REGIO WEST-BRABANT METING 2016

Vergelijkbare documenten
VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

Trends en ontwikkeling in (cultuur) toerisme. Evelien Jonker - projectleider NBTC-NIPO Research

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers

Presentatie toeristische cijfers 2006 Juni Margot Tempelman

Vakanties van Nederlanders in de provincie Gelderland ContinuVakantieOnderzoek 2015

Feiten & cijfers Hanzesteden Regiomonitor 2014

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

TOERISTISCHE TRENDRAPPORTAGE LIMBURG Factsheets

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Feiten & cijfers Salland Regiomonitor 2014

Vakanties van Nederlanders in Flevoland. ContinuVakantieOnderzoek

ContinuVrijeTijdsonderzoek (CVTO) 2015 Tussentijdse rapportage jaarmeting

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Nederlander minder op vakantie in 2010

Vakanties van Nederlanders in Zuid-Holland. ContinuVakantieOnderzoek

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

70% van de overnachtingen in IJsseldelta is hotel: deze regio stijgt het sterkst. +15% in de periode FACTSHEET REGIOMONITOR 2016 OVERIJSSEL

WINTERBIJEENKOMST LANDSCHAPSPARK BORSELE. Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 28 januari 2019

Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant

Vakanties van Nederlanders in de provincie ContinuVakantieOnderzoek 2016

Vakanties van Nederlanders in de provincie ContinuVakantieOnderzoek 2017

Toerisme en recreatie

FEITEN EN CIJFERS OVER DE VRIJETIJDSSECTOR IN NOORD-HOLLAND. Nu.Hier. Noord-Holland

Vakanties van Nederlanders in de provincie ContinuVakantieOnderzoek nieuwe afbakening

Vakanties van Nederlanders in de provincie ContinuVakantieOnderzoek 2018

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

Vrijetijdseconomie Nu en in de toekomst

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010

TRENDRAPPORT KUST

Buitenlandse toeristen besteden ruim 4 miljard euro in Nederland

RECRON Leisure Leefstijlen - Gastenboek Verblijfsrecreatie - deel 2 31

Monitor Toerisme en Recreatie Flevoland Samenvatting economische effectberekening, cijfers 2013

provincie limburg Toeristische Cijfers Limburg 2017

Regiomonitor Overijssel. Kengetallenonderzoek 2015

Economisch belang toerisme & vrije tijd. Augustus 2008

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Toerisme in Vlaanderen

Binnenlandse kustvakanties

Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken

De Duitse gast in Overijssel

Toeristisch bezoek aan Leiden

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

Zicht op de markt. Presentatie t.b.v. RECRON-congres: Een nieuwe toekomst voor kampeer- en bungalowbedrijven

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Bekendheid Overijsselse regio s

Hotelgastenenquête Leiden 2005

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008

Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting maart 2014

N B T C A F D E L I N G R E S E A R CH M A A R T TOERISME IN PERSPECTIEF

Nederland MarketScan 2011

Herdenkingstoerisme Westhoek 2014

BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Toerisme in perspectief

Toerisme in perspectief Juli NBTC Holland Marketing Intell & Insights

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Bekendheid Overijsselse regio s

TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN

Rabobank Cijfers & Trends

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapportage 2010/2011 Samenvatting Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Consumentenonderzoek Toerisme

erratum gegevens economisch effect dagrecreatie

Toeristische visie Regio Alkmaar. Regioavond in het teken van ambities en dromen

Bekendheid Overijsselse regio s

Recreatie en Toerisme Gelderland

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapport 2015/2016: Resultaten Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

Zeeland Recreatieland

TRENDRAPPORT KUST

INZICHT IN TOERISME SCHOUWEN-DUIVELAND. Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 1 april 2019

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

% Groei verblijf locaties 11% Groei aantal hotel kamers 4% Groei van marktaandeel in de logies verstrekkende markt -6%

Toeristen in Nederland

Fact sheet. Groei toerisme zet door. Toename gasten komt door Nederlanders. Hotels hebben het druk in het derde kwartaal. nummer 6 juli 2007

ContinuZakenreisOnderzoek

Analyse resultaten CVO 2014

VOORKANT!TOEVOEGEN!!!

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Een-meting Monitor Vrijetijdseconomie Beleid en Marketingkennis

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006

Holland Branding & Marketing Strategie Holland2020 Supporting the known - Introducing the new België

De Nederlandse vakantiemarkt Trends & verwachting. Vakantiebeurs 12 januari 2016 Ad Schalekamp & Kees van der Most

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Toerisme in perspectief Januari NBTC Holland Marketing Afdeling Market Insights

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Factsheet toerisme Vergelijking Utrecht met de G4 en Maastricht

Trends & ontwikkelingen Overijssel

Meer volk op het erf, Hoe doe je dat? (slot) Janneke Kuysters 21 maart 2012

Verdieping Fietsdagtochten

ContinuZakenreisOnderzoek

Toerisme in perspectief

Transcriptie:

REGIO WEST-BRABANT METING 2016

Dynamic Concepts consultancy Eindhoven 2016 Copyright Dit rapport is in opdracht van VisitBrabant uitgevoerd voor Regio West-Brabant. Dit rapport is met uiterste zorgvuldigheid tot stand gekomen op basis van deskundig onderzoek. Onderhavig rapport bevat een weergave en interpretatie van (delen van de) onderzoeksresultaten. Derhalve mag de inhoud van dit rapport niet zonder bronvermelding en/of niet zonder expliciete toestemming van de auteur voor publieke doeleinden of welke doeleinden dan ook gebruikt worden. Dit om de in deze uitgave weergegeven verbanden en veronderstellingen in hun verband te laten en misinterpretaties te voorkomen door gedeeltelijke weergaven of herinterpretaties van delen van onderhavige tekst. Alle gebruikte afbeeldingen zijn eigendom van Dynamic Concepts consultancy. Dynamic Concepts Consultancy Klokgebouw 155 5617 AB Eindhoven P.O. BOX 450 5600 AL Eindhoven 040 848 92 80 info@dynamic-concepts.nl

INHOUDSOPGAVE 1. Onderzoeksopzet 1.1 Inleiding 4 1.2 Onderzoeksopzet 4 1.3 Infographic 4 1.4 Onderwerpen 4 1.5 Verdiepende analyse 4 2. Verblijfstoerisme 2.1 Socio-demografie 5 2.2 Aantal binnenlandse vakanties 7 2.3 Aantal overnachtingen 7 2.4 Kenmerken binnenlandse vakanties 8 3. Buitenlandse gasten 3.1 Socio-demografie 11 3.2 Reden voor verblijf 12 3.3 Kenmerken buitenlandse vakanties 12 3.4 Type verblijf 15 4. Dagrecreatie 4.1 Socio-demografie 16 4.2 Activiteiten in West-Brabant 18 4.3 Bestedingen 19 5. Werkgelegenheid 5.1 R&T sector 20 5.2 Cultuur, recreatie en amusement 22 5.3 Horeca 24 5.4 Detailhandel/groothandel 26 5.5 Logiesverstrekking 28 5.6 Sport 30 5.7 Vervoer 32 6. Bestedingen 6.1 Bestedingen binnenlandse gasten 34 6.2 Bestedingen buitenlandse gasten 36 Bronnenlijst 3

1 ONDERZOEKSOPZET 1.1 INLEIDING Regio West-Brabant heeft de behoefte uitgesproken aan dieper inzicht in cijfers met betrekking tot de toeristische sector in de regio. De uit te voeren onderzoeksopdracht betreft een deskstudy voor de regio West-Brabant. 1.2 ONDERZOEKSOPZET De deskstudy bestaat uit een analyse van landelijke bronnen en geeft inzicht in de regionale vrijetijdseconomie in West-Brabant. Bronnen die worden gebruikt zijn het CVO (2013, 2015), CVTO (2012-2013, 2015), LISA en OIT (2014). Deze bronnen worden kort toegelicht in de leeswijzer. Deze deskstudy beschrijft verschillende kerngegevens over de binnenlandse vakantiemarkt in West-Brabant. Het aantal binnenlandse vakanties en overnachtingen (toeristisch/vast) in West-Brabant wordt besproken. Daarnaast worden ook verschillende kenmerken van binnenlandse vakanties in de regio beschreven: accommodatietypen, waardering, herkomst, vakantietype, verblijfsduur, gemiddelde verblijfsduur en bestedingen. 1.3 INFOGRAPHIC De resultaten van de deskstudy zijn grafisch gepresenteerd in een infographic. Deze infographic bevat alle informatie van het rapport samengevat. 1.4 ONDERWERPEN Dit onderzoek gaat in op de volgende onderwerpen: Verblijfstoerisme Buitenlands verblijftoerisme Dagrecreatie Werkgelegenheid Bestedingen 1.5 VERDIEPENDE ANALYSE Volgend op de deskstudy is een verdiepende analyse uitgevoerd. De verdiepende analyse is bedoeld om duiding te geven aan veranderingen ten opzichte van eerdere jaren. Waar mogelijk worden trends en ontwikkelingen gegeven die veranderingen kunnen verklaren. LEESWIJZER ContinuVakantieOnderzoek (CVO): Het CVO van NBTC-NIPO Research brengt sinds jaar en dag het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking in beeld. Vier keer per jaar wordt een panel van 6.500 Nederlanders gevraagd naar de vakanties die zij hebben ondernomen. Op deze wijze ontstaat een diepgaand inzicht in het vakantiegedrag: bestemmingen, bestedingen, activiteiten, et cetera. ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO): Het CVTO van NBTC-NIPO Research brengt het vrijetijdsgedrag van de Nederlandse bevolking in beeld. Wekelijks wordt een groep Nederlanders gevraagd naar de vrijetijdsactiviteiten die zij hebben ondernomen. Op deze wijze on ontstaat een goed beeld van het vrijetijdsgedrag: activiteiten, bestemmingen, bestedingen, et cetera. Aan het einde van het onderzoeksjaar worden 5.000 Nederlanders gevraagd welke vrijetijdsactiviteiten zij in het voorbije jaar hebben ondernomen en hoe vaak men dat heeft gedaan. Zo ontstaat inzicht in de omvang van de markt. Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen (LISA): Het LISA is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. Van elk willekeurig geografisch niveau en van elke activiteit kan bijvoorbeeld de werkgelegenheids(ontwikkeling) in beeld worden gebracht. Onderzoek Inkomend Toerisme (OIT): Het OIT beschrijft de achtergronden van verblijven van buitenlandse toeristische en zakelijke bezoekers in Nederland. Dit onderzoek wordt elke 4 à 5 jaaruitgevoerd door NBTC. 4

VERBLIJFSTOERISME 2 SOCIO-DEMOGRAFIE In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, aantal binnenlandse vakanties, aantal overnachtingen en kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven. Wanneer mogelijk zullen onderwerpen uitgesplitst worden naar toeristische gasten en vaste gasten. 2.1 SOCIO-DEMOGRAFIE Deze paragraaf gaat in op de socio-demografische kenmerken van verblijfstoeristen in West- Brabant. Geslacht, leeftijd, herkomst en sociale klasse worden beschreven. GESLACHT De geslachtsverdeling van toeristische gasten in West-Brabant in 2015 bestaat uit meer GESLACHT 35% 32% mannen dan vrouwen. Van de toeristische gasten is 56% man en 44% vrouw. LEEFTIJD Er zijn relatief weinig jongeren (13 24 jaar) die op vakantie gaan, zowel in West-Brabant als in Nederland en totaal. West-Brabant trok in 2015 relatief weinig mensen aan van 35 tot en met 44 jaar (14%) ten opzichte van 2013 (26%). In 2015 gingen meer kinderen van 0 tot en met 12 jaar (32%) in West-Brabant op vakantie ten opzichte van 2013 (18%). LEEFTIJD 30% 25% 24% 26% 44,0% 56,0% 20% 15% 10% 5% 18% 17% 6% 6% 6% 4% 3% 4% 4% 14% 12% 13% 12% 11% 11% 8% 17% 15% 14% 5% 16% 13% 7% 8% 19% 19% 17% 18% 1% 0% 0-12 jaar 13-17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 of ouder Man Vrouw CVO 2013, CVO 2015 CVO 2013, CVO 2015 2013 2015 Noord-Brabant Nederland 5

VERBLIJFSTOERISME 2 SOCIO-DEMOGRAFIE HERKOMST Verblijfstoeristen in West-Brabant kwamen in 2015 voornamelijk uit West-Nederland (66%). West-Nederland bestaat uit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. West- Brabant werd in 2015 het minst bezocht door verblijfstoeristen uit Noord-Nederland (5%). De herkomst van verblijfstoeristen die naar West-Brabant komen is vergelijkbaar met de herkomst van verblijfstoeristen die naar de provincie Noord-Brabant komen en Nederland in totaal. SOCIALE KLASSE Sociale klasse van verblijfstoeristen in West-Brabant is veranderd in 2015 ten opzichte van 2013. In 2015 zijn er meer verblijfstoeristen (41%) in de sociale klasse A dan in 2013 (17%). Daarnaast zijn er in 2015 minder verblijfstoeristen (21%) met een sociale klasse CD dan in 2013 (42%). Een mogelijke verklaring voor dit verschil is niet gevonden. HERKOMST SOCIALE KLASSE 100% 90% 80% 70% 60% 50% 22% 20% 11% 9% 5% 5% 31% 12% 5% 21% 21% 11% 2013 2015 17% 41% 25% 16% 29% 9% 42% 21% 40% 30% 20% 61% 66% 51% 47% Noord-Brabant 28% 33% 13% 26% 10% 0% 2013 2015 Noord-Brabant Nederland West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Oost (Gelderland, Overijssel, Flevoland) Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) Nederland 27% 36% 14% 24% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% A Bb Bo CD CVO 2013, CVO 2015 CVO 2013, CVO 2015 6

2 TOERISTISCHE VERBLIJFSTOERISME GASTEN & VASTE GASTEN In de volgende paragrafen worden het aantal binnenlandse vakanties, aantal overnachtingen en kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven. Wanneer mogelijk zullen onderwerpen uitgesplitst worden naar toeristische gasten en vaste gasten. 2.2 AANTAL BINNENLANDSE VAKANTIES Het aantal toeristische vakanties in West-Brabant is sinds 2008 afgenomen met 20%, van 340.000 naar 272.000 toeristische vakanties in 2015. Het aantal vakanties op vaste standplaats in West-Brabant is vanaf 2008 licht toegenomen met 8,1% van 220.000 naar 238.000 vakanties op vaste standplaats in 2015. De daling in het aantal binnenlandse vakanties is voornamelijk te wijten aan het langzame herstel van de economische crisis 1. 2.3 AANTAL OVERNACHTINGEN Het aantal toeristische overnachtingen is in 2015 toegenomen met 17% van 1.268.000 naar 1.485.000 toeristische overnachtingen. Het aantal overnachtingen van vaste gasten is in 2015 licht toegenomen met 5% van 1.114.000 naar 1.172.000 overnachtingen. Het gemiddeld aantal nachten per korte vakantie (1-3 nachten) van zowel toeristen als vaste gasten is 1,7 nachten. Het gemiddeld aantal nachten per lange vakantie is 10,8 nachten en het gemiddeld aantal nachten per vakantie is 5,2 nachten. 400 300 340 AANTAL BINNENLANDSE VAKANTIES 303 272 220 222 238 1800 1600 1400 1200 1611 1268 AANTAL OVERNACHTINGEN 1485 1151 1114 1172 x 1.000 200 x 1.000 1000 800 100 600 400 200 0 Toeristische vakantie Vakantie op vaste standplaats 0 Toeristen Vaste gasten 2008 2013 2015 2008 2013 2015 CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 7

2 TOERISTISCHE VERBLIJFSTOERISME GASTEN & VASTE GASTEN 2.4 KENMERKEN BINNENLANDSE VAKANTIES In deze paragraaf worden verschillende kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven. Waar mogelijk worden deze kenmerken beschreven voor zowel toeristische gasten als vaste gasten. ACCOMMODATIETYPEN Vast kamperen is in West-Brabant in 2015 met 18% gedaald ten opzichte van 2013. Daarnaast stijgt het aantal verblijven in hotels/pensions gestaag (3% in 2008; 13% in 2013; 15% in 2015). Toeristische vakantiewoningen blijven het meest populair in West-Brabant (38%), Noord- Brabant (47%) en Nederland (37%). Nederlanders kiezen steeds vaker voor een verblijf in een hotel, dan voor een verblijf op de camping tijdens een korte vakantie (2-4 dagen) 2. Daarnaast ACCOMMODATIETYPEN stijgt de populariteit van toeristische vakantiewoningen. Campingeigenaren besluiten vaker om hun kampeerterrein om te bouwen naar een park met vakantiewoningen 3. VERBLIJFSDUUR In 2015 verblijft meer dan de helft van de toeristische gasten 2 tot 4 dagen in West-Brabant (52%). Ten opzichte van 2013 is de verblijfsduur licht toegenomen. Het gemiddeld aantal dagen per korte vakantie (2-4 dagen) is afgenomen van 3,0 in 2013 naar 2,7 in 2015. Het gemiddeld aantal dagen per lange vakantie (5 dagen of langer) is toegenomen van 10,3 dagen in 2013 naar 11,8 dagen in 2015. Gemiddeld is de verblijfsduur in West-Brabant toegenomen van 5,5 dagen in 2013 naar 6,2 dagen in 2015. VERBLIJFSDUUR - TOERISTISCHE VAKANTIES 2008 3% 12% 38% 39% 5% 6% 2013 56% 34% 7% 3% 2013 13% 7% 41% 30% 7% 3% 2015 52% 30% 10% 8% 2015 15% 10% 23% 38% 6% 8% Noord-Brabant 57% 29% 8% 6% Noord-Brabant 16% 11% 14% 47% 7% 6% Nederland 26% 10% 13% 37% 9% 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Hotels/pensions Toeristisch kamperen Vast kamperen Toer. vakantiewoningen Tweede woningen Overig Nederland 53% 34% 9% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 2-4 dagen 5-8 dagen 9-15 dagen 16 dagen of meer CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 8

2 TOERISTISCHE VERBLIJFSTOERISME GASTEN & VASTE GASTEN TOP TIEN ACTIVITEITEN TOERISTISCHE GASTEN Zwemmen is door de jaren heen een minder populaire activiteit geworden. Werd er in 2008 nog door 55% van de toeristische gasten gezwommen, in 2015 werd er nog maar door 28% gezwommen. Fietsen neemt door de jaren heen steeds meer toe. In 2008 gaf 15% van de toeristisch gasten aan te fietsen tijdens de vakantie terwijl dit in 2015 gestegen is naar 27%. West-Brabant vergeleken met Noord-Brabant en Nederland geeft geen grote verschillen in populaire activiteiten. 2008 2013 2015 Noord-Brabant Nederland Zwemmen: 55% Uit eten gaan: 61% Uit eten gaan: 60% Uit eten gaan: 62% Uit eten gaan: 66% Tochtje met auto: 54% Wandelen: 47% Wandelen: 57% Wandelen: 55% Wandelen: 59% Wandelen: 54% Funshopping: 41% Natuurreservaat, natuurgebied: 32% Zwemmen: 39% Funshopping: 34% Uit eten gaan: 50% Zwemmen: 36% Funshopping: 29% Funshopping: 30% Zwemmen: 31% Funshoppen: 34% Fietsen: 26% Zwemmen: 28% Fietsen: 26% Natuurreservaat, natuurgebied: 30% Bezoek natuurgebied: 16% Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 20% Fietsen: 27% Natuurreservaat, natuurgebied: 22% Fietsen: 28% Fietsen: 15% Natuurreservaat, natuurgebied: 16% Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 25% Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 16% Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 24% Bezoek pretpark: 13% Pretpark\attractiepark: 14% Boottocht\rondvaart: 13% Pretpark\attractiepark: 16% Strand: 21% Zonnebaden: 12% Sauna: 11% Museum\oudheidkamer: 11% Dierenpark\safaripark\dolfinarium: 11% Museum\oudheidkamer: 14% Bezoek dierentuin: 10% Uitgaan (café\disco): 10% Pretpark\attractiepark: 8% Museum\oudheidkamer: 9% Pretpark\attractiepark: 8% CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 9

2 TOERISTISCHE VERBLIJFSTOERISME GASTEN & VASTE GASTEN BESTEDINGEN In 2015 is er geen geld besteed aan pakketreizen (0%), terwijl er in 2013 gemiddeld nog 21% werd besteed aan pakketreizen. Daarentegen nemen de bestedingen aan verblijfskosten toe van 30% in 2013 naar 49% in 2015. Tegenwoordig boeken Nederlanders steeds vaker direct bij de aanbieder van de logiesaccommodatie en willen graag hun reis zelfstandig samenstellen 4. Hierdoor nemen verblijfskosten toe en pakketreizen af. Deze trend heeft zich waarschijnlijk sneller ontwikkeld in West-Brabant, dan in Nederland in zijn geheel. In Nederland wordt er gemiddeld het meeste geld besteed aan de reissom van pakketreizen (49%). Toeristen in West-Brabant besteden gemiddeld meer geld aan horeca ten opzichte van gemiddelde bestedingen van toeristen aan horeca in Noord-Brabant. 2013 9% 30% BESTEDINGEN 21% 3% 16% 5% 14% 3% 8,5 8 7,5 7 6,5 6 7,8 7,9 7,8 7,6 7,7 7,6 7,6 7,6 7,3 RAPPORTCIJFER KWALITEITSASPECTEN 7,7 7,2 7,2 7,1 7,0 7,3 7,3 7,2 7 7,1 6,9 Dienstverlening/service Accommodatie Prijsniveau horeca Prijsniveau boodschappen 2008 2013 2015 Provincie Noord-Brabant Nederland 7,9 8,2 8,2 8,1 8,1 Algemeen oordeel vakantie 2015 9% 49% 0% 3% 18% 3% 14% 4% CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 Noord-Brabant 6% 36% 28% 2% 13% 2% 9% 3% Nederland 5% 25% 49% 1% 10% 2% 6% 2% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Vervoerskosten van/naar vakantiebestemming Verblijfskosten Reissom pakketreis Vervoerskosten op vakantiebestemming Horeca Exercursies, toegangskaarten, etc. Uitgaven in winkels Overige uitgaven CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 RAPPORTCIJFER KWALITEITSASPECTEN De dienstverlening/service in West-Brabant werd in 2008 beoordeeld met een gemiddeld rapportcijfer van 7,3 en in 2015 beoordeeld met een 7,7. De beoordeling van de accommodatie is over de jaren gelijk gebleven (7,6). Zowel het prijsniveau van de horeca als het prijsniveau van de boodschappen werden in 2015 hoger beoordeeld dan voorgaande jaren, beiden kregen een rapportcijfer van 7,3. Het algemene oordeel van een vakantie in West-Brabant in 2015 is gelijk gebleven ten opzichte van 2013 (8,1). In Noord-Brabant werden in 2015 accommodaties gemiddeld iets hoger gewaardeerd dan in West-Brabant, respectievelijk 7,7 en 7,6. 10

3 DU/BE/VK, BUITENLANDSE GASTEN OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, accommodatietypen, type verblijf, aantal overnachtingen, groepsgrootte, activiteiten en bestedingen beschreven van buitenlandse gasten in Noord-Brabant. Deze gegevens zijn niet beschikbaar op regionaal niveau en worden daarom op provinciaal niveau beschreven. 3.1 SOCIO-DEMOGRAFIE In deze paragraaf worden geslacht en leeftijd beschreven van buitenlandse gasten in Noord- Brabant. GESLACHT In 2014 bezochten voornamelijk mannen Noord-Brabant (73%). Het percentage vrouwen dat Noord-Brabant bezocht is gelijk aan 27%. LEEFTIJD De leeftijdscategorie 25-34 jaar is ongeveer gelijk verdeeld over de verschillende groepen buitenlandse gasten. Buitenlandse gasten uit Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk zijn voornamelijk 55 tot en met 64 jaar oud (34%), terwijl gasten uit overig Europa en intercontinentaal voornamelijk 35 tot en met 44 jaar oud zijn (35%; 33%). LEEFTIJD GESLACHT 100% 2% 1% 4% 5% 17% 12% 90% 17% 27% 23% 80% 25% 70% 34% 17% 60% 13% 35% 50% 40% 9% 33% 21% 30% 14% 21% 20% 73% 23% 25% 26% 10% 15% 0% 0% 5% 4% DUI/BE/VK Overig Europa Interconinentaal Noord-Brabant Man Vrouw 19-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar of ouder OIT 2014 OIT 2014 11

3 DU/BE/VK, BUITENLANDSE GASTEN OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL In de volgende paragrafen worden verschillende kenmerken van buitenlandse vakanties beschreven, zoals reden voor verblijf, herkomst, accommodatietypen, bestedingen en activiteiten. Deze gegevens zijn niet beschikbaar op regionaal niveau en zullen daardoor op provinciaal niveau beschreven worden. Deze gegevens komen voort uit het OIT 2014 (Onderzoek Inkomend Toerisme). DUI/BE/VK ACCOMMODATIETYPE 55% 9% 29% 7% 3.2 REDEN VOOR VERBLIJF In 2014 kwamen Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK) voornamelijk naar Noord-Brabant voor een toeristische vakantie of shortbreak (63%), terwijl overige Europeanen en intercontinentale toeristen voornamelijk voor zaken naar Noord-Brabant kwamen, respectievelijk 56% en 58%. In zijn totaliteit kwamen buitenlandse toeristen in 2014 voornamelijk naar Noord-Brabant voor een toeristische vakantie of shortbreak (52%) gevolgd door een zakelijk bezoek (38%). REDEN VOOR VERBLIJF IN NOORD-BRABANT Overig Europa Intercontinentaal Noord-Brabant 72% 1% 22% 84% 6% 62% 7% 25% 3% 2% 6% 1% 2% 6% 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Hotel/pension Bed & Breakfast Bungalow(park) Camping Anders OIT 2014 DUI/BE/VK (n=598.238) Overig Europa (n=191.079) Intercontinentaal (n=102.683) 22% 35% 63% 58% 56% 29% 1% 8% 0% 0% 9% 19% 3.3 KENMERKEN BUITENLANDSE VAKANTIES In deze paragraaf worden verschillende kenmerken van buitenlandse vakanties beschreven zoals accommodatietypen, aantal overnachtingen en bestedingen. Deze kenmerken worden steeds uitgesplitst naar Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK), overige Europeanen en intercontinentale gasten. Noord-Brabant (n=892.000) 52% 38% 5% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Toeristisch (vakantie / shortbreak) Zakelijk Sport Overig OIT 2014 ACCOMMODATIETYPEN Alle buitenlandse toeristen verblijven gemiddeld voornamelijk in hotels en pensions (62%) wanneer ze in Noord-Brabant verblijven. Intercontinentale toeristen kiezen het minst voor een verblijf in een bungalow (6%), terwijl Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK) en overige Europeanen vaker voor dit verblijf kiezen, respectievelijk 29% en 22%. 12

3 DU/BE/VK, BUITENLANDSE GASTEN OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL AANTAL OVERNACHTINGEN Gemiddeld verblijft de meerderheid van Duitsers, Belgen en Britten 1 tot 3 nachten in Noord-Brabant (71%). Van de intercontinentale toeristen verblijft gemiddeld 25% 8 nachten of meer, terwijl dit percentage bij Europeanen veel lager ligt, respectievelijk 3% en 6%. De meerderheid van buitenlandse toeristen verblijft 1 tot 3 nachten in Noord-Brabant (62%). GROEPSGROOTTE Duitsers, Belgen en Britten komen voornamelijk met 6 personen of meer (41%), terwijl intercontinentale toeristen voornamelijk alleen komen (59%). Overige Europeanen komen voornamelijk alleen of met zijn tweeën, respectievelijk 39% en 32%. In totaal komt de meerderheid van buitenlandse toeristen met 6 personen of meer naar Noord-Brabant (30%), gevolgd door buitenlandse toeristen die alleen komen (28%). AANTAL OVERNACHTINGEN GROEPSGROOTTE DUI/BE/VK Overig Europa Intercontinentaal 29% 54% 71% 45% 40% 24% 25% 3% 3% 6% 0% 0% 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 41% 8% 7% 4% 5% 3% 11% 10% 32% 11% 2% 8% 2% 18% 30% 6% 8% 6% 23% 30% 21% 59% Noord-Brabant 62% 30% 6% 2% 20% 10% 19% 39% 28% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0% DUI/BE/VK Overig Europa Intercontinentaal Noord-Brabant 1-3 nachten 4-7 nachten 8 nachten of meer weet niet OIT 2014 OIT 2014 1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 5 personen 6 personen of meer 13

3 DU/BE/VK, BUITENLANDSE GASTEN OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL TOP TIEN ACTIVITEITEN 48% van de buitenlandse toeristen onderneemt een stadswandeling tijdens zijn of haar bezoek aan Noord-Brabant. Daarnaast zijn funshoppen/winkelen (37%), een bar of café bezoeken (30%) en een gastronomisch restaurant bezoeken (23%) populaire activiteiten onder buitenlandse toeristen. TOP 10 ACTIVITEITEN stadswandeling gemaakt funshoppen/winkelen een bar of cafe bezocht 30% 37% 48% BESTEDINGEN Duitsers, Belgen en Britten besteden gemiddeld meer geld aan eten en drinken (29%) dan andere buitenlandse toeristen. Intercontinentale toeristen besteden gemiddeld meer aan winkelen en souvenirs dan Europese toeristen (13%). Gemiddeld wordt door alle buitenlandse toeristen het meeste geld besteed aan overnachtingen (39%). gastronomisch restaurant bezocht een ander restaurant/eetcafebrasserie bezocht wandelen fietsen natuurgebied of bos bezocht architectonisch interessante gebouwen of locaties bezocht 23% 22% 20% 18% 14% 12% bezienswaardige/historische plaatsen of locaties bezocht 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% BESTEDINGEN OIT 2014 DUI/BE/VK 8% 44% 29% 4% 7% 5% 2% Overig Europa 17% 39% 19% 2% 9% 10% 3% Intercontinentaal 20% 30% 18% 4% 12% 13% 4% Noord-Brabant 14% 39% 23% 4% 9% 9% 3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Vervoer naar Nederland Overnachtingen Eten en drinken Excursies en toegangskaarten Vervoer binnen Nederland Winkelen en souvenirs Beurs/congres Overig OIT 2014 14

3 DU/BE/VK, BUITENLANDSE GASTEN OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL 3.4 TYPE VERBLIJF Er wordt onderscheid gemaakt tussen type vakantie en type zakelijk verblijf. Type verblijf heeft betrekking op het motief van de reiziger, toeristisch of zakelijk. TYPE TOERISTISCHE VAKANTIE Duitsers, Belgen en Britten komen voornamelijk voor een vakantie op de binnenwateren (54%). Zowel overige Europeanen als intercontinentale toeristen komen voornamelijk naar Noord-Brabant om te toeren door het land, respectievelijk 36% en 48%. Daarnaast komt ruim een kwart van de intercontinentale bezoekers (29%) voor een cultuurvakantie. In het algemeen komen de meeste buitenlandse toeristen naar Noord- Brabant voor een vakantie op de binnenwateren (48%). TYPE ZAKELIJK VERBLIJF DUI/BE/VK 46% 5% 45% 1% 3% Overig Europa 48% 22% 14% 16% Intercontinentaal 51% 9% 1% 22% 9% 9% Noord-Brabant 47% 11% 31% 2% 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% TYPE TOERISTISCHE VAKANTIE Zakelijke bijeenkomst, vergadering of overleg Beurs met meerdere aanbieders van producten/diensten (exhibition) Congres ten behoeve van kennisuitwisseling (convention) Om werkzaamheden uit te voeren DUI/BE/VK 18% 2% 54% 0% 12% 1% 12% Mee als partner van een zakelijke reiziger OIT 2014 Een andere zakelijke reden Overig Europa 25% 16% 36% 8% 15% Intercontinentaal Noord-Brabant OIT 2014 8% 48% 29% 15% 18% 2% 48% 2% 15% 2% 13% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Stedenvakantie Vakantie aan de kust Vakantie op de binnenwateren Vakantie in het binnenland van Nederland Toeren door het land Cultuurvakantie Sportieve vakantie TYPE ZAKELIJK VERBLIJF Buitenlandse reizigers met een zakelijk motief komen voornamelijk voor een zakelijke bijeenkomst, vergadering of overleg naar Noord-Brabant (47%). Duitsers, Belgen en Britten komen in mindere mate naar Noord-Brabant voor een congres (5%) ten opzichte van andere Europeanen (22%). Daarentegen verblijven Duitsers, Belgen en Britten meer in Noord-Brabant om werkzaamheden uit te voeren (45%), terwijl andere Europeanen veel minder met dit doel naar Noord-Brabant komen (14%). 15

DAGRECREATIE 4 SOCIO-DEMOGRAFIE In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, activiteiten en bestedingen van dagtoeristen beschreven. Socio-demografische gegevens zijn alleen beschikbaar op provinciaal niveau. Deze zullen dan ook op provinciaal niveau beschreven worden. 4.1 SOCIO-DEMOGRAFIE In deze paragraaf worden geslacht, leeftijd en sociale klasse van dagtoeristen in Noord- Brabant beschreven. LEEFTIJD In 2015 bezochten meer dagtoeristen in de leeftijd van 25 tot en met 34 jaar Noord-Brabant dan in 2013 (18%). Verder bestaat er een lichte afname van het aantal kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar oud, maar een lichte stijging van het aantal kinderen in de leeftijd van 13 t/m 17 jaar oud. GESLACHT In 2015 was een kleine meerderheid van de dagtoeristen vrouwelijk (52%). Het percentage mannen kwam neer op48%. 52% GESLACHT 48% 20% 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 8% 8% 8% 7% 7% 6% 3% 4% 5% 10% 10% 9% LEEFTIJD 18% 14% 14% 14% 14% 13% 14% 13% 13% 12% 12% 11% 14% 13% 12% 4% 4% 4% 2% 0% 0 t/m 5 6 t/m 12 13 t/m 17 18 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 en ouder Man Vrouw CVTO 2012-2013, CVTO 2015 CVTO 2012-2013, CVTO 2015 2013 2015 Nederland 16

DAGRECREATIE 4 SOCIO-DEMOGRAFIE SOCIALE KLASSE De sociale klasse van dagtoeristen in Noord-Brabant is in 2015 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2013. Voornamelijk dagtoeristen uit de sociale klasse Bb bezochten Noord- Brabant in 2015 (37%). De sociale klasse Bo is het minst vertegenwoordigd onder dagtoeristen in Noord-Brabant (16%). SOCIALE KLASSE 2013 21% 35% 15% 30% 2015 18% 37% 16% 29% Nederland 19% 33% 15% 33% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% A Bb Bo CD CVTO 2012-2013, CVTO 2015 17

DAGRECREATIE 4 ACTIVITEITEN 4.2 ACTIVITEITEN IN WEST-BRABANT De activiteiten zijn onderverdeeld in negen clusters: buitenrecreatie, watersport, bezoek sportwedstrijden, wellness, bezoek attracties, bezoek evenementen, winkelen voor plezier, cultuur en uitgaan. In zowel 2012 als in 2015 waren activiteiten binnen de clusters buitenactiviteiten en uitgaan het meest populair (2012: 28%; 27%, 2015: 28%; 29%). De verdeling van activiteiten in West-Brabant is vergelijkbaar met de provincie Noord-Brabant. In West-Brabant werd in 2015 iets meer gewinkeld voor plezier (18%) dan in Noord-Brabant in zijn totaliteit (14%). In Noord-Brabant werden in het algemeen meer attracties bezocht (11%) dan specifiek in West-Brabant (6%). 2012 28% VERDELING ACTIVITEITEN PER CLUSTER 3% 1% 3% 7% 5% 22% 5% 27% TOP 10 ACTIVITEITEN IN WEST-BRABANT Uit eten in restaurant \ eetcafé 13,7% 12,3% Gewinkeld in binnenstad 12,3% 10,8% Fietstocht voor plezier 9,4% 8,1% Wandeling voor plezier 8,7% 10,6% Op terras zitten 5,3% 6,8% Bar \ café 5,2% 5,5% Toertochtjes met de auto 5,1% 4,1% Meubelboulevard, woonmall 2,2% 4,0% Zwemmen in binnenbad 3,3% 4,5% Recreëren niet aan water (park, bos e.d.) 2,9% 2,3% 0,0% 2,0% 4,0% 6,0% 8,0% 10,0% 12,0% 14,0% 16,0% 2015 28% 6% 1% 1% 6% 6% 18% 5% 29% West-Brabant CVTO 2012-2013, CVTO 2015 Noord-Brabant Noord-Brabant 27% 6% 1% 1% 11% 8% 14% 6% 26% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Buitenrecreatie Watersport Bezoek sportwedstrijden Wellness Bezoek attracties Bezoek evenementen Winkelen voor plezier Cultuur Uitgaan TOP 10 ACTIVTEITEN IN WEST-BRABANT De top drie populairste activiteiten in West-Brabant in 2015 zijn uit eten in een restaurant/eetcafé (13,7%), gevolgd door winkelen in de binnenstad (12,3%) en een fietstocht voor plezier (9,4%). Wandelen voor plezier is populairder in Noord-Brabant (10,6%) dan in West-Brabant (8,7%). CVTO 2012-2013, CVTO 2015 18

DAGRECREATIE 4 BESTEDINGEN 4.3 BESTEDINGEN De bestedingen in winkels tijdens een activiteit zijn in 2015 met 8,9% gedaald ten opzichte van 2012. In 2015 is er een toename van bestedingen aan overige kosten per activiteit ten opzichte van 2012 (+11,7%). In Noord-Brabant als geheel werd in 2015 11,2% besteed aan toegangsprijzen, deelnamekosten, huurprijzen e.d. Dit is 4,9% meer dan in West-Brabant. Daarnaast wordt er in Noord-Brabant in zijn geheel meer besteed aan vervoerskosten (13,1%) dan in West-Brabant (5,7%). BESTEDINGEN PER ACTIVITEIT 2012 6,7% 28,8% 47,9% 11,5% 5,2% 2015 6,3% 32,0% 39,0% 5,7% 16,9% Noord-Brabant 11,2% 34,2% 37,7% 13,1% 3,8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Toegangsprijzen, deelnamekosten, huurprijzen e.d Bestedingen in winkels Overige kosten van activiteit Consumpties Vervoerkosten CVTO 2012-2013, CVTO 2015 19

5 RECREATIE WERKGELEGENHEID & TOERISME In dit hoofdstuk wordt de werkgelegenheid van de recreatie en toerisme sector van West-Brabant beschreven. Daarnaast wordt er ingegaan op verschillende sub-sectoren van de recreatie en toerisme sector. De groei of daling van de werkgelegenheid in West-Brabant wordt ook vergeleken met de provincie Noord-Brabant en Nederland over de afgelopen vijf jaar waarbij 2011 als uitgangspunt dient. De cijfers in dit hoofdstuk zijn afkomstig van het LISA*. Daarnaast worden voor elke sub-sector trends en ontwikkelingen beschreven die veranderingen in het aantal banen/vestigingen kunnen verklaren. 5.1 TOTALE R&T SECTOR WEST-BRABANT In West-Brabant is het aantal banen gedaald van 18.230 banen in 2011 naar 17.590 banen in 2014. In 2015 is het -1,0% aantal banen in West-Brabant toegenomen met 1,1%. Dit komt neer op 17.790 banen. -2,0% -2,5% AANTAL BANEN AANTAL VESTIGINGEN 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% -3,0% 1,2% 0,0% R&T SECTOR 0,3% -3,1% 0,6% -0,1% 0,3% 2011 2012 2013 2014 2015-3,5% 2,2% 1,4% -2,4% 18400 18200 18230 4300 4200 4100 4090 4240-4,0% LISA, 2015 West-Brabant Noord-Brabant Nederland 18000 17800 17600 17400 17780 17660 17590 17790 4000 3900 3800 3700 3600 3500 3730 3770 3920 In Noord-Brabant is het aantal banen in de R&T sector in 2012 gestegen met 1,2% ten opzichte van 2011. In 2013 is een lichte daling zichtbaar (0,9%), maar in 2015 is een groei van 1,4% zichtbaar ten opzichte van 2011. In Nederland is het aantal banen in de R&T sector tot 2014 ongeveer gelijk gebleven (+0,3%). In 2015 is het aantal banen gestegen met 2,2% ten opzichte van 2011. 17200 LISA, 2015 2011 2012 2013 2014 2015 3400 2011 2012 2013 2014 2015 Vanaf 2014 neemt het aantal banen in de R&T sector in West-Brabant, Noord- Brabant en Nederland toe. * De werkgelegenheid in West-Brabant is gemeten op basis van het LISA. Daarnaast zijn er ook andere methoden om het aantal banen te meten en volgen. In het kader van vrijetijdseconomie wordt gewerkt met input-output model. Deze methode vergt echter aanvullende input op CVO, CVTO en OIT. Bovendien zijn deze gegevens niet op regionaal niveau beschikbaar waardoor het LISA in dit rapport is gebruikt. 20

5 RECREATIE WERKGELEGENHEID & TOERISME TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Er zijn verschillende trends en ontwikkelingen in zowel Noord-Brabant als in Nederland die invloed kunnen hebben op de vrijetijdseconomie in West-Brabant. Deze paragraaf beschrijft een aantal trends en ontwikkelingen die direct of indirect invloed kunnen hebben op de werkgelegenheid in de recreatie en toerisme sector 5, 6. Het aandeel 65-plussers in Noord-Brabant neemt toe van 17% in 2012 naar 21% in 2020 en 28% in 2040. Deze 65-plussers hebben meer vrije tijd wat zal leiden tot een toename van de vrijetijdsbesteding buitenshuis. Deze groeiende groep kan indirect leiden tot meer banen in de recreatie en toerisme sector en dan met name in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement. De economische crisis De economische waarde van 9,95 miljard leidt tot een directe werkgelegenheid van 83.000 toeristische banen in Nederland. De groei van het aantal buitenlandse toeristen. Het aantal buitenlandse gasten dat in 2015 voor een vakantie of zakelijk motief in Nederland verbleef, is met 8% gegroeid ten opzichte van 2014 2. Deze groei is als volgt te verklaren: De aantrekkende economieën in Europa en Amerika. De zwakkere eurokoers, waardoor het goedkoper is voor inwoners van niet-eurolanden om de vakantie in Nederland door te brengen. Nederland profiteert van het groeiende segment stedenreizen op de Europese markt en van de toename van het aantal korte vakanties op de Belgische en Duitse markt. Marketinginitiatieven, zoals het themajaar Van Gogh 2015, zorgden voor een extra impuls. Bovenstaande trends en ontwikkelingen dragen bij aan het totaal aantal banen en vestigingen in de recreatie en toerisme sector. 21

5 CULTUUR, WERKGELEGENHEID RECREATIE EN AMUSEMENT In de volgende paragrafen worden verschillende sub-sectoren van de sector recreatie en toerisme beschreven. De sub-sectoren bestaan uit: cultuur, recreatie en amusement, horeca, detailhandel/groothandel, logiesvestrekking, sport en vervoer. 5.2 CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement in 2012 afgenomen met 3,2% naar 1490 banen. In 2013 is het aantal banen met 4% gestegen ten opzichte van 2012, maar vervolgens gedaald naar 1490 banen in 2015. Daarentegen stijgt het aantal vestigingen gestaag. 1560 1550 1540 1530 1520 1510 1500 1490 1480 1470 1460 LISA, 2015 1540 1490 AANTAL BANEN 1550 1530 1490 2011 2012 2013 2014 2015 800 700 600 500 400 300 200 100 0 540 AANTAL VESTIGINGEN 580 630 650 670 2011 2012 2013 2014 2015 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% -2,0% -4,0% LISA, 2015 CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT 5,5% 1,3% -3,2% In Noord-Brabant is het aantal banen in 2012 gestegen met 5,5% ten opzichte van 2011. Vervolgens is er een lichte daling in 2013 (-0,6%). In 2014 en 2015 is het aantal banen licht gestegen tot 6% meer banen in 2015 ten opzichte van 2011. In Nederland is het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement gestaag gestegen tot een groei van 6,7% in 2015 ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement neemt vanaf 2013 in zowel Noord-Brabant als Nederland in zijn geheel toe, terwijl in West- Brabant het aantal banen daalt. 4,9% 2,6% 0,6% 5,9% 5,2% -0,6% 22 6,7% 6,0% 2011 2012 2013 2014 2015 West-Brabant Noord-Brabant Nederland -3,2%

5 CULTUUR, WERKGELEGENHEID RECREATIE EN AMUSEMENT TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de afname in het aantal banen en de toename in het aantal vestigingen in de sector cultuur, recreatie en amusement in West-Brabant verklaren zijn als volgt: Tussen 2009 en 2014 is de werkgelegenheid binnen cultuur en recreatie gedaald met 4,4%. Deze werkgelegenheid is vooral ten koste van de vaste arbeidscontracten gegaan, terwijl het aantal zelfstandigen in deze periode juist groeide. Het ontslag van musici, toneelspelers en dansers als gevolg van de Rijksbezuinigingen van 2011 heeft voornamelijk pas in 2013 en 2014 zijn beslag gekregen 7. Deze bezuinigen zijn te wijten aan de economische crisis. Daarnaast is er al enkele jaren sprake van een sterke toename van het aantal vrijwilligers binnen de cultuur, recreatie en amusement sector. Bij de musea is zelfs 63% van alle werknemers vrijwilliger (in ft s 25%). Vaak worden vrijwilligers alleen ingezet voor publieksfuncties bij balie, kaartverkoop of ontvangst, maar soms runnen ze de hele organisatie met niet meer dan een betaalde directeur 7. De digitalisering zorgt ervoor dat het cultureel aanbod voor iedereen toegankelijk is op zowel mondiaal als lokaal niveau. Via Google kan men virtueel en meestal gratis door musea wandelen en bijvoorbeeld via Youtube of live streamings diensten kan men concerten uiteenlopend van Lady Gaga tot het Concertgebouworkest bijwonen. Door deze digitalisering zijn makers, producenten en distributeurs genoodzaakt op zoek te gaan naar nieuwe verdienmodellen. Deze trend kan invloed hebben op het aantal banen in deze sector 8. Het ministerie van Onderwijs, Welzijn en Cultuur investeert 28,5 miljoen extra in 2017 ten opzichte van 2016. Dit kan ook de werkgelegenheid ten goede komen 9. Het aantal banen in Kunst en Cultureel erfgoed is met 35% gegroeid in 2005-2013 met een sterke afvlakking in 2011-2013. Door een toename van ZZP ers, parttimers en freelancers kan het aantal banen in deze sector stijgen 10. De economische crisis heeft bijgedragen aan een forse stijging van het aantal museumbezoeken. Steeds meer mensen besluiten om in Nederland te blijven als ze iets willen bezoeken. En daar behoren ook musea toe. Daarnaast lijkt ook het aantal nieuwe of verbouwde musea een verklaring te zijn voor het toenemen van museumbezoeken. Musea richten zich meer op beleving en doen afstand van de statische presentatie van de collectie 11. Een combinatie van bovenstaande trends en ontwikkelingen kan verklaren waarom een dalende trend zichtbaar is in West-Brabant en een stijgende trend zichtbaar is in Noord-Brabant en Nederland. 23

WERKGELEGENHEID 5 HORECA 5.3 HORECA In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector horeca in 2012 afgenomen van 10.120 banen in 2011 naar 9960 banen in 2012. Vanaf 2012 is jaarlijks een lichte stijging zichtbaar. In 2015 waren er 10.180 banen in de sub-sector horeca in West-Brabant. Een vergelijkbare trend is zichtbaar in het aantal vestigingen. 5,0% 4,0% HORECA 4,8% 3,0% 2,3% 2,0% 1,7% AANTAL BANEN 10200 10180 10150 10120 10100 10050 10030 10010 10000 9960 9950 9900 9850 2011 2012 2013 2014 2015 LISA, 2015 1390 1380 1370 1360 1350 1340 1330 1320 1310 1300 1290 AANTAL VESTIGINGEN 1380 1370 1340 1320 1320 2011 2012 2013 2014 2015 1,0% 0,0% -1,0% -2,0% LISA, 2015 0,8% -1,6% In Noord-Brabant is het aantal banen in 2012 gestegen met 0,8% ten opzichte van 2011. In 2013 is een lichte daling waarneembaar (-0,3%) ten opzichten van 2012. In 2015 is het aantal banen gestegen met 2,3% ten opzichte van 2011. In Nederland is het aantal banen in de sub-sector horeca gestaag gestegen met een groei van 4,8% in 2015 ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de sub-sector horeca neemt vanaf 2013 in West-Brabant, Noord-Brabant en Nederland toe. 0,5% 0,1% 0,4% -1,1% 1,3% 2011 2012 2013 2014 2015-0,9% West-Brabant Noord-Brabant Nederland 24 0,6%

WERKGELEGENHEID 5 HORECA TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de toename in het aantal banen en vestigingen in de sector horeca in West-Brabant verklaren zijn als volgt 12 : De belangrijkste ontwikeling voor de horeca sector lijkt een voorzichtig herstel van de economie. Bij een verbetering van de conjunctuur zijn consumenten eerder geneigd om buiten de deur te slapen, eten en drinken. Vanaf 2013 groeit de omzet en daarmee ook de werkgelegenheid en het aantal starters. Consumentenbestedingen nemen toe. Consumenten besteden meer dan een jaar geleden wat in lijn is met de verbetering van de werkgelegenheid en het herstel op de woningmarkt. Horeca is een van de diensten waar consumenten de afgelopen jaren meer geld aan hebben uitgegeven. Het consumentenvertrouwen heeft een sterke daling gekend in 2011 (-37) en is vanaf 2012 langzaam toegenomen naar +2 in 2016. Bovenstaande ontwikkelingen verklaren dat de werkgelegenheid in de horeca gepaard gaat met consumentenvertrouwen. Wanneer het consumentenvertrouwen positief is zullen de consumentenbestedingen toenemen wat resulteert in meer banen. Deze trend is duidelijk zichtbaar in West-Brabant, maar ook in Noord-Brabant en Nederland. 25

5 WERKGELEGENHEID DETAILHANDEL/GROOTHANDEL 5.4 DETAILHANDEL/GROOTHANDEL In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel de afgelopen vijf jaar afgenomen van 690 banen in 2011 naar 590 banen in 2015. Dit is een daling van 14,5%. Het aantal vestigingen neemt vanaf 2011 gestaag af. 700 680 690 680 AANTAL BANEN 290 280 280 AANTAL VESTIGINGEN 2,0% 0,0% -2,0% -4,0% -6,0% -8,0% -10,0% -12,0% -14,0% -16,0% LISA, 2015 DETAILHANDEL/GROOTHANDEL 0,8% -1,4% 2011 2012 2013 2014 2015-3,9% -2,2% -4,3% -5,9% -4,7% -7,5% -7,5% -11,6% -11,6% -14,5% West-Brabant Noord-Brabant Nederland 660 640 620 600 580 560 610 610 590 270 260 250 240 230 270 250 240 240 In Noord-Brabant is het aantal banen in 2013 afgenomen met 3,9% ten opzichte van 2011. Vervolgens is het aantal banen verder gedaald in 2014 (-2%). In 2015 is er een lichte stijging in het aantal banen ten opzichte van 2014 (+1,6%). In Nederland is het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel geleidelijk afgenomen tot en met 2014 (-7,5%) ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de detailhandel/groothandel is in 2015 gelijk gebleven ten opzichte van 2014. 540 2011 2012 2013 2014 2015 LISA, 2015 220 2011 2012 2013 2014 2015 Het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel neemt vanaf 2011 af in West-Brabant, in Noord-Brabant stijgt het aantal banen licht vanaf 2014 en in Nederland is een daling zichtbaar in het aantal banen tot en met 2013 en blijft vervolgens stabiel in de jaren 2014 en 2015. 26

5 WERKGELEGENHEID DETAILHANDEL/GROOTHANDEL TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de afname in het aantal banen en vestigingen in de sector detailhandel/groothandel in West- Brabant verklaren zijn als volgt: Detailhandel: De gemiddelde leegstand in de detailhandel in West-Brabant is 10% tot 12,5%. Vanaf 2010 loopt het leegstandspercentage steeds hoger op. Met name buiten de Randstad zijn gebieden met veel leegstand waaronder Noord-Brabant met een leegstandspercentage boven het landelijk gemiddelde (10,2%) in 2016 13. De afgelopen jaren is online winkelen fors gegroeid. Steeds vaker worden goederen en diensten online gekocht. In 2015 kocht 71% van de Nederlanders online. Ruim zeven op de tien Nederlanders kochten in 2015 iets online. Dit aantal is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld 14. De immense populariteit van online winkelen gaat ten koste van de fysieke winkels waardoor faillesementen bijdragen aan een dalende werkgelegenheid. Groothandel De (merk)producenten kiezen in toenemende mate voor het rechtstreekse verkoopkanaal via eigen webshops of marktplaatsen als bol.com of Amazon. Chinese producenten bieden hun assortiment bijvoorbeeld wereldwijd aan via Alibaba. Daarnaast is local-forlocal ook een trend, bijvoorbeeld de portal Deterra (www.deterra.nl) waar lokale boeren rechtstreeks hun producten aan consumenten verkopen. Producenten die rechtstreeks gaan leveren, vormen een bedreiging voor groothandels 15. Veel groothandels missen nog steeds een goed online kanaal 16. Door het groeiende aantal competente e-commerce groothandels zal er online meer transparantie ontstaan. De producten van groothandels zullen gemakkelijker online vergeleken kunnen worden. Hierdoor zullen nieuwe e-commerce groothandels marktaandeel winnen met goedkopere producten en betere voorwaarden. Groothandels die geen online stappen zetten zullen gestaag de grip op hun klanten, op de markt en op hun winstmarge verliezen. Net als bij de detailhandel spelen online kanalen een belangrijke rol in het bestaansrecht van een groothandel 16. Bovenstaande ontwikkelingen en trends laten zien dat online kanalen op zowel B2C als B2B een steeds belangrijkere rol gaan spelen. De afname van fysieke winkels is het gevolg waardoor de werkgelegenheid in de detailhandel/groothandel sector in de toekomst verder daalt. 27

WERKGELEGENHEID 5 LOGIESVERSTREKKING 5.5 LOGIESVERSTREKKING In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector logiesverstrekking gedaald van 1760 banen in 2011 naar 1610 in 2013. Vervolgens is het aantal banen weer gestegen naar 1800 banen in 2015 (+11,8%). Het aantal vestigingen stijgt gestaag vanaf 2011. 4,0% 2,0% 0,0% -2,0% -4,0% -6,0% -8,0% LOGIESVERSTREKKING 3,0% 2,5% 0,1% 2,3% -0,3% -0,8% 2011-0,8% -0,8% 2012 2013 2014-2,5% -2,8% -1,7% -8,5% 2015 AANTAL BANEN AANTAL VESTIGINGEN -10,0% 1850 1800 1750 1700 1760 1730 1710 1800 250 200 150 170 180 180 200 210 LISA, 2015 West-Brabant Noord-Brabant Nederland In Noord-Brabant neemt het aantal banen in de sub-sector logiesverstrekking af met 2,5% in 2013 ten opzichte van 2011. Vanaf 2013 stijgt het aantal banen in de sub-sector logiesverstrekking met 5,5% in 2015. 1650 1610 100 In Nederland doet zich hetzelfde voor als in Noord-Brabant, maar dan in een lichtere vorm. Vanaf 2013 stijgt het aantal banen met 3,3% in 2015. 1600 1550 50 Het aantal banen in de sub-sector logiesverstrekking neemt in West-Brabant, Noord-Brabant en Nederland vanaf 2011 af, waarna er vanaf 2013 een toename van het aantal banen zichtbaar is. 1500 2011 LISA, 2015 2012 2013 2014 2015 0 2011 2012 2013 2014 2015 28

WERKGELEGENHEID 5 LOGIESVERSTREKKING TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de afname en toename in het aantal banen en de toename in aantal vestigingen in de sector logiesverstrekking in West-Brabant verklaren zijn als volgt 17 : Meer beleving, thematisering en luxere concepten. De consument wil alleen een meerprijs betalen voor een uniek product dat een bijzondere herinnering creëert. De uniciteit kan zitten in de ligging, het concept of bijzondere voorzieningen. Veranderende consumentenvraag, onder meer de opkomst van multigeneratievakanties (met (groot)ouders en (klein)kinderen gezamenlijk op vakantie). Mensen gaan vaker en korter op vakantie en men boekt steeds vaker last minute 19. Er is een groeiende behoefte om terug naar de natuur te gaan (back to basics). De opkomst van natuurcampings past in deze trend. Groeiende macht van review- en boekingssites. Nagenoeg iedereen boekt pas een vakantie na het lezen van online reviews. Opkomst flexibele aankomst- en vertrektijden waardoor de standaard verblijfsperiode (weekend, midweek, week) worden losgelaten. Marketing via storytelling door juiste inzet van social media en met name toenemende invloed van populaire bloggers en vloggers op de keuze van de gast voor een toeristische bestemming of accommodatie. Toenemende vraag naar luxe en comfort 18. De populariteit van glamping. Glamping is kamperen in stijl. Wel de lusten van de camping, maar niet de lasten. Landelijke opkomst van AirBnB 21. Het aantal AirBnB s is de afgelopen jaren explosief gestegen in West-Brabant 19. Verreweg de meeste accommodaties liggen in Breda. Het aantal huisjesterreinen is vanaf 2012 toegenomen van 1200 huisjesterreinen naar 1549 huisjesterreinen in 2015 (+29%). Het aantal kampeerterreinen is daarentegen in 2015 afgenomen met 8% 19. Huisjesterreinen zijn over het algemeen het populairst onder Nederlandse toeristen. In de zomermaanden zijn campings echter populairder dan huisjesterreinen. Buitenlandse toeristen boeken aanzienlijk meer overnachtingen in hotels dan in andere accommodatietypen 19. De dip in werkgelegenheid in 2013 heeft voornamelijk met de economische crisis te maken. In 2013 gingen minder Nederlanders op vakantie vergeleken met het jaar ervoor en namen de bestedingen ook af 22. Bovenstaande trends en ontwikkelingen kunnen de stijging en daling van het aantal banen verklaren. De economische crisis is in 2013 de voornaamste reden voor de daling in het aantal banen. Niet alleen in West-Brabant, maar ook op provinciaal en landelijk niveau. 29

WERKGELEGENHEID 5 SPORT 5.6 SPORT In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector sport in de jaren 2011, 2012 en 2013 stabiel gebleven met 1100 banen. Vanaf 2013 stijgt het aantal banen licht naar 1140 banen in 2015 (+3,6%). Het aantal vestigingen stijgt vanaf 2011. 1150 1140 1130 1120 1110 1100 1090 AANTAL BANEN - SPORT 1100 1100 1100 1120 1140 1080 2011 2012 2013 2014 2015 LISA, 2015 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 500 AANTAL VESTIGINGEN 550 610 710 770 2011 2012 2013 2014 2015 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% LISA, 2015 3,1% 1,3% SPORT 0,0% 0,0% In Noord-Brabant neemt het aantal banen in de sub-sector sport vanaf 2011 tot en met 2014 toe met 3,8%. In 2015 is het aantal banen in de sub-sector sport licht gedaald met 0,5% ten opzichte van 2014. In Nederland is een stijgende trend zichtbaar in het aantal banen in de sub-sector sport. In 2015 is het aantal banen met 9,9% gestegen ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de sub-sector sport blijft in West-Brabant tot en met 2013 stabiel en neemt vanaf 2014 toe. In Noord-Brabant neemt het aantal banen gestaag toe, maar daalt licht in 2015. In Nederland is een stijgende trend zichtbaar en neemt het aantal banen in de sub-sector sport sneller toe dan in West-Brabant en Noord-Brabant. 4,2% 1,8% 2011 2012 2013 2014 2015 7,0% 3,8% 1,8% West-Brabant Noord-Brabant Nederland 30 9,9% 3,6% 3,3%

WERKGELEGENHEID 5 SPORT TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de toename in het aantal banen en vestigingen in de sub-sector sport in West-Brabant verklaren zijn als volgt 23 : Er is een toenemende vraag naar persoonlijke begeleiding en training in kleine groepjes. Flexibele abonnementen en contracten. Opkomst outdoor fitness, bootcamping en body with training (zonder apparatuur). Groei van het aantal sportevents zoals mud- en obstacleruns. Integratie van fitness, welness en gezondheidscentra in preventiecare. Groei van wellnesscentra en aantal saunabezoekers. Daarnaast zijn de saunabezoekers jonger en vaker hoogopgeleid ten opzichte van vroeger 24. Het Wielerplan West-Brabant De Goeie Ontsnapping is een concept om West-Brabant op de kaart te zetten als wielerregio. Het primaire doel is om de (vrijetijds)economie in de regio West-Brabant te stimuleren. Dit Wielerplan kan bijdragen aan de werkgelegenheid in de subsector sport middels evenementen, trainingslocaties/accommodaties, etcetera 25. Een combinatie van bovenstaande landelijke en/of regionale ontwikkelingen kan bijdragen aan het toegenomen aantal banen en vestigingen in de sub-sector sport. 31

WERKGELEGENHEID 5 VERVOER 5.7 VERVOER In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector vervoer vanaf 2011 gedaald van 1250 banen naar 1060 banen in 2015. Dit is een daling van 15,2%. 0,0% -2,0% -4,0% VERVOER 2011 2012-2,1% 2013 2014 2015-3,5% -2,8% -6,0% -8,0% -9,6% -5,7% -6,9% -7,4% -8,8% -10,0% -12,0% -11,2% -10,4% -14,0% -15,2% -15,2% 1300 AANTAL BANEN 420 AANTAL VESTIGINGEN -16,0% LISA, 2015 West-Brabant Noord-Brabant Nederland 1250 1250 410 410 410 1200 400 400 In Noord-Brabant neemt het aantal banen in de sub-sector vervoer vanaf 2011 af. In 2015 is het aantal banen afgenomen met 8,8% ten opzichte van 2011. 1150 1100 1050 1000 1130 1110 1060 1060 390 380 370 360 370 380 In Nederland is een dalende trend zichtbaar in het aantal banen in de sub-sector vervoer. In 2015 is het aantal banen met 10,4% gedaald ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de sub-sector sport daalt vanaf 2011 in West-Brabant, Noord-Brabant en Nederland. De sterkste daling is zichtbaar in West-Brabant (-15,2%). 950 2011 2012 2013 2014 2015 LISA, 2015 350 2011 2012 2013 2014 2015 32

WERKGELEGENHEID 5 VERVOER TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de afname in het aantal banen en de toename in het aantal vestigingen in de sector vervoer in West-Brabant verklaren zijn als volgt: Bezuinigingen in met name taxivervoer zorgen voor een daling in het aantal banen. Daarentegen stijgt het aantal vestigingen doordat men voor zichzelf begint als ZZP er 26. Momenteel richt het taxivervoer zich voornamelijk op de dikke vervoersstromen. De overheid trekt zich met openbaar vervoervoorzieningen steeds meer terug op deze zogenoemde dikke vervoersstromen. Het taxivervoer kan hierdoor vooral een rol spelen in het voor- en natraject van dit openbaar vervoer. Het openbaar vervoer zal zich de komende jaren verder terugtrekken op hoofdsassen en ontsluitende lijnen. Niet voldoende renderend openbaar vervoer wordt geschrapt. Daar waar voorzieningen wegvallen kan het taxivervoer als alternatief worden ingezet. De sociale functie van het openbaar vervoer in minder bevolkte gebieden kan hierdoor op niveau blijven 27. Vanaf 1 januari 2016 hoeven taxi chauffeurs niet langer aan de eis van vakbekwaamheid te voldoen voor het krijgen van een ondernemersvergunning 28. Een taxichauffeur hoeft niet langer een vergunningsbewijs in de taxi bij te hebben. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal ZZP ers in 2016 explosief is gestegen 29. Bovenstaande ontwikkelingen en trends kunnen de afname in het aantal banen in de sub-sector vervoer in West-Brabant verklaren, maar laten ook een positief perspectief zien voor het taxivervoer. 33

6 VERBLIJFSTOERISME BESTEDINGEN & DAGTOERISME VERBLIJFSTOERISME 2015 In dit hoofdstuk worden de bestedingen van verblijfstoeristen, dagtoeristen en buitenlandse toeristen beschreven. 6.1 BESTEDINGEN BINNENLANDSE GASTEN In 2015 kwamen de totale bestedingen met betrekking tot verblijfstoerisme en dagtoerisme in West-Brabant neer op 1.513.799.352,-. Dit is een stijging van 14,4% ten opzichte van 2013 ( 1.323.234.694,-). Bestedingen met betrekking tot verblijfstoerisme zijn gestegen met 12,6% in 2015 ten opzichte van 2013. Bestedingen met betrekking tot dagtoerisme zijn gestegen met 14,5% ten opzichte van 2013. 1.600.000.000,00 BESTEDINGEN VERBLIJFSTOERISME EN DAGTOERISME 11,6% 37,2% 3,3% 20,5% 6,1% 18,0% 3,3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Vervoerskosten van/naar bestemming Verblijfskosten Vervoerkosten op bestemming Horeca Excursies, toegangskaarten, etc. Winkels Overige DAGTOERISME 2015 1.400.000.000,00 1.200.000.000,00 6,3% 32,0% 39,0% 5,7% 16,9% 1.000.000.000,00 800.000.000,00 600.000.000,00 1.279.642.000,00 1.464.727.000 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Toegangsprijzen, deelnamekosten, huurprijzen, etc. Consumpties Winkels Vervoerskosten Overige CVO 2013, 2015; CVTO 2012-2013, 2015 400.000.000,00 200.000.000,00 0,00 43.592.694,02 49.072.351,98 2013 2015 Verblijfstoerisme Dagtoerisme In 2015 werd door verblijfstoeristen het meest besteed aan verblijfskosten (37,2%), gevolgd door horeca (20,5%) en winkels (18%). Er werd het minst besteed aan vervoerskosten op de bestemming (3,3%) en overige (3,3%). In 2015 werd door dagtoeristen het meest besteed aan winkels (39%) gevolgd door consumpties tijdens de dagactiviteit (32%). Er werd het minst besteed aan vervoerskosten (5,7%). CVO 2013, 2015; CVTO 2012-2013, 2015 34

6 VERBLIJFSTOERISME BESTEDINGEN & DAGTOERISME TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de toename van bestedingen met betrekking tot het dagtoerisme laten toenemen zijn als volgt 30 : De dagrecreatie profiteert momenteel van de aantrekkende economie, stijgende consumentenbestedingen en groeiend inkomend toerisme. Naar verwachting zal de totale sector met 1% tot 2% groeien in 2016 en ook voor 2017 wordt een vergelijkbare groei verwacht. Ondanks deze vraagstijging blijft het een vechtersmarkt. De afgelopen jaren is het aanbod van vrijetijdsbesteding namelijk substantieel toegenomen. Er zijn tientallen pret- en themaparken, dierentuinen, musea, kartbanen, escape rooms en nog veel meer vormen van vertier bijgekomen. Daarnaast is op een regenachtige dag de IKEA een grote concurrent geworden voor de reguliere dagrecreatie. De concurrentie vanuit andere branches neemt verder toe nu retailers meer beleving en horeca in hun concepten doorvoeren om de dagtoerist te blijven trekken. Een dagje funshoppen is nog nooit zo populair geweest. Veel leegstaand vastgoed ondergaat ondertussen ook een transitie naar leisure concepten, foodmarkets en dagrecreatie. Kortom, de verwachting is dat het aanbod alleen maar verder toe zal nemen. Bovenstaande ontwikkelingen laten zien dat een aantrekkende economie en stijgende consumentenbestedingen de groei verklaren in bestedingen door dagtoeristen. 35

6 BUITENLANDSE BESTEDINGEN GASTEN BESTEDINGEN IN NEDERLAND Deze paragraaf beschrijft de bestedingen van buitenlandse gasten in Noord-Brabant. Vanwege het ontbreken van gegevens op regionaal niveau worden de bestedingen beschreven op provinciaal niveau. Deze gegevens komen voort uit het OIT 2014 (Onderzoek Inkomend Toerisme). Toeristisch 7,2% 35,2% 31,3% 7,1% 6,3% 9,1% 0,0% 3,7% 6.2 BESTEDINGEN BUITENLANDSE GASTEN In 2014 kwamen de totale bestedingen van buitenlandse gasten in Noord-Brabant neer op 439.529.662,-. Van deze totale bestedingen is 36% toe te schrijven aan buitenlanders met een toeristisch motief en 64% aan buitenlanders met een zakelijk motief. Zakelijk 16,8% 42,8% 18,4% 1,2% 11,3% 7,0% 0,3% 2,2% BESTEDINGEN BUITENLANDSE GASTEN 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Vervoer naar Nederland Overnachtingen Eten en drinken Excursies en toegangskaarten Vervoer binnen Nederland Winkelen en souvenirs 36,0% OIT 2014 Beurs/congres Overig 64,0% Zakelijke buitenlandse gasten besteden in 2014 meer aan vervoer naar Nederland (16,8%) en overnachtingen in Nederland (42,8%) dan toeristische buitenlandse gasten (resp. 7,2% en 35,2%). Toeristische buitenlandse gasten besteden meer aan eten en drinken (31,3%) en excursies en toegangskaarten (7,1%) dan zakelijke buitenlandse toeristen (resp. 18,4% en 1,2%). OIT 2014 Toeristisch Zakelijk Zakelijke buitenlandse gasten verblijven vaak in het duurdere segment waardoor de bestedingen in de categorie overnachtingen hoger zijn dan voor toeristische buitenlandse gasten. Hetzelfde gaat op voor vervoer naar Nederland 31. Daarnaast komt ruim een kwart van de zakelijke buitenlandse gasten voor een georganiseerd zakelijk bezoek (MICE) waardoor bestedingen aan eten en drinken lager zijn vergeleken met bestedingen van toeristische buitenlandse gasten aan deze categorie 32. 36

BRONNENLIJST 1 NBTC Holland Marketing (2015) Binnenlands toerisme, geraadpleegd op 21-11-2016 2 Hospitality Management (2016) ABN Amro: meer gasten voor hotels, geraadpleegd op 21-11-2016 3 ABN Amro (2015) Visie op Verblijfsrecreatie, geraadpleegd op 21-11-2016 4 Rabobank Cijfers & Trends (2013) Reisorganisatie en -bemiddeling, geraadpleegd op 21-11-2016 5 Provincie Noord-Brabant (2014) De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant; actualisering 2014. www.bevolkingsprognose.brabant.nl, geraadpleegd op 15-11-2016 6 NBTC Holland Marketing (2016) Toerisme in perspectief, geraadpleegd op 15-11-2016 7 NRIT (2014) Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2014, geraadpleegd op 15-11-2016 8 Raad voor Cultuur (2014) De Cultuurverkenning: Ontwikkelingen en trends in het culturele leven in Nederland, geraadpleegd op 15-11-2016 9 Rijksoverheid (2016) Meer geld voor meer cultuur, geraadpleegd op 15-11-2016 10 Cultuurindex Nederland (2013) Werkgelegenheid Kunst en Cultureel Erfgoed, geraadpleegd op 15-11-2016 11 Cultuurindex Nederland (2015) Museumkaart draagt bij aan succes musea, geraadpleegd op 15-11-2016 12 Kwartaalmonitor Horeca (2016) Tweede kwartaal 2016, geraadpleegd op 15-11-2016 13 Compendium voor de Leefomgeving (2016) Leegstand van winkels, 2004-2016, geraadpleegd op 15-11-2016 14 Centraal Bureau voor de Statistiek (2016) Meer Nederlanders shoppen online, geraadpleegd op 15-11-2016 15 Betekent B2B e-commerce het einde van de groothandel? (2015) Jeroen van den Berg, geraadpleegd op 15-11-2016 16 Marthijn de Jong (2015) Groothandel 2016: De dreiging van meer transparantie in de zakelijke markt, geraadpleegd op 15-11-2016 17 Rabobank Cijfers & Trends (2016) Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven: Vakantiecentra. 40 e jaargang editie 2016/2017, geraadpleegd op 15-11-2016 18 Richard Otten (2015) Kampeertrends: wifiloos back to basics of toch maar glamping? Travconnect, geraadpleegd op 18-11-2016 19 NRIT Media (2015) Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2015, geraadpleegd op 18-11-2016 20 BN DeStem (2015) Explosieve groei Airbnb in West-Brabant, geraadpleegd op 18-11-2016 21 Rabobank Cijfers & Trends (2016) Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven: Hotels. 40 e jaargang editie 2016/2017, geraadpleegd op 15-11-2016 22 NBTC-NIPO Research (2013) Minder Nederlanders op vakantie in 2013, geraadpleegd op 18-11-2016 23 Rabobank Cijfers & Trends (2016) Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven: Fitnesscentra. 40 e jaargang editie 2016/2017, geraadpleegd op 15-11-2016 24 Rabobank Cijfers & Trends (2013) Wellnesscentra en sauna s, geraadpleegd op 18-11-2016 25 Regio West-Brabant (2015) De Goeie Ontsnapping: Wielerplan West-Brabant ter stimulering vrijetijdseconomie en profilering West-Brabant, geraadpleegd op 21-11-2016 26 Stichting ZZP Nederland (2016) ZZP taxichauffeur, geraadpleegd op 16-11-2016 27 Rabobank Cijfers & Trends (2016) Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven: Taxibedrijven. 40 e jaargang editie 2016/2017, geraadpleegd op 16-11-2016 28 Rijksoverheid (2016) Wat betekent de nieuwe taxiregeling voor mij als taxichauffeur of ondernemer? Geraadpleegd op 16-11-2016 29 Financieel Dagblad (2016) Explosieve groei starters in taxibranche, geraadpleegd op 16-11-2016 30 Rabobank Cijfers & Trends (2016) Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven. 40 e jaargang editie 2016/2017, geraadpleegd op 16-11-2016 31 CBS (2015) Zakelijke toerist goed voor ruim 16 miljoen hotelovernachtingen, geraadpleegd op 21-11-2016 32 NRIT Media (2015) Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2015, geraadpleegd op 21-11-2016 37

CONTACT De Marktonderzoekers van Dynamic Concepts consultancy Contactpersoon: Benjamin Nicholson Telefoon: 040 84 89 280 E-mail: benjamin@dynamic-concepts.nl Website: www.dynamic-concepts.nl Bezoekadres: Eindhoven Strijp- S Klokgebouw 155 5617 AB Eindhoven Oisterwijk KVL Almijstraat 14 5061 PA Oisterwijk