettingen te vermijden moet de student eigenlijk bij het begin van het kalenderjaar uitmaken hoeveel dagen hij wil werken om het juiste statuut te kunnen kiezen. Wil een student veel werken (meer dan twee keer 23 dagen), dan kan hij niet genieten van de voordelige RSZ-regeling. Ook niet tijdens de zomermaanden. In dat geval is hij tewerkgesteld als werkstudent met de gewone RSZ-bijdragen voor een onbeperkt aantal dagen. Wil een student toch genieten van de voordelige RSZ-regeling, dan moet hij zich beperken tot maximaal 23 dagen per periode. 17