SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel MANAGEMENT CONTROL DONDERDAG 15 DECEMBER 2016 14.45-16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Management control B / 6
2016 NGO-ENS B / 6
Casus Vraag 1a Vraag 1b Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 4a Farcon (4 Punten) Doelcongruentie is het op zodanige wijze organiseren van de werkzaamheden (1 punt) dat de doelen die het personeel nastreeft (1 punt), afgeleid (1 punt) zijn van de organisatiedoelen (1 punt). (4 Punten) Strategic control betreft het door de ondernemingsleiding uitzetten en beheren van de strategie (vanuit de missie en visie). Management control is het proces van beïnvloeden van medewerkers zodat de strategie wordt uitgevoerd (2 x 2 punten). (8 punten) Sterktes (2 x 1 punt): Marktpositie in de Benelux Bevoegdheid tot magistrale bereiding Ketenregie Innovatie Zwaktes (2 x 1 punt): Malversaties in Amerika Gebrekkig control system Financiële positie Geschaad vertrouwen Kansen (2 x 1 punt): Ontwikkelingen in de gezondheidszorg Toegenomen zorgbehoefte door vergrijzing Regelgeving rondom zelfbereiding medicijnen Bedreigingen (2 x 1 punt): Merkfabrikanten Marktontwikkelingen in de Verenigde Staten (FBI; fiscus) Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. (8 punten) Bij de beantwoording gaat het erom dat een kans wordt gekoppeld aan een sterkte of dat een bedreiging via een sterkte wordt omgebogen. Voorbeelden van goede richtingen zijn (2 x 2 + 2): De dominante marktpositie in de Benelux benutten om beter en sneller in te spelen op de toegenomen zorgbehoefte. Via eigen innovaties de dominante rol van merkfabrikanten bedwingen. Via de bevoegdheid tot magistrale bereiding de regelgeving voor apotheken beperken. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. (5 punten) Probleem 1: de persoon Straw. Zijn leidinggevende en persoonlijke kwaliteiten komen niet overeen met de missie en strategie van Farcon. Er is sprake van een machtscultuur. Probleem 2: de rol van de controller staat te dicht bij Straw (is niet onafhankelijk). SPD Bedrijfsadministratie Management control 3 / 6
Probleem 3: hoofdkantoor stuurt alleen op winstgroei. Probleem 4: controle is slechts eenmaal per jaar en op hoofdlijnen. Probleem 5: de accountingregels worden niet gerespecteerd (vroegboeken; herschrijven van contracten; mondelinge toezeggingen als hard boeken). Dit zijn vormen van earningsmanagement. Probleem 6: de focus ligt alleen op het behalen van de bonus; dit duidt op een verkeerde motivatie. Andere problemen ter beoordeling aan de corrector. Per juist probleem 1 punt, maximaal 5 punten. Vraag 4b Vraag 5 Vraag 5a Vraag 5b (10 punten) Probleem 1 is personnel control en cultural control: de waarden worden niet gedeeld en de persoon Straw leeft ze niet na. Het kan zijn dat het verschil tussen rule based en principle based hieraan ten grondslag ligt. Probleem 2 is personnel en action control: ook hier worden de normen en waarden niet gedeeld, bovendien is de controller niet onafhankelijk (geen functiescheiding). Probleem 3: results control: er wordt alleen naar resultaat gekeken. Probleem 4: action control: er wordt slechts eenmaal per jaar en op hoofdlijnen (niet strak en onvoldoende detail) gecontroleerd. Er is geen budgetcontrole. Probleem 5: action en cultural control: de regels worden overtreden en blijkbaar zonder moreel besef (code of conduct ontbreekt). Probleem 6: results, action, personnel en cultural control: is de bonus wel rechtmatig verkregen en wie kent deze toe? Is dit niet in strijd met de persoonlijke overtuiging en de code of conduct? 5 x 2 punten voor goede controls (meerdere per probleem) en uitleg. Let op doorredenering vanuit 4a. Een managementcontrolstructuur heeft betrekking op het opzetten van een indeling van activiteiten, het verdelen van bevoegdheden en het toewijzen van verantwoordelijkheden (3 x 1 punt). (16 punten) Aspecten behorende bij de structuur: Welke organisatorische configuratie wordt gekozen? Dit is het ontwerpen van een organisatiestructuur waaruit de functiescheiding duidelijk naar voren komt. Opstellen van functieprofielen en vaststellen van competenties. Er dient afstemming te zijn tussen het belang van de organisatie en de motieven van de medewerkers. Via een aannamebeleid en functioneringsbeleid kan het gedrag worden beïnvloed. Welk budgetteringssysteem wordt gehanteerd? Ontwikkel een samenhangend controlsysteem met detail en een hogere frequentie van rapportage. Welke beloningsstructuur is verkozen? De eenzijdige focus op groei leidt tot ongewenst gedrag. Breng elementen van groepsbeloning en gedragsbeloning in. Invoeren van een scorecard is te overwegen. (4 x 4 punten). Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. SPD Bedrijfsadministratie Management control 4 / 6
Vraag 6 Vraag 7 Vraag 7a Vraag 7b Vraag 7c Vraag 7d Vraag 7e Vraag 7f Vraag 7g Vraag 8 Vraag 8a (9 punten) Een organisatie met divisies (een M-, P- of G-indeling) heeft tot gevolg dat de divisies (semi)autonoom opereren. Consequenties voor een Management Control System (MCS): Informatie-asymmetrie tussen divisie en hoofddirectie. Divisies zijn via een gepoolde interdependentie gekoppeld. Beslissingen worden decentraal genomen. Sturing vindt plaats op output (financiële results control; MbO). Inkoop vindt decentraal plaats en kent onderlinge leveringen (systeem van transferpricing is nodig). Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. 3 punten per juiste consequentie Het Arm s length-beginsel houdt in dat gelieerde partijen onderlinge transacties tegen zakelijke prijzen dienen te verantwoorden, dus de prijzen die onafhankelijke ondernemingen zouden hanteren. Het heeft betrekking op internationaal opererende bedrijven die zodoende niet ongelimiteerd onderling de prijzen vrijelijk kunnen aanpassen om bijvoorbeeld belastingen te ontwijken/ earningsmanagement te kunnen toepassen. Andere antwoorden of voorbeelden ter beoordeling aan de corrector. Bij winst- en investeringscentra is transferpricing van toepassing, omdat de divisies bij deze centra verantwoordelijkheid zijn voor het resultaat. De drie grondslagen voor verrekenprijzen zijn: Marktprijs. Onderhandeling tussen kopende en verkopende divisie. Allerlei varianten gebaseerd op kostenoriëntaties. Als er een marktprijs bestaat, heeft dit de voorkeur, omdat daarmee een objectief vergelijkbare situatie ontstaat. Contributiemarge 15-10 = 5. Maximale capaciteit is 120.000, dus de totale contributiemarge is 600.000. Bij interne levering zal Farcon een verrekenprijs willen hebben die minimaal overeenkomt met 15,-. De Magistrale Bereider heeft een marge van 30-20 = 10,-. Dit is de prijs die zij maximaal wenst te betalen. Door de aanwezigheid van een externe partij die de gehele capaciteit van Farcon afneemt, vindt er geen interne levering plaats SPD Bedrijfsadministratie Management control 5 / 6
Het verkoopprijsverschil bedraagt 650.000,-. Dit is het verschil (Wp - Sp) x W afzet (680.000) minus het verschil (Bp - Sp) x W afzet (30.000). Vraag 8b Vraag 8c Vraag 8d Het verkoopmixverschil bedraagt - 55.000,-. Dit is het verschil tussen gebudgetteerde afzetverhouding x werkelijke afzet x (verschil Bp - Sp) en werkelijke afzet x (verschil Bp - Sp). Dus -85.000 + 30.000 = - 55.000,-. Het verkoopomvangverschil bedraagt 5.000,-. Dit is het verschil tussen gebudgetteerde afzetverhouding x werkelijke afzet x (verschil Bp - Sp) en gebudgetteerde afzet x (verschil Bp - Sp). Het totale verkoopverschil is 600.000,- positief. Het verkoopmixverschil is echter negatief. De afzetverhouding in de realisatie is een hoger aandeel medicijn Y met een lagere gebudgetteerde verkoopprijs. Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Management control 6 / 6