Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018

Transcriptie

1 Concept rapportage Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018 Gemeente Tilburg Afdeling Informatievoorziening Team Informatie- en Kenniscentrum Theo Leliveld September 2018

2

3 Inhoudsopgave Inleiding Pagina 1 Toelichting op het onderzoek Cliënten & Locaties Pagina 2 Toelichting op het onderzoek Achtergrond van de cliënten: leeftijd, geslacht, zorginstelling en problematiek Achtergrond van de cliënten: woonvoorziening en financiering Kenmerken van de locaties Doorstroom binnen beschermd wonen Pagina 5 Verwachte doorstroom volgens de uitvraag Uitstroom uit beschermd wonen Pagina 6 Potentiële uitstroom versus verwachte uitstroom Match doorstroom en verwachte uitstroom Redenen voor verschil tussen potentiële en verwachte uitstroom Beschikbaarheid woningen als knelpunt? Belangrijkste uitkomsten Pagina 10 Welke uitkomsten vragen om extra verdieping? Pagina 11

4

5 Inleiding Toelichting op het onderzoek In juni 2018 zijn we gestart met een informatie uitvraag onder de aanbieders van Beschermd Wonen in de regio Tilburg. Doel van deze uitvraag was het inzichtelijk maken van de (potentiële) doorstroom en uitstroom uit Beschermd Wonen. De belangrijkste resultaten presenteren we in deze rapportage. Deelnemende zorgaanbieders Van de 16 aangeschreven zorgaanbieders hebben er 14 de gevraagde informatie aangeleverd: Amarant Chapeau Woonkringen Het Werkt Jan Arends Regionaal Autisme Centrum Reinier van Arkel RIBW Brabant SMO Traverse Stichting de Belvertshoeve Stichting Ixzelf Stichting JADOS/Stumass Stichting Prisma Woon in Balans WoondroomZorg Voor 56 van de 411 cliënten van RIBW Brabant zijn er geen gegevens ingevuld (deze zijn daarom in de rapportage buiten beschouwing gelaten). Daarnaast hebben GGZ Breburg, ASVZ en een paar PGB aanbieders geen of onbruikbare gegevens aangeleverd. Het totaal aantal cliënten Beschermd Wonen in de regio ligt dus hoger dan de deelname aan dit onderzoek. In totaal zijn de gegevens van 647 cliënten beschermd wonen opgenomen in de database. Ten opzichte van het totale aantal cliënten beschermd wonen per 1 juli 2018 (754 cliënten) is dit circa 86% van het totale cliëntenbestand. Van de 754 personen in het totale cliëntenbestand krijgen er 674 Zorg in natura (Zin) en 80 personen hebben een persoons gebonden budget (PGB). Databestand Er is data opgehaald op zowel cliëntniveau als op locatieniveau, waarbij inzicht gegeven wordt in: Achtergrond van de cliënten Wat is de doelgroep van de locaties? (type problematiek, leeftijd en geslacht). Er is bewust gekozen de problematiek 'licht verstandelijke beperking' ook mee te nemen, ondanks dat dit momenteel nog lokaal gefinancierd wordt en niet regionaal zoals de psychiatrische problematiek, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de huidige situatie betreffende o.a. wachtlijsten, met het oog op de decentralisatie. Wat is de plek van herkomst? (GGZ/VG/verslavings/FZ kliniek, huis/ouders, maatschappelijke opvang, detentie) Aard van de locatie Intramuraal of geambulantiseerd? Aantal plekken? Welk type begeleiding/toezicht is er? (24-uurs aanwezigheid, dagdiensten + achterwacht in de nachten, ambulante begeleiding, begeleiding alleen oproepbaar, groepswoning of individuele woning of tussenvorm (eigen studio in appartementencomplex/flat) Welk percentage van de cliënten heeft deze mate van ondersteuning/toezicht nodig en voor welk deel van de cliënten is minder ondersteuning ook toereikend? Wie is de eigenaar van de locatie? Is er een wachtlijst? Moeten cliënten fysiek uitstromen of kan een huurcontract worden omgeklapt? Uitstroom Globale verdeling maken van de verwachte uitstroom (inschatting in percentages) Hoe ziet de uitstroom eruit, van welke vorm naar welke vorm? (inschatting in percentages) Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

6 Cliënten en locaties Achtergrond van de cliënten: leeftijd, geslacht, zorginstelling en problematiek Zorginstellingen In totaal 14 zorginstellingen hebben data aangeleverd voor dit onderzoek. Verreweg de grootste is RIBW Brabant. Zij bedienen meer dan de helft van de cliënten beschermd wonen in dit onderzoek (58% van de cliënten). Aantal cliënten per zorginstelling 411 problematiek + verslaving (28%), maar ook de combinatie van psychiatrische problematiek met een licht verstandelijke beperking en/of verslaving komt voor. Al met al hebben nagenoeg álle cliënten te maken met een psychiatrische problematiek (enkelvoudig of meervoudig). Mensen met een licht verstandelijke beperking (12% van alle cliënten) kampen altijd met een meervoudige problematiek, er zijn in het onderzoek geen cliënten aangetroffen met alleen een licht verstandelijke beperking. Van alle cliënten kampt 33% met (onder andere) een verslaving. Geslacht cliënten Leeftijd cliënten Man Vrouw 32% 68% % 8% 26% 28% Leeftijd en geslacht De gemiddelde leeftijd van de cliënten in het onderzoek is 40 jaar. De grootste groep cliënten is tussen de 40 en 64 jaar oud (38%). Het aandeel van de groep jongeren (18-24 jaar) is 26%, het aandeel van de leeftijdsgroep jaar is 28% en het aandeel van de groep 65+ is 8%. De verdeling man/vrouw in het onderzoek is 68%/32%. Problematiek De zorginstellingen is gevraagd met welk type problematiek de cliënten voornamelijk te maken hebben. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen licht verstandelijke beperking, psychiatrie of verslaving (enkelvoudige problematiek) of een combinatie hiervan (meervoudige problematiek). 60% van de cliënten heeft te maken met een vorm van psychiatrische problematiek (enkelvoudig), de overige cliënten hebben een meervoudige problematiek. Het meest voorkomend is de combinatie van psychiatrische Problematiek cliënten 60% Psychiatrische problematiek 28% Psychiatrische problematiek + verslaving 7% Psychiatrische problematiek + licht verstandelijke beperking 4% Psychiatrische problematiek + verslaving + licht verstandelijke beperking 0% 0% 0% Licht verstandelijke beperking + verslaving Verslaving Licht verstandelijke beperking Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

7 Cliënten en locaties Achtergrond van de cliënten: woonvoorziening en financiering Type woonvoorziening Het grootste gedeelte van de cliënten woont in de wijk (76%); de meesten in een groepswoning (36%), de rest individueel (13%) of in een individueel appartement binnen een groepscomplex met andere cliënten (28%). De resterende 24% woont op een instellingsterrein: groepswoning (14%), individueel (3%) of in een individueel appartement binnen een groepscomplex met andere cliënten (6%). Jongeren (18-24 jaar) wonen vaak in een groepswoning in de wijk (60%), oudere beschermd wonen cliënten (65+) wonen vaak in een Individueel appartement/studio binnen een groepscomplex in de wijk (42%). Financiering Een cliënt kan kiezen voor Zorg in natura (Zin) of voor een Persoons gebonden budget (PGB). Dan wordt er nog onderscheid gemaakt tussen beschermd wonen op grond van psychische of psychiatrische redenen (PSY) en op grond van een licht verstandelijke beperking (LVB). Een cliënt kan een intramurale en een extramurale indicatie hebben. Officieel krijgt men alleen een extramurale indicatie voor het overgangsjaar van beschermd wonen (BW) naar zelfstandig wonen. Tenslotte is er nog de optie met of zonder verblijf (indien zonder verblijf betaalt de cliënt apart huur), en met of zonder dagbesteding. Type woonvoorziening Groepswoning in de wijk Individueel appartement/studio binnen groepscomplex met andere cliënten in de wijk Groepswoning op instellingsterrein Individueel appartement/studio/huis in de wijk Individueel appartement/studio binnen groepscomplex met andere cliënten op instellingsterrein Financiering Individueel appartement/studio/huis op instellingsterrein ZIN - PSY BW met verblijf met dagbesteding ZIN - PSY BW met verblijf zonder dagbesteding ZIN - PSY BW zonder verblijf met dagbesteding ZIN - PSY BW zonder verblijf zonder dagbesteding ZIN - PSY BW extramuraal met dagbesteding ZIN - PSY BW extramuraal zonder dagbesteding Anders 0% 3% 2% 3% 3% 7% 6% 13% 14% 23% 28% 36% 50% Verreweg de meeste cliënten in het onderzoek (89%) krijgen zorg in natura op grond van psychische of psychiatrische redenen. Meestal is dat met verblijf maar zonder dagbesteding (50%), of met verblijf en met dagbesteding. Verder krijgt 1% zorg in natura op grond van een licht verstandelijke beperking. Van alle cliënten krijgt 10% zorg in de vorm van een persooons gebonden budget (PGB). Van 45 cliënten is de financieringsvorm niet bekend, deze is niet ingevuld. Dit is niet allemaal van één aanbieder, maar verdeeld over enkele aanbieders. ZIN - LVB BW met dagbesteding ZIN - LVB BW zonder dagbesteding PGB - BW met dagbesteding PGB - BW met dagbesteding + vervoer PGB - BW zonder dagbesteding PGB - BW extramuraal met dagbesteding PGB - BW extramuraal zonder dagbesteding 0% 0% 0% 0% 2% 1% 6% Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

8 Cliënten en locaties Kenmerken van locaties Aantal locaties In de dataset zijn in totaal 373 verschillende woonlocaties opgenomen. Dit varieert van individuele woningen in de wijk tot groepswoningen. RIBW Brabant heeft verreweg de meeste locaties (327). Amarant heeft de meeste grootschalige locaties. In totaal zijn er op deze locaties volgens opgaaf 696 cliënten met een Wmo indicatie beschermd wonen en/of 340 cliënten met een WLZ indicatie. Type begeleiding bij de locaties 24-uurs aanwezigheid van begeleiding Gedeeltelijke aanwezigheid van begeleiding & gedeeltelijke oproepbaarheid van begeleiding 49% 51% Type begeleiding Bij ongeveer de helft van de locaties (51%) wordt begeleiding geboden in de vorm van 24-uurs aanwezigheid en bij 49% van de locaties gaat het om gedeeltelijke aanwezigheid en gedeeltelijke oproepbaarheid (aanwezigheid binnen 15 minuten). Wachtlijsten Van de in totaal 373 woonlocaties wordt bij 338 locaties (91%) aangegeven dat er momenteel sprake is van een wachtlijst, voor dit type beschermd wonen. In 70% van de gevallen is het type problematiek de achtergrond voor het bestaan van een wachtlijst, in 28% van de gevallen het type zorgverlening. In 1% van de gevallen is het de eigen wens van de cliënt om op een bepaalde locatie te wonen, en bij 1% is er een andere achtergrond voor het bestaan van een wachtlijst. Er is geen behoefte aan centraal regionaal wachtlijstbeheer. Die behoefte is er slechts bij 1% van de 338 locaties met een wachtlijst. Wachtlijst Ja Nee 6% Onbekend 3% Eigenaar van de locaties 91% Eigenaarschap Het eigenaarschap van de woonlocaties is in 77% van de gevallen in handen van een woningcorporatie (286 locaties). De zorginstelling zelf is eigenaar van 2% van de locaties (9 locaties). In 20% van de gevallen is een particulier eigenaar van de locatie (74 locaties). Woningcorporatie Particulier Zorginstelling 2% 20% 77% Anders 0% Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

9 Doorstroom binnen beschermd wonen Verwachte doorstroom volgens de uitvraag Verwachte doorstroom binnen 2 jaar De zorgaanbieders is gevraagd of zij verwachten dat hun cliënten binnen 2 jaar kunnen doorstromen naar een zelfstandigere vorm van beschermd wonen. Belangrijk is dat begeleiding nog wel 24 uur per dag oproepbaar moet zijn, anders spreken we van uitstroom. De onderstaande tabel toont de verwachte doorstroom (binnen 2 jaar) van cliënten. Van 131 cliënten is de verwachte doorstroom onbekend of niet ingevuld. Als deze cliënten in de tabel buiten beschouwing worden gelaten, kan van 516 cliënten de verwachte doorstroming bepaald worden. Van. Naar. Beschermd zelfstandig wonen in de wijk Geclusterd wonen met gemeenschappelijke ruimte Verwachte doorstroom geclusterd wonen volledig of gemeenschappelijke ruimte geclusterd wonen volledig verzorgd Voor deze cliënt wordt geen doorstroom binnen twee jaar verwacht ZIN - PSY (Zorg in natura op grond van psychische of psychiatrische redenen) ZIN - LVB (Zorg in natura op grond van een licht verstandelijke beperking) PGB (Persoons Gebonden Budget) Financiering onbekend/niet ingevuld Totaal 133 (26%) 29 (6%) 3 (1%) 45 (9%) 306 (59%) 516 (100%) Totaal Voor meer dan de helft van deze 516 cliënten wordt binnen 2 jaar geen doorstroom verwacht (59% van de cliënten), voor 41% van de cliënten wel. De in volume meest omvangrijke doorstroom die verwacht wordt is van 439 cliënten beschermd wonen die zorg in natura ontvangen op grond van psychische of psychiatrische redenen. In 42% van de gevallen worden er knelpunten voorzien bij doorstroom, in 58% van de gevallen niet. Overigens is voor 48 van de 210 doorstromers niet ingevuld of er zich problemen kunnen voordoen. Voor een deel zal dit niet zijn ingevuld omdat er geen problemen verwacht worden, maar onduidelijk is voor hoeveel cliënten dat geldt. Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

10 Uitstroom uit beschermd wonen Potentiële uitstroom versus verwachte uitstroom Potentiële uitstroom versus verwachte uitstroom De zorgaanbieders is gevraagd om op cliëntniveau aan te geven wat de potentiële uitstroom van cliënten is en wat de verwachte uitstroom is. Bij de uitvraag is dit als volgt gedefinieerd: Potentiële uitstroom: Een cliënt zou gezien de mate van zelfredzaamheid in de ogen van de zorginstelling binnen een bepaalde periode kunnen uitstromen naar een zelfstandige vorm van wonen zonder oproepbare begeleiding 24 uur per dag. Verwachte uitstroom: Gaat de cliënt naar verwachting ook daadwerkelijk uitstromen. Wat betreft uitstroom worden de volgende perioden aangehouden: binnen 2 jaar, tussen 2 en 4 jaar, na 4 jaar of nooit. Potentiële uitstroom en verwachte uitstroom in percentages Van de 620 cliënten in de database van wie de zorgaanbieders de potentiële en verwachte uitstroom hebben aangegeven, heeft 68% de potentie om (ooit) uit te stromen uit beschermd wonen: 34% heeft de potentie binnen 2 jaar uit te stromen, 17% tussen 2 en 4 jaar en 17% na 4 jaar. Van 32% van de cliënten wordt ingeschat dat zij nooit uit zullen stromen. De percentages voor verwachte uitstroom liggen dicht bij de percentages voor potentiële uitstroom. Van 64% van de cliënten wordt verwacht dat zij ooit uitstromen uit beschermd wonen. Overeenkomsten potentiële uitstroom & verwachte uitstroom De tabel hieronder geeft inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de potentiële uitstroom en verwachte uitstroom. Potentiële uitstroom Verwachte uitstroom < 2 jaar 2-4 jaar > 4 jaar Nooit Totaal potentiële uitstroom < 2 jaar (34%) 2-4 jaar (17%) > 4 jaar (17%) Nooit (32%) Totaal 175 (28%) 118 (19%) 105 (17%) 222 (36%) 620 (100%) Voor 527 cliënten (85% van de cliënten in het databestand) geldt dat de potentiële uitstroom gelijk is aan de verwachte uitstroom. Voor de overige cliënten bestaan verschillen. Bij 81 cliënten (13%) geldt dat de verwachte uitstroom op een later tijdstip plaatsvindt dan wat potentieel zou kunnen. Bij de overige 12 cliënten (2%) is de termijn van verwachte uitstroom eerder dan de potentiële uitstroom. Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

11 Verwachte uitstroom Doorstroom Uitstroom uit beschermd wonen Match doorstroom en verwachte uitstroom Doorstroom en verwachte uitstroom Het is interessant om te kijken in hoeverre er overlap is in de cliënten die worden verwacht door te stromen en de cliënten die worden verwacht uit te stromen. De onderstaande figuur geeft hier inzicht in. Van alle 210 cliënten die worden verwacht door te stromen binnen 2 jaar, wordt 85% ook verwacht ooit uit te stromen. Van de 306 cliënten die niet worden verwacht door te stromen binnen 2 jaar, wordt 37% verwacht ooit uit te stromen. In totaal zijn er 647 cliënten beschermd wonen Ja, doorstroom binnen 2 jaar verwacht 210 cliënten (41%) Nee, geen doorstroom binnen 2 jaar verwacht 306 cliënten (59%) < 2 jaar 78 (15%) 2-4 jaar 54 (11%) > 4 jaar 37 (7%) Nooit 31 (6%) < 2 jaar 21 (4%) 2-4 jaar 34 (7%) > 4 jaar 58 (11%) Nooit 192 (38%) Van de cliënten die worden verwacht door te stromen binnen 2 jaar, wordt 85% verwacht ook uit te stromen Van de cliënten die niet worden verwacht door te stromen binnen 2 jaar, wordt 37% wél verwacht uit te stromen Van 131 cliënten is geen informatie over verwachte doorstroom bekend. Van 10 cliënten die binnen 2 jaar doorstromen is geen informatie bekend over de verwachte uitstroom uit beschermd wonen. Ook van 1 cliënt die niet binnen 2 jaar doorstroomt is geen informatie over de uitstroom bekend. Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

12 Uitstroom uit beschermd wonen Redenen voor verschil tussen potentiële en verwachte uitstroom Verwachte uitstroom < potentiële uitstroom Voor de 12 cliënten waarbij de verwachte uitstroom eerder is dan de potentiële uitstroom, wordt aangegeven dat er met name andere redenen zijn dan in de vragenlijst genoemd, om uit te stromen en zelfstandig te gaan wonen, al dan niet met ambulante begeleiding. Soms is de reden onbekend. Voor 9 cliënten wordt doorstroom binnen twee jaar verwacht (in 6 gevallen naar beschermd wonen in de wijk). Verwachte uitstroom > potentiële uitstroom Er zijn 81 cliënten voor wie is aangegeven dat de verwachte termijn van uitstroom later is dan wat potentieel mogelijk zou zijn. Hiervan zullen 26 cliënten naar verwachting nooit uitstromen. Er zijn verschillende redenen voor het verschil in tijdstip tussen verwachte uitstroom en potentiële uitstroom. Zorgaanbieders konden bij het invullen van het vragenformulier kiezen voor de volgende antwoordmogelijkheden: - Wens van de cliënt (hij/zij wil niet uitstromen); - Er zijn geen geschikte woningen beschikbaar; - Cliënt heeft geen financiële mogelijkheden om zelfstandig te gaan wonen; - Andere reden(en) voor het verschil; - Reden onbekend. In veel gevallen (31%) geven zorginstellingen aan dat het verschil ontstaat door de wens van de cliënt om niet uit te stromen. In 9% van de gevallen geldt dat de cliënt geen financiële mogelijkheden heeft om zelfstandig te gaan wonen, in 6% van de gevallen is geen geschikte woning beschikbaar en voor 7% van de gevallen is de reden onbekend. In het merendeel van de gevallen is de precieze reden onduidelijk; er is dan alleen aangegeven dat er een 'andere' reden is, dit geldt voor 38 cliënten (47%). Voor 34 cliënten wordt doorstroom binnen twee jaar verwacht (in 21 gevallen naar beschermd zelfstandig wonen in de wijk). Redenen waarom de verwachte uitstroom later is dan de potentiële uitstroom Wens van de cliënt; hij/zij wil niet uitstromen Cliënt heeft geen financiële mogelijkheden om zelfstandig te Er zijn geen geschikte woningen beschikbaar Reden onbekend Andere reden(en) voor het verschil 6% 9% 7% 31% 47% Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

13 Uitstroom uit beschermd wonen Beschikbaarheid woningen als knelpunt? Verhuizing bij uitstroom? Om te kijken in hoeverre uitstroom van cliënten uit beschermd wonen gevolgen heeft voor de vraag op de woningmarkt is gevraagd in hoeverre cliënten beschermd wonen in hun huidige woning kunnen blijven wonen bij uitstroom. Deze vraag is alleen beantwoord voor de cliënten waarvan uitstroom verwacht wordt. De nevenstaande grafiek geeft hier inzicht in. Daarbij zijn 39 cliënten buiten beschouwing gelaten voor wie de vraag niet is beantwoord en 101 cliënten voor wie aangegeven wordt dat verhuizing niet van toepassing is. Waarom verhuizing niet van toepassing is, is doorgaans uit de aangeleverde gegevens niet op te maken. In totaal is de vraag beantwoord voor 258 cliënten. Voor bijna al deze cliënten waarvan uitstroom verwacht wordt, betekent dit een fysieke verhuizing (93%). De cliënten kunnen niet in hun huidige woning blijven wonen omdat bij het verlaten van bescherm wonen het huurcontract verloopt. Dit kan niet worden omgeklapt. Verhuizing nodig bij uitstroom? Uitstroom betekent verhuizing, huurcontract kan niet worden 'omgeklapt' Huurcontract kan worden 'omgeklapt', cliënt hoeft bij uitstroom niet te verhuizen 7% 93% Woningen als knelpunt? Hoewel voor bijna alle cliënten geldt dat zij zullen moeten verhuizen bij uitstroom uit beschermd wonen, is de beschikbaarheid van woningen niet de belangrijkste reden waarom de uitstroom van cliënten vaak later verwacht wordt dan potentieel mogelijk. Van 32% van alle cliënten beschermd wonen wordt verwacht dat ze nooit zullen uitstromen. Van degenen die naar verwachting wél zullen uitstromen wordt 19% verwacht later uit te stromen dan potentieel zou kunnen (of ze stromen potentieel nooit uit). Voor 6% van de cliënten die naar verwachting zullen uitstromen, en van wie de verwachte uitstroom later is dan potentieel mogelijk, wordt aangegeven dat de afwezigheid van een geschikte woning hét knelpunt is voor uitstroom. Het gaat hierbij in totaal om 5 personen. Het grootste knelpunt blijkt de eigen wens van cliënten om binnen beschermd wonen te blijven wonen. Zie ook de figuur op pagina 8. Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

14 Belangrijkste uitkomsten Cliënten & locaties Gegevens van 86% van de cliënten beschermd wonen opgenomen In totaal zijn de gegevens van 647 cliënten beschermd wonen opgenomen in de database voor dit onderzoek. Ten opzichte van het totale aantal cliënten beschermd wonen per 1 juli 2018 (754) is dit circa 86% van het totale cliëntenbestand. In totaal zijn de gegevens ingevuld voor 373 verschillende locaties. Dit varieert van individuele woningen in de wijk tot groepswoningen. Bijna alle cliënten kampen met psychiatrische problematiek Bijna alle cliënten hebben te maken met (onder andere) psychiatrische problematiek (637 cliënten, 99% van alle cliënten beschermd wonen), 208 cliënten kampen met (onder andere) een verslaving (33%) en 74 cliënten zijn (onder andere) licht verstandelijk beperkt (12%). Bij beschermd wonen altijd 24-uurs aanwezigheid Bij 51% van de woonlocaties is 24-uurs aanwezigheid van begeleiding en bij 49% gaat het om gedeeltelijke aanwezigheid en gedeeltelijke oproepbaarheid van begeleiding (aanwezigheid binnen 15 minuten). Doorstroom & uitstroom Redelijke doorstroom verwacht binnen een termijn van 2 jaar Voor 41% van de cliënten in het onderzoek verwachten de zorgaanbieders doorstroom binnen een termijn van 2 jaar. De cliënten kunnen dan een stap zetten richting zelfstandiger wonen. De in volume meest omvangrijke doorstroom die verwacht wordt is van 197 cliënten beschermd zelfstandig wonen die zorg in natura krijgen op grond van psychische of psychiatrische redenen (94% van alle doorstomers). van verwachte uitstroom eerder dan de potentiële uitstroom. Voor 81 cliënten (13%) geldt dat zij naar verwachting langer in beschermd wonen zullen blijven dan volgens de zorgaanbieders noodzakelijk. De belangrijkste reden voor het uitstel van uitstroom is de eigen wens van de cliënt, zij willen het beschermd wonen niet verlaten (31%). Beschikbaarheid woningen als knelpunt In 6% van de cases latere uitstroom door gebrek aan geschikte woningen Een gebrek aan geschikte woningen wordt in 6% van de gevallen gezien als reden voor cliënten om later uit te stromen dan nodig. Uitstroom betekent verhuizing Voor de cliënten die verwacht worden op termijn uit te kunnen stromen uit beschermd wonen (en voor wie de vraag van wel/niet verhuizen van toepassing is) geldt in de meeste gevallen dat dit betekent dat zij zullen moeten verhuizen (93%). Het is niet vaak mogelijk in dezelfde woning te blijven wonen (7% van de gevallen). Geschikte woningen als knelpunt? De combinatie van het bestaan van wachtlijsten en het feit dat veel cliënten later uitstromen dan potentieel mogelijk zorgt voor stagnatie binnen beschermd wonen. Voor 6% van de potentiële uitstromers wordt aangegeven dat de afwezigheid van een geschikte woning hét knelpunt is voor uitstroom. Het gaat hierbij om 5 personen. Het grootste knelpunt bij uitstroom is niet de beschikbaarheid van woningen, maar de eigen wens van cliënten om binnen beschermd wonen te blijven wonen. Cliënten worden verwacht langer in beschermd wonen te blijven dan nodig Van alle cliënten in de database heeft 68% de potentie om (ooit) uit te stromen uit beschermd wonen. Als we de potentiële uitstroom van cliënten kruisen met de daadwerkelijk verwachte uitstroom, blijkt dat voor 527 cliënten (85% van alle cliënten in het databestand voor wie dit is aangegeven) geldt dat de potentiële uitstroom gelijk is aan de verwachte uitstroom. Bij 12 cliënten (2%) is de termijn Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli

15 Welke uitkomsten vragen om extra verdieping? De uitkomsten van het onderzoek roepen ook weer vragen op. De volgende punten vragen om extra verdieping: Wachtlijsten Wat zijn precies de absolute aantallen op de wachtlijsten? Wat zijn de doorlooptijden van de wachtlijsten? Wat betekent het precies dat het 'type zorgverlening' aangewezen wordt als achtergrond voor het bestaan van de wachtlijst? (In 28% van de gevallen, zie pagina 4). Beter inzicht te krijgen in de redenen is van belang voor het oplossen of verkorten van de wachtlijst. Wat is precies de 'andere achtergrond' voor het bestaan van een wachtlijst (in 1 % van de gevallen, pagina 4). Zijn er dubbelingen in wachtlijsten? (Staan dezelfde cliënten bijvoorbeeld op meerdere wachtlijsten)? Wat is de overweging vanuit de zorgaanbieders dat er geen behoefte is aan regionaal wachtlijstbeheer? Redenen voor verschil potentiele uitstroom en verwachte uitstroom Als reden voor het verschil tussen verwachte uitstroom en potentiele uitstroom worden op pagina 8 door 38 cliënten 'andere reden(en)' genoemd. Om uitstroom uit beschermd wonen te kunnen bevorderen is het van belang om beter inzicht te hebben in deze redenen. Gem.Tilburg/Informatievoorziening/IKC Uitstroom beschermd wonen, juni/juli