Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure

Transcriptie

1 Bijlage MJA3 Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure 1

2 3A.1 INLEIDING 3A.1.1 Algemeen Dit protocol bevat de uitwerking van de afspraken inzake de voortgangsbewaking van de uitvoering van het energie-efficiëntieplan (EEP), zoals deze worden genoemd in artikel 5.1 lid 2 van de MJA3 convenanttekst. In dit hoofdstuk wordt beschreven volgens welke processtappen de resultaten van Ondernemingen tot stand komen. Agentschap NL rapporteert jaarlijks uiterlijk op 15 juni, voor het eerst op 15 juni 2010, aan de relevante Overleggroep Energie-efficiëntie (OGE) en uiterlijk op 1 september, voor het eerst op 1 september 2010, aan het Platform MJA3 in geaggregeerde vorm over de in het voorgaande kalenderjaar bereikte voortgang van: a. de implementatie van systematische energiezorg; b. de uitvoering van energie-efficiëntieplannen; c. de gerealiseerde energie-efficiëntieverbetering ten gevolge van b.; d. de vermeden CO 2 -emissies ten gevolge van b.; Het doel hiervan is verantwoording afleggen aan de MJA3-partijen en de samenleving in bredere zin over de bereikte resultaten en geleverde inspanningen. De monitoring geeft aan welke verbeteringen in de energie-efficiëntie zijn bereikt, hoe deze bereikt zijn en welke afwijkingen er eventueel zijn ten opzichte van de beoogde resultaten uit de energieefficiëntieplannen (EEP s). Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar maatregelen gerealiseerd: 1. in het productieproces; 2. in de productketen; 3. als gevolg van de toepassing van duurzame energie. Eveneens wordt verslag gedaan van de mate van implementatie van systematische energiezorg en de werking van de geïmplementeerde systematische energiezorg. Een belangrijk onderdeel is het bepalen van eventuele noodzaak tot bijsturing. Afwijkingen kunnen aanleiding zijn tot heronderhandelen en/of het maken van aanvullende afspraken. 3A.1.2 Inhoud van het protocol Het protocol bestaat uit de volgende zes artikelen: 3A.2.1 3A.2.2 3A.2.3 3A.2.4 3A.2.5 3A.2.6 Relevante bronnen Bedrijfsmonitoring Branchemonitoring Resultatenbrochure Procedures Stappenschema 2

3 3A.2 ARTIKELEN 3A.2.1 3A A Relevante bronnen Monitoring De monitoringmethodiek is opgenomen in hoofdstuk 4 (Monitoring Protocol, methodiek). Energiezorg De methodiek voor invoeren van systematische energiezorg is vastgelegd in hoofdstuk 5 (Protocol Energiezorg). 3A.2.2 Bedrijfsmonitoring De individuele rapportages van de Ondernemingen vormen de basis voor de geaggregeerde rapportage door Agentschap NL. Iedere Onderneming rapporteert jaarlijks uiterlijk op 1 april, voor het eerst op 1 april 2010, aan Agentschap NL en de relevante Brancheorganisatie c.q. het Productschap over de in het voorafgaande kalenderjaar bereikte voortgang van de implementatie van systematische energiezorg en de uitvoering van het energie-efficiëntieplan, waarbij per inrichting onderscheid wordt gemaakt naar maatregelen gerealiseerd: 1. in het productieproces; 2. in de productlevensketen; 3. als gevolg van de toepassing van duurzame energie. In de rapportage wordt in ieder geval aangegeven de verbetering van de energie-efficiëntie in de betrokken inrichting(en), alsmede de hiermee samenhangende vermeden CO 2 -emissies. 3A.2.3 Branchemonitoring Agentschap NL aggregeert de kwantitatieve gegevens uit de bedrijfsmonitoringrapportages tot een branchemonitoringrapportage, waarin de ontwikkelingen tot en met het rapportagejaar worden vastgesteld, onderbouwd en toegelicht. In dit proces kan Agentschap NL gebruik maken van een externe consultant. De procedure voor branchemonitoring wordt hieronder nader beschreven. De volgende onderwerpen dienen te worden beschreven (kwalitatief): Relatie met het Meerjarenplan (MJP); Vergelijking van de gerealiseerde maatregelen met geplande maatregelen.; Uitvoeringswijze van het verzamelen van de gegevens; Overzicht van de ontwikkelingen over voorgaande jaren en het betreffende monitoringjaar met betrekking tot energie-efficiëntie, uitgesplitst naar procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie. Vooruitblik naar de ontwikkelingen in het komende monitoringjaar betreffende energieefficiëntie, uitgesplitst naar procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie. 3

4 3A.2.4 Resultatenbrochure Agentschap NL aggregeert de kwantitatieve gegevens uit de branchemonitoringrapportages tot de MJA3-resultatenbrochure, waarin de ontwikkelingen tot en met het rapportagejaar worden vastgesteld, onderbouwd en toegelicht. De procedure voor monitoring wordt hieronder nader beschreven. 3A.2.5 Procedures Opstellen van de bedrijfsmonitoringrapportages 3A A A A Iedere Onderneming rapporteert jaarlijks vóór 1 april van elk jaar naar Agentschap NL; De gerapporteerde monitoringgegevens worden vertrouwelijk behandeld, zoals nader omschreven in hoofdstuk 7. De monitoringgegevens op bedrijfsniveau worden door Agentschap NL getoetst waarbij de volgende criteria worden gehanteerd: - De rapportages zijn conform het format Bedrijfsmonitoringrapportage (dit format komt te staan in de Handreiking); - De afgesproken monitoringmethodiek en de door de Overleggroep Energieefficiëntie geaccordeerde aanvullingen zijn toegepast; - De systematische energiezorg is conform de Referentie Energiezorg en de BasisCheck Energiezorg; - Voortgang en eventuele bijsturing zijn duidelijk aangegeven. Agentschap NL deelt het resultaat van de gerapporteerde monitoringgegevens mee aan de Onderneming in de vorm van een Bedrijfsmonitoringrapportage. Opstellen van de branchemonitoringrapportage 3A A Agentschap NL aggregeert vervolgens de individuele bedrijfsmonitoringrapportages. De branchemonitoringrapportage wordt door Agentschap NL getoetst, waarbij de volgende criteria worden gehanteerd: - De rapportages zijn conform het format Branchemonitoringrapportage (dit format komt te staan in de Handreiking); - De afgesproken monitoringmethodiek en de door de Overleggroep Energieefficiëntie geaccordeerde aanvullingen zijn toegepast; - De systematische energiezorg is conform de Referentie Energiezorg en de BasisCheck Energiezorg; - Voortgang en eventuele bijsturing zijn duidelijk aangegeven. 4

5 Bespreking in Overleggroep Energie-efficiëntie en terugkoppeling aan Ondernemingen 3A A A A A A Agentschap NL rapporteert jaarlijks uiterlijk op 15 juni aan de relevante Overleggroep Energie-efficiëntie in geaggregeerde vorm over de in het voorafgaande kalenderjaar bereikte voortgang van de sector. De Overleggroep Energie-efficiëntie komt in juni bij elkaar en bespreekt de branchemonitoringrapportage rapport; indien nodig kan zij aanvulling vragen. De Overleggroep Energie-efficiëntie toetst naast de onder genoemde criteria de rapportage ook op eventueel vertrouwelijke informatie en kan hieromtrent aanpassingen aanbrengen. Na ontvangst van alle conceptrapportages zullen het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie c.q. het ministerie van Infrastuctuur en Milieu en Agentschap NL eventuele verschillen in aanpak bij de gegevensverzameling en - verwerking met het CBS bespreken. Na goedkeuring door de Overleggroep Energie-efficiëntie is de branchemonitoringrapportage openbaar. De Overleggroep Energie-efficiëntie stuurt de goedgekeurde branchemonitoringrapportage aan het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie c.q. het ministerie van Infrastuctuur en Milieu. Indien er geen goedgekeurd rapport is zullen partijen overleg plegen over de gevolgen. Opstellen van de resultatenbrochure 3A A Agentschap NL aggregeert vervolgens alle branchemonitoringrapportages en verwerkt deze tot de MJA3-resultatenbrochure. Agentschap NL rapporteert aan het Platform MJA3 en aan de ministers over de resultaten van de MJA3. Agentschap NL maakt in de resultatenbrochure onderscheid naar - energiebesparing, energie-efficiëntieverbetering en vermeden CO 2 -emissies; categorisering van resultaten t.w. gerealiseerde maatregelen productieproces en productlevensketen en inzet duurzaam opgewekte energie; - kwalificatie van resultaten te weten zekere, voorwaardelijke, onzekere en aanvullende activiteiten; - bundeling van resultaten naar de clusters industriële sectoren, voedings- en genotmiddelenindustrie, gebouwde omgeving, vervoersector en MJA1- sector. Bespreking in Platform MJA3 3A Agentschap NL rapporteert jaarlijks uiterlijk op 1 september aan het Platform MJA3 in geaggregeerde vorm over de in het voorafgaande kalenderjaar bereikte voortgang van de MJA3. 5

6 3A.2.6 Stappenschema procedure monitoring 1. Getoetst EEP, met stand van za ken en voorgenomen verbeterpunten inza ke: Energiezorg Proces- en productbeschrijving Energieverbruik en prestatiematen Energieverbruikanaly se procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie Besparingsmogelijkheden, geplande maatregelen en overige activiteiten 2. Iedere Ondernem ing rapporteert j aarlijks uiterlij k op 1 april aan Agentschap NL, het Bevoegd Gezag en haar Brancheorganisatie of zijn Productschap over de in het voorafgaande kalenderjaar bereikte voortgang van: De implem entatie van sy stem atische energiezorg De uitvoering van het EEP, waarbij per inrichting onderscheid wordt gem aakt naar: m aatregelen, uitgesplits t naar procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie invloedsfactoren en volum eontwikkeling gerealiseerde energie-efficiëntieverbetering door getroffen maatregelen verm eden CO 2 -em issie door getroffen m aatregelen 3. Agentschap NL valideert de rapportage aan de hand van de Bij lage MJA3, hoofdstu k 4, en deelt het resultaat daarvan m ee aan de Ondernem ing. Het resultaat wordt weergegeven in de scorekaart. 4. Agentschap NL rapporteert j aarlijks uiterlijk op 15 juni aan de relevante Overleggroep Energie-efficiëntie in geaggregeerde vorm over de in het voorgaande kalenderjaar bereikte voortgang van de in stap 2 verm elde onderwerpen. Deze rapportage wordt aangevuld m et de bereikte voortgang van de ui tvoering van het Meerjarenplan, de voortgang en uitvoering van voorstud ies en routekaarten en de Ondernem ingen die aan hetm onitoringtraject hebben deelgenomen. 5. Agentschap NL rapporteert j aarlijks uiterlijk op 1 septem ber aan het Platform MJA3 in geaggregeerde vorm over de in het voorgaande kalenderjaar bereikte voortgang van MJA3 als bedoeld in s tap De m inisters zullen de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de in het voorgaande kalender bereikte voortgang van MJA3 als bedoeld in stap 4 inform eren. 6