Auteurs: Roberto Traversari Stefan van Heumen Centrum Zorg en Bouw van TNO, Utrecht



Vergelijkbare documenten
Duurzaamheid & energiebesparing KISS-bijeenkomst, 7 juli 2011

Mogelijkheden energiesprong in de zorg

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Bouwjaarklasse (op basis van m²)

Energieke Zorgbouw. 5 oktober Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO)

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Mogelijkheden energiesprong in de zorg

F (zie toelichting in bijlage)

Energielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode

A (zie toelichting in bijlage)

SPECIMEN. E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw. Dit gebouw. Standaard energiegebruik voor dit gebouw. 968,3 MJ/m 2

Integrale energiestrategie UU. Fréderique Houben, Universiteit Utrecht

Energielabel. SKG-IKOB gecertificeerd BRL & BRL

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

Energie besparing in de zorg

3 Energiegebruik huidige situatie

Object. Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A

Energielabel. Object. Noordeinde 49 DEN HAAG

E (zie toelichting in bijlage)

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Particuliere en reguliere verpleeghuizen Een vergelijking om van te leren

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

De bakens verzetten. Verduurzamen van commercieel vastgoed. Machiel Karels - consultant

Binnenklimaat: energie efficiënte oplossingen besparing door comfort

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

EnergieBesparingsMonitor gebouwde omgeving 2006

Den Haag Klimaatneutraal Een grote ambitie die past bij een grote stad

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Meefinancieren van energiebesparende voorzieningen De mogelijkheden bij BLG Wonen Versie

Resultaten energiescan Golfclub Zwolle

Rapport energiecijfers kantoren

Pré Wonen Postbus CA HAARLEM Etalage Geprint op : Blekersvaartweg 48 D. galerijwoning

Managementsamenvatting. Routekaart UMC s

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

Betrokken partijen. Potentieelstudie lucht/water warmtepomp in de bestaande bouw. Robert Harmsen. NPW Congres, 12 februari 2009.

Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

4 Energiebesparingsadvies

Effecten van energiebesparende maatregelen

Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO 2 -uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden

nergiebesparing in de ICT

Verkenning Utiliteitsbouw

Energiebesparing in Nederlandse Universitaire Medische Centra

B (zie toelichting in bijlage)

C (zie toelichting in bijlage)

Van zes naar negen. Het effect van de voorgenomen btw-verhoging op inkoopkosten in de zorgsector. Augustus 2018 Intrakoop. i.s.m.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe?

Energiebesparing Gemeente Huizen

Pilot verduurzaming commercieel vastgoed Nijmegen Aanpak klimaatneutraal maken van (winkel)panden: het klimaatgerust programma

Energiebesparing bij zorginstellingen

Financieringsconstructies Frisse Scholen in de Praktijk. Met minder geen genoegen nemen. in opdracht van

Zorg voor energie en comfort

A (zie toelichting in bijlage)

Potentieel zonne-energie en isolatie provincie Utrecht

Sportsymposium De toekomst van de sportvereniging

HANDLEIDING. EigenEnergieOpSchool. Besparingscalculator

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

CO 2-reductiedoelen en CO 2-reductiemaatregelen

Verduurzaming van de sector. Marktverkenning care door ABN AMRO en HEVO Datum : 18 februari 2017

echt Nul op de meter HRsolar : Robbert van Diemen Techneco : Niels van Alphen

Memo van de gedeputeerde M.J.G. Spierings Gedep. Agrar. ontw., Energie en Bestuur

Energiebesparing Voortgezet en hoger onderwijs

Energiebesparing. Betonkernactivering. Programma. Energiebesparing EPBD. Energy Performance Building Directive. Europese richtlijn.

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Het energieverbruik van circulatiepompen voor de vloerverwarming

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

A (zie toelichting in bijlage)

Energiebesparing bij hotels. regio Rijnmond

Energiebesparing bestaande koopwoningen. Effecten stimuleringspakket

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Hybride warmtepompen. Wat, wanneer en hoe? Simon Tuitel, Product Manager Warmtepompen, Controls & connectivity

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Samenvatting bevindingen Energiescan

Financiële Zorgthermometer - 2 e kwartaal

Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen. Verschillen naar woningtype en energielabel

Energiekentallen utiliteitsgebouwen Vesta 2.0

Voorstel Van het college van burgemeester en wethouders Aan de raad van Zoeterwoude. Vergadering : 31 augustus 2017 Nummer : 17/37

BENG de nieuwe energieprestatie en de kansen voor bodemenergie

Een gezonde zorgexploitatie van uw woonzorglocatie. Jacqueline van Ginneken Bureau Ouderenzorg. drs. J.H.M. van Ginneken 7 juni 2011

Hoorn 80 E+ Waarom BE+?

Bijlage I Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee.

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

Kostenkengetallen. Ziekenhuizen

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Bijdrage CO2 emissies door de inkoop van uw instelling

Op weg naar CO 2 -neutrale huisvesting voor Hoger Onderwijs in Routekaarten beschrijven hoe we deze opgave gaan realiseren

Plan van aanpak CO2-reductie

Transcriptie:

Auteurs: Roberto Traversari Stefan van Heumen Centrum Zorg en Bouw van TNO, Utrecht De zorgsector laat op jaarbasis zeker EURO 115 miljoen aan energiekostenbesparing liggen. Energiegebruik in de zorg kan met een kwart worden gereduceerd Het blijkt dat de totale zorgsector nog een forse hoeveelheid energie en dus kosten kan besparen. In de verschillende sectoren kan tussen de 12 en 25% aan primaire energie bespaard worden resulterend in een reductie van de CO 2 -emissie van circa 6 kton per jaar. Op jaarbasis betekent dat een reductie van de energiekosten met ruim 115 miljoen Euro resulterend in een investeringsruimte van 575 miljoen Euro. De beschouwde maatregelen zouden op basis van de terugverdientijd en het activiteitenbesluit eigenlijk al moeten zijn uitgevoerd. Waarom blijft dit potentieel dan liggen?! Er is vanuit de overheid veel aandacht voor energiebesparing waaronder ook de zorgsector. De vraag die nu rijst is of er potentieel in energiebesparing in de zorgsector zit en zo ja waar en wat is de omvang van dit potentieel dan. Om deze vraag te beantwoorden heeft TNO Centrum Zorg en Bouw de totale zorgsector verdeeld in een viertal clusters. Deze clusters zijn de ziekenhuizen, de verpleeghuizen, verzorgingshuizen en als laatste de cluster gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg. Deze clustering is zo gekozen omdat er sprake is van een duidelijk verschil in gebouwvormen, bezettingsgraden, installatieconcepten en energieverbruik. Het verschil is dusdanig, dat het gerechtvaardigd is de vier clusters in het kader van het energiebesparingspotentieel, voor zover mogelijk, apart te bezien. Ondanks het grote verschil in de doelgroepen is binnen het vierde cluster sprake van veel overeenkomsten in de huisvestingsconcepten. Karakterisering van de clusters Ziekenhuizen De ziekenhuissector omvat academische ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen en categorale ziekenhuizen. De huisvesting binnen deze sector kenmerkt zich door grootschalige gebouwen met uiteenlopende functies en specifieke installaties. Ziekenhuizen zijn voor een groot deel 24-uurs bedrijven. Verpleeghuizen De huisvesting binnen de verpleeghuissector kenmerkt zich enerzijds door grootschalige gebouwen met groeps- en afdelingsverblijf. Anderzijds zijn kleinschalige groepswoningen voor dementerenden sterk in opkomst. Vanwege de zorgzwaarte en leeftijd van de doelgroep wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van (top)koeling. Combinatiegebouwen met zowel verpleeg- als verzorgingsplaatsen worden in deze analyse tot de cluster verpleeghuizen gerekend. Verzorgingshuizen De huisvesting van verzorgingshuizen kenmerkt zich door grootschalige appartementenbouw voor individueel verblijf. In deze sector wordt, in tegenstelling tot verpleeg- en ziekenhuizen veel gehuurd van woningbouwcorporaties. Verzorgingshuizen maken soms onderdeel uit van een groter woonzorgcomplex waarin ook extramurale zorg in (aanleun)woningen wordt geleverd.

Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg De huisvesting binnen deze drie sectoren kenmerkt zich door zowel grote instellingsterreinen, met al dan niet geclusterde verblijfspaviljoenen, behandel- en dagbestedingsgebouwen, als vele kleinschalige locaties in de wijk, waar cliënten zowel in groepswoningen als individueel in aangepaste woningen en appartementen worden gehuisvest. Het wonen is veelal gescheiden van de behandeling en dagbesteding gehuisvest. De zorg varieert van begeleid wonen in reguliere woningbouw tot behandeling in gesloten en beveiligde voorzieningen. In tabel 1 zijn per cluster de totale bruto vloeroppervlakte en een globale verdeling van de totale bruto vloeroppervlakte naar bouwjaar gegeven. Tabel 1; Overzicht bruto vloeroppervlakte per cluster [4 t/m 9]. BVO (x 6 m²) Bouwjaarklasse (op basis van m²) tot 196 Ziekenhuizen 7,2 17% 22% 31% 17% 8% 5% Verpleeghuizen 7,1 4% 15% 28% 15% 22% 16% Verzorgingshuizen 7, 9% 18% 24% 22% 21% 6% GHZ/GGZ/Jeugdzorg 8, 12% 8% 21% 18% 24% 17% Totaal 29,3 196-1969 19-1979 19-1989 19-1999 vanaf Hierbij moeten wel enkele kanttekeningen te worden geplaatst. De bruto vloeroppervlakten zijn grotendeels bepaald op basis van opgaven van instellingen en voor een klein deel op basis van metingen. De bouwjaarklasse is gebaseerd op slechts een deel van de bestaande gebouwen, waarbij sommige (deel)sectoren niet zijn onderzocht en recent opgeleverde gebouwen niet zijn opgenomen. Voor de sector ziekenhuizen ontstaat een vertekenend beeld. Bij het bouwjaar van een ziekenhuis is in het monitoringsonderzoek uitgegaan van het bouwjaar van het oudste bouwdeel, ook al zijn er later delen bijgebouwd of gerenoveerd. Per saldo staan juist de ziekenhuizen er bouwtechnisch gezien kwalitatief goed voor. Energiegebruik in de zorgsector Op basis van het gemiddelde energiegebruik in de sector [1, 2] per vierkante meter BVO zijn het totaal energiegebruik, het primair energiegebruik, de CO 2 -emmissie en de energiekosten bepaald.

Tabel 3; Energiegebruik per cluster. Gas Elektriciteit Primair CO 2 -emissie Energiekosten Cluster [* m 3 /jaar] [MWh/jaar] [PJ/jaar] [kton/jaar] [M /jaar] Ziekenhuizen 237.6 741.6 15,2 842 163 Verpleeghuizen 213. 518. 12,3 672 1 Verzorgingshuizen 2. 511. 12,1 662 128 GHZ/GGZ/jeugdzorg 2. 584. 13,8 757 146 Totaal.6 2.354. 53,3 2.932 567 Het elektriciteitsgebruik is verdeeld [] naar de functies verlichting, installatie en klimatisering en niet gebouwgebonden gebruik [figuur 2]. Voor het gasverbruik is een verdeling gemaakt naar verwarming, warmtapwaterbereiding en stoomproductie ten behoeve van de luchtbevochtiging, de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) en de grootkeuken [figuur 3]. Figuur 2; Verdeling elektriciteitsgebruik. Verdeling elektriciteitsgebruik zorgsector (NL) Elektriciteidsgebruik [%] 6 41 39 Ziekenhuizen 12 12 15 19 19 69 69 65 Verpleeghuizen Verzorgingshuizen GHZ/GGZ/jeugdzorg Verlichting [%] Installatie/klimatisering [%] Niet gebouw gebonden [%]

Figuur 3; Verdeling gasgebruik. Verdeling gasgebruik zorgsector (NL) Gasgebruik [%] 6 7 17 76 Ziekenhuizen 1 5 5 5 94 95 95 Verpleeghuizen Verzorgingshuizen GHZ/GGZ/jeugdzorg Verw arming [%] Warmtapw ater [%] Stoom [%] Besparingspotentieel Op basis van de penetratiegraad van energiebesparende maatregelen [1] is een inschatting gemaakt van de maximaal te bereiken penetratiegraad van maatregelen. De penetratiegraad geeft met een percentage de mate aan waarin een maatregel in een sector is doorgedrongen. In aanvulling op de beschreven maatregelen [1] is er een additionele maatregel gedefinieerd, namelijk systeemoptimalisatie (optimalisatie inregeling en regelwaarden). Hierbij is gesteld dat de maximale penetratiegraad van een maatregel over het algemeen niet hoger zal zijn dan %. Alleen bij glasisolatie is uitgegaan van een penetratiegraad van 85% omdat deze maatregel al een hoge penetratiegraad heeft, kosteneffectief is en vrijwel overal kan worden toegepast. Ook is er voor de maatregelen een afweging gemaakt tussen technische mogelijkheid en kosteneffectiviteit. Om deze reden wordt de penetratiegraad van vloerisolatie en warmtepompen relatief laag ingeschat. Bij maatregelen waarbij geen verwachte eindsituatie is weergegeven geldt de huidige situatie als eindsituatie [figuur 4 en 5]. Het toepassen van energieopwekkende apparatuur zoals toepassing van zonnecel (PV), zonnecollector en groene stroom zijn buiten beschouwing gelaten. Naast de maximale penetratiegraad is ook het effect van de betreffende maatregelen voor zowel de care als cure het potentieel ingeschat [1, 2]. Voor warmtepompsystemen gecombineerd met warmtekoudeopslag (WKO) is uitgegaan van een COP 1 van 4, en bij de bepaling van het energiebesparingspotentieel, de CO 2 -emmissie reductie en de energiekostenbesparing is rekening gehouden met het feit dat bij toepassing van warmtepompsystemen van gas als energiedrager wordt overgegaan naar elektriciteit als energiedrager. 1 De COP of coefficient of performance geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid afgegeven warmte tegenover de hoeveelheid verbruikte energie van in dit geval de warmtepomp.

Figuur 4; Penetratiegraad maatregelen in ziekenhuizen. Penetratiegraad maatregelen ziekenhuis [%] 6 Dakisolatie Gevelisolatie Vloerisolatie Glasisolatie Daglicht afhankelijke verlichting Verlichtingsplan Spiegeloptiek armaturen Aanwezigheidsdetectie Veegschakeling Warmtepomp WKO Systeem optimalisatie HR-ketels Percentage [%] Penetratiegraad maatregel 8 [%] ziekenhuis Eindsituatie [%] ziekenhuis Figuur 5; Penetratiegraad maatregelen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Penetratiegraad maatregelen verpleging/verzorging [%] 6 Dakisolatie Gevelisolatie Vloerisolatie Glasisolatie Daglicht afhankelijke verlichting Verlichtingsplan Spiegeloptiek armaturen Aanwezigheidsdetectie Veegschakeling Warmtepomp WKO Systeem optimalisatie HR-ketels Percentage [%] Penetratiegraad maatregel 8 [%] zorg Eindsituatie [%] Zorg De huidige penetratiegraad samen met de mogelijke penetratiegraad en het effect van de maatregelen leiden tot een realistisch energiebesparingspotentieel zoals hieronder weergegeven. Tabel 6; Besparingspotentieel per cluster. Primair CO 2 emissie Energiekosten Cluster [PJ/jaar] [%] [kton/jaar] [%] [M /jaar] [%] Ziekenhuizen 1,88 12,4% 82 9,7% 15,83 9,7% Verpleeghuizen 3,18 25,9% 166 24,7% 32,9 24,7% Verzorgingshuizen 3,15 26,1% 164 24,8% 31,81 24,8% GHZ/GGZ/jeugdzorg 3,57 25,9% 186 24,6% 35,99 24,6% Totaal 11,78 22,1% 598,4% 115,72,4%

Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat in een tijd waarin er veel maatschappelijke en politieke aandacht is voor energiebesparing er vele maatregelen zijn om dit te stimuleren er nog een dergelijk groot potentieel is binnen de zorgsector. Een sector die vrijwel volledig publiek wordt gefinancierd en waarbinnen de instellingen als maatschappelijke ondernemingen worden gezien. Dit is nog lastiger te verklaren vanuit de het Activiteitenbesluit [11]. Vanuit de Wet milieubeheer (Wm), de belangrijkste milieuwet, is het besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer [11] opgesteld. Dit besluit, ook wel het Activiteitenbesluit genoemd, legt inrichtingen een aantal belangrijke eisen op. Op het gebied van energie is het vanuit het Activiteitenbesluit [6] voor inrichtingen met een elektragebruik groter of gelijk aan. kwh en/of een gebruik van minstens 25. m 3 gas per jaar verplicht om alle bekende energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder, of die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%, te treffen. In het kader van dit Activiteitenbesluit wordt vanuit de term inrichting voor de zorgsector gekeken naar het locatieniveau en niet naar het organisatieniveau. Op basis hiervan kan grofweg gesteld worden dat de verplichting voor het treffen van maatregelen geldt bij een gebouwoppervlakte op één locatie van meer dan ongeveer m 2 BVO voor verpleging en verzorging of 7 m 2 BVO voor ziekenhuizen. Bij deze berekening is uitgegaan van het in het besluit aangegeven gasgebruik en het gebruik per m 2 BVO [1, 2]. Ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen vallen dan per definitie onder de verplichting, terwijl de meeste kleinschalige voorzieningen voor gehandicapten, dementerenden en jeugdzorg buiten de verplichting kunnen vallen. Nu rijst de vraag; waarom wordt het potentieel in energie(kosten)besparing niet benut?! Er zijn vele beelden over de knelpunten en belemmeringen die er zijn om energiebesparende maatregelen te implementeren. Veel beelden komen in essentie met elkaar overeen. De belangrijkste reden waarom energiebesparende maatregelen niet of beperkt worden ingezet zijn: Zeer beperkte aandacht voor energie op bestuurlijk niveau, de organisaties hebben andere issues op de agenda staan, Geen incentives vanuit (huidige) financieringsregels, Onduidelijkheid over de uitwerking en effecten van het nieuwe financiële bestel, Bestuurlijke tijdshorizon, Split incentives (kosten en baten liggen bij andere partijen), Contracten/outsoursing (installatieonderhoud). Literatuur [1] Energiedata utiliteitsbouw 8. SenterNovem. Kompas, Energiezuinig wonen en werken. [2] Cijfers en Tabellen 7. SenterNovem. Kompas, Energiezuinig wonen en werken. [3] Benchmark facilitaire kengetallen. College bouw ziekenhuisvoorzieningen, 5.

[4] Macrorapportage Monitoring gebouwkwaliteit algemene ziekenhuizen. Rapport nr. 67. College bouw zorginstellingen, 7. [5] Macrorapportage Monitoring gebouwkwaliteit in de verpleging en verzorging. Rapport nr. 587. College bouw ziekenhuisvoorzieningen, 5. [6] Macrorapportage Monitoring gebouwkwaliteit in de gehandicaptenzorg. College bouw ziekenhuisvoorzieningen, 3. [7] TNO-rapport Nieuwe kleinschalige woonvoorzieningen in de gehandicaptenzorg. TNO-34-UT-9-567. TNO Centrum Zorg en Bouw, 9. [8] Macrorapportage Monitoring gebouwkwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg. Rapport nr. 571. College bouw ziekenhuisvoorzieningen, 4. [9] Macrorapportage Monitoring gebouwkwaliteit Kinder- en Jeugdzorg. Rapport nr. 613. College bouw zorginstellingen, 7. [] Energieverbruik in utiliteitsgebouwen, verdeeld naar functie [MJ/m2] 8. Meijer Energie & Milieumanagement B.V., 8. [11] Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Besluit van 19 oktober 7, nr. 7.1133.