Wiskunde. Als de veelterm P (x) = x 2 + ax + a deelbaar is door x + b, met a en b reele getallen, dan geldt. <A> b 6= 1 en a = b2 b 1

Vergelijkbare documenten
Augustus blauw Vraag 1. Wiskunde. Als f (x) = e 4x 3, wat is dan f x. <A> e x 4. <B> (ex) 4. <C> e x 4. <D> e + 1 x 4.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

Uitgewerkte oefeningen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e 1/3/2017. dr. Brenda Casteleyn

Actief gedeelte - Maken van oefeningen

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 13 september 2017 dr. Brenda Casteleyn

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Eindexamen wiskunde B vwo I

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Niveau 1. Opgave 1. Als x 2 = x + 3, dan is x 3 gelijk aan. 1p. x x x x 2 + 3x + 3. x

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Oefening 1. Welke van de volgende functies is injectief? (E) f : N N N : (n, m) 7 2m+n. m n. Oefening 2

Hierbij geven we de antwoorden en bewijzen we meteen ook hoe de constanten kunnen bepaald worden.

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Wiskundige Technieken

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007

Eerste deel van de cursus Algebra

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2016: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2016: algemene feedback

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Wiskundige Technieken

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 15 september dr. Brenda Casteleyn

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

Eerste- en derdegraadsfunctie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

IJkingstoets Industrieel ingenieur

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

wiskunde B vwo 2016-I

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Vlakke meetkunde. Module Geijkte rechte Afstand tussen twee punten Midden van een lijnstuk

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 2013: algemene feedback


Eindexamen wiskunde B vwo I

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: veeltermfuncties en berekening parameters, stelsels. 16 september dr.

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur 1 september Nummer vragenreeks: 1

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: gemiddelden, ongelijkheden, evenredigheden. 16 september dr.

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 2015: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 2015: algemene feedback

Zelftest wiskunde voor Wiskunde, Fysica en Sterrenkunde

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Verbanden en functies

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

wiskunde B bezem vwo 2018-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2001-II

Transcriptie:

Vraag 1 Als de veelterm P (x) = x 2 + ax + a deelbaar is door x + b, met a en b reele getallen, dan geldt <A> b 6= 1 en a = b2 b 1 <B> b 6= 1 en a = b b 1 <C> b 6= 1 en a = <D> b 6= 1 en a = b b 1 b 2 b 1 Wiskunde: vraag 1

Vraag 2 Gegeven is de functie f met als voorschrift f (x) = 1 : 1 + 1 x Wat is het voorschrift van de afgeleide functie f 0? <A> f 0 (x) = <B> f 0 (x) = 1 (1 + x) 2 1 (1 + x) 2 <C> f 0 (x) = 1 1 + x 2 <D> f 0 (x) = 1 1 + x 2 Wiskunde: vraag 2

Vraag 3 De afgeleide van een functie f, gedenieerd op ]0; +1[, is gegeven door f 0 (x) = ln x. Bovendien is f (e) = e 2. Dan is f (e 2 ) gelijk aan <A> e 2 <B> 2e 2 <C> 2 + e 2 <D> e 4 Wiskunde: vraag 3

Vraag 4 Vier verschillende punten P (a; p), Q(b; q), R(a; r) en S(b; s) liggen in het eerste kwadrant. De punten P en Q liggen op de parabool met als vergelijking y = x 2 en de punten R en S liggen op de parabool met als vergelijking y = x 2. Het lijnstuk [P Q] is dubbel zo lang als 4 het lijnstuk [RS]. Bepaal a + b. <A> 3 4 <B> 4 3 <C> 2 <D> 3 Wiskunde: vraag 4

Vraag 5 Judoclub Yuko neemt deel aan een internationale competitie met zeven van haar leden. Op de wedstrijddag worden alle zeven judoka's een voor een gewogen. Tijdens het wegen houdt de manager van de club het gemiddeld gewicht bij van de leden die reeds gewogen werden. Hij observeert dat het gemiddeld gewicht bij elk nieuwe weging met 1 kg toeneemt. Hoeveel weegt de zwaarste van de zeven judoka's meer dan de lichtste? <A> <B> <C> <D> 7 kg 10 kg 12 kg 14 kg Wiskunde: vraag 5

Vraag 6 In de wachtkamer van een tandarts staan zes stoelen in een kring. Hierop hebben twee mannen en vier vrouwen in een willekeurige volgorde plaatsgenomen. Hoe groot is de kans dat er onmiddellijk rechts en onmiddellijk links van elke man een vrouw zit? <A> 50 % <B> 60 % <C> 72 % <D> 75 % Wiskunde: vraag 6

Vraag 7 Hoeveel bedraagt de oppervlakte van het gebied gelegen boven de graek van de functie f met voorschrift f (x) = j4xj en onder de horizontale rechte met vergelijking y = 4? <A> 28 3 <B> 10 <C> 32 3 <D> 34 3 Wiskunde: vraag 7

Vraag 8 Als cos x = sin x + 1 p 3, dan is cos 3 x sin 3 x gelijk aan <A> 1 p 3 <B> 2 p 3 <C> 3 2 p 3 <D> 4 3 p 3 Wiskunde: vraag 8

Vraag 9 Het punt P ligt op de diagonaal [BD] van een vierkant met zijde 4 en hoekpunten A, B, C en D. De afstand van P tot het hoekpunt A is het dubbele van de afstand van P tot de zijde [AB]. Hoeveel bedraagt de afstand van P tot de zijde [AB]? <A> 2 p 2 1 <B> 2 p 3 2 <C> 4 p 3 <D> 4 2 p 2 Wiskunde: vraag 9

Vraag 10 Gegeven is de functie f met als voorschrift f (x) = x 3 11x 2 25x 13. De rechte met vergelijking y = px + q raakt aan de graek van f in het punt A(a; f (a)) en snijdt de graek van f in het punt B(13; 0). Als A en B verschillende punten zijn, dan is p + q gelijk aan <A> 2352 <B> 1 <C> 0 <D> 1 Wiskunde: vraag 10

Vraag 11 Een persoon wordt blootgesteld aan een schadelijk stof. Deze stof komt terecht in zijn bloed en wordt afgebroken door de lever. Stel dat de hoeveelheid schadelijke stof in het bloed daalt volgens het functievoorschrift Ae bt (met A en b positieve constanten, en t de tijd uitgedrukt in dagen). Op t = 0 bedraagt de hoeveelheid schadelijke stof in het bloed 5 milligram (5 mg). Na twee dagen (t = 2) is de hoeveelheid gedaald tot 1 mg. Hoeveel van deze schadelijke stof blijft er in het bloed van deze persoon na zes dagen ( t = 6)? <A> <B> <C> <D> 0,02 mg 0,04 mg 0,05 mg 0,20 mg Wiskunde: vraag 11

Vraag 12 Het stelsel { x y = 3 cx + y = 4 heeft een oplossing (x; y) in het eerste kwadrant als en slechts als <A> c > 1 <B> 0 < c < 4 3 <C> 1 < c < 4 3 <D> c > 4 3 Wiskunde: vraag 12

Vraag 13 Beschouw drie functies f, g en h met functievoorschriften f (x) = sin( x 2 ); g(x) = 1 e x ; h(x) = 2x x 2 De graeken van f, g en h gaan door de oorsprong O. De volgende guur toont de graeken van deze functies op een gesloten interval waarvan het linkereindpunt de oorsprong is. 6 : Welke graek stemt overeen met welke functie? <A> <B> <C> <D> (a) met f, (b) met g, (c) met h (a) met g, (b) met f, (c) met h (a) met g, (b) met h, (c) met f (a) met f, (b) met h, (c) met g Wiskunde: vraag 13

Vraag 14 In een woonzorgcentrum lijdt 8 % van de mannen en 4 % van de vrouwen aan de ziekte van Parkinson. Onder de bewoners kiest men lukraak een man en een vrouw. Hoe groot is dan de kans dat precies een van beiden aan de ziekte van Parkinson lijdt? <A> 3,24 % <B> 10,32 % <C> 11,36 % <D> 12,58 % Wiskunde: vraag 14

Vraag 15 Beschouw de punten O(0; 0), P (a; 0) en Q(0; a) in een orthonormaal assenstelsel. De cirkel ingeschreven in de driehoek met hoekpunten O, P en Q heeft straal 1. Wat is de oppervlakte van deze driehoek? <A> 2 + p 2 <B> 3 + p 2 <C> 3 + 2 p 2 <D> 6 + 4 p 2 Wiskunde: vraag 15