Preventiebeleid zware ongevallen (PBZO)

Vergelijkbare documenten
Agenda. 1. Introductie VTTI. 2. Implementatie NTA 8620 voor NL. 3. KPI s. 4. Conclusies

Service Terminal Rotterdam Preventiebeleid Zware Ongevallen 1

FEB Middelburg. I februari 201 7

IN LEIDING WIE ZIJN WIJ? ARTS SAFETY B.V., ADVIESBUREAU GESPECIALISEERD IN ADVISEREN, REKRUTEREN EN AANBIEDEN VAN OPLOSSINGEN VOOR

ONTWIKKELING EN IMPLEMENTATIE VAN. Arbo (VCA, OHSAS 18001), kwaliteit (ISO 9001), milieu MANAGEMENTSYSTEMEN

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Naar een veiliger (proces) industrie. Inspecties naar het onderhoudsmanagement en de veilige en juiste uitvoering van onderhoud bij BRZO-bedrijven

Generieke systeemeisen

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

OHSAS certificaat voor het waarborgen van veiligheid

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

CO2 prestatieladder Managementverklaring

Introductie OHSAS 18001

Self Assessment Tool Verbeteren van veiligheidsprestaties

Risico Management. Arbeidsinspectie. Jan Slijpen Teamleider MHC-Zuid Directie MHC. Toepassing Risico Management door AI

Tab T Nadere toelichting keuze scenario s t.b.v. inspectie

Informatie voor BRZO inrichtingen

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie

PBZO Joontjes B.V. Beleid ter voorkoming van zware ongevallen. Joontjes B.V. Oliehandel 2011/2012

NTA 8620 en certificatie managementsystemen

Procesveiligheid. Welcome to Hotel Process Safety such a lovely place. Chris Pietersen NVVK Congres 20 maart 2013

Cursus coordineren Brzo

Alles wat u moet weten over procesveiligheid maar waar u nooit om hebt gevraagd. NVVK Congres Papendal 16 maart 2011

ISMS BELEIDSVERKLARING. +31(0) Versie 1.0: 3/7/18

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN

Introductie. en implementeren in projecten. Waarom het onderwerp Europese richtlijnen:

Atex. ATmosphères EXplosives

NTA 8620 en de relatie met andere normen voor managementsystemen

De nieuwe Nederlandse Technische Afspraak 8620 NTA Mareille Konijn 4 juni 2015

Brzo 2015 en Rrzo. Edwin Voogd, InfoMil Linda van Berkel, InfoMil

Sense of Urgency Procesveiligheid. Lessen uit verleden IR. THEO OLIJVE, MANAGING DIRECTOR ODFJELL TERMINAL (ROTTERDAM) B.V.

Rutges vernieuwt onderhoud en renovatie

Werklijst bij het toezicht en ongevalsonderzoek ten aanzien van de Risico s bij Repressie van Zware Ongevallen

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Energiemanagementplan Carbon Footprint

INSTRUCTIE OPVOLGING / AFHANDELING SCHRIFTELIJKE MELDINGEN MONTEURS

NTA 8620 versus ISO-systemen. Mareille Konijn 20 april 2015

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI

Energie management Actieplan

Brzo 1999 & Arie. Een kennismaking

Informatiemateriaal EMERGENCY RESPONSE ORGANIZATION (ERO)

Major Hazards Control

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Project Tankopslag. Instructie registratie inspectiegegevens. in de Inspectieruimte en I-net (Inspectie SZW)

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

Managementsystemen. De organisatie in beweging. door: Fred van der Wal Stienstra. BMD Advies Oost. Grondig en gedegen.

2 OHSAS op hoofdlijnen

Energiemanagement Actieplan

Informatieavond Marcogas

Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

In control met Compliance Management

Informatieblad. N180802, versie 4 september ISO voor toezichthouders milieuwet- en regelgeving

Procesveiligheid & SIL

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Risicomanagement volgens de norm en in de praktijk

De volgende stap naar certificering!

TOP-Consultants. Portfolio

Beleid Informatiebeveiliging InfinitCare

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

BEKNOPTE ANALYSE VAN INCIDENTEN IN DE CHEMISCHE INDUSTRIE

De adviseur als spil in ATEX land

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Energie Kwailteitsmanagement systeem

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

Metatechnisch Evaluatiesysteem

De waarde van veiligheidsindicatoren. Jakko van Kampen Jop Groeneweg, Dolf van der Beek

De betekenis van certificatie in relatie tot naleving wet- en regelgeving. n versie 29 november 2012

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

Beleid veiligheid en gezondheid

CO2 managementplan. Max Bögl

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC

De nieuwe ISO-normen: meer dan KAM-management alleen!

Effectief en efficiënt samenwerken Brzo 2015, Rrzo en PGS 6 Kennisdag BRZO+ 31 mei 2016

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

ISO en andere managementsysteemnormen

Assetmanagement Rotterdam

Concept BHV Plan. Harpdreef ZX Etten leur

Risicomethodiek en arbowetgeving

COMPLIANCE MANAGEMENT VOLDOEN AAN WET- EN REGELGEVING COMPLIANCE MANAGEMENT. Vereenvoudigde verantwoording aan in- en externe stakeholders

Beantwoording Statenvragen 3251, 1b, welke sancties zijn opgelegd etc. BP Raffinaderij Rotterdam B.V.

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN

RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL

Arbo-eis terecht? / Het Brzo lijkt voor I-SZW een onuitputtelijke bron om een PGS richtlijn voor te schrijven.

Inspectie en Onderhoud aan ATEX-installaties

Toepassen van ISO 22000: denken vanuit risico s en kansen

Compliance: Werken volgens het boekje

CO 2 Managementplan. Verwaal Transport. Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: Versie: 1.0

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

Bijlage C: Controlelijst C8 van de Werkwijzer bedrijfsbrandweren

Jan-10 Feb-10 Mar-10 Apr-10 May-10 Jun-10 Jul-10 Aug-10 Sep-10 Oct-10 Nov-10 Dec-10

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?!

Beschrijving van de generieke norm: ISO 27001:2013. Grafimedia en Creatieve Industrie. Versie: augustus 2016

Transcriptie:

1 van 0. Inleiding Sinds 2012 is binnen de Europese Unie Seveso III-richtlijn (Directive 2012/1/EU) van kracht. Nederland heeft deze richtlijn geïmplementeerd met het Besluit Risico s Zware Ongevallen 2015 (BRZO 2015) en de Regeling risico s zware ongevallen (RRZO). Onder een zwaar ongeval wordt verstaan een gebeurtenis als gevolg van onbeheersbare ontwikkelingen tijdens de bedrijfsuitoefening in een organisatie, waardoor hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens binnen of buiten de inrichting of voor het milieu ontstaat en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Gelet op de hoeveelheid en aard van de op en overgeslagen stoffen is op de activiteiten van Euro Tank Terminal B.V. (ETT) en Eurotank Amsterdam B.V. (ETA) het BRZO van toepassing. Krachtens het BRZO moeten de terminals: a) Een preventiebeleid zware ongevallen (PBZO) vaststellen; b) Een veiligheidsbeheersysteem (VBS) in werking hebben, en; c) Een veiligheidsrapport (VR) opstellen. Dit PBZO document beschrijft het beleid ter voorkoming van zware ongevallen, de uitgangspunten van het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en het kader voor de risicobeoordeling. 1. Algemene doelstelling van het HSEQ - beleid VTTI Binnen VTTI maken de zorg voor het beschermen van de gezondheid en het zorg dragen voor de veiligheid van publiek, werknemers, bezoekers en leveranciers en het beschermen van het milieu een integraal onderdeel uit van het totale zorgbeleid. Principes zijn - Veiligheid, gezondheid en milieu hebben de hoogste prioriteit in al onze operaties; - Alle incidenten zijn te voorkomen. Alle activiteiten zijn gebaseerd op een nul incidenten filosofie; dus geen ongevallen, geen vervuiling en geen schade aan mens of milieu. VTTI-NL (ETT en ETA) De terminals stellen zich ten doel om de gezondheid en veiligheid van de eigen werknemers en personeel van derden alsmede de kwaliteit van het milieu te beschermen. Indien noodzakelijk worden aanvullende maatregelen getroffen om risico s tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Het uitgangspunt is dat minimaal aan de wet - en regelgeving wordt voldaan en invulling wordt gegeven aan de principes en beleidsdoelen van VTTI. Dat betekent geen verzuimletsel of (onomkeerbare) schade aan het milieu. 2. Het Dit document beschrijft het Preventie beleid zware ongevallen (PBZO) zoals dat van toepassing op alle bedrijfsactiviteiten van ETT en ETA. Dit beleid er op gericht zware ongevallen te voorkomen, te bestrijden en de effecten te beperken. De terminals hebben ieder hun eigen VBS. Dit PBZO vormt met het VBS het veiligheidsmanagement systeem (VMS) van de terminals. 2.1 Veiligheidsprincipes Het voorkomen van (zware) ongevallen is van essentieel belang voor een succesvolle en duurzame bedrijfsvoering. Daartoe worden de volgende veiligheidsprincipes gehanteerd: Alle bedrijfsprocessen kunnen zodanig worden beheerst dat letsels, beroepsziekten en (zware) ongevallen kunnen worden voorkomen; Alle medewerkers zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zichzelf, anderen en het milieu;

2 van Veilig werken is een arbeidsvoorwaarde; Gemotiveerde en getrainde werknemers zijn een vereiste om te komen tot een adequate implementatie en uitvoering van het beleid; Toezicht, meten van de prestaties, audits en leren van incidenten is essentieel voor een continue verbetering van de veiligheid van personen, installaties, de omgeving en het milieu. Door het beschikbaar stellen van repressieve middelen en in stand houden van een getrainde bedrijfshulpverlening organisatie worden effecten van incidenten zo veel mogelijk beperkt. 2.2 Doelstellingen procesveiligheid Uit de bovengenoemde veiligheidsprincipes komen de volgende doelstellingen met betrekking tot het beheersen van de procesveiligheid voort: Het tot aanvaardbaar risico reduceren van risico s met betrekking tot (zware) ongevallen; Geen ongevallen met verzuim of erger. Voor een beschrijving van de consequenties wordt verwezen naar de risicomatrix. Zie document NL- 20.102-S02. De matrix geeft op basis van de mogelijke gevaren (voor de mens, het milieu en de economische aspecten) en de kans van optreden aan of (aanvullend) maatregelen noodzakelijk zijn. 2.3 Uitvoering van het beleid De implementatie en uitvoering van het PBZO - beleid zijn geborgd in het veiligheidsbeheersysteem (VBS). Het VBS maakt onderdeel uit van het totale HSEQ managementsysteem. Daarin zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden controleerbaar vastgelegd. Alle leidinggevenden en medewerkers zijn er verantwoordelijk voor dat steeds in overeenstemming met de procedures en werkinstructies wordt gehandeld. Daartoe worden medewerkers geïnstrueerd, getraind of opgeleid. De directie zal de daarvoor benodigde bevoegdheden en middelen verstrekken. Het VBS is gebaseerd op de Plan / Do / Check / Act (PDCA) cyclus. Het doel daarvan is om op een planmatige en systematische manier risico s beheersbaar te maken en om van tevoren gestelde doelstellingen te realiseren. De PDCA - cyclus houdt het volgende in: Plan: Do: Check: Act: Het vaststellen van de doelstellingen en processen die nodig zijn om resultaten te bereiken die in overeenstemming zijn met het veiligheidsbeleid van de organisatie (vaststellen doelen, plannen en de daarvoor noodzakelijke middelen); Het implementeren van de processen en uitvoeren van de plannen (planning, uitvoering en implementatie); Het bewaken en meten van de prestaties ten opzicht van het HSEQ -beleid, doelstellingen, wettelijke en andere eisen, evenals het rapporteren van de resultaten (controle en vaststellen van corrigerende maatregelen); Het treffen van maatregelen om de prestaties van het veiligheidsmanagement systeem continu te verbeteren (corrigeren waar dingen fout gaan en bijstellen van de plannen). Met het VBS moet een veilig ontwerp, constructie, operatie en onderhoud van de installaties worden geborgd. Om tot een adequate implementatie en uitvoering van het beleid te komen en het proces van continue verbetering te bevorderen stelt de directie tijd, geld en middelen beschikbaar.

3 van 3. Weergave van de risico s Zie bijlage NL-20.102-A03 (ETT) en A04 (ETA) voor een overzicht van de belangrijkste gevaren en mogelijke effecten daarvan. 3.1 ETT De belangrijkste risico s voor ETT fase 1 en 2 houden verband met de kans dat gasolie of stookolie vrijkomt als gevolg van een calamiteit (instantaan falen van de opslagtank), lekkage van de tank, breuk of lekkage van de leidingen. Het individueel risico wordt in hoofdlijnen bepaald door het vollopen van een van de grote tankputten met gasolie of stookolie. Voor ETT fase 3 en 3a houden de belangrijkste risico s verband met het gevaar van brand en of explosie als gevolg van het vrijkomen van product (K1) en ontsteking daarvan. Gelet op de afstanden tot gevoelig gebied, is er geen sprake van een groepsrisico (QRA) van enige omvang. 3.2 ETA Voor de Octaanweg (OCW), waar uitsluitend K3 wordt opgeslagen, zijn de belangrijkste risico s het vrijkomen van product met als gevolg verontreiniging van de bodem en / of het oppervlaktewater. Voor de Van Riebeeckhavenweg(RBH) en de Benzolweg (BZW) houden de belangrijkste risico s ook verband met brand en of explosie als gevolg van het vrijkomen van product (K1) en ontsteking daarvan. Gelet op de afstanden tot gevoelig gebied, is er geen sprake van een groepsrisico (QRA) van enige omvang. 4. Beginselen van het Veiligheidsbeheerssysteem Het VBS is opgesteld conform de eisen van het BRZO 2015 en de NTA 620. Het doel is om te borgen dat zware ongevallen met gevaarlijke stoffen worden voorkomen of, indien ze toch gebeuren, de effecten hiervan te beperken. Het VBS beschrijft het geheel van organisatorische en technische maatregelen om (zware) ongevallen te voorkomen. Bij de uitwerking van VBS wordt tenminste rekening gehouden met de volgende factoren: a) Het beheersysteem in het algemeen ETT en ETA beschikken ieder over één eigen managementsysteem voor ARBO, veiligheid, milieu en kwaliteit. De zijn ISO 9001 en OHSAS 1001 gecertificeerd. Het systeem van ETA is ook ISO14001 gecertificeerd. Het VBS, dat daarvan deel uitmaakt is zo ingericht dat per element de PDCA - cyclus door middel van één of meerdere procedures is gesloten. Een overzicht van de per VBS - element geldende documenten (beleid, procedures) maakt deel uit van het managementsysteem. b) Elementen van het VBS i) Organisatie en de werknemers Uitgangspunt is dat iedere werknemer de voor zijn of haar taak benodigde opleiding heeft. Deze eisen zijn vastgelegd in functieomschrijvingen. Medewerkers die niet aan hun functieomschrijving voldoen krijgen de gelegenheid om de benodigde opleiding te volgen. Medewerkers worden op frequente basis getoetst op vaardigheden nodig voor het uitoefenen van werkzaamheden.

4 van Elke medewerker kent zijn of haar plaats in de organisatie en weet wat door de organisatie van hem of haar wordt verwacht. Medewerkers zijn bekend met het veiligheidsbeleid (PBZO), het VBS en de doelstellingen op het gebeid van veiligheid, milieu en kwaliteit. Medewerkers worden actief bij de uitvoering en verbetering van het veiligheidsbeleid betrokken. Aannemers zijn geïnformeerd over de veiligheidsvoorschriften die op de inrichting gelden. ii) Identificatie van de gevaren Gevaren worden geïdentificeerd en in de vorm van scenario s uitgewerkt. De risico s worden systematisch beoordeeld. Voor nieuwe installaties worden veiligheidsstudies uitgevoerd. De methode is in beginsel de HazOp studie, tenzij blijkt dat met een andere studie kan worden volstaan. De studies kunnen worden toegepast voor verschillende fasen (nieuwbouw, uitbreiding, normale bedrijfsvoering, wijzigingen en sloop) van de bedrijfsvoering. Zie NL-20.102-A01 voor een overzicht van de per levensfase toegepaste methoden en studies. iii) Beheersing van de uitvoering Ten behoeve van een veilige uitvoering van de werkzaamheden tijdens in bedrijf nemen, normaal bedrijf, uit bedrijf nemen, storingen en onderhoud, voorziet het managementsysteem in procedures en onderliggende documenten zoals werkinstructies en controlelijsten. Ter controle op en continue verbetering van de bewustwording worden periodiek observatierondgangen gehouden. iv) Wijze waarop gehandeld wordt bij wijzigingen Er zijn procedures geïmplementeerd waarmee wijzigingen die mogelijkerwijs invloed kunnen hebben op de risico s van zware ongevallen, worden beheerst. De procedures hebben betrekking op permanente, tijdelijke en noodvoorzieningen. De organisatie is er op ingericht om dergelijke wijzigingen te beoordelen en in staat om, indien nodig, aanvullende maatregelen te nemen. v) Planning voor noodsituaties De noodsituaties die kunnen optreden, zijn door middel van scenario s geïdentificeerd. Mede op basis deze scenario s is een bedrijfsnoodplan opgesteld. Het plan wordt met een regelmatige frequentie geoefend en na evaluatie daarvan zo nodig aangepast. vi) Beheersing van de prestaties De veiligheidsprestaties alsmede het functioneren van de preventieve en repressieve maatregelen worden periodiek gemeten en beoordeeld. Voor zover relevant zijn daartoe per proces (procedure) kritische performance indicatoren (KPI s) vastgesteld. Er is onderscheid gemaakt in zogenoemde lagging en leading indicatoren. De lagging indicatoren geven inzicht in de veiligheidsprestaties met het VBS. De leading indicatoren geven inzicht in het functioneren van het VBS. Door periodieke rapportages op basis van de KPI s wordt nagegaan of de bestaande preventieve maatregelen (nog) adequaat zijn of dat additionele preventieve maatregelen noodzakelijk zijn. Indien niet alle risico s tegelijk verkleind kunnen worden, zullen prioriteiten worden gesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met het aantal extra te nemen maatregelen, de kosten en de kwaliteit daarvan. Voorts vindt onderzoek plaats naar (bijna) zware ongevallen, waarbij wordt vastgesteld welke maatregelen hebben gefaald en welke maatregelen noodzakelijk zijn om herhaling te voorkomen.

5 van vii) Audits en beoordeling Om een goed werkend veiligheidsbeheersysteem te bereiken worden periodiek audits en inspecties uitgevoerd. De beoordelingen zijn er mede op gericht om de PDCA - cyclus sluitend te maken en te houden. Resultaten van zowel inspecties als audits worden vastgelegd. Ten minste één keer kwartaal worden op managementniveau de vastgestelde KPI s besproken. Resultaten van interne audits en inspecties alsmede de opvolging worden vastgelegd. Eenmaal per jaar wordt op basis van deze rapportages een analyse opgesteld. Op basis daarvan wordt beoordeeld of bestaande preventieve/repressieve maatregelen (technisch en/of organisatorisch) nog adequaat zijn. Indien nodig worden additionele maatregelen geïmplementeerd. 5. Weergave van de risicocriteria Het uitgangspunt is dat preventie van ongevallen en bescherming van het milieu een organisatie-brede, systematische en continue aanpak vraagt. De aanpak van risico s is enerzijds gericht op de top van de ijsberg, de zware ongevallen in het bijzonder. Anderzijds richt de aanpak zich op de onderkant van de ijsberg. Dat wil zeggen: onveilige situaties, incidenten en bijna ongevallen die aanleiding kunnen geven tot een keten van gebeurtenissen op weg naar een zwaar ongeval. De beoordeling van risico s vindt daarom plaats aan de hand van de risico matrix, welke onderdeel van de PBZO document is (-S02). De matrix wordt gebruikt bij de beoordeling van: Opgestelde installatiescenario s, getroffen maatregelen (Lines of Defence) in het bijzonder; Maatregelen naar aanleiding van uitgevoerde veiligheidsstudies (bijv. HazOp, LOPA); Voorgestelde of noodzakelijke wijzigingen (modificaties); De wijze van onderzoek van (bijna)incidenten. Iedere risicocategorie kent een termijn waarbinnen maatregelen geïmplementeerd of geïnitieerd dienen te zijn. Bij de bepaling van de risicocategorie geldt steeds de hoogste uitkomst. 6. Samenhang risico s en te nemen maatregelen 6.1 Bepaling noodzaak (aanvullende) maatregelen Voor bepaling van de noodzaak tot risico verminderende vermindering van het restrisico wordt bij veiligheidstudies (zie bijlage -A01) of opvolging van audits, incidenten et cetera, onderstaand criterium toegepast. (rest)risico 1 Aanvaardbaar 2 Beperkt Maatregel of actie Maatregel niet direct nodig, aanpak in het kader van continue verbetering. Afweging kosten en baten in relatie tot de doelstellingen voor veiligheid en milieu (As low as reasonable practical = ALARP) uitvoeren onderzoek (bijna) incidenten door eigen afdeling door eigen locatie 3 Ontoelaatbaar Direct maatregelen noodzakelijk. door VTTI (evt. externe partij) Uitgangspunt van de risicobeoordeling en het nemen van maatregelen is om scenario s terug te brengen tot een risico categorie 1 of 2 én te voldoen aan de bedrijfsdoelstellingen met betrekking tot

6 van veiligheid en gezondheid van de werknemers, de omgeving en het milieu. 6.2 Voorkeursvolgorde type maatregelen Primair wordt gestreefd naar een intrinsiek veilig ontwerp. Indien (aanvullende) maatregelen noodzakelijk zijn, dan gaan preventieve vóór repressieve maatregelen en technische vóór organisatorische maatregelen. De maatregelen moeten een voldoende mate van risicoreductie geven (LOPA), betrouwbaar zijn (SIL), controleerbaar en onafhankelijk (van de oorzaak) zijn. 7. Bekendmaking beleid De werknemers dienen op de hoogte te zijn van het gestelde in dit beleidsdocument. Iedere afdelingsmanager is er voor verantwoordelijk dat zijn of haar medewerkers schriftelijk en mondeling worden geïnformeerd over de inhoud van dit document en de essentie ervan. December 2015, Jack de Moel General Manager VTTI-NL Bijlagen -A01 Identificatie van de gevaren en beoordeling van de risico s; -S02 Wijze waarop risico s worden bepaald en beoordeeld (Risicomatrix); ETT - 20.102-A03 Overzicht van voorziene gevaren naar aard en omvang (ETT). ETA - 20.102-A04 Overzicht van voorziene gevaren naar aard en omvang (ETA). Opmerking: Deze bijlagen maken deel uit van dit preventiebeleid zware ongevallen (PBZO). Referenties ETA - 30.303-A0x Installatie scenario s ETA

Appendix 20.102-A01 7 van Authorization: Identificatie van de gevaren en beoordeling van de risico s Levenscyclus fase Methode / Procedure Procedure Doel HazOp - LOPA 30.301 HazOp - LOPA Identificatie van scenario's voor (zware) ongevallen Identificatie veiligheid en milieukritische apparatuur en procedures SIL Volgt uit LOPA. Classificatie van de vereiste betrouwbaarheid van instrumentele of mechanische beveiligingen Ontwerp (nieuwbouw of wijzigen bestaande installaties) FMECA (optioneel) 30.302 FMECA Vaststelling van aard en frequentie van onderhoud en inspectie Identificatie veiligheid en milieukritische apparatuur en procedures Ontstekingsbron analyse volgens ATEX 137 30.303 Implementatie ATEX 137 Identificatie van ontstekingsbronnen Identificatie veiligheid en milieukritische apparatuur en procedures Scenario 30.304 Scenario analyse Beschrijving van de wijze waarop zware ongevallen worden voorkomen dan wel de effecten daarvan worden beheerst. Constructie TRA TRA (uitzondering) 43.301 Werkvergunningen (PTW) 43.302 Taak Risico analyse (TRA) Vaststelling van risico's en beheersmaatregelen bij werkzaamheden met hoog risico (specifiek per klus of generiek als onderdeel van V&G plan voor project) Normale bedrijfsvoering RI&E (periodiek) 30.201 Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E) Risico inventarisatie en evaluatie HazOp / LOPA (periodiek) 30.301 HazOp / LOPA Identificatie van scenario's voor zware ongevallen Identificatie veiligheid en milieukritische apparatuur en procedures Onderhoud TRA 43.301 Werkvergunningen (PTW) 43.302 Taak Risico analyse (TRA) Vaststelling van risico's en beheersmaatregelen bij werkzaamheden met hoog risico

Appendix 20.102-S02 van Authorization: Wijze waarop risico s worden bepaald en beoordeeld (Risicomatrix) Risico Matrix ETT / ETA Kans A B C D E Effect(en) > 1x in 10000 jaar > 1 x in 1000 jaar > 1 x in 100 jaar > 1 x in 10 jaar > 1 x in 1 jaar rating People Environment Reputation Assets Veiligheid / gezondheid Brand / explosie Milieu Kwaliteit reputatie Materieel / Financieel Een keer gebeurd in industrie, nooit van gehoord binnen de sector Vaker gebeurd in industrie, één keer binnen de sector Vaker gebeurd binnen de sector, één keer binnen VTTI Vaker gebeurd binnen VTTI, één keer op de Terminal Vaker gebeurd op de Terminal 1. Gering EHBO Kleine Brand (kleine blusmiddelen) Verhoogde emissie, wel binnen normen Contaminatie of productverlies, geen claim Geen publieke aandacht, eis of waarschuwing < 50 k 1 1 1 1 2 2. belangrijk Aangepast werk (RWC) te beheersen brand 1 klacht buiten de inrichting Contaminatie, productverlies of vertraging, claim, betreft 1 klant Locale aandacht, Bestuurlijke boete > 50 k 1 1 1 2 2 3. Ernstig Langdurig verzuim, (LTI) Grote brand Meerdere externe klachten, omkeerbare milieuschade Productverlies, contaminatie of grote vertraging met claim, betreft > 1 klant Regionale aandacht, Last onder dwangsom > 100 k 1 1 2 2 3 4. Zeer ernstig Blijvend letsel, beroeps ziekte Zeer grote brand, explosie, Ontruiming bedrijf Onomkeerbare of blijvende effecten Verlies grote klant Proces Verbaal, Nationale aandacht > 500 k 1 2 2 3 3 5. Extreem ernstig Blijvende invaliditeit, overlijden Ontruiming van de omgeving, afzetten Rijksweg Correctieve acties buiten de inrichting Verlies meerdere grote klanten bestuursdwang, Internationale aandacht > 1000 k 2 2 3 3 3