Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Stel snel en systematisch de juiste diagnose. Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, psychiater, Parnassia, Den Haag



Vergelijkbare documenten
Persoonlijkheidsstoornissen

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd

E book Persoonlijkheidsstoornissen

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Colofon. Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid. Teksten: Stichting Gezondheid

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

MOEILIJKE MENSEN? ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Van categorieel naar multidimensioneel denken in de psychiatrie

Nederlandstalige samenvatting van het boekje over verkeerde diagnoses bij hoogbegaafden

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

De Bouwstenen van de Psyche Van categorieel naar multidimensioneel denken in de psychiatrie

Wat is een gezondheidszorgpsycholoog?

Borderline, waar ligt de grens?

Depressie, dysthymie en de bipolaire stoornis

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE

MMPI-2 Code type 1-2/2-1

Over mensen met psychische of psychiatrische problematiek. Bijeenkomst voor kerken, raden en verenigingen in de gemeente Aalburg 19 november 2009

Diagnosen in de psychiatrie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

Persoonlijkheidsstoornissen

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Aan de slag met psychose en bipolaire stoornis

Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, resident in psychiatry, Parnassia, The Hague

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie

COMPLEX TRAUMA. Symposium 25 februari 2019 Hand-out Drs. A. Oud

Wie normaal is beantwoordt aan een bepaalde norm van een specifieke sociale groep.

Algemene folder Zorgprogramma Bipolaire Stoornissen

Eetstoornissen. Symptomen

Mensen met psychische problemen in mediation

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen

Praktische opdracht ANW Depressies

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Persoonlijkheidsstoornissen

Stemmingsstoornissen. Els Ronsse. Psysense Oc br ebergiste.

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013

Happy Maar nu even niet. Praktisch omgaan met complexe psychische klachten

Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart. Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut

Kenmerken. VG protocol Borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS) Comorbiditeit. Vaak gepaard met:

Informatieavond Bipolaire stoornis. Bart van den Bergh, verpleegkundig specialist GGz Ronald Vonk, psychiater

Hand-out bij de

Wegwijzer psychische stoornissen 1

Depressie. hoe, wat & hulp. Stef Linsen, psychiater. 12 oktober 2017 Amsterdam. Icarus Blender #2, Vitamine Z

Depressieve klachten. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog

Dr. C.C. Kan Symposium Persoonlijkheid of Stoornis? 5 juni 2009

Wat kan ik wél doen bij angst of dwang in mijn gezin?

Leven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog

Depressie. Informatiefolder voor cliënt en naasten. Zorgprogramma Doen bij Depressie UKON. Versie 2013-oktober

K-LCM: De Child Life Chart Method Scoreformulier voor ouders dagelijks vooruitblikkend K-LCM

Terrorisme en dan verder

Suicidaal gedrag bij jongeren

We gebruiken in deze vragenlijst de term psychische klachten. Maar neem gerust een andere term in gedachten als je die beter vindt.

EEN NETWERKBENADERING

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

Zorgprogramma Angststoornissen

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

Wat als uw werknemer een minder goede dag heeft? Ziektebeeld in relatie tot gedrag: signalering tijdens het werk

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Na vanmiddag. bij ouderen met een verstandelijke beperking

Zorglijn Emotieregulatiestoornissen

Psychosociale begeleiding

Welkom bij Djoke.nl Kraamzorg bij Psychische klachten

Overzicht. Wat heeft hij/zij? Wat is zijn diagnose? Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten. Inleiding. 1. Inleiding

Aardbevingen en psychische klachten

BEOORDELINGSSCHAAL DEPRESSIEVE SYMPTOMEN 1 (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-C) (in te vullen door behandelaar/onderzoeker)

Behandeling van OCD. tony de clippele klinisch psycholoog

Zorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen

'Wat is de invloed van een ticstoornis op het schoolse leren van een kind?' Margriet de Bruin GZ-(Neuro)psycholoog Poli Ticstoornissen

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Test je mate van overspanning

Ouderenpsychiatrie: Hulpmiddelen bij het Herkennen en Signaleren

diagnostiek en behandeling voor de professional Bipolaire stoornis Nienke Jabben en Baer Arts

Veranderingen in de DSM-V stemmingsstoornissen. R.A. van Elmpt AIOS psychiatrie

Cluster A Cluster B Cluster C Excentriek(zonderling) Paranoïde

ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt)

Richtlijn Isolatie en vrijheidsbeperkende maatregelen

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Vroegsignalering bij dementie

Definitie Persoonlijkheidstrekken. Definitie Persoonlijkheid Millon Persoonlijkheidspathologie bij ouderen

Correcties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen

Psychosociale problemen bij kanker. Mogelijkheden voor begeleiding

E-book-Depressie en dysthymie.indd :29:33

De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling

Transcriptie:

Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Stel snel en systematisch de juiste diagnose Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, psychiater, Parnassia, Den Haag

As I versus As II As I stoornissen (25%) Acute pathologie. Achteruitgang van het psychisch functioneren Ten opzichte van een eerder behaald niveau van functioneren. Instabiel, kortdurend. Symptoomvrij herstel is soms mogelijk. As II stoornissen (10%) Chronische pathologie. Ontwikkelingstekort. Gewenst niveau van functioneren wordt niet gehaald. Stabiel, langdurig. Symptoomvrij herstel is uitzondering. x

As I en As II stoornissen Een ontwikkelingsperspectief ψ f As II As I 0 20 80 Tijd (jaren)

Categoriële indeling psychiatrische stoornissen: DSM-IV-TR As I: Grote stoornissen, acute syndromen. As II: Persoonlijkheidsstoornissen (en pervasieve). As III: Lichamelijke stoornissen As IV: Psychosociale en omgevingsomstandigheden die bijdragen aan de stoornis. As V: Resultaten van neuropsychologische tests (GAF).

As I stoornissen DSM-IV-TR Ziektebeelden waarvoor acute (klinische) interventie nodig is. De belangrijkste bezigheid binnen de GGZ. Voorbeelden: a. Stemmingsstoornissen (depressie, bipolaire stoornissen) b. Psychotische stoornissen (schizofrenie,etc.) c. Angststoornissen (fobieen, paniekaanvallen, OCD) d. Aanpassingsstoornissen e. Drug-geinduceerde stoornissen f. Somatoforme stoornissen g. Etc.

Feighner Criteria voor Depressieve stoornis (As I) Minimaal 5 van onderstaande 9 symptomen, minimaal 2 weken, 1 of 2 verplicht: 1. Lage stemming (somberheid). 2. Interesseverlies. 3. Gewichtsverlies / verandering van eetlust. 4. Te veel of te weinig slaap. 5. Psychomotore agitatie (ontremming) of remming. 6. Vermoeidheid of energieverlies. 7. Gevoelens van waardeloosheid of schuld (soms waanachtig) 8. Concentratieproblemen, besluiteloosheid. 9. Terugkerende doodsgedachten of concrete suicideplannen.

Melanchole depressie ( Vitale, geremde ) 10% van alle depressies Verlies van alle plezier inclusief eetlust (gewichtsverlies) Andere kwaliteit van de stemming Veel angst en somatische angstequivalenten (parelend zweet) Nauwelijks modulerend affect Psychomotore remming (bewegingsarmoede, mimiekarmoede) s Ochtends te vroeg wakker en het ergst. Veel schuldgevoel SSRIs helpen niet zo goed (TCAs en MAO wel.

Depressie (Melanchool)

Atypische depressie 40% van alle depressies Dodelijke ( loden ) vermoeidheid Hypersomnia (teveel slapen) Meer eetlust (zoete dingen!) & gewichtstoename Vaak seizoensafhankelijk: vgl winterslaap. Reactieve stemmingen Langdurig aanwezig patroon van overgevoeligheid voor afwijzing binnen interpersoonlijke context. SSRIs helpen beter.

Depressie (Atypisch)

Feighner Criteria voor Manische stoornis (As I) Minimaal 3 van onderstaande symptomen, minimaal 1 week: 1. Verhoogde stemming of toegenomen prikkelbaarheid. 2. Meer energie. 3. Afgenomen behoefte aan slaap. 4. Gedachtenvlucht. 5. Meer praten. 6. Verhoogde afleidbaarheid. 7. Verhoogd zelfvertrouwen of grootheidsfantasieen. 8. Meer doelgerichte handelingen (school, werk, sociaal / seksueel). 9. Overmatig bezig zijn met plezierige maar risicovolle aktiviteiten (koopwoede, seksuele uitspattingen, onverstandige zakelijke investeringen). NB: Diff. Diagnostisch te onderscheiden van reactieve stemmingen.

Manie

Boosheid Ingehouden woede. Slecht slapen, tandenknarsen! Irritatie, makkelijk geïrriteerd worden. Stemverheffing. Conflicten aangaan. Verbaal of fysiek geweld. Automutilatie, suicidaliteit, homocidaliteit.

Boosheid / Woede

Feighner Criteria voor Gegen. angststoornis (As I) Minimaal 3 van onderstaande 8 symptomen, minimaal 6 maanden, 1 en 2 verplicht: 1. Excessive angst / zorgen maken. 2. Nauwelijks controle hierover. Tenminste 3 van de volgende: 1. Rusteloosheid of opgejaagd gevoel. 2. Makkelijk moe worden. 3. Concentratieproblermen of blackouts. 4. Prikkelbaarheid. 5. Verhoogde spierspanning 6. Slaapproblemen.

Angst en paniek

Feighner Criteria voor PTSS (Trauma), As I Reactie op levensbedreigende gebeurtenis. Herbelevingen of nachtmerries, oncontroleerbaar. Daarbij lichamelijke angstsensaties en /of hevige psychologsiche angstklachten. Vermijding van plaatsen, mensen, onderwerpen of gebeurtenissen die aan het trauma herinneren.

Feighner Criteria voor Dwangstoornis (As I) Obsessies (dwangmatige gedachten): 1. Herhaaldelijke en aanhoudende gedachten, impulsen of beelden. 2. Evaren als opgedrongen of misplaatst, en die angst of spanning veroorzaken. 3. Niet uitsluitend veroorzaakt door zorgen over alledaagse problemen. 4. Poging deze te negeren of te neutraliseren met andere gedachten of handelingen. 5. Beleefd als een product van eigen geest. Compulsies (dwangmatige handelingen): 1. Herhaald gedrag (bv. handen wassen (smetvrees), ordenen, controleren) of geestelijke handelingen (bv. bidden, tellen, woorden zachtjes herhalen) die de persoon uitvoert als reactie op een obsessie of die worden uitgevoerd volgens strikte regels. 2. Het gedrag is gericht op het voorkomen of verminderen van spanning of het voorkomen van een gevreesde situatie. Geen reele samenhang met de te vermijden gebeurtenis.

OCD

Feighner Criteria voor Psychotische stoornis (As I) Minimaal 2 van de volgende, tenminste 1 maand grotendeels aanwezig: 1. Wanen. a. Paranoide wanen. b. Betrekkingswanen. c. Grootheidswanen. d. Religieuze wanen, gedachtenlezen, gedachten onttrekken. 2. Hallucinaties (geluiden / stemmen, beelden, gevoel, geuren, smaken). 3. Ontregelde spraak. 4. Ontregeld gedrag of katatonie. 5. Negatieve symptomen: affectvervlakking, weinig spraak, willoosheid.

Psychose

Screening ADHD Kooij en Buitelaar, 1997

ADHD

Persoonlijkheidsstoornissen (As II) DSM-IV-TR Aanhoudende patronen van innerlijke beleving en gedrag dat in belangrijke mate afwijkt van de verwachtingen die gelden binnen de cultuur van betrokkene. Stabiele patronen van mentaal functioneren (bijv. rigide gedachten, gevoelens, wensen, manieren van perceptie en gedrag). Begin in vroege jeugd of vroege volwassenheid. Met name zichtbaar tijdens sociaal functioneren. Leidt tot klinisch relevant persoonlijk lijden Voor het individu. Voor zijn of haar omgeving.

As II stoornissen DSM-IV-TR Categorieen van persoonlijkheidsstoornissen: Cluster A: a. Paranoïde b. Schizoïde Excentriek, gereserveerd c. Schizotypische Cluster B: a. Narcistische b. Antisociale Impulsief, grillig c. Borderline d. Theatrale Cluster C: a. Vermijdende b. Afhankelijke Angstig, zenuwachtig c. Obsessief-compulsieve

Feighner Criteria voor Borderline PSH stoornis Vijf (of meer) van de volgende: 1. Krampachtig proberen te voorkomen om in de steek gelaten te worden. 2. Een patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties gekenmerkt door overmatig idealiseren of kleineren. 3. Identiteitsstoornis: aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel. 4. Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die betrokkene zelf zouden kunnen schaden (seks, drugs, geld, rijden, vreten). 5. Suïcidale gedragingen, gestes, dreigingen of automutilatie. 6. Affectlabiliteit, duidelijke reactiviteit van de stemming (bijvoorbeeld periodes van intense somberheid, prikkelbaarheid of angst). 7. Chronisch gevoel van leegte. 8. Inadequate, intense woede of moeite kwaadheid te beheersen. 9. Aan stress gebonden paranoïde ideeën of dissociatieve verschijnselen.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Antisociale PSH stoornis Drie (of meer) van de volgende: 1. Zich niets aantrekken van sociale normen, herhaaldelijke arrestaties. 2. Bedriegen (herhaaldelijk liegen, gebruik van schuilnamen, anderen oplichten vanuit persoonlijk winstbejag of plezier). 3. Impulsiviteit (of onvermogen vooruit te plannen). 4. Agressie en irritatie, zoals blijkt uit herhaaldelijk fysiek geweld. 5. Roekeloosheid, veronachtzaming van veiligheid voor zichzelf of anderen. 6. Systematische onverantwoordelijkheid (onvermogen om baan of financien in goede banen te leiden). 7. Gebrek aan berouw (onverschillig zijn voor of wegrationali-seren van mishandeling of diefstal). 8. Begin voor 15e jaar, huidige leeftijd > 18 jaar.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Narcistische PSH stoornis Vijf (of meer) van de volgende: 1. Opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid. 2. Gepreoccupeerd met fantasieën over onbeperkte successen, macht, genialiteit, schoonheid, of ideale liefde. 3. Geloof "heel speciaal en uniek te zijn. Kan alleen begrepen worden door andere speciale of hooggeplaatste mensen. 4. Verlangt buitensporige bewondering. 5. Gevoel bijzondere rechten te hebben (verwacht uitzonderlijk welwillende behandeling en weinig weerstand). 6. Maakt misbruik van anderen om eigen doeleinden te bereiken (exploiteert). 7. Gebrek aan empathie (invoelend vermogen). 8. Is vaak jaloers of denkt dat anderen jaloers zijn. 9. Arrogant of toont hooghartig gedrag.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Theatrale PSH stoornis Vijf (of meer) van de volgende: 1. Voelt zich niet op zijn/haar gemak in situatie waarin hij/zij niet in het centrum van de aandacht staat. 2. De communicatie tussen de persoon en anderen is vaak ongepast seksueel verleidelijk of provocatief. 3. Vertoont een snelle en oppervlakkige overgang van emoties. 4. Gebruikt consistent zijn/haar uiterlijk om aandacht te trekken. 5. Heeft een oppervlakkig taalgebruik en heeft het niet over details. 6. Vertoont overdreven en theatraal gedrag en overdrijft zijn/haar emoties. 7. Is eenvoudig te beïnvloeden door anderen of door omstandigheden. 8. Beschouwt relaties als intiemer dan ze in werkelijkheid zijn.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Afhankelijke PSH stoornis Vijf (of meer) van de volgende: 1. Moeite met het nemen van alledaagse beslissingen zonder advies of geruststelling. 2. Verantwoordelijkheid voor de meeste aspecten van het leven wordt bij anderen neergelegd. 3. Moeite met meningsverschillen: angst voor het verlies van steun of waardering. 4. Moeite dingen zelf te doen wegens gebrek aan zelfvertrouwen. 5. Moeite doen om steun en waardering van anderen te krijgen. Verricht hiertoe vrijwillig onaangename taken. 6. Niet op zijn gemak voelen als hij alleen is, vanwege de overmatige angst niet voor zichzelf te kunnen zorgen. 7. Zoekt dringend een nieuwe relatie als een oude relatie wordt beëindigd. 8. Onrealistische angst alleen voor zichzelf te moeten zorgen.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Vermijdende PSH stoornis Vier (of meer) van de volgende: 1. Vermijdt activiteiten waarbij veel persoonlijk contact optreedt uit angst voor kritiek, afkeuring of afwijzing. 2. Heeft behoefte om met mensen om te gaan, maar is hier door angst moeilijk toe in staat tenzij hij/zij er zeker van is geaccepteerd te worden. 3. Gaat intieme relaties uit de weg uit angst voor vernedering of om belachelijk gemaakt te worden. 4. Is gepreoccupeerd met het idee in de sociale omgang kritiek te krijgen of afgewezen te worden. 5. Geremd in sociale contacten door het gevoel tekort te schieten. 6. Ziet zichzelf als sociaal onbeholpen, onaantrekkelijk of inferieur. 7. Buitengewoon terughoudend om risico's te nemen of nieuwe activiteiten te ontplooien, omdat deze hem/haar in verlegenheid zouden kunnen brengen.

Peter van Straaten

Feighner Criteria voor Obsessief-compulsieve PSH stoornis Vier (of meer) van de volgende: 1. Preoccupatie met details, regels, lijsten, orde, organisatie of schema's, waarbij het hoofddoel van de activiteit uit het oog wordt verloren. 2. Streven naar perfectie staat voltooiing van taken in de weg. 3. Werk en productie ten koste van de vrijetijdsbesteding en vriendschappen. 4. Overdreven gewetensvol, scrupuleus en onbuigzaam in zaken van moraal, esthetiek of normen en waarden. 5. Niet in staat versleten of waardeloze dingen weg te gooien. 6. Terughoudend in het delegeren van taken / samenwerking met anderen. 7. Gierige levensstijl, geld wordt opgepot voor toekomstige catastrofes. 8. Onbuigzaam en koppig, star en rigide. 9. Van relatieproblemen zijn altijd anderen schuldig.

Peter van Straaten

Tenslotte: denk aan overige langlopende problemen IQ problemen (verbaal vs performaal) Autisme Spectrum Stoornissen