RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Plaats : Den Haag BRIN-nummer : 02GA Registratienummer : 2996059 Onderzoek uitgevoerd op : 2 september 2010 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 25 oktober 2010 HB2742988/12 Documentnummer: 2996059
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 2 september 2010 een onderzoek uitgevoerd op de afdeling voortgezet speciaal onderwijs van de Koetsveldschool (school voor zeer moeilijk lerende kinderen-zmlk) te Den Haag om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding Op grond van het kwaliteitsonderzoek dat de inspectie uitvoerde op 3 en 5 november 2009 concludeerde de inspectie dat zich tekortkomingen in de kwaliteit voordeden op de aspecten: systeem van leerlingenzorg, leerstofaanbod, onderwijstijd, (ortho-)didactisch handelen en enkele nalevingsaspecten. Op- grond van de uitkomsten van het onderzoek kende de inspectie aan de Koetsveldschool een aangepast arrangement toe. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit aan het eind van het schooljaar 2009-2010 van voldoende niveau zal zijn. Tevens werd afgesproken dat de inspectie in het derde kwartaal van 2010 opnieuw onderzoek uitvoert om na te gaan of de tekortkomingen op het gebied van de naleving van de wet- en regelgeving zijn opgeheven. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het onderzoek aan de inspectie heeft gezonden. Het betreft: - De schoolgids 2010-2011 (so en vso) - Jaarverslag 2009 Onderzoek op locatie, waarbij - Schooldocumenten zijn bestudeerd - De onderwijspraktijk is bestudeerd in de groepen, - Gesprekken hebben plaatsgevonden met de directeur, leraren so en vso, de adjunctdirecteur onderwijs en de adjunct-directeur leerlingenzorg. Nagesprek met bevoegd gezag en directie Het onderzoek heeft zich gericht op het beoordelen van de basisset van indicatoren uit het toezichtkader van de inspectie. Hierbij heeft zij gebruik gemaakt van de oordelen op de indicatoren in het rapport van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek uit 2009. Op grond van het proportionaliteitsprincipe heeft de inspectie geverifieerd of de oordelen die toen voldoende waren, nog steeds dit predicaat verdienen. Verder heeft de inspectie een nieuwe afweging gemaakt op die indicatoren die in 2009 onvoldoende scoorden. Naast deze aspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht om te beoordelen of de school die in voldoende mate naleeft. In vervolg op wat hierover in het rapport van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek uit 2009 staat vermeld, is de inspectie tevens nagegaan of de tekortkomingen van destijds zijn opgeheven. Pagina 3 van 11
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN Koetsveldschool; afdeling voortgezet speciaal onderwijs 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de desbetreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of de afdeling voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. Pagina 5 van 11
(Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 6 van 11
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie komt tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling voortgezet speciaal onderwijs van de Koetsveldschool voldoet aan de eisen van de basiskwaliteit. Dat wil zeggen dat de leerlingen op een verantwoorde wijze onderwijs krijgen aangeboden en de zorg rond de leerlingen in voldoende mate volgens een planmatige aanpak gestalte krijgt. In het rapport van bevindingen dat de inspectie opstelde naar aanleiding van het kwaliteitsonderzoek in november 2009, sprak zij een verwachting uit. Deze hield in dat de afdeling met de verbeteringen op het gebied van de leerlingenzorg de voorwaarden realiseert om daarvan in het schooljaar 2009/2010 optimaal gebruik te kunnen maken. Op grond van de verzamelde gegevens tijdens onderhavig onderzoek komt de inspectie tot de conclusie dat deze verwachting door de afdeling ook is gerealiseerd. Daarnaast heeft de inspectie vastgesteld dat op het gebied van die leerlingenzorg verdere verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn. Zoals aangekondigd in het rapport van bevindingen uit 2009 is de inspectie nagegaan of de tekortkomingen zijn opgeheven die de inspectie vaststelde in 2009 op het gebied van naleving van door de wet gestelde deugdelijkheidseisen. Op grond van de bevindingen die de inspectie heeft verzameld tijdens onderhavig onderzoek komt zij tot de conclusie dat dit het geval is. Toelichting Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit van handelingsplanning en opbrengsten De ontwikkelingen op het gebied van het systeem van leerlingenzorg zijn het afgelopen schooljaar onverminderd doorgezet. Dit heeft ertoe geleid dat het gebruik van het geautomatiseerd leerlingvolgsysteem inmiddels tot de routine van de afdeling behoort. Daarmee heeft de afdeling een belangrijke stap gezet is in het zichtbaar maken van het planmatig werken. Dit betekent dat daarmee de inspectie drie van de vier normindicatoren uit het toezichtkader van de inspectie als voldoende beoordeelt. Het gebruik van het geautomatiseerde systeem biedt de afdeling de gelegenheid regelmatig vast te stellen of de beoogde doelen ook zijn bereikt. Dit aspect van de evaluatie van de handelingsplanning is herkenbaar. Vorig jaar wees de inspectie er op dat niet vastgesteld kon worden dat de evaluatie ook een analyse bevat van bevorderende en belemmerende factoren die van invloed zijn geweest op het uiteindelijk behaalde resultaat De evaluatie op domein niveau bevat een aanzet tot een dergelijke analyse. Deze aanzet behoeft nog verdere uitwerking om daarin de argumenten te herkennen die de keuze voor het aanbod voor de komende periode onderbouwen. Daarmee voldoet indicator 3.8 nog niet volledig aan de kwaliteitseisen die de inspectie aan deze indicator stelt. De resultaten van de leerlingen kan de inspectie niet beoordelen. Daarvoor zijn nog geen criteria beschikbaar. Bovendien kan dit pas na het doorlopen van een aantal cycli met 'smart' geformuleerde doelstellingen en een nauwkeurige registratie van het al dan niet behalen van die doelstellingen. Vorig jaar stelde inspectie al vast dat de school met het maken van een onderscheid tussen een P-stroom en een C-stroom inspeelt op de noodzaak op termijn de resultaten te kunnen Pagina 7 van 11
vaststellen en zich daarover te kunnen verantwoorden. Daarnaast had de school voor de C- stroom standaarden ontwikkeld aan de hand waarvan de school bepaalt of de opbrengsten die zij per schooljaar met de leerlingen bereikt, voldoen aan de door henzelf geformuleerde eisen. Het gebruik van deze standaarden begint tot de routine van de afdeling te behoren en zal de opbrengstgerichtheid van de afdeling verder versterken. Onderwijsleerproces In 2009 beoordeelde de inspectie het merendeel van de indicatoren die betrekking hebben op het onderwijsleerproces als voldoende. Daarmee voldeed het primaire proces toen al aan de basiskwaliteit. Dit beeld van het onderwijsleerproces herkent de inspectie ook weer in 2010. Daarnaast zijn er wijzigingen in oordelen op indicatoren die de inspectie vorig jaar als onvoldoende beoordeelde. Bij sommige indicatoren handhaaft zij dit oordeel. De inspectie geeft in het onderstaande daarop een toelichting. Naar aanleiding van het onderzoek in 2009 concludeerde de inspectie dat verlies van onderwijstijd wel aan de orde is bij het fruit eten en drinken in de ochtend. Hoewel het rooster een relatie lrgt met de leerlijn Wonen en Vrije tijd, bleek er geen sprake van een onderwijsleersituatie, waarop de inspectie verlies van onderwijstijd vaststelde. De schoolleiding heeft aanleiding gevonden op dit aspect van het onderwijsleerproces wijzigingen door te voeren door de tijd voor eten en drinken primair te benutten voor activiteiten die behoren tot een leer- en vormingsgebied als Nederlandse taal of Rekenen. De doorvertaling naar de groepsroosters vormt daarbij een punt van aandacht. De bewuste benutting van de factor tijd heeft binnen de school zijn vertaling gekregen. Hiervoor gebruikt de afdeling een programma waarmee leerkrachten het groepsrooster kunnen opstellen aan de hand van de modelroosters. Afwijkingen van het modelrooster signaleert het programma direct. Daarnaast biedt het programma ook de gelegenheid de tijd bewust in te zetten in situaties waarin dat noodzakelijk blijkt. Bijvoorbeeld als de prestaties van één of meer leerlingen achterblijven ten opzichte van de te volgen leerlijn. Dit komt naar voren bij de besprekingen over de vorderingen die leerlingen boeken. Het schoolbeleid biedt ruimte om in dat soort gevallen de beschikbare onderwijstijd flexibel in te zetten. Keuzes op dit terrein verantwoorden de leraren nog steeds onvoldoende in de handelingsplannen. Het rapport van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek in 2009 noemde als aandachtpunt de afstemming in het didactisch handelen van de leraren. Uit beleidsdocumenten blijkt dat de school de aanpak van het onderwijscontinuüm heeft omarmd. De daaraan verbonden maatregelen van intensivering en verdieping om binnen de hoofdstroom (C-stroom) te kunnen differentiëren en in te spelen op behoeften van individuele leerlingen ontbraken toen. In deze situatie is geen wijziging gekomen en de inspectie wijst nogmaals op het belang deze mogelijkheid van verdieping die de leerlijnen bieden, te benutten en op te nemen in de handelingsplanning. Kanttekeningen die de inspectie in 2009 plaatste bij de relatie tussen de stage activiteiten en de leerstromen heeft geleid tot een meer structurele inbedding van de stage en de voorbereiding daarop binnen de onderscheiden leerstromen. Daarmee heeft de afdeling bereikt dat het leerstofaanbod beter aansluit op het uitstroomperspectief van de leerlingen. Vorig jaar stelde de inspectie vast dat bij de implementatie van de leerlijnen een onderscheid is aangebracht in twee leerstromen, een C- en een P-stroom. De school ging er van uit dat de leerlingen uit de C-stroom het eindniveau van de leerlijnen zal kunnen behalen. Voor de P- Pagina 8 van 11
stroom leerlingen lag dat voor de so-afdeling op niveau 4 en voor het vso op niveau 8. De inspectie heeft er toen op gewezen dat de school een daarmee gepaard gaand risico onvoldoende had afgedekt. Het betrof het met name voor de P-stroom leerlingen bestaande risico dat de niveaus 9 tot en met 12 uit de leerlijnen elementen bevatten die van betekenis zijn om met succes te kunnen functioneren in de vervolgbestemming (Dagbesteding). Deze constatering heeft een proces op school in gang gezet waarin het afdelingsteam de leerlijnen vanaf niveau 8 systematisch analyseert op de elementen die van belang zijn voor de P-stroom leerlingen in het perspectief van hun uitstroombestemming. Hoewel dit proces nog niet volledig is afgerond heeft dat inmiddels wel geleid tot aanvullingen op de leerroute voor deze leerlingen. Wet- en regelgeving De inspectie heeft geen tekorten vastgesteld op het gebied van de naleving van de wet- en regelgeving. De tekorten die de inspectie signaleerde tijdens het uitvoeren van het onderzoek in 2009 zijn opgeheven. Pagina 9 van 11
Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan de afdeling voortgezet speciaal onderwijs van de Koetsveldschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van een thema. Tekortkomingen in de naleving Tijdens het onderzoek in 2009 heeft de inspectie tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften vastgesteld. Hierop heeft de inspectie destijds de afspraak gemaakt met het bevoegd gezag dat zij de geconstateerde tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften dient op te heffen. Voorts werd afgesproken dat bij een volgend onderzoek de inspectie nagaat of de tekortkomingen zijn opgeheven. Op grond van het onderzoek dat zij in 2010 verrichtte komt de inspectie tot de conclusie dat de destijds gesignaleerde tekortkomingen op het gebied van de naleving zijn weggenomen. Pagina 11 van 11