MEDICATIEVEILIGHEID MFM TIJDSCHRIFT OVER PRAKTIJKGERICHTE FARMACOTHERAPIE

Vergelijkbare documenten
Workshop MedicatieReview

Polyfarmacie bij Ouderen STRIP:Less is or more? Thijs Vinks, apotheker Ralf Vingerhoets, geriater

Een geïnformatiseerde tool om individuele behandeling beter te kunnen analyseren en aan te passen (STRIP Assistent) Paul Jansen, Geriater klinisch

Flitspresentatie. Medicatiereview. Symposium Novicare SO/VS/PA 21 mei 2019 Carla Gubbels

Polyfarmacie bij ouderen. Renate Schoemakers AIOS Ziekenhuisfarmacie 12 november 2015

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen.

Polyfarmacie bij ouderen

Vroegsignalering van (medicatie)gerelateerde problemen bij chronisch zieken.

Medicatie overdracht, klopt er iets van?

Jaarlijkse medicatie evaluatie en beoordeling. Kwaliteitsproject

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

Gestructureerde Medicatie Anamnese Maart 2010, Afdeling Geriatrie en Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen en afdeling Farmacie UMC Utrecht

MEDICATIEBEOORDELING bij patiënten met een verstandelijke beperking: HOE? drs. Marianne van den Berg Apotheker te Alphen aan den Rijn

STRIP. Gemiddeld geneesmiddelengebruik. Medicatie review: STRIP. Optimaliseren van farmacotherapie Even STRIPPEN

Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie. Definities en situatieschets in het ziekenhuis. Apr. Lore Switten ZOL Genk

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie: The Good, The Bad and the Ugly

Hoe maken we beter met pillen? dr Anne Leendertse, apotheker

Nederlandse samenvatting

ORGANISATIE HUISARTSENZORG IN HET VERZORGINGS

Tabel 1 Noodzakelijke gegevens voor een multidisciplinaire medicatiebeoordeling 1

Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc

Vroegsignaleren van medicatiegerelateerde problemen in de thuiszorg

Wat doet Ephor. Bij voorschrijven aan ouderen maak ik het meest gebruik van: Preregistratie studies en de gebruikers van geneesmiddelen

M. PETROVIC 1,2,4, A. SOMERS 3, R. VANDER STICHELE 2

Inleiding... 3 Beschrijving van het proces Algemeen Dashboard... 5 Selectie patiënten... 5

Chapter 10 Samenvatting

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Samenwerking arts en apotheker in verpleeghuizen. R.J. Moss, ziekenhuisapotheker

Polyfarmacie (in de laatste levensfase)

Polyfarmacie KENNISMAKING POLYFARMACIE. Programma. Doel. Casus 1. Kennismaking. Doel. Polyfarmacie. Moderne Dementiezorg.

Uitdagingen bij de ondersteuning van correct medicatiegebruik bij ouderen (in WZC): Een inleiding

MODULEBOEK COIG KLINISCHE FARMACOLOGIE

Carolien van der Linden Wim van der Minne Sjoukje Troost

De DREAMeR-studie. Drug use Reconsidered in the Elderly using goal Attainment scales. during Medication Review

Polyfarmacie bij ouderen

Eindverslag Implementatie- en evaluatieproject Polyfarmacie bij ouderen

Analyse medicatiebeoordelingen t.b.v. de KNMP Richtlijn Medicatiebeoordeling september 2012

Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan Apotheek de Vries B.V. op 28 maart 2018 te Hengelo (Ov.) Utrecht, Januari 2019

Transitiezorg OLVG - in het netwerk van de patiënt. Dr. Fatma Karapinar, ziekenhuisapotheker-epidemioloog- Board Certified Geriatric Pharmacist

Medicatiebeoordeling 2014 IS DE MEDICATIEBEOORDELING NOG WEL NODIG? Farmacotherapeutische zorg. Simpele model. Hypertensie geneesmiddel

Medicatieveiligheid : focus op de patiënt

Rationeel geneesmiddelengebruik met behulp van de GheOP³S-tool DR. APR. ELINE TOMMELEIN

Module 4: Kwetsbare ouderen met complexe zorgsituatie

huisapothekers Verslag MFO 23/11 11/201 apothekers-az Groeninge Kortrijk

Wat weten we over medicatie(on)veiligheid?

Hallo, overlopen wij eens uw medicatieschema?

BROKIS Zorgcoach BENU Check

Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan Service Apotheek Wolverlei op 2 mei 2018 te Soest. Utrecht, Juli 2018

Clinical Rules medicatieveiligheid met beslissingsondersteunend systeem

Nierfunctie: furosemide 127

Rapport van het inspectiebezoek (pilot) aan Virenze Riagg, locatie Riagg Parallelweg 45-47, juli 2015 te Maastricht. Utrecht, december 2015

Polyfarmacie bij ouderen: Toepasbaarheid van de Nederlandse Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen in België

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025

Medicatiegerelateerde problemen in het ziekenhuis: de rol van de medisch specialist. Rob van Marum

Medicatieveiligheid in verpleeg- en verzorgingshuizen. Patricia van den Bemt

Informatiestandaarden voor medicatiebewaking bij Nierfunctieverlies. Michael Tan Productmanager Nictiz

Nierfunctie: benazepril 186

Rapport van het inspectiebezoek aan Pi-groep in Drachten, december V Utrecht, maart 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dilemma s rondom actieve levensbeëindiging bij bejaarden. Paul Beuger, huisarts, Scenarts Jos Verkuyl, geriater

)3= SULMV,PSOHPHQWHUHQ YDQ PHGLFDWLRQ UHFRQFLOLDWLRQ 6W /XFDV $QGUHDV =LHNHQKXLV

University of Groningen. Integrated pharmaceutical care Geurts, Marlies Margaretha Eliza

Nierfunctie: perindopril 174

1. Patiënt bezoekt apotheek

Polyfarmacie bij ouderen: Wilma Knol Klinisch geriater, klinisch farmacoloog

FA-MA107 POLYFARMACIE

Een ziekenhuisopname is

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek Munstergeleen op 21 december 2017 te Munstergeleen. Utrecht, januari 2018

Medicatie gerelateerde heropnames <30 dagen. Elien Uitvlugt AIOS Ziekenhuisfarmacie, promovendus

Medicatie gerelateerde heropnames <30 dagen

Verklarende woordenlijst

WORKSHOP 21ste symposium voor verpleegkundigen en paramedici Donderdag 11 juni 2015

2 Farmaceutische patiëntenzorg en therapietrouw

Optimaliseren geneesmiddelengebruik door ouderen

Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan Apotheek Tubbergen op 3 april 2019 te Tubbergen. Utrecht, mei 2019

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan BENU Apotheek Waterlinie op 20 februari 2019 te Uithoorn. Utrecht, Maart 2019

Achtergronden en rationale van de IMPETUS-studie

NHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker:

Eculizumab Veilig en verantwoord gebruik Eculizumab voor ahus patiënten. 15 juni 2016

Het identificeren van hoogrisicopatiënten, Apotheek IJsselland Ziekenhuis, genomineerd voor FPZ-Prijs 2011

KNMP-richtlijn. Medicatiebeoordeling

Rapport van het inspectiebezoek aan Cirya GGZ te Dordrecht, januari Utrecht, maart 2016

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Kwaliteit van voorschrijven in het WZC verbeteren

1 e lijnszorg aan zet. Veronique Esman- Peters Directeur Curatieve Zorg en plv. Directeur-generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Stappenplan bevorderen van therapietrouw in de eerste lijn

Harm 2 studie: Medicatieveiligheid en communicatie. Prof. dr. Miriam CJM Sturkenboom Erasmus MC, afdeling Medische Informatica

Het Medicatieluik in het elektronisch WZC-dossier : Belang en mogelijkheden WERKGROEP 4

Digitaal Multidisciplinair Samenwerken

Cursusinformatie PIAF opleiding nieuwe stijl 2013/2014

Universitair Medisch Centrum Groningen

Rapport van het inspectiebezoek aan Synaeda Psychomedisch Centrum te Leeuwarden, december Utrecht, maart 2016

Chronische Nierschade in Nederland

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Integrale farmacie: Rol poliklinische farmacie. Lustrumsymposium St Antonius Apotheek 5 jaar Drs. K.I. (Kristie) Bekkers - Oostrom

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 66a, tweede lid, en 68, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet,

Transcriptie:

MEDICATIEVEILIGHEID een verkeerde of ontbrekende indicatie, een onevenredig hoog risico op bijwerkingen of interacties, onnodig hoge kosten, of voor te korte of te lange gebruiksduur. Farmacotherapie is echter ook inadequaat als geïndiceerde medicatie ontbreekt zonder goede reden. 1,2 Een medicatiebeoordeling is een beoordeling van de farmacotherapie door patiënt (of mantelzorger/verzorgenden), arts en apotheker op basis van een periodieke, gestructureerde, kritische evaluatie van de medische, farmaceutische en gebruiksinformatie. Omdat het uitvoeren van een medicatiebeoordeling tijdrovend is en specifieke kennis vereist van de medicatiebeoordelaar, is het belangrijk de juiste patiënten te selecteren voor een medicatiebeoordeling en zoveel mogelijk ondersteuning te bieden aan de medicatiebeoordelaar. Zodoende kan een optimaal effect bereikt worden van een medicatiebeoordeling. Er bestaan vele voorschrijfcriteria die gebruikt kunnen worden voor het systematisch uitvoeren van een medicatiebeoordeling, zoals de Beers-criteria, de start- en stopp-criteria en de Medication Appropriateness Index. 3-5 Deze kunnen onderverdeeld worden in impliciete en expliciete criteria. Bij impliciete criteria worden algemene vragen gesteld, zoals: Is er nog een indicatie voor het geneesmiddel? Hiervoor is uitgebreide klinische en farmacologische kennis noodzakelijk. Bij de expliciete criteria worden lijsten gebruikt waarin specifieke geneesmiddelen staan die al dan niet in combinatie met specifieke aandoeningen of geneesmiddelen potentieel ongeschikt zijn. De expliciete methoden zijn dus eenvoudiger in het gebruik, maar uiteraard moet nog steeds de afweging gemaakt worden voor de individuele patiënt. In dit artikel wordt een overzicht geboden van verschillende expliciete en impliciete voorschrijfcriteria, waarbij de voor- en nadelen van de verschillende methoden besproken worden, evenals de validiteit en de implementatie van medicatiebeoordelingen in de dagelijkse praktijk. Voorschrijfcriteria Expliciete voorschrijfcriteria In 1991 werden de eerste expliciete voorschrijfcriteria gepubliceerd: de Beers-criteria. 3 Deze Amerikaanse criteria bestonden oorspronkelijk uit twee lijsten van geneesmiddelen die vermeden zouden moeten worden bij kwetsbare oudere patiënten. De eerste lijst was onafhankelijk van comorbiditeit opgesteld, de tweede lijst was gebaseerd op contra-indicaties bij specifieke aandoeningen. In de laatste revisie van 2012 is een lijst toegevoegd met geneesmiddelen waarbij voorzichtigheid geboden is. 6 Enkele jaren na de eerste versie van de Beers-criteria werden de Europese stopp- (Screening Tool of Older People s potentially inappropriate Prescriptions) criteria ontwikkeld. Net als de Beers-criteria besteden zij aandacht aan contra-indicaties. Zij vestigen echter ook de aandacht op dubbelmedicatie en geneesmiddelinteracties. Tegelijk met de stopp-criteria werden de start- (Screening Tool to Alert physicians to the Right Treatment) criteria ontwikkeld, een detectielijst voor onderbehandeling. 4 In 2004 werd door Rancourt en collega s een set criteria opgesteld voor potentieel ongeschikte medicatie op basis van contra-indicaties, interacties, dosering en gebruiksduur. 7 De meest recente expliciete criteria zijn de Norwegian General Practice (norgep-)criteria. 8 Deze lijst is ontwikkeld voor huisartsen om bij patiënten vanaf 70 jaar potentieel ongeschikte medicatie te herkennen. Ook deze lijst richt zich voornamelijk op contra-indicaties en interacties. Een belangrijk nadeel van expliciete voorschrijfcriteria is de beperkte generaliseerbaarheid tussen landen, vanwege verschillen in regionaal voorschrijfgedrag en beschikbaarheid van medicatie. Voorts moeten expliciete criteria regelmatig worden bijgewerkt naar de meest recente ontwikkelingen. Impliciete voorschrijfcriteria De Medication Appropriateness Index (mai) is in 1992 ontwikkeld in de Verenigde Staten. 5 Deze index bestaat uit tien verschillende vragen die voor elk geneesmiddel doorlopen moeten worden: 1. Bestaat er een indicatie voor het geneesmiddel. 2. Is het geneesmiddel effectief. 3. Is de dosering correct. 4. Zijn de gebruiksinstructies correct. 5. Zijn de gebruiksinstructies praktisch. 6. Zijn er klinisch relevante geneesmiddelinteracties. 7. Zijn er klinisch relevante geneesmiddel-ziekteinteracties. 8. Bestaat er onnodige geneesmiddelduplicatie. 9. Is de gebruiksduur correct. 10. Bestaat er een goedkoper alternatief met gelijke veiligheid en effectiviteit. De mai gaat niet in op onderbehandeling. Belangrijk nadeel van de mai is dat deze zeer tijdrovend is (gemiddeld 10 minuten per geneesmiddel) en daardoor niet geschikt voor de dagelijkse praktijk, maar uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek. In 2009 is de timer (Tool to Improve Medications in the Elderly via Review) ontwikkeld, eveneens in de 26 MFM TIJDSCHRIFT OVER PRAKTIJKGERICHTE FARMACOTHERAPIE

MEDICATIEVEILIGHEID farmacotherapie op individueel niveau toegespitst worden. Tabel 1 geeft een overzicht van de inhoud van de verschillende voorschrijfcriteria. Te zien is dat de strip (waarin de Nederlandse vertaling van de start- en stopp-criteria is opgenomen) de meeste domeinen dekt die beschreven zijn als onderdeel van het medicatiebeoordelingsproces. Kwalitatief gezien is de strip daarmee de eerst aangewezen methode om te gebruiken voor een medicatiebeoordeling, mede omdat deze het beste aansluit bij de Nederlandse situatie. Validiteit voorschrijfcriteria Het doel van voorschrijfcriteria is inadequate therapie te voorkomen en daarmee morbiditeit en mortaliteit te verminderen. Het is echter lastig gebleken om de effectiviteit van de verschillende voorschrijfcriteria en medicatiebeoordelingen aan te tonen op het gebied van morbiditeit en mortaliteit. Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar het effect van medicatiebeoordelingen op klinische eindpunten, zoals ziekenhuisopnamen, mortaliteit en kwaliteit van leven. 13-16 Dit kon echter niet aangetoond worden. Medicatiebeoordelingen tijdens ziekenhuisopnamen leiden mogelijk wel tot minder heropnamen. 17 De meeste studies gebruiken surrogaateindpunten, zoals potentieel inadequate medicatie (pim). Deze studies laten zien dat pim voorkomt bij meer dan 10% van de thuiswonende ouderen en bij bijna 60% van de verzorgingshuisbewoners. Voorschrijfcriteria zijn effectief voor het reduceren van pim. Implementatie van medicatiebeoordelingen De multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (2012) 12 is ontwikkeld ter ondersteuning van de implementatie van medicatiebeoordelingen. De richtlijn geeft aan hoe een medicatiebeoordeling zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd en bij wie. Voor medicatiebeoordelingen kunnen het best patiënten geselecteerd worden met een verhoogd risico op medicatiegerelateerde problemen. Het harm-onderzoek wees uit dat het hierbij om de volgende patiëntenpopulaties gaat: patiënten met een verminderde cognitie, polymorbiditeit, verminderde nierfunctie, onzelfstandige woonsituatie, polyfarmacie en therapieontrouw. 18 Aangezien vallen vaak als eindpunt gebruikt wordt om de effectiviteit van voorschrijfcriteria te beoordelen, is vallen ook als risicofactor opgenomen in de richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (2012). 12 Uiteindelijk wordt in de richtlijn geadviseerd de volgende selectiecriteria te gebruiken voor een medicatiebeoordeling: hebben: verminderde nierfunctie (egfr < 50 ml/min/ 1,73 m 2 ); verminderde cognitie of aanwijzingen voor geheugenstoornissen; verhoogd valrisico (één of meer keren gevallen in de voorgaande twaalf maanden); signalen van verminderde therapietrouw; niet zelfstandig wonend (verzorgings- of verpleeghuis); niet-geplande ziekenhuisopname. In de richtlijn staat vervolgens het advies om voor het uitvoeren van een medicatiebeoordeling gebruik te maken van de impliciete strip-methode. In figuur 1 is het stappenplan opgenomen voor het uitvoeren van een medicatiebeoordeling. Stap 1 is het op gestructureerde wijze afnemen van de medicatieanamnese bij de patiënt met gebruik van meerdere informatiebronnen, zoals apotheeklijsten en medicatiedoosjes van de patiënt. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruikgemaakt worden van de gestructureerde medicatieanamnese (gma). 19 Stap 2 omvat de medicatieanalyse, waarvoor expliciete voorschrijfcriteria gebruikt kunnen worden zoals de start- en stopp-criteria. Stap 3 is het overleg tussen arts en apotheker. Stap 4 bestaat uit de communicatie met patiënt en/of mantelzorgers en alle andere betrokken zorgverleners. Ten slotte stap 5: de monitoring op het effect van de medicatiebeoordeling. Het belangrijkste nadeel van medicatiebeoordelingen is dat ze zeer tijdsintensief zijn. In de richtlijn Polyfarmacie bij ouderen wordt de totaal benodigde tijd voor een medicatiebeoordeling geschat op 120 tot 150 minuten per patiënt. Het gebruik van ondersteunend personeel, zoals apothekersassistente of praktijkondersteuner, kan de tijdsinvestering voor een openbaar apotheker reduceren naar 45 minuten en voor een huisarts naar 25 minuten. Verdere tijdsbesparing kan bereikt worden door betere toepassing van ict-ondersteuning. Als expliciete voorschrijfcriteria beschikbaar komen via ict-ondersteunde clinical rules, dan kan de benodigde tijdsinvestering voor medicatiebeoordelingen bekort worden, aangezien deze voorschrijfcriteria niet meer handmatig gecheckt hoeven te worden. Verder kan koppeling van patiëntgegevens tussen de informatiesystemen van huisartsen en apothekers de benodigde tijd voor data-invoer en -verwerking fors verkorten. 28 MFM TIJDSCHRIFT OVER PRAKTIJKGERICHTE FARMACOTHERAPIE

Stap 1 Voorbereiding Stap 2 Analyse Stap 3 Communicatie en monitoring Stap 4 Communicatie Stap 5 Follow-up Medicatieanamnese Gestructureerd interview met de patiënt, gebaseerd op medicatiedoosjes en een medicatieoverzicht van de openbare apotheek Additionele data verzameling Gebaseerd op de aandoeningen van de patient, klachten en medicatiegebruik, bijv: Bloeddruk Pols HbA1c Andere laboratorium meetwaarden Medicatie analyse Onderbehandeling Overbehandeling Interacties Bijwerkingen Dosiscontrole Doseerfrequentie controle Controle toedieningsvorm Kostenbesparing Overleg tussen arts en apotheker Vaststellen voorstel medicatiewijzigingen Communicatie met de patiënt om alle veranderingen in het medicatiebeleid vast te stellen Communicatie met alle andere betrokken zorgverleners bij voorkeur op gestructureerde wijze Follow-up en monitoring Figuur 1 Stappen medicatiebeoordeling. Het resultaat van een medicatiebeoordeling is gebaseerd op gezamenlijke besluitvorming door de patiënt, arts en apotheker. Door gezamenlijke besluitvorming wordt de communicatie tussen zorgverleners en patiënten ondersteund. Patiënten worden aangemoedigd mee te denken over de mogelijke voor- en nadelen van verschillende medicamenteuze opties en hun voorkeuren hierin aan te geven. Zodoende wordt de autonomie van de patiënt gerespecteerd en is hij meer betrokken bij het farmacotherapeutisch beleid. Om het effect van medicatiebeoordelingen te maximaliseren moeten de resultaten hiervan goed gedocumenteerd worden, zodat ze beschikbaar zijn als er in de toekomst weer beslissingen genomen moeten worden over de farmacotherapie. Goede documentatie is bovendien van groot belang voor de communicatie met andere zorgverleners, zeker op momenten van medicatieoverdracht. Conclusie Medicatiebeoordelingen beogen betere farmacotherapie voor de oudere patiënt met polyfarmacie te bewerkstelligen. Hiertoe kan gebruikgemaakt worden van voorschrijfcriteria. Hoewel deze effectief zijn in het reduceren van potentieel inadequate medicatie, is het effect op morbiditeit, mortaliteit en ziekenhuisopnamen nog onduidelijk. In de richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (2012) 12 staan praktische adviezen voor de implementatie van medicatiebeoordelingen door huisartsen en apothekers. De hierin opgenomen strip-methode dekt de meeste domeinen van een medicatiebeoordeling. De uitvoering van medicatiebeoordelingen is echter nog zeer tijdrovend, wat de implementatie hiervan sterk bemoeilijkt. Betere ict-ondersteuning is onontbeerlijk om medicatiebeoordelingen succesvol te kunnen implementeren in de dagelijkse praktijk. Veel informatie over medicatie bij ouderen is te vinden op de website van het Expertise Centrum voor Pharmacotherapie bij Ouderen (Ephor: www.ephor.nl). Literatuur 3 Beers MH, Ouslander JG, Rollingher I, Reuben DB, Brooks J, Beck JC. Explicit criteria for determining inappropriate medication use in nursing home residents. UCLA Division of Geriatric Medicine. Arch Intern Med. 1991 Sep;151(9):1825-32. 4 Gallagher P, Ryan C, Byrne S, Kennedy J, O Mahony D. STOPP (Screening Tool of Older Person s Prescriptions) and START (Screening Tool to Alert doctors to Right Treatment). Consensus validation. Int J Clin Pharmacol Ther. 2008 Feb;46(2):72-83. 5 Hanlon JT, Schmader KE, Samsa GP, Weinberger M, Uttech KM, Lewis IK, et al. A method for assessing drug therapy appropriateness. J Clin Epidemiol. 1992 Oct;45(10):1045-51. 10 Drenth-van Maanen AC, Marum RJ van, Knol W, Linden CM van der, Jansen PA. Prescribing optimization method for improving prescribing in elderly patients receiving polypharmacy: results of application to case histories by general practitioners. Drugs Aging. 2009;26:687-701. 12 Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Utrecht: NHG, 2012 (beschikbaar via: http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/ k_richtlijnen/multidisciplinaire-richtlijnen.htm). Voor de volledige literatuurlijst wordt verwezen naar www.mfm-online.nl. op dit onderwerp. TIJDSCHRIFT OVER PRAKTIJKGERICHTE FARMACOTHERAPIE MFM 29