( ) ( ) Bij welke karakteristieke afschuifsnelheid zijn de weerstanden voor beide materialen gelijk: dan moet gelden:

Vergelijkbare documenten
Tentamen Verwerking en Eigenschappen van Kunststoffen ( ) 2 februari 2012, uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Polymeren: Structuur en eigenschappen 4A580

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Glas persen door een mal

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Tentamen WB6101 Materiaalkunde I voor WB over de leerstof van studiejaar januari 2011

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Tentamen Fundamentals of Deformation and Linear Elasticity (4A450)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

VEK Antwoorden op de meerkeuzetoetsen

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

Oefeningen materiaalleer

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 7.

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig Het symbool staat voor verandering.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Klimaatbeheersing (3)

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d

Basic Creative Engineering Skills

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

UITWERKING. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN ) 3 april 2007

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB augustus 2011, uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Naam: examennummer:.

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

HARDEN/VEREDELEN CONDITIONING. conditioning. Verhoogde sterke eigenschappen. Goede buigingsweerstand

Rijdynamica van motorvoertuigen (3)

Elementaire meettechniek (7)

Eindronde Natuurkunde Olympiade theorietoets deel 1

Hoofdstuk 25 Elektrische stroom en weerstand

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Welke soorten kunststoffen zijn er? Eigenschappen van kunststoffen. Na deze clip kun je: Onderwerpen. Eigenschappen verbeteren.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, vakgroep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, vakgroep Fundamentele Wertui

Tentamen Warmte-overdracht

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Hout. Houteigenschappen 2013/12

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Woensdag 24 mei, uur

Voorbereiding op de de cursus. E = mc 2. Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

natuurkunde havo 2015-I

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

94 Samenvatting te vervormen, wordt de huid bijzonder stijf bij grotere vervormingen. Uit onderzoek is gebleken dat deze eigenschap deels toe te schri

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

Productontwikkeling 3EM

Examen Klassieke Mechanica

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Voor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers.

Formules Materiaaltechnologie

Kernvraag: Hoe ziet een afkoelingsgrafiek eruit?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

natuurkunde havo 2019-II

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

4. Maak een tekening:

Ontwer.l!en in Kunststoffen.

Oefeningen Producentengedrag

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eerste ronde theorie toets. 17 januari beschikbare tijd: 2 uur

oefenopgaven wb oktober 2003

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Eindexamen vwo natuurkunde II

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Woensdag 21 mei, uur

De integratie van prototyping en Moldflow in het ontwerpproces

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen natuurkunde havo I

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

Het drie-reservoirs probleem

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

Laboratoriumbeproevingen bitumen

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

Verzameling oud-examenvragen

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7)

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I

Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen of polymeren. Geschiedenis

Transcriptie:

Opgave 1: a) Enkele producteigenschappen die bepaald worden door de keuze voor PP of PS: 1 Stijfheid: PS is amorf, G = ca 1 GPa; PP is semi-kristallijn, G = ca.5 GPa. 2 Temperatuursbereik: Tg van PS is ca 1 C; Tm van PP is ca 165 C. Denk aan gebruik met bijv. kokend water! 3 Aanzien: PS is kristalhelder; PP is opaque. 4 Krimp: bij PP moet rekening gehouden worden met een zekere nakrimp tgv nakristallisatie; de fysische veroudering van PS is maar gering: ca een orde van grootte kleiner. b) Verschil in procesparameters: 1 Vanwege de veel grotere krimp van het semi-kristallijne PP tov het amorfe PS zal PP een hogere nadruk vergen dan PS. 2 Verwerkingstemperatuur van PS ligt bij ca 18 2 C, van PP ca 5 C hoger. 3 Warmte afvoer zal bij PP aanzienlijk groter zijn dan bij PS (vooral tgv de latente warmte), dus moet de koeling bij PP meer aandacht krijgen, bijv door een lagere koelwatertemperatuur. Opgave 2: Een invuloefening! Voor polymeer 1 wordt bij de extrusie de karakteristieke schuifspanning: τ = 1. 5.3 = ca 65 Pa, voor polymeer 2: τ = 1 4 Pa. Polymeer 2 biedt dus de grootste weerstand tijdens extrusie. Bij het spuitgietproces zijn de karakteristieke schuifspanningen resp.: Voor polymeer 1: τ = 1. 5.3 = ca 12 9 Pa, Voor polymeer 2: τ = 25. 5.6 = ca 41 4 Pa, Ook hier biedt polymeer 2 dus de grootste weerstand. Bij welke karakteristieke afschuifsnelheid zijn de weerstanden voor beide materialen gelijk: dan moet gelden:.3.6 1. & γ = 25. & γ of ( ) ( ) ( & γ) ( & γ).6.3.3 = = 4 : of.3log & γ = log 4 =.621 of log & γ = 2 of & γ = ca 1 Opgave 3: Voor de juiste grafiek: zie hier onder. Verklaring: De polymeer wordt vanaf hoge temperatuur langzaam afgekoeld. Op een punt passeert het materiaal de glasovergangstemperatuur; daar verandert de uitzettingscoefficient (in de figuur: Tg1).

Is kamertemperatuur bereikt, dan wordt het materiaal weer snel opgewarmd. Van wachten bij Tk is geen sprake, dus fysische veroudering speelt geen rol; temeer omdat door het langzame afkoelen het materiaal toch al relatief stabiel is. Beneden Tg is de structuur star, en het snelle opwarmen veroorzaakt alleen de thermische uitzetting die hoort bij het toenemen van alle atoom afstanden: dezelfde als tijdens het afkoelen beneden Tg1. Dan wordt Tg1 bereikt tijdens opwarmen. Tg1 is echter de glasovergangstemperatuur die optreedt bij het langzame afkoelen, de beweeglijkheid van de ketens bij Tg1 hoort bij de relatief lange verblijftijd die het materiaal had bij deze temperatuur. Bij het snelle opwarmen is de verblijftijd bij Tg1 echter veel korter, en kunnen de ketens zich nog niet aanpassen bij het thermodynamisch evenwicht. Dit gebeurt pas bij een wat hogere temperatuur: Tg2; de glasovergangstemperatuur die hoort bij snel afkoelen vanaf hoge temperatuur. Maar dan zoekt het materiaal dan ook direct zijn thermodynamisch evenwicht op: de lijn die gevolgd was bij afkoelen tot Tg1. Opgave 4 (WB): a) Roteren met een constante hoeksnelheid ω betekent dat de afschuiving γ in het materiaal lineair met de tijd toeneemt zie de fig. Het te karakteriseren materiaal betreft een smelt, dus een vloeistof. Dat betekent dat de schuifspanning op een constante waarde uitkomt na eventuele aanloopeffecten. Na een tijd t wordt het apparaat gestopt, de afschuiving neemt niet verder toe en de spanning in de vloeistof relaxeert zie de eerste figuur. Constructie van het verloop van de curve tussen t en 2t uit het deel tussen en t: toepassing van het Superpositie principe van Bolzmann. Het deel tot tijdstip t wordt doorgetrokken voor een onbepaalde tijd (stimulus 1: constante afschuifnelheid vanaf ), vanaf tijdstip t wordt deze respons gecorrigeerd voor een 2 de stimulus: dezlfde als stimulus 1, maar tegengesteld van teken en de start is opgeschoven in de tijd naar tijdstip t zie 2 de figuur.

Figuur 1 figuur 2. b) Het moment is direct verbonden aan de afschuifspanning in de smelt; moment is evenredig met de spanning, de evenredigheidsfactor is een geometrische constante. Voor de spanning geldt dat deze is uit te drukken door een Boltzmann integraal: het betreft een lineair visco-elastische smelt. Deze integraal is: u= t dγ τ () t = G( t u) du du u = Hierin nemen we de ondergrens van u = omdat alle spanningen uit de smelt waren verdwenen bij het begin van de proef en het materiaal dus geen herinnering meer had aan het verleden; en de bovengrens u = : de viscositeit wordt bepaald aan de hand van de waarde die de spanning na lange tijd bereikt. De waarde van d γ/du is de constante afschuifsnelheid γ&, deze kan buiten de integraal worden gebracht. Veranderen van variabele u naar s = t u levert dan uiteindelijk op: s = s τ G ( s) = τ = & γ ds of η = = G ( s) ds & γ s= s=

In een grafiek van de relaxatiemodulus tegen de tijd is de viscositeit η dus het oppervlak onder de curve. c) De uitdrukking voor het bepalen van de viscositeit is als volgt: De viscositeit η = τ / (dγ/dt); uit het gemeten moment M wordt de schuifspanning als volgt gevonden: M = 2πR.L.τ.R = 2πR 2.L.τ : oppervlak vd cylinder maal de schuifspanning maal de arm; dus: τ = M/ (2πR 2.L) De afschuifsnelheid is de snelheid van de cylinderwand, gedeeld door de spleetbreedte s, dus: dγ/dt = ωr/s ; en daarmee wordt de (schijnbare) viscositeit: η = M.s / (2πωR 3.L) Opgave 4 (IO): a) Nee, dit proces zal niet zonder problemen verlopen. Reden: de smelt zal te alle tijde de weg van de minste weerstand volgen. Dit betekent dat terwijl de smelt al snel de pinpoints van de producten die het dichtst bij de kegelaanspuiting liggen, zal bereiken, deze producten dan nog niet gevuld zullen worden: een pin point heeft een grote stromingsweerstand; en de runner naar de volgende producten heeft een veel geringer stromingsweerstand. Dus komt de smelt hier stil te staan, in een nauw kanaal; en kan dus al sterk afkoelen. Pas wanneer de runner geheel gevuld is, kan er druk opgebouwd worden bij deze pin-points; maar het materiaal is dan misschien al zover afgekoeld dat het een prop vormt in de pin-point en deze productholten helemaal niet meer worden gevuld. Hetzelfde kan zich voordoen bij de middelste producten (hoewel de kans kleiner is); alleen de verste productholten worden met zekerheid gevuld. Voorzover het lukt ook de andere producten te maken, zal daar een hoeveelheid koud materiaal de holte worden ingespoten; hetgeen leidt tot een slechte kwaliteit. b) 1/3 deel gevuld Producten Runner 2/3 de deel gevuld: Aanspuiting Pin-points

c) 12-voudige matrijs die het wel goed doet: Alle productholten moeten gelijkwaardig zijn en via een even lange vloeiweg, met altijd dezelfde stromingsweerstand, te bereiken zijn. Mogelijkheden: een ster vorm met 12 runners als armen; Een kruisvorm met 3 productholten op het uiteinde van iedere arm.