MEERJARENPLAN NEKOVRI 2013-2016



Vergelijkbare documenten
Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MEERJARENPLAN NEKOVRI

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

Meerjarenplan Energiebesparing

Beleidsplan Nekovri Inleiding

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2014 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

MEERJARENPLAN ENERGIE EFFICIENCY ICT-sector

MEE-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie

MJA MEERJARENPLAN RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE (1062/2013) Opgesteld door de NRK. Auteurs: Jolanda Neeft Erik de Ruijter INHOUDSOPGAVE

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MEE-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA Sectorrapport 2011 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA3-Bedrijfsrapport 2014 Railsector

Vereenvoudigde aanpak MJA

MJA-Sectorrapport 2015 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MEE CONVENANT. Protocol Monitoring, procedure

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

MJA3-Sectorrapport 2014 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Gieterijen

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

MJA-Sectorrapport 2012 Hoger beroepsonderwijs

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv Versie 2.0 (summary)

MJA-Sectorrapport 2015 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Frisdranken, Waters en Sappen

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

MEERJARENPLAN NEKOVRI

MEE-Sectorrapport 2015 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2014 ICT

Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure

EBPI MVO Kwartaalrapportage

MJA: verleden, heden en toekomst

MJA-Sectorrapport 2013 Aardappelverwerkende industrie

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA3-Bedrijfsrapport 2017

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2015 Gieterijen

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord

MJA-Sectorrapport 2012 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2012 Koel- en vrieshuizen

MEE-Sectorrapport 2014 Bierbrouwerijen

Transcriptie:

MEERJARENPLAN NEKOVRI 2013-2016 1 mei 2013 Nekovri [1]

INTRODUCTIE Voor u ligt het Meerjarenplan van Nekovri, de Vereniging van Nederlandse Koel- en Vrieshuizen. Nekovri neemt al sinds 1998 deel aan de Meerjarenafspraken en heeft in de periode tot nu toe goede resultaten geboekt. In de loop der jaren heeft Nekovri zich als vereniging ontwikkeld en hanteert zij een steeds professionelere aanpak. Bij een professionele aanpak hoort ook een lange(re) termijn planning met een duidelijke missie, visie en bijbehorende doelstellingen. Nekovri heeft daarom met veel enthousiasme deelgenomen aan het voorstudietraject. De voorstudie heeft inzicht gegeven in de meest belangrijke prestatiegebieden van waar wij ons als branche op willen respectievelijk zouden moeten gaan richten, namelijk: 1. Informatievoorziening, traceerbaarheid en automatisering 2. Personeel, arbeidsomstandigheden en welzijn 3. Nieuwe technieken en technologieën 4. Milieu 5. Energiebesparing en (duurzame) energiebronnen 6. (Voedsel)veiligheid 7. Kennismanagement, kennisborging en kennisoverdracht 1. Informatievoorziening, traceerbaarheid en automatisering Digitalisering van systemen en documenten wordt steeds belangrijker. Niet alleen intern binnen de bedrijven zelf, maar ook extern in communicatie naar klanten, keurende, certificerende en controlerende instanties. De toenemende mondialisering maakt ook dat digitalisering steeds meer noodzaak wordt. 2. Personeel, arbeidsomstandigheden en welzijn Nekovri heeft geen overkoepelende, eenduidige CAO. Door de grote diversiteit in de activiteiten van de bedrijven is dit geen reële optie gebleken. Nekovri behartigt hierbij de belangen van haar leden en hun werknemers, zodat bepaalde voorwaarden, standaarden, rechten en plichten voor eenieder toegankelijk en duidelijk zijn. De totstandkoming van de P&O helpdesk, de arbeidsvoorwaardengids, een standaard RI&E, het loongebouw en verscheidende arbobrochures zorgen ervoor dat deze onderwerpen geborgd worden binnen de branche. 3. Nieuwe technieken en technologieën De branche is continu in beweging. Klanten, markten, processen, beschikbare technieken, al deze zaken veranderen snel. Soms vormen de ontwikkelingen obstakels voor ons als marktvolgers, maar bovenal komen er kansen uit naar voren, welke de branche zo goed mogelijk moet zien te benutten. Door goede aansluiting te zoeken bij aanverwante branches, de lijnen naar Brussel te versterken en de expertise van externe partners, geassocieerde leden en Agentschap NL te gebruiken, probeert de branche zo snel mogelijk in te spelen op veranderingen. 4. Milieu Milieu en inherent hieraan, duurzaam ondernemen, neemt een steeds belangrijkere plaats binnen onze maatschappij. Ook de branche is zich daarvan bewust en probeert hier op verantwoorde wijze mee om te gaan. Dit gebeurt door gekwalificeerde (milieu)managementsystemen te implementeren, door duurzaamheid en MVO te introduceren binnen de branche door in te steken op ketenefficiency en voedselverspilling tegen te gaan. Een concreet resultaat wat voortvloeit uit MVO-doelstellingen en voedselverspilling is de samenwerking met de Nederlandse voedselbank. [2]

5. Energiebesparing en (duurzame) energiebronnen Wellicht één van de belangrijkste onderwerpen, zeker in het kader van MJA. Veel van de overige onderwerpen hebben uiteindelijk als doel om te komen tot een toename van het gebruik van duurzame energiebronnen en een afname van het totale (relatieve) energieverbruik. De afgelopen jaren is er al veel bereikt binnen de onderneming (procesefficiency). Op dit moment is Nekovri ook aan het onderzoeken hoe koel- en vrieshuizen buiten de eigen onderneming (in de nabije omgeving of in de keten) energie kunnen besparen. Verder is de uitfasering van F-gassen een thema wat bijzonder veel prioriteit heeft. 6. (Voedsel)veiligheid Het merendeel van de producten die in koel- en vrieshuizen worden behandeld zijn bedoeld voor humane consumptie. Hierdoor is voedselveiligheid altijd één van de belangrijkste voorwaarden waaraan men binnen de branche moet voldoen. Ondernemingen binnen de branche voldoen aan tal van certificeringen om voedselveiligheid te waarborgen. Nekovri is constant in gesprek met wetgevende instituties en volgt de ontwikkelingen op de voet, waardoor ze haar leden snel kan informeren over mogelijke ontwikkelingen. 7. Kennismanagement, kennisborging en kennisoverdracht Er is zeer veel kennis beschikbaar over tal van onderwerpen, welke van belang zijn voor de branche. Echter de kennis is nog versnipperd en niet altijd voor iedereen (eenvoudig) toegankelijk. Nekovri is van mening dat deze kennis beter en vrij toegankelijk moet worden voor alle belanghebbenden. In het project Koudecentraal is dit de hoofddoelstelling. Nekovri wil hier een voortrekkersrol in gaan spelen, daar zij als eindgebruiker direct of indirect te maken heeft met vrijwel alle partijen en geen last heeft van tegenstrijdige belangen. Koudecentraal dient nog verder doorontwikkeld te worden en meer kennis dient geïntegreerd te worden. Verder organiseert de branche verschillende themaavonden, waarbij kennisoverdracht en kennisvalorisatie centraal staan. Het uitgangspunt is dat ondernemers ook veel van elkaar kunnen leren door zich open te stellen en door zelf kennis te delen binnen de branche. Nekovri faciliteert deze ontwikkeling. Er zijn tal van projecten afgerond die inspringen op deze thema s. Nekovri probeert middels nieuwe projecten haar leden constant te faciliteren waardoor ze zich verder kunnen professionaliseren en waardoor meer kennis gedeeld wordt. Een overzicht van afgeronde projecten is terug te vinden in hoofdstuk 2.5. In hoofdstuk 3.7 worden de toekomstige projecten geschetst. [3]

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 4 1. CONTEXT MEERJARENPLAN 2013-2016... 5 1.1 ALGEMEEN... 5 1.2 MJA3... 5 1.3 ENERGIE-EFFICIENCYPLAN (EEP)... 6 1.4 VISIE EN STRATEGIE NEKOVRI... 6 1.4.1 DUURZAAMHEID... 7 1.5 OMGEVING EN ACTOREN... 8 2. TERUGBLIK 2009-2012... 9 2.1 GEREALISEERDE BESPARINGEN 2009-2012... 9 2.2 ENERGIE- EN BESPARINGSCIJFERS VANAF 2005... 10 2.5 AFGERONDE PROJECTEN NEKOVRI 2009-2011... 10 3. VOORUITBLIK 2013-2016... 13 3.1 ALGEMEEN... 13 3.2 AANTAL GEPLANDE MAATREGELEN... 13 3.3 GEPLANDE BESPARING IN TJ... 15 3.4 AMBITIE IN %... 16 3.6 VOORWAARDEN VAN VOORWAARDELIJKE MAATREGELEN... 17 3.6 PRIORITEITEN KOEL- EN VRIESBRANCHE 2013-2016... 19 3.7 PROJECTEN NEKOVRI 2013-2016... 20 3.7.1 PROJECTEN IN 2012/2013... 20 3.7.2 TOEKOMSTIGE PROJECTEN... 23 [4]

1. CONTEXT MEERJARENPLAN 2013-2016 1.1 Algemeen De energie-efficiencyplannen (EEP's) van individuele bedrijven vormen de basis voor het vaststellen van de doelstellingen op bedrijfs- en brancheniveau. De brancheorganisaties bepalen op basis van de EEP's van de bij hun aangesloten leden, welke verdere maatregelen zij gaan nemen om de energieefficiency te verbeteren en leggen dit vast in het MJP. Het MJP bevat de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor de implementatie van systematische energiezorg, verbetering van procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie van de ondernemingen die bij de brancheorganisatie / het productschap zijn aangesloten. Het MJP moet gedurende de looptijd van het convenant, elke vier jaar worden geactualiseerd. 1.2 MJA3 Op 3 februari 2010 heeft het Platform MJA3 een nieuwe manier van monitoren met een andere manier van meten en berekenen vastgesteld; de methodiek energie-efficiency. Deze methodiek ligt ten grondslag aan de nieuwe manier van monitoring van het MJA-convenant. De aanpassingen ten opzichte van de vroegere manier van monitoren (tijdens MJA1 en MJA2) zijn om de volgende drie redenen gedaan: er hebben zich nieuwe inzichten ontwikkeld; er is aansluiting bij een Europese Richtlijn nodig; dit moment, de wijziging MJA2 in MJA3, is een zogenaamd natuurlijk moment en waar mogelijk is voor MJA3 en MEE dezelfde methodiek gehanteerd. De belangrijkste uitgangspunten in de nieuwe methodiek zijn: Het convenant is gebaseerd op drie pijlers: verbetering van de procesefficiency, verbetering van de ketenefficiency en de toepassing van duurzame energie. De pijlers verbetering van de procesefficiency en ketenefficiency richten zich op efficiencyverbetering in het energieverbruik. Efficiencyverbetering wordt gebaseerd op daadwerkelijk uitgevoerde energiebesparende maatregelen en niet ook op andere factoren die het energieverbruik beïnvloeden. Alle inspanningen van bedrijven die gericht zijn op het realiseren van energiebesparing in het productieproces en in de keten, maar ook op de inzet van duurzame energie, worden meegeteld: zij worden omgerekend naar primaire energie (uitgedrukt in TJ) en op die manier gerapporteerd. Alleen de energiebesparing die behaald is in het productieproces en in de productieketen telt mee als efficiencyverbetering in de vergelijking van de convenantresultaten en de landelijke besparingsdoelstelling. [5]

De energie die de bedrijven nodig hebben, dient zo veel mogelijk duurzaam te zijn. Deze kan zowel zelf worden opgewekt als ingekocht. De inzet van duurzame energie wordt niet gepresenteerd als efficiencyverbetering, maar afzonderlijk opgenomen als toepassing van duurzame energie. De nieuwe methode moet pragmatisch, makkelijk uitvoerbaar, controleerbaar en toetsbaar zijn. Bedrijven kunnen middels het e-mjv en de hulp van externe adviesbureau het energie-efficiencyplan (EEP) opstellen. Meer informatie over het EEP kan men terugvinden in hoofdstuk 1.3 Energieefficiencyplan (EEP). Voor meer informatie over het MJA3 en monitoring kan men de Handreiking monitoring MJA3 raadplegen. Deze is te vinden op de website van Agentschap NL. 1.3 Energie-efficiencyplan (EEP) Het energie-efficiencyplan (EEP) is een hulpmiddel bij het interne planningsproces van bedrijven voor het nemen van energie-efficiency verbeterende maatregelen. In het plan wordt vastgelegd wanneer welke maatregelen worden uitgevoerd. Het is een verplicht element bij de meerjarenafspraken energie-efficiency. Elk bedrijf dat deelneemt aan een meerjarenafspraak moet binnen negen maanden na ondertekening van of toetreding tot de meerjarenafspraak, een concept EEP opstellen. Voor elke inrichting één EEP, met uitzondering van de bedrijven die een concernaanpak overeengekomen zijn. De nieuwe EEP s lopen van 2013 tot en met 2016. Binnen de koel- en vriesbranche zijn 90 vestigingen die het EEP 2013-2016 hebben aangedragen. Op het moment van schrijven zijn 83 EEP s volledig getoetst door AgentschapNL. De voorgenomen besparingen, alsmede de aanverwante maatregelen worden behandeld in hoofdstuk 3: vooruitblik 2013-2016. 1.4 Visie en strategie Nekovri Nekovri is de belangrijkste organisatie in Nederland op het gebied van logistiek van temperatuurgevoelige producten. Leden van Nekovri zijn koel- en vriestransportbedrijven en koel- en vrieshuizen welke dienstverlening verzorgen voor derden. De leden van Nekovri ontwikkelen zich meer en meer tot de logistieke partner van producenten, importeurs, groot- en detailhandel. Nekovri opereert in een markt die zich kenmerkt door een grote mate van diversiteit en door veel veranderingen welke elkaar in een razend tempo opvolgen. Niet alleen hebben we te maken met veranderingen in de markt waarin we opereren, stijgende kosten en teruglopende marges, maar ook een veranderende overheid bepaalt voor een groot deel ons handelen. Aanpassen aan alle veranderingen is vrijwel onmogelijk, doch noodzakelijk. Nekovri ondersteunt haar leden door zaken collectief te organiseren en te faciliteren. Ook probeert Nekovri haar naamsbekendheid steeds verder uit te bouwen op lokaal, nationaal en internationaal niveau. [6]

Missie De vereniging van Nederlandse koel- en vrieshuizen wil nu en in de toekomst zo optimaal mogelijk bijdragen aan de logistieke dienstverlening ten behoeve van temperatuurgevoelige producten voor onze klanten en voor alle consumenten waar ook ter wereld. Visie De vereniging van Nederlandse koel- en vrieshuizen wil dit bereiken door op een maatschappelijk verantwoorde wijze nieuwe technologieën, arbeid en middelen toe te passen en flexibiliteit en kwaliteit te realiseren ten einde de supply chain te optimaliseren. 1.4.1 Duurzaamheid In november 2011 is voor de leden van Nekovri een interactieve sessie georganiseerd om focuspunten te benoemen welke de komende jaren centraal zouden staan inzake duurzaamheid. Dit resulteerde in 7 thema s die in onderstaand figuur zijn geïllustreerd. 7 kernthema s koel- en vriesbranche : Duurzaamheid 1. Echt samenwerken 2. Creëren van een groen label 3. Digitaal factureren en archiveren 4. Verlengen THT-datum (minder verspilling) 5. Technische kennis delen 6. LED-verlichting optimaliseren 7. Positionering Figuur 1: 7 thema s koel- en vriesbranche inzake duurzaamheid In hoofdstuk 2: terugblik 2009-2012 wordt nog verder ingegaan op de projecten en acties die zijn ondernomen om vorm te geven aan bovenstaande kernthema s. De visie van Nekovri en de beleidsmatige invulling is vanaf 2012/2013 gestructureerd door middel van 4 pijlers. De bestuursleden zijn verantwoordelijk om binnen de toegekende pijler(s) prioriteiten vast te stellen en om hier concrete beleidsmaatregelen en acties aan toe te kennen. Hierin zijn de beleidsthema s van voorgaande jaren en de kernthema s inzake duurzaamheid verwerkt. [7]

Duurzaamheid Positionering Branche Efficiency Europa Figuur 2: 4 pijlers Nekovri In hoofdstuk 3: vooruitblik 2013-2016 wordt uiteengezet welke prioriteiten er in 2013 zijn bepaald en hoe dit vertaald wordt naar beleid. 1.5 Omgeving en actoren [8]

2.1 Gerealiseerde besparingen 2009-2012 2. TERUGBLIK 2009-2012 Ten aanzien van de onderstaande bevindingen dient opgemerkt te worden dat de cijfers van 2012 nog niet bekend zijn. Hierdoor zijn er alleen valide bevindingen over de jaren 2009, 2010 en 2011, waarbij de onderstaande resultaten uitgaan van 2011. Bij de berekeningen is uitgegaan van het referentiejaar 2008. Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. In hoofdstuk 2.5 zullen de afgeronde projecten geïllustreerd worden die door Nekovri zijn geïnitieerd om te komen tot de doelstellingen zoals deze in het MJP 2009-2012 waren opgenomen. In het meerjarenplan (MJP) 2009-2012 heeft de sector toegezegd voor 241,4 TJ aan nieuwe besparingsmaatregelen in het proces (239,6 TJ) en in de keten (1,8 TJ) te treffen. Na drie jaar bedraagt het effect van de getroffen maatregelen 128,8 TJ. Hiervan is 128,8 TJ in het proces behaald en 0 TJ in de keten. Hiermee is 53% van de MJP-doelstelling gerealiseerd. Verder is in 2011 voor het eerst 88,8 TJ duurzame energie ingekocht. Ook is, net als in het voorgaande jaar, 7,0 TJ aan duurzame energie ingezet in de vorm van een warmtepomp. Ten opzichte van 2005 bedraagt de totale méér-inzet van duurzame energie 87,4 TJ, waarmee de MJP-doelstelling voor inzet duurzame energie (58,5 TJ) in 2011 met 149% ruimschoots is behaald Totaal besparing [TJ primair] 350 300 250 200 150 100 50 0 Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling Doelstelling Resultaat Besparingsdoelstelling MJP 2009-2012 299,9 TJ 2009 2010 2011 2012 Figuur 3: Resultaat t.o.v. MJP doelstelling (MJA-Sectorrapport 2011; koel- en vrieshuizen) De grafiek illustreert de verwachting dat de algemene doelstelling, een besparing van 299 TJ in 2012, gehaald zal worden. Op het moment van schrijven zijn daar nog geen definitieve cijfers over beschikbaar. Wel is het van belang om niet alleen te kijken naar de algemene doelstelling, maar ook naar subdoelstellingen die per categorie zijn gedefinieerd (procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie). [9]

Categorie Subcategorie Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2008 Verwacht eindresultaat in 2012 (MJP) Gerealiseerd jaarlijks effect in 2011 Procesefficiency Procesmaatregelen 34,6 28,1 Installaties en gebouwen 154,3 65,5 Energiezorg en gedragsmaatregelen 27,7 32,3 Strategische projecten 23,0 3,0 Subtotaal procesefficiency 239,6 128,8** Ketenefficiency* Maatregelen in de productieketen 1,8 0,0 Maatregelen in de productketen 0,0 0,0 Subtotaal ketenefficiency 1,8 0,0 Duurzame energie Inkoop van duurzame energie 58,5 88,8 Opwekking van duurzame energie 0,0-1,4 Subtotaal duurzame energie 58,5 87,4 Totaal 299,9 216,3 Figuur 4: Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2011 *Agentschap NL constateert dat in het lopende traject opstelling EEPs 2013-2016 bedrijven wel ketenactiviteiten (KE) uitvoeren, maar deze niet als ketenprojecten herkennen. Daarmee worden de projecten ook niet in de monitoring opgevoerd. ** Het effect van de procesefficiency maatregelen is het cumulatieve resultaat van 2009, 2010 en 2011 2.2 Energie- en besparingscijfers vanaf 2005 Resultaten per jaar [TJ] 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Productievolume t.o.v. 2005 100 110 123 121 109 141 142 Werkelijk energieverbruik 2.168 2.322 2.412 2.385 2.357 2.778 2.844 Referentie-energieverbruik* 2.168 2.385 2.667 2.623 2.363 3.057 3.070 Besparing door PE-maatregelen 22 15 38 17 81 30 KE-besparing in de productieketen 0 0 0 0 0 0 0 KE-besparing in de productketen 0 0 0 0 0 0 0 Inkoop van duurzame energie 0 0 0 0 0 0 89 Opwekking van duurzame energie 8 8 8 8 0 7 7 Figuur 5: Energie- en besparingscijfers (MJA-Sectorrapport 2011; koel- en vrieshuizen) * Het referentie-energieverbruik is gebaseerd op de gegevens uit het referentiejaar van MJA3 (2005) Voor uitgebreide informatie over de energie- en besparingscijfers kan men het MJA-Sectorrapport 2011; koel- en vrieshuizen raadplegen. Deze is te downloaden via de site van Agentschap NL of men kan deze opvragen bij het secretariaat van Nekovri. 2.5 Afgeronde projecten Nekovri 2009-2011 Een aantal projecten hebben een looptijd van meerdere jaren. Andere projecten worden binnen enkele maanden afgerond. Hieronder zijn enkele afgeronde projecten tussen 2009 en 2012 geïllustreerd. Projecten die plaats hebben gevonden in 2012 en begin 2013 zijn terug te vinden in hoofdstuk 3.7 [10]

Projecten 2009-2011 Project Omschrijving Ondersteuning leden bij uitfasering HCFK s Nekovri trachtte middels dit project meer leden te kunnen overtuigen van een keuze voor natuurlijke koudemiddelen, wat zowel gelet op energieverbruik als uitstoot CO2 een forse winst betekent. Koudecentraal Een centraal punt (www.koudecentraal.nl) resp. een centrale databank met informatie voor alle typen gebruikers binnen de koudeketen. Ontwikkeling van nieuwe technieken (bijv. installatie met CO2 hydraatslurry) Verbeteren imago koeltechniek (enthousiasmeren studenten voor toekomst in deze sector) Ontwikkelen / verbeteren opleidingen op het gebied van koeltechniek. Ontwikkeling benchmark tool De benchmarktool heeft afgelopen jaren, met behulp van onafhankelijke expertise (universiteit Groningen), vorm gekregen. Op dit moment (2013) is er een officiële benchmark waar leden van Nekovri aan deel kunnen nemen. Meer informatie kunt u terugvinden in hoofdstuk 3.7. Adopt a country In het kader van het Europese subsidieprogramma ten behoeve van Europese kennisdeling neemt Nekovri deel aan Adopt a country. Verschillende projecten zijn en worden opgeleverd in dit meerjarige Europese traject. Pilot Businesscase PV-systemen De diverse dakconstructies bij de koel-en vrieshuizen bieden volop mogelijkheden om PVsystemen te installeren. In tegenstelling tot andere gebouwen is de klimaatbeheersing van de panden zeer essentieel voor de bedrijfsvoering. Doorboring van dakoppervlakte is daarbij geen gewenste optie om PV-systemen [11]

te installeren. Het meest optimaal zijn de zelfdragende constructies, al dan niet voorzien van ballast. De overheid heeft hierin een belangrijke rol, omdat zonder subsidiemogelijkheden dit nog niet interessant is. Met de voortschrijdende technologische inzichten blijft dit wel een onderwerp wat Nekovri in de gaten houdt en daar waar mogelijk acties initieert. Update en digitalisering Bouwwijzer en handboek energie-efficiency fase Het digitaliseren van belangrijke kennis en deze toegankelijk en toepasbaar maken voor leden is binnen de branche belangrijk. De update bouwwijzer heeft geresulteerd in een CD-rom waarbij leden middels een rekentool inzicht verkrijgen in de verschillende belangrijke variabelen die van toepassing zijn op het moment dat men kiest voor een andere installatie/koudemiddel. Hierdoor kan men zien, afhankelijk van de keuze, wat de gevolgen zijn in termen van energiegebruik, CO2 uitstoot, terugverdientijd e.d. Verder is het handboek energie-efficiency geactualiseerd en geïntegreerd in de website: www.koudecentraal.nl Projectmanagement, begeleiding Energie Efficiency Plannen De branche heeft haar leden ondersteund bij het vergaren en invoeren van de juiste informatie ten behoeve van het EEP en het E-MVJ. [12]

3. VOORUITBLIK 2013-2016 3.1 Algemeen Middels de EEP analyse zijn in het kader van de MJA3 op 23 april 2013 door Agentschap NL de maatregelen en bijhorende besparingen voor de periode 2013-2016 in beeld gebracht. In de volgende hoofstukken zullen respectievelijk het aantal geplande maatregelen, de geplande maatregelen in TJ, ambitie in %, vermeden CO 2 en de voorwaarden voor voorwaardelijk maatregelen over de periode 2013-2016 geïllustreerd worden. Verder zullen de prioriteiten en beleidslijnen over de periode 2013-2016 geïllustreerd worden en relevante projecten die in 2013 hebben plaatsgevonden en plaats zullen vinden, geschetst worden. Los van de maatregelen in het MJP, is het van belang om een aantal relevante ontwikkelingen te schetsen welke van invloed kunnen zijn op de uiteindelijke besparingsresultaten. Het gaat hierbij om het volgende: Uitfasering HFK s. Eind 2013 zal het Europese parlement met de definitieve verordening komen inzake uitfasering HFK s. Het voorstel van Bas Eickhout (EP-rapporteur) zal in ongewijzigde vorm voor veel turbulentie op de markt gaan zorgen. Dit heeft binnen de koelen vriesbranche prioriteit. Aanhouden economische crisis. De leden van Nekovri merken dat de marges nog meer onder druk komen te staan. Bij sommigen ondernemers is het een kwestie van overleven, waar anderen aan het inventariseren zijn hoe zij meer waarde-toevoegende activiteiten kunnen ontplooien. Bovendien zijn banken meer gereserveerd geworden m.b.t. financieringen, waardoor externe financiering lastiger is om te realiseren. De besluitvorming in Brussel. Heden ten dage wordt het overgrote deel van de wet- en regelgeving bepaald en opgesteld in Brussel. De Europese wet- en regelgeving heeft daarom een grote impact op de beleidskeuzes van koel- en vrieshuizen in Nederland. Het is evident dat het informeren van leden in een vroeg stadium over mogelijke ontwikkelingen m.b.t. wet- en regelgeving onontbeerlijk is om goed voorbereid te zijn in een Europese competitieve markt. 3.2 Aantal geplande maatregelen Uit de EEP-analyse van Agentschap NL blijkt dat koel- en vrieshuizen binnen het MJA3 voornemens zijn om 153 onzekere, 66 voorwaardelijke en 158 zekere maatregelen te nemen. Deze maatregelen zijn terug te voeren op 83 EEP s die door Agentschap NL geanalyseerd zijn. In vergelijking met het MJP 2009-2012 zijn er in dit MJP minder maatregelen opgenomen. Uiteindelijk draait het niet om de kwantiteit, maar om de daadwerkelijk besparing van een maatregel. [13]

Aantal van Titel Kwalificatie Categorie Subcategorie onzeker voorwaardelijk zeker Eindtotaal Duurzame energie Inkoop duurzame energie 6 3 9 Energie uit afval en biomassa 1 1 Omgevingswarmte 1 1 Windenergie 4 3 7 Zonnestroom 3 1 4 Totaal Duurzame energie 13 1 8 22 Ketenefficiency Materiaalbesparing 2 4 6 Optimalisatie distributie 28 2 13 43 Optimalisatie functievervulling 1 1 Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 1 1 Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 2 1 2 5 Samenwerking op locatie 5 1 6 Optimalisatie levensduur 5 5 Totaal Ketenefficiency 40 6 21 67 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 2 5 7 Installaties en gebouwen 40 37 63 140 Procesmaatregelen 57 22 60 139 Strategische projecten 1 1 2 Totaal Procesefficiency 100 59 129 288 Eindtotaal 153 66 158 377 In de EEP s van 2013-2016 zijn in totaal 377 maatregelen opgenomen. Dit betreft 153 onzeker maatregelen, 66 voorwaardelijke maatregelen en 158 zeker maatregelen. In het MJP van 2009-2012 waren 475 maatregelen opgenomen. Uiteraard gaat het niet om de hoeveelheid maatregelen, maar om de impact en de kwaliteit van de beoogde maatregel. De tabel illustreert het grote aandeel procesefficiency, maar tegelijktijdig gaan in tegenstelling tot voorgaande jaren, koel- en vrieshuizen serieus inzetten op duurzame energie en ketenefficiency. Deze thema s zijn de afgelopen jaren meer inzichtelijk geworden voor ondernemers. Nekovri heeft middels verschillende projecten en bijeenkomsten getracht om kennis te delen inzake deze thema s. [14]

3.3 Geplande besparing in TJ Som van Geplande besparing (TJ) Kwalificatie Categorie Subcategorie onzeker voorwaardelijk zeker Eindtotaal Duurzame energie Inkoop duurzame energie 0 155 155 Energie uit afval en biomassa 1 1 Omgevingswarmte 0 0 Windenergie 4 23 27 Zonnestroom 9 5 14 Totaal Duurzame energie 13 5 179 197 Ketenefficiency Materiaalbesparing 0 0 0 Optimalisatie distributie 730 12 7 748 Optimalisatie functievervulling 2 2 Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 0 0 Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 5 0 0 5 Samenwerking op locatie 3 1 4 Optimalisatie levensduur 0 0 Totaal Ketenefficiency 738 12 10 760 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 0 1 1 Installaties en gebouwen 24 34 44 102 Procesmaatregelen 33 15 33 81 Strategische projecten 0 1 1 Totaal Procesefficiency 56 49 79 184 Eindtotaal 807 67 268 1142 De geplande besparingen moeten in 2016 uitkomen op een totaal van 1142 TJ. In het vorige MJP was de beoogde besparing 403 TJ. Dit betekent dat de koel- en vriessector zichzelf weer bijzonder hoge doelen heeft gesteld om tot energiebesparingen te komen. Een kanttekening is dat veel beoogde besparingen zijn ingedeeld bij onzekere maatregelen. Het betreft hier 807 TJ. Dit lag in het MJP 2009-2012 op een veel lager niveau (102 TJ). De ambitie is in ieder geval aanwezig, maar tegelijktijdig blijft de onzekerheid groot. [15]

3.4 Ambitie in % Categorie Subcategorie voorwaardelijk zeker Eindtotaal Duurzame energie Inkoop duurzame energie 0,00% 5,32% 5,32% Energie uit afval en biomassa 0,00% 0,04% 0,04% Omgevingswarmte 0,00% 0,00% 0,00% Windenergie 0,00% 0,81% 0,81% Zonnestroom 0,17% 0,00% 0,17% Totaal Duurzame energie 0,17% 6,17% 6,35% Ketenefficiency Materiaalbesparing 0,00% 0,01% 0,01% Optimalisatie distributie 0,40% 0,23% 0,63% Optimalisatie functievervulling 0,00% 0,08% 0,08% Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 0,00% 0,00% 0,00% Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 0,02% 0,02% 0,02% Samenwerking op locatie 0,00% 0,00% 0,00% Totaal Ketenefficiency 0,43% 0,34% 0,77% Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 0,00% 0,04% 0,04% Installaties en gebouwen 1,17% 1,51% 2,69% Procesmaatregelen 0,52% 1,15% 1,67% Strategische projecten 0,00% 0,02% 0,02% Totaal Procesefficiency 1,70% 2,71% 4,41% Eindtotaal 2,30% 9,23% 11,53% In het MJP 2009-2012 bedroegen de percentages van voorwaardelijke en zekere maatregelen respectievelijk 7% en 5.5% van het totale energieverbruik. Dit betekent dat het percentage voorwaardelijke maatregelen is gestegen, maar het aantal zekere maatregelen is gedaald. Het percentage duurzame energie (alle maatregelen) is t.o.v. van het MJP 2009-2013 gestegen van 2,6% naar 6,35%. Het percentage ketenefficiency is t.o.v. het MJP 2009-2013 gestegen van 0,7% naar 0,77%. Het percentage procesefficiency is gedaald van 12,6% naar 4,41%. [16]

3.5 Vermeden CO 2 in ton Som van Vermeden CO2 (ton) Kwalificatie Categorie Subcategorie onzeker voorwaardelijk zeker Eindtotaal Duurzame energie Inkoop duurzame energie 0 11.405 11.405 Energie uit afval en biomassa 70 70 Omgevingswarmte 9 9 Windenergie 275 1.746 2.021 Zonnestroom 689 377 1.066 Totaal Duurzame energie 964 377 13.229 14.570 Ketenefficiency Materiaalbesparing 7 11 17 Optimalisatie distributie 81.775 656 390 82.820 Optimalisatie functievervulling 363 363 Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 3 3 Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 340 14 34 388 Samenwerking op locatie 232 56 288 Optimalisatie levensduur 13 13 Totaal Ketenefficiency 82.359 732 801 83.893 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 0 79 79 Installaties en gebouwen 1.668 2.529 3.217 7.414 Procesmaatregelen 2.432 1.119 2.422 5.973 Strategische projecten 0 38 38 Totaal Procesefficiency 4.100 3.649 5.755 13.503 Eindtotaal 87.423 4.758 19.786 111.967 De totale som (alle maatregelen) van de beoogde CO 2 besparing bedroeg in het MJP 2009-2012 30.017 CO 2 ton. In bovenstaande tabel zien we een beoogd resultaat van 111.967 CO 2 ton. Wederom dient de kanttekening te worden geplaatst dat het overgrote deel van de vermeden CO 2 gekwalificeerd wordt als onzeker (87.423 CO 2 ton). 3.6 Voorwaarden van voorwaardelijke maatregelen Aantal van Titel Categorie Voorwaarde eigen invoer Duurzame energie Ketenefficiency Procesefficiency Eindtotaal (leeg) 23 24 Onderdeel van onderhoud/verandering 2 16 18 Beschikbaarheid budget 1 14 15 Economische situatie 1 3 4 Positieve uitkomst proeffase 1 1 Gunstige investeringsbeslissing 1 1 Acceptatie door markt/klant 1 1 Verkrijgen vergunning/contract 1 1 Eindtotaal 1 6 59 66 [17]

Omdat niet altijd alle voorwaarden voor voorwaardelijke maatregelen worden opgenomen in het EEP (dit betreft 24 maatregelen) is er niet uitputtend te stellen wat de precieze voorwaarden zijn. Het is wel te zien dat veel voorwaardelijke maatregelen realiseerbaar worden, zodra ze onderdeel worden van onderhoud/verandering. Wanneer wettelijke eisen stellen dat er een verandering dient op te treden, dient het koel- en vrieshuis hier wel mee om te gaan (uitfasering F-gassen). Onderhoud of veranderingen die niet noodzakelijk zijn c.q. terugverdiend kunnen worden, worden in de praktijk toch vaker uitgesteld. De reden, zoals de tabel ook uitwijst, is de beschikbaarheid van budget in relatie met de economische situatie. Verder is de onzekerheid in de huidige markt per definitie een reden om investeringen uit te stellen. [18]

3.6 Prioriteiten koel- en vriesbranche 2013-2016 Zoals in hoofdstuk 1 al is geïllustreerd, is het beleid van uitgesplitst in 4 pijlers. Sommige projecten en initiatieven vallen zuiver onder 1 pijler terwijl andere projecten meerder pijlers kunnen bestrijken. Als branche probeert Nekovri haar leden zo goed als mogelijk te ondersteunen en hun belangen te behartigen. Onderstaand figuur geeft de prioriteiten 2013/2014 weer zoals deze zijn benoemd door Nekovri. Duurzaamheid Positionering branche Efficiency Europa Uitfasering F-gassen Social Media Benchmark 2013 Uitfasering HFK s Keten efficiency Koel- en vriesbranche als werkgever Collectieve inkoop energie Agrarisch Import Platform LED verlichting / Lichtplan Opleiding PGS13 Oprichting expertteams ECSLA Nekovri informatie toolbox- Good housekeeping energiebesparing Services: Loongebouw Personeelsgids MJA Import richtlijnen Arbobrochures Praktijkgids Arbeidsvoorwaarden Subsidiewijzer GMO-subsidie Automatisering / Nekovri Dynamics Techniek -middag [19]

3.7 Projecten Nekovri 2013-2016 Ter ondersteuning van de overeengekomen toekomstige besparingen in de EEP s zal Nekovri haar leden ondersteunen door inhoudelijk projecten te initiëren en te faciliteren, door intensievere samenwerking met (kennis)partners vorm te geven en door verworven kennis te delen en te communiceren met haar leden. 3.7.1 Projecten in 2012/2013 Projecten Omschrijving (Nationale) benchmark Deze benchmark wordt uitgevoerd onder leiding van prof. dr. Kees Jan Roodbergen (Rijksuniversiteit Groningen) in opdracht van Nekovri. Ondernemers krijgen een persoonlijk rapport, waarin hun waarden worden afgezet t.o.v. marktgemiddelden. Hierdoor kunnen koelen vrieshuizen bekijken hoe zij op allerlei gebieden presteren t.o.v. van de gemiddelde waarden in de markt. Hierdoor wordt het voor de ondernemer inzichtelijk waar nog kansen liggen binnen de bedrijfsvoering. Dit project loopt nog door in 2013/2014. Informatie-avond Led-verlichting Om ondernemers goed te informeren over de mogelijkheden van LED-verlichting heeft Nekovri een informatieavond led-verlichting georganiseerd. Tijdens deze drukbezochte avond werd kennis gedeeld over verschillende soorten LED, toepassingen en concepten die in de huidige LED-markt aanwezig zijn. Fase 1: ketenefficiency N.a.v. van de MJA3 doelstellingen is Nekovri aan de slag gegaan om een ketenproject te initiëren. Aangezien ketenefficiency een onderwerp is wat nog de nodige aandacht behoeft, is er gekozen om ten eerste transparantie en communicatie binnen de keten aan de kaak te stellen. Bewustwording is een eerste stap naar mogelijke besparingen. Middels een digitale enquête en een interactieve ketenavond hebben ondernemers vervolgstappen gedefinieerd om tot mogelijk kansen en besparingen in de keten te komen. Slimme sensoren Om een gedetailleerd beeld te krijgen van de energiehuishouding binnen een organisatie is [20]

meten noodzakelijk. Door meetgegevens te analyseren kunnen knelpunten in de energiehuishouding worden geïdentificeerd. Hierdoor kan gericht advies worden gegeven, waarmee de leden van Nekovri hun energiekosten kunnen reduceren. Arbobrochures: - Werken met Ammoniak - Werken met CO2 Om te borgen dat binnen de koel- en vriesbranche veilig en verantwoord wordt gewerkt met natuurlijke koudemiddelen, zijn er 2 nieuwe arbobrochures opgesteld. Hierin wordt dieper ingegaan op de risico s en mogelijke maatregelen m.b.t. het werken met respectievelijk ammoniak en CO2. Marktonderzoek Kansen Oost-Europa In samenwerking met Fontys hogescholen is marktonderzoek verricht waarbij Bulgarije, Servië en Oekraïne op Macro-, Meso- en Microniveau zijn geanalyseerd ten einde kansen en belemmeringen te definiëren voor mogelijke expansie van Nederlandse koel- en vrieshuizen naar Oost-Europa. Kostencalculatiemodel Koel- en vrieshuizen kunnen middels de Prijsindex berekening via een aantal gemakkelijke stapjes een indexering berekenen, waardoor zij in staat zijn om eventuele kostenverhogingen/verlagingen op een valide manier in hun prijzen te verwerken en het als zodanig ook aan de klant kunnen communiceren. Dit instrument mag alleen gebruikt worden binnen de kaders die gesteld zijn door de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMA) Warmtescans/uitfasering R22 De resultaten van dit project zijn vertaald in rapportages waarin warmtebeelden worden geïllustreerd van een aantal koel- en vrieshuizen. Elke gemeten temperatuur-pixel is omgezet in een kleur. Hierdoor kon worden gevisualiseerd waar lekkages optraden (installatie, leidingen, dak/gevels e.d.) om op deze manier effectief te kunnen optreden tegen mogelijke verliezen. MJA3 Nekovri blijft haar leden ondersteunen en stimuleren met het uitvoeren van de maatregelen die opgenomen zijn in de EEP s om [21]

zodoende te komen tot de beoogde besparingen die in het MJP 2009-2012 waren opgenomen. [22]

3.7.2 Toekomstige projecten: Projecten Omschrijving Fase 2: ketenefficiency In Fase 2 van ketenefficiency wil Nekovri het onderwerp ketenefficiency verder onder de aandacht brengen. In fase 1 zijn al vervolgstappen gedefinieerd door de leden, welke als uitgangspunt dienen voor Fase 2. Inventarisatie: Scholings- en opleidingsmogelijkheden Led verlichting/lichtplan Truckstroomvoorzieningen Subsidiemogelijkheden In 2013/2014 zullen verschillende inventarisaties plaats gaan vinden, om zodoende een goed beeld te vergaren van de mogelijkheden en het noodzakelijke draagvlak voor mogelijke toekomstige projecten. Het betreft tal van thema s die van belang zijn binnen de branche en die tevens inspelen op mogelijke (energie)- besparingsopties. Uitfasering F-gassen Nekovri zal haar leden continu adviseren en begeleiden inzake de uitfasering van f-gassen. Aangezien er op het moment van schrijven nog geen duidelijkheid is over de toepasselijkheid van de Europese wet- en regelgeving is het nog niet mogelijk om hier al concrete projecten voor te definiëren. Maar het is wel evident dat dit een belangrijk onderwerp wordt de komende jaren. Update managementtools/systemen: Hierbij gaat het om het actualiseren en verbeteren van huidige (KMS)-systemen zodat deze voldoen aan de huidige stand van zaken. Hierbij moet men denken aan: De bouwwijzer Energie-efficiency handboek Subsidiewijzer HACCP Verder integratie www.koudecentraal.nl MJA3 In 2013/2014 zal Nekovri wederom haar leden ondersteunen en stimuleren met het uitvoeren van de maatregelen die opgenomen zijn in de EEP s om zodoende te komen tot de beoogde [23]

besparingen die in het MJP 2013-2016 zijn opgenomen. Techniek dag Middels het organiseren van een techniek dag probeert Nekovri externe expertise samen te brengen, ten einde leden te informeren over de technische mogelijkheden binnen het koel- en vrieshuis. Het delen en valoriseren van voortschrijdende technische inzichten binnen de markt zijn van groot belang om in de toekomst tot energiebesparende maatregelen te komen. Benchmark Zie voor uitleg projecten 2011/2012 Veel van bovenstaande projecten zijn nog in ontwikkeling. Verder blijkt dat het soms nodig is om aan de weerbarstige praktijk te voldoen, waardoor ad-hoc initiatieven en projecten ontstaan. Deze kunnen logischerwijs niet worden opgenomen in dit meerjarenplan. Met bovenstaande en nog te definiëren projecten probeert Nekovri te allen tijden de belangen van haar leden te behartigen. Tevens blijft Nekovri initiëren, faciliteren en stimuleren, zodat Nederlandse koel- en vrieshuizen hun EEP doelstellingen behalen in het kader van MJA3. [24]

Nekovri Bezoekadres: Strijpsestraat 51 5616 GL Eindhoven Postadres: Postbus 901 5600 AX Eindhoven Contact E-mail: info@nekovri.nl Tel.: +31 (0)40256 5263 Fax: +31 (0)40255 3320 Website: http://www.nekovri.nl 1 mei 2013