Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 8 december 2016 Commissie Begroting & Rekening 1 december 2016 Herziening belastingverordeningen 2017 Wethouder G.J.M. Wienhoven Belastingverordeningen en model afvalstoffenheffing Samenvatting De gemeenteraad is volgens artikel 216 van de Gemeentewet bevoegd tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van gemeentelijke belastingen door het vaststellen van een belastingverordening. Volgens artikel 217 van de Gemeentewet vermeldt een belastingverordening wie de belastingplichtige is, het voorwerp van de belasting, het belastbaar feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing en van de beëindiging van de heffing en verder wat voor de heffing en invordering van belang is. De verordeningen voor de onroerende zaakbelastingen, reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht), rioolheffing, land- en watertoeristenbelasting, forensenbelasting, hondenbelasting en leges treft u bij het voorstel aan. De bijgevoegde verordeningen zijn primair gebaseerd op de modelverordeningen van de VNG. Noodzakelijke afwijkingen (bijvoorbeeld naar aanleiding van lokaal beleid) zijn per verordening in dit voorstel toegelicht. In de bijgevoegde belastingverordeningen zijn de voor 2017 voorgestelde tarieven vermeld. Daarbij is rekening gehouden met de uitgangspunten overeenkomstig de Kadernota 2017 en de Programmabegroting 2017-2020. Dit houdt in dat er rekening wordt gehouden met een inflatiecorrectie van 1,15% (hogere opbrengsten) voor de land-en watertoeristenbelasting, de forensenbelasting, de hondenbelasting en de leges (wettelijke tarieven uitgezonderd). De tarieven voor rioolheffing zijn conform het herziene verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vgrp). De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn gerelateerd aan de geraamde kosten. Op basis van een door de raad aangenomen amendement bij de behandeling van de Programmabegroting 2016-2019 is de opbrengst voor de ozb voor 2017 nagenoeg gelijk gebleven. Hierdoor blijven de tarieven ook gelijk, behoudens een aanpassing als gevolg van de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Voorstel om te besluiten 1) Vaststellen van de belastingverordeningen 2017. 2) De egalisatievoorziening afvalstoffenheffing gebruiken om op begrotingsbasis de tarieven voor de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht te egaliseren dan wel te nivelleren; 3) Het plafond van 30.000 op de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing laten vervallen. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 1 van 11
Geachte leden van de raad, Inleiding / Aanleiding De gemeenteraad is volgens artikel 216 van de Gemeentewet bevoegd tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. Volgens artikel 217 van de Gemeentewet vermeldt een belastingverordening wie de belastingplichtige is, het voorwerp van de belasting, het belastbaar feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing en van de beëindiging van de heffing en verder wat voor de heffing en invordering van belang is. De verordeningen voor de onroerende zaakbelastingen, reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht), rioolheffing, landtoeristenbelasting, watertoeristenbelasting, forensenbelasting, hondenbelasting en leges treft u bij het voorstel aan. De bijgevoegde verordeningen zijn primair gebaseerd op de modelverordeningen van de VNG. Noodzakelijke afwijkingen (bijvoorbeeld naar aanleiding van lokaal beleid) zijn per verordening in dit voorstel toegelicht. In de bijgevoegde belastingverordeningen zijn de voor 2017 voorgestelde tarieven vermeld. Daarbij is rekening gehouden met de uitgangspunten overeenkomstig de Kadernota 2017 en de Programmabegroting 2017-2020. Dit houdt in dat er rekening wordt gehouden met een inflatiecorrectie van 1,15% (hogere opbrengsten) voor de land- en watertoeristenbelasting, de forensenbelasting, de hondenbelasting en de leges (wettelijke tarieven uitgezonderd). De tarieven voor rioolheffing zijn conform het herziene verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vgrp). De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn gerelateerd aan de geraamde kosten. Op basis van een door de raad aangenomen amendement bij de behandeling van de Programmabegroting 2016-2019 is de opbrengst voor de ozb voor 2017 nagenoeg gelijk gebleven. Hierdoor blijven de tarieven ook gelijk, behoudens een aanpassing als gevolg van de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Probleemstelling / centrale vraag (wat willen we bereiken) Voordat belastingen met de nieuwe tarieven opgelegd kunnen worden, dient voor aanvang van het belastingjaar de herziene belastingverordeningen vastgesteld te worden door de raad. Wilt u de belastingverordeningen over 2017 vaststellen? Oplossingsrichtingen Met het vaststellen van de belastingverordeningen kunnen er in 2017 rechtsgeldige belastingaanslagen met de nieuwe tarieven worden opgelegd. Met de vaststelling van de leges tarieventabel 2017 bereiken we dat er leges geheven kan worden voor, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Hiermee worden de begrote gemeentelijke inkomsten voor 2017 geborgd, zoals opgenomen in Programmabegroting 2017. Voor wat betreft de leges is dit vraaggedreven. Het niet vaststellen van de verordeningen houdt in dat er alleen op basis van de oude (huidige) bedragen belastingen geheven kunnen worden. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 2 van 11
t" ""^ Afweging en conclusie (wat gaan we daarvoor doen) Hieronder wordt per belastingsoort de stand van zaken en de tarieven vermeld. In zijn algemeenheid zijn de werkzaamheden met betrekking tot de uitvoering van de Wet woz (waardering onroerende zaken) en de heffing en invordering van de belastingen, uitbesteed aan de gemeente Nijmegen. Heffing en invordering met betrekking tot de leges worden in eigen beheer uitgevoerd. Algemene aanpassing belastingverordeningen Modelverordeningen De verordeningen zijn zo veel als mogelijk afgestemd met de modelverordeningen van de VNG. Betaaltermijnen Bij de uitbesteding van de werkzaamheden aan de gemeente Nijmegen is aangegeven dat wij ons conformeren aan het heffings- en invorderingsbeleid om zodoende een voordelig efficiency-effect te kunnen bewerkstelligen. Voor de invordering van de belastingen ozb, rioolheffing en hondenbelasting hanteert de gemeente Nijmegen termijnen die afhankelijk zijn van de hoogte van het aanslagbiljet volgens onderstaande tabel. Bedragen Aantal termijnen zonder automatische incasso > 0,00 en <= 100,00 1 1 > 100,00 en < 5.000,00 2 10 >= 5.000,00 2 2 Aantal termijnen met automatische incasso De overige belastingen afvalstoffenheffing/reinigingsrecht, toeristenbelasting, forensenbelasting en leges hebben één betaaltermijn. Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht heeft bij automatische incasso twee termijnen. Efficiency-maatregel Daarnaast is, voor zover dat nog niet in de verordening stond vermeld, een efficiency-maatregel opgenomen (conform de modelverordeningen) dat aanslagen onder de 10 niet worden opgelegd dan wel dan aanslagbedragen onder de 10 niet worden ingevorderd, waarbij meerdere bedragen op één aanslagbiljet tezamen worden aangemerkt als één aanslagbedrag. 1. Onroerende zaakbelastingen (ozb) De grondslag voor het heffen van de ozb ligt in artikel 220 Gemeentewet. De heffing van de onroerende zaakbelastingen (ozb) is gebaseerd op de woz-waarden van onroerend goed. De ozb-tarieven worden beïnvloed door de jaarlijkse hertaxatie van onroerend goed als gevolg van de Wet woz (waardering onroerende zaken). Het is vast beleid dat de waardeontwikkeling van onroerend goed wordt verdisconteerd in de tarieven. Bij een dalende markt worden de tarieven naar boven bijgesteld, bij een stijgende markt worden de tarieven naar beneden bijgesteld. Deze verdiscontering heeft dan geen gevolgen voor de totale lastendruk. Tot 2012 werd een tariefdifferentiatie gehanteerd, zodat de verschillen tussen woningen en niet woningen in verhouding bleven met de waardeontwikkeling. Vanaf 2012 is deze wettelijke systematiek losgelaten en is sindsdien het tarief vastgesteld op basis van totale woningwaarde, waarbij de tarieven tussen woningen en niet woningen meer uit elkaar zijn komen te liggen. Vanwege de uitbesteding van RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 3 van 11
de gemeentelijke belastingen is er sinds 2012 minder aandacht besteed aan de kaderstelling. Het vaststellen van een methodiek of bekrachtigen van de methodiek waarbinnen de tariefstelling voor de ozb tot stand komt, is noodzakelijk in het licht van de tariefontwikkeling op langere termijn. Hierover meer onder het kopje 'Amendement Raad belastingen' De resultaten van de hertaxatie laten de volgende gegevens zien qua totale woz-waarde van alle woningen: Type woning Totale waarde 2016 (wpd 1-1-2015) Totale waarde 2017 (wpd 1-1-2016) Mutatie Woningen 898.288.000 )1/ 1H 64.O48 Niet woningen 90.384.000 H1H 51.92 Totaal 988.672.000, ( ()( 96 Op basis van een waardestijging bij woningen van (afgerond)':ih dalen de tarieven met (bij gelijkblijvende ozb-opbrengst). Voor niet-woningen geldt een waardestijging en tariefdaling van (afgerond). De landelijke trend is nog niet bekend. Daarnaast wordt er een inflatiecorrectie van 1,15% toegepast conform de uitgangspunten in de Kadernota 2017 en in de Programmabegroting 2017-2020. Echter in verband met een door de raad aangenomen amendement bij de behandeling van de Programmabegroting 2016-2019 blijft de opbrengst voor de ozb voor 2017 praktisch gelijk aan de opbrengst voor 2016 en wordt het effect van de inflatie voor de tarieven ongedaan gemaakt. De tarieven voor 2017 worden gebaseerd op de tarieven van 2016, gecorrigeerd met de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Hiermee rekening houdend worden de volgende tarieven voorgesteld voor belastingjaar 2017: - ozb eigenaar woning : riatim van de woz-waarde (was 0,1378%); - ozb eigenaar niet-woning : 0,2142% van de woz-waarde (was 0,2153%); - ozb gebruiker niet-woning : p,1713 44 van de woz-waarde (was 0,1722%). In de verordening ozb zijn de betaaltermijnen aangepast conform de tabel op pagina 3 van dit raadsvoorstel en is specifiek vermeld dat kwijtschelding mogelijk is (op basis van 100% bijstandsnorm). Daarnaast wordt het bedrag van de belasting niet meer op hele euro's naar beneden afgerond, maar op eurocenten. 2. Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten (rzb) De grondslag voor de ozb ligt in artikel 221 Gemeentewet. Deze belasting kan geheven worden op bijvoorbeeld woonboten. De gemeente Mook en Middelaar heft geen belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten. 3. Baatbelasting De baatbelasting is gebaseerd op artikel 222 Gemeentewet. Onder de naam "baatbelasting Korendal" wordt bij onroerende zaken in het Korendal, die gebaat zijn bij de van gemeentewege aanlegde riolering in het Korendal, een directe belasting geheven ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente gebleven kosten van aanleg van deze riolering. De belasting wordt geheven gedurende de belastingjaren 1994 t/m 2023. De belastingverordening hoeft niet jaarlijks herzien te worden, omdat deze in april 1993 is vastgesteld en nadien niet meer wijzigt. Gebate RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 4 van 11
onroerende zaken blijven gebaat tot en met het einde van de looptijd van de baatbelasting t/m 2023. Momenteel wordt jaarlijks 17k aan baatbelasting geïnd. 4. Forensenbelasting De forensenbelasting is gebaseerd op artikel 223 Gemeentewet. Belastingplichtig zijn natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf hebben, er meer dan 90 keer nachtverblijf houden of die er op meer dan 90 dagen voor zichzelf of voor hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. In de praktijk gaat het vooral om het laatste, de "woonforensenbelasting". De gemeente heft de belasting van die mensen die niet in de gemeente wonen, maar hier wel een tweede (recreatie-)woning houden. Daarbij maakt het niet uit of die woning in eigendom is of gehuurd wordt. De belasting wordt geheven van de gebruiker van de woning. Omdat de gebruikers van die woningen (forensen) niet meetellen in het aantal inwoners van de gemeente, krijgt de gemeente voor hen geen uitkering uit het gemeentefonds. Rechtvaardiging voor de belasting is, dat gemeenten kosten maken voor niet-inwoners die bij hen verblijf houden en dat die personen ook gebruik (kunnen) maken van de gemeentelijke voorzieningen. Van belang is ook dat van deze gebruikers geen toeristenbelasting wordt geheven. Als heffingsgrondslag voor deze belasting wordt de woz-waarde gehanteerd, zoals die voor het belastingjaar is vastgesteld. Bij de geamendeerde vaststelling van de Programmabegroting 2016-2019 heeft uw raad het college verzocht om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om een andere grondslag voor het forsentarief voor seizoenstandplaatsen voor caravans in te voeren. Hiervoor verwijzen wij u naar het onderdeel 'Amendement raad belastingen'. De voorgestelde tarieven zijn met 1,15% geïndexeerd (en op hele euro's naar beneden afgerond). Het voorstel is om de tarieven voor 2016 als volgt vast te stellen: Klasse Van - Tot Tarief 2017 Tarief 2016 Klasse I 0-50.000 136,00 135,00 Klasse II 50.000-150.000 255,00 252,00 Klasse Ill 150.000-250.000 510,00 505,00 Klasse IV 250.000-350.000 768,00 759,00 Klasse V 350.000-450.000 1.025,00 1.013,00 Klasse VI Vanaf 450.000 1.280,00 1.266,00 In de verordening Forensenbelasting is, naast redactionele aanpassingen, de betaaltermijn aangepast (één termijn) en is vermeld dat er geen kwijtschelding mogelijk is. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 5 van 11
5. Land- en Watertoeristenbelasting De toeristenbelasting is gebaseerd op artikel 224 Gemeentewet. Conform de Kadernota 2017 en Programmabegroting 2017-2020 is het tarief voor 2017 met 1,15% geïndexeerd. Het tarief voor 2016 bedroeg 1,00 per persoon per overnachting. Het voorgestelde tarief voor 2017 bedraagt 1,01 per persoon per overnachting. De watertoeristenbelasting bedraagt per persoon per etmaal hetzelfde tarief van 1,01. Zie verder ook het onderdeel 'Amendement raad belastingen'. Tarieven toeristenbelasting 2017 2016 2015 Landtoeristenbelasting 1,01 1,00 0,99 Watertoeristenbelasting 1,01 1,00 0,99 In de verordeningen land- en watertoeristenbelasting is, naast redactionele aanpassingen, de betaaltermijn aangepast (één termijn) en is vermeld dat er geen kwijtschelding mogelijk is. 6. Parkeerbelasting De grondslag voor de parkeerbelasting ligt in artikel 225 Gemeentewet. De gemeente Mook en Middelaar heft geen parkeerbelasting. 7. Hondenbelasting Met ingang van 2012 wordt hondenbelasting geheven. De opbrengst voor de hondenbelasting wordt met 1,15% geïndexeerd. Omdat de hondenbelasting per maand geheven wordt, is het gebruikelijk dat het tarief deelbaar is door 12 maanden. Het tarief voor 2017 wordt na indexatie uit op 52,56 voor de eerste hond. Bij het houden van meer honden dient vanaf de tweede hond 75,56 per hond te worden betaald. Tarieven hondenbelasting 2017 2016 2015 1 e hond 52,56 51,96 51,96 Volgende hond 75,56 72,72 72,72 Kennelhouder 366,24 362,04 362,04 Naast de algemene aanpassing van de betaaltermijnen en de efficiencymaatregel, is artikel 3 'Vrijstellingen' aangepast aan de modelverordening. Dit betreft enerzijds redactionele aanpassingen en anderzijds is toegevoegd dat politie- en hulphonden zijn vrijgesteld van hondenbelasting. De meeste gemeenten, evenals Mook en Middelaar, hanteren dat voor de hondenbelasting geen kwijtschelding mogelijk is, omdat dit een zogenaamde subjectbelasting betreft. Bij de gemeente Nijmegen is het wel mogelijk om kwijtschelding aan te vragen op grond van sociale overwegingen. Dit betreft namelijk met name alleenstaande ouderen die als gezelschap een hond hebben. Het staat een gemeente vrij om bij de hondenbelasting wel of geen kwijtscheldingsmogelijkheid te verlenen. 8. Reclamebelasting De grondslag voor de reclamebelasting ligt in artikel 227 Gemeentewet. De gemeente Mook en Middelaar heft geen reclamebelasting. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 6 van 11
9. Precariobelasting De grondslag voor de precariobelasting ligt in artikel 228 Gemeentewet. De gemeente Mook en Middelaar heft geen precariobelasting. 10. Rioolheffing De rioolheffing is gebaseerd op artikel 228a Gemeentewet. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Op 6 december 2012 heeft u het vgrp (verbreed gemeentelijk rioleringsplan) vastgesteld. In de raadsvergadering van 8 december 2016 behandeld u het herziene vgrp. De voorgestelde tarieven voor rioolheffing zijn gebaseerd op dit herziene vgrp. Op basis hiervan zouden de tarieven stijgen van 230,10 naar 296,18. Dit betekent een stijging van 29%. Door de inzet van de egalisatievoorziening kunnen de tarieven groeien naar de gewenste omvang. Dit betekent concreet dat de tarieven de komende 30 jaar met zo'n 1% stijgen. Voor 2017 komt het tarief dan uit op 232,40. In de verordening Rioolheffing zijn de betaaltermijnen aangepast conform de tabel op pagina 3 van dit raadsvoorstel en is specifiek vermeld dat kwijtschelding mogelijk is (op basis van 100% bijstandsnorm). 11. Afvalstoffenheffing / reinigingsrecht Afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van artikel 15.33 Wet Milieubeheer juncto artikel 219 Gemeentewet. Reinigingsrecht wordt geheven op grond van artikel 229 Gemeentewet. In Mook en Middelaar wordt de afvalstoffenheffing berekend op basis van een vastrecht per jaar en een bedrag per kilo voor het aangeboden gewicht van het afval. Als doelstelling geldt: "Naarmate het afvalgedrag van de burger meer milieuvriendelijk is, wordt dat beloond door lagere kosten voor de burger". Dit leidt tot een splitsing in vastrecht en een prijs per kilo restafval en GFT afval. Onder de vaste kosten vallen de kosten die niet van invloed zijn op de hoeveelheden huisvuil en onder de variabele kosten vallen de kosten die wel van invloed zijn op de hoeveelheden afval, zoals de verwerkingskosten van het aangeleverd afval. Alhoewel er andere opties mogelijk zijn om de tarieven te berekenen, stellen wij primair voor om de zuivere tariefberekening toe te passen, dat wil zeggen dat de vaste kosten gedekt worden door het vastrecht en de variabele kosten door de tarieven voor GFT- en restafval. De afvalstoffenheffing is een 100% kostendekkend systeem (inclusief compensabele btw). Op basis van eerder genoemde uitgangspunten leidt dit tot de volgende tarieven: Tarief per perceel 2017 2016 2015 Afvalstoffenheffing Vastrecht per perceel per halfjaar 79,04 68,90 ( 78,90)' 79,80 Restafval per kg 0,18 0,16 0,13 GFT-afval per kg 0,06 0,06 0,05 Reinigingsrecht **) Vastrecht per container ***) per halfjaar 39,52 34,45****) 39,90 Bedrijfsafval per kg 0,18 0,16 0,13 *) Motie raad Jaarrekening 2014 Afvalstoffen, waarbij uw raad heeft besloten om de dotatie aan de voorziening van 78.000 vrij te laten vallen en te verdisconteren in het tarief voor vastrecht. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 7 van 11
Dit betekende dat het vastrecht voor 2016 eenmalig 20 (per jaar) lager was dan het gebruikelijke niveau. **) Tarieven reinigingsrecht zijn exclusief btw. ') Het vastrecht voor het reinigingsrecht bedraagt 50% van het vastrecht voor afvalstoffenheffing, omdat het reinigingsrecht per container geldt en niet per perceel, waarbij standaard twee containers aanwezig zijn. ****) Tarief is naar aanleiding van motie Jaarrekening 2014 Afvalstoffenheffing van 39,18 bijgesteld naar 34,45 De toename van het vastrecht per perceel met 20,28 (per jaar) is het directe gevolg van de reeds eerder vermelde motie Jaarrekening 2014 Afvalstoffenheffing. Zónder rekening te houden met deze motie stijgt het tarief met 0,28 per jaar. Alternatief 1 Het is ook mogelijk om het vastrecht te verlagen en de variabele tarieven te verhogen om zodoende de totale kosten te dekken. Hiermee kan het scheiden van afval gestimuleerd worden. Als het vastrecht met stel 10 per jaar verlaagd wordt ( 5 per halfjaar), luiden de tarieven als volgt: Tarief per perceel Afvalstoffenheffing Vastrecht per perceel per halfjaar Restafval per kg GFT-afval per kg 2017 74,04 0,21 0,07 Reinigingsrecht **) Vastrecht per container ***) per halfjaar 37,02 Bedrijfsafval per kg 0,21 Alternatief 2 Het is ook mogelijk om het vastrecht te verlagen én de variabel tarieven voor GFT gelijk te houden. Dit impliceert dat het variabele tarief voor restafval stijgt. De tarieven zouden dan als volgt zijn: Tarief per perceel Afvalstoffenheffing Vastrecht per perceel per halfjaar Restafval per kg GFT-afval per kg 2017 74,04 0,22 0,06 Reinigingsrecht **) Vastrecht per container ') per halfjaar 37,02 Bedrijfsafval per kg 0,22 Het is aan de raad om de tarieven vast te stellen. Dit kan op basis van vast-variabel (zoals vermeld in het concept-besluit) of bijvoorbeeld op basis van een verlaagd vastrecht al dan niet met een gelijk variabel tarief voor GFT. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 8 van 11
BTW op Reinigingsrecht Het inzamelen van huishoudelijk afval is een overheidstaak op grond van de Wet Milieubeheer. Daarom hoeft bij de afvalstoffenheffing geen btw in rekening te worden gebracht bij de burgers. Het inzamelen van bedrijfsafval is echter een taak die wij uitvoeren als 'ondernemer'. Dit betekent dat bij het opleggen van reinigingsrecht er ook btw in rekening gebracht moet worden bij de bedrijven, welke wij vervolgens bij ontvangst weer moeten afdragen aan de fiscus. Omdat afvalstoffenheffing / reinigingsrecht een gesloten systeem is van baten en lasten, wordt hierbij geen winst beoogd waarvoor vennootschapsbelasting verschuldigd is. Eventuele voor- en nadelen worden geëgaliseerd middels een egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing In het verleden is wisselend omgegaan met de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Ons inziens dient de egalisatievoorziening ingezet te worden om op begrotingsbasis tariefstijgingen te kunnen nivelleren over meerdere jaren. Hierdoor wordt voorkomen dat bij eventuele grote kostenstijgingen het vastrecht ineens omhoog moet, maar kan deze in enkele jaren daar naartoe groeien (ingroeivariant). Tevens worden door deze methodiek sterk wisselende tarieven in het vastrecht beperkt. Omdat de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht een gesloten systeem is, blijven eventuele voordelen op realisatiebasis op termijn altijd ten goede komen van de burger. Om deze reden vinden wij het wenselijk en stellen dan ook voor om het plafond van deze voorziening te laten vervallen, omdat dit afbreuk doet aan het systeem van tariefegalisatie. Bij het rioolrecht is een vergelijkbare voorziening aanwezig, waardoor ook daar, door inzet van de egalisatievoorziening, de tarieven langzaam kunnen groeien naar het gewenste niveau. In de verordening Reinigingsheffingen is specifiek vermeld dat kwijtschelding mogelijk is (op basis van 100% bijstandsnorm) en is in de tarieventabel het gratis snoeiafval toegevoegd. 12. Leges Leges worden geheven op grond van artikel 219 Gemeentewet. De tarieven van de Legesverordening worden standaard met een inflatiecorrectie van 1,15% verhoogd. Vorig jaar is de laatste van de vier tranches met een extra verhoging van 10% op titel Ill van de tarieventabel doorgevoerd. Hierdoor kwam de kostendekking van de leges op een hoger niveau. Zie verder ook bij Amendement raad belastingen. De legestarieven zijn gestaffeld afgerond, waarbij tarieven tot 100 worden afgerond op 0,05; tarieven van 100 tot 500 worden afgerond op 0,10; tarieven van 500 tot 1.000 worden afgerond op 0,50 en tarieven vanaf 1.000 worden afgerond op 1,00. Daarnaast zijn enkele wettelijke tarieven nog niet bekend. Wij hanteren de wettelijke tarieven, naar beneden afgerond op veelvouden van 0,05. 13. Amendement raad belastingen Op 5 november 2015 heeft uw raad unaniem een amendement op het raadsbesluit van de Programmabegroting 2016-2019 aangenomen waarin u het college van burgemeester en wethouders verzoekt om de mogelijkheden te onderzoeken om een andere grondslag voor het forensentarief voor RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 9 van 11
seizoenstandplaatsen voor caravans in te voeren en van verhoging van de toeristenbelastingen en het effect hiervan te berekenen voor de meerjarenprogrannnnabegroting 2017 2019. Vanaf 2012 is de uitvoering van de gemeentelijke belastingen door onze gemeente uitbesteed. Tot 1 juli 2015 bij BMC en sinds 2016 bij de gemeente Nijmegen. Als gevolg van deze uitbestedingen is er de afgelopen jaren minder aandacht naar de beleidsmatige aspecten van belastinguitvoering uitgegaan. Daarnaast is met de uitbesteding de nodige kennis- en ervaring op het gebied van belastingen in onze organisatie verdwenen, waardoor de advisering op het beleidsmatige gebied wordt bemoeilijkt. Vanuit de ambtelijke organisatie dient de advisering te worden gecoördineerd richting uw raad en de uitvoerende partij en visa versa, hieraan dient nog nadere invulling te worden gegeven. Voornoemde redenen liggen eraan ten grondslag dat het college uw 'amendement raad belastingen' nog niet heeft kunnen uitvoeren. Er is veel aandacht en capaciteit ingezet op het uitbestedingsproces, de situatie met het beëindigen van de overeenkomst met BMC, het onderzoek naar een nieuwe samenwerkingspartner, het sluiten van een overeenkomst met Nijmegen en tussentijds de uitvoering draaiend houden. Tussendoor bleek de Waarderingskamer ook kritisch op een aantal onderdelen in de waardering, waardoor aanvullende inspanningen zijn geleverd om te mogen beschikken in 2014 en 2015. Voor 2016 zijn nog een aantal aandachtspunten in de uitvoering te verbeteren, met name op basis van een door de Waarderingskamer geaccordeerd plan van aanpak, om de waardering en de kwaliteit van het woningbestand te verbeteren. De uitvoering is op dit moment zodanig stabiel dat er wel capaciteit, middelen en kennis kunnen worden vrijgemaakt om uitvoering te geven aan uw amendement. Uw amendement wordt meegenomen in een breder onderzoek naar gemeentelijke belastingen in algemene zin. De werkzaamheden met betrekking tot het belastingbeleid, de belastingheffing en de belastinginvordering, zijn vanaf januari 2016 uitbesteed aan de gemeente Nijmegen. Met de gemeente Nijmegen is bekeken of de wijze van uitvoering, onderliggende methodieken en vertaling van beleidsuitgangspunten zoveel mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd om de uitvoering eenduidig en effectief te kunnen uitvoeren. Op onderdelen hanteren wij zo veel als mogelijk dezelfde uitgangspunten. Beleidsregels en belastingverordeningen worden zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Het amendement van de raad betreft echter twee specifieke onderdelen op het gebied van toeristenbelasting (mogelijk hogere opbrengsten) en forensenbelasting (andere grondslag). Het college zou dit graag in een breder perspectief willen zien en alle belastingen onder de loep nemen. U kunt hierbij denken aan de tariefmethodiek voor de ozb, wel of geen maximale verhouding tussen eigenaar en gebruiker (voorheen 125%), of tussen woning en niet-woning. Waar moet de belastingdruk hoger of juist lager zijn. Bij de toeristenbelasting kan dit zijn een hoger tarief maar ook een onderzoek naar de volledigheid van alle mogelijke belastingplichtigen, zoals B&B's. Bij de afvalstoffenheffing kan bekeken worden wat de mogelijkheden zijn om te sturen op afvalscheiding middels tarieven, bijvoorbeeld een maximaal of minimaal vastrecht, de gewenste verhouding tussen de variabele tarieven, wel of geen tariefdifferentiatie tussen één- en meerpersoonshuishoudens, enzovoorts. De kostendekkendheid van de legestarieven kan opnieuw onderzocht worden. Het vorige onderzoek is vijf a zes jaar oud. Verdere vragen zijn bijvoorbeeld of het wenselijk dan wel haalbaar is om belastingen te heffen welke de gemeente Mook en Middelaar nu niet heft, te weten: belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, parkeerbelasting, reclamebelasting en precariobelasting. RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 10 van 11
Wij zijn van mening dat het uitvoeren van het amendement in een breder verband een meerwaarde biedt voor het belastingbeleid. Uw raad zal bij de behandeling van de kadernota 2018 worden gevraagd om voor de komende jaren de beleidsmatige kaders op het gebied van belastingen vast te stellen, zodat deze uitkomsten meegenomen kunnen worden in de Programmabegroting 2018-2021. Juridische aspecten De belastingverordeningen treden in werking na publicatie. Uitvoering / Planning / Communicatie Ter inzage gelegde belastingverordeningen 2017 behorende bij dit raadsvoorstel: 1. Verordening Onroerende zaakbelastingen 2017; 2. Verordening Forensenbelasting 2017; 3. Verordening Landtoeristenbelasting 2017; 4. Verordening Watertoeristenbelasting 2017; 5. Verordening Hondenbelasting 2017; 6. Verordening Rioolheffing 2017; 7. Verordening Reinigingsheffing 2017, met bijbehorende tarieventabel; 8. Legesverordening 2017, met bijbehorende tarieventabel; 9. Model afvalstoffenheffing en tariefberekening. Mook, 15 en 29 november 2016,--' Het Ile e van burg meester en wethouders van Mook en Mid ielaar, e secretaris, J.M.G. Smits - de Kinkelder D mr. drs. W. Gradisen RV belastingverordeningen 2017 versie 3.docx Pagina 11 van 11