Leiden Leefbaarheid in 2014 en de Leefbaarheidsontwikkeling van en

Vergelijkbare documenten
Autobezit in cijfers Leiden 2011

Leidse bevolking groeit in 2014 met 378 personen

Ontwikkeling van de Leidse bevolking in 2010

BOA. Feitenblad De Leidse bevolking in Af in 2015 Bij in inwoners. mannen: vrouwen: 62.

Elektrisch autobezit in Leiden Vincent van Hees en Jessica van Melis

Buurtsignalering. Leidse buurten vergeleken in sociaal-economisch opzicht

Leidenincijfers. Leiden 2018 Leefbaarometer BELEIDSONDERZOEK I I

De Leidse bevolking in inwoners

De Leidse bevolking in inwoners

De Leidse bevolking in 2018

Minimuminkomens in Leiden,

Leiden. Leefbaarheidsmonitor Leiden Voorwoord. Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

Geweldsanalyse Leiden-Voorschoten 2005

Geweldsanalyse. Leiden-Voorschoten 2006

Inkomens van Leidse particuliere huishoudens,

Geweldsanalyse Leiden-Voorschoten 2004

Geweldsanalyse. Leiden-Voorschoten 2007

Inkomens van Leidse particuliere huishoudens,

Colofon Serie Statistiek 2007/17a

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid

De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie in Amersfoort

Doelgroepenanalyse VanHarte Leiden

Hoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Werkgelegenheid in Leiden

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Minimuminkomens in Leiden

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leefbaarheid en leefklimaat volgens:

OUTCOMEMONITOR WIJKENAANPAK 2015

De inkomenspositie. van Leidse huishoudens

Dordrecht in de Atlas 2013

Woonaantrekkelijkheidsscan Delft 2011 Opgesteld door Bureau Louter

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Openbare ruimte en groen

Leids referendum Rijn Gouwe Lijn

Hoofdstuk 10 Parkeren

Kantoren in cijfers 2016

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

B&W-Aanbiedingsformulier

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Hoe veilig is Leiden?

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Monitor werklandschappen

Hoe veilig is Leiden?

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

2006. Nr. : Dnst. : BOWO. Verordening Winkeltijden Leiden Leiden, 14 februari 2006.

Factsheet Schiedam 2014

- Buitengebied-Noord bestaat uit vier buurten met elk een laag inwonersaantal; Langenholte, Haerst, Bedrijventerrein Hessenpoort en Tolhuislanden.

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

E N E R G I E L A S T E N O N D E R Z O E K

Leiden cijfers www

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Statistieken Leids burgemeestersreferendum. Dinsdag 11 maart Deze publicatie is beschikbaar in PDF-formaat op de site:

Veiligheid in cijfers 2009

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk

Gemeente op maat Leiden

Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Wijk- en buurtmonitor 2016 Opzet

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Wijkanalyse Leiden Zuidwest

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Kwetsbare wijken in beeld Anne-Jo Visser

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Vertrouwen in Leiden. Verkiezingsprogramma ChristenUnie Leiden

Wonen. Hoofdstuk Inleiding

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Werkgelegenheid in Leiden

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Jeugd. Hoofdstuk Inleiding

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Hoofdstuk 22. Parkeren

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Transcriptie:

Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden Leefbaarheid in 2014 en de van 2008-2014 en 2012-2014 De leefbaarheid in een regio, wijk of buurt is een belangrijk meetinstrument voor beleidsvorming. De Leefbaarometer is een tool die gebruikt kan worden als signaleringsfunctie, om de leefbaarheid van een gebied in kaart te brengen. De Leefbaarometer wordt elke 2 jaar geactualiseerd. Onlangs kwamen de gegevens van 2014 beschikbaar. Dit rapport is uitgebracht om de huidige stand van zaken omtrent leefbaarheid weer te kunnen geven maar ook om de ontwikkelingen in de afgelopen jaren kenbaar te maken. De Leefbaarometer is recent vernieuwd, waarbij nieuwe indicatoren zijn toegevoegd en het model is aangepast naar nieuwe inzichten. Zo is het aantal indicatoren vergroot van ca. 50 naar 100. Ook zijn er meer indicatoren over voorzieningen toegevoegd, om zo een veelzijdigere benadering van het begrip leefbaarheid te krijgen. De leefbaarheid van 2012 en 2014 is met het nieuwste model berekend. De gegevens van voor 2012 zijn opnieuw berekend m.b.v. het nieuwste model, waardoor de leefbaarheid van de jaren voor 2012 ook vergeleken kan worden met meer recente jaren. Naast de Leefbaarometer bestaan er nog meer meetinstrumenten die een beeld kunnen geven van de leefsituatie in een gebied. Zo bepaalt bureau Louter bijvoorbeeld de woonaantrekkelijkheid van alle gemeentes in Nederland. Omdat elk instrument een eigen aanpak heeft, is het begrip leefbaarheid geen absolute grootheid.

1. Inleiding Leefbaarheid Leefbaarheid is een lastig te definiëren begrip, dat eigenlijk een soort maatstaf moet zijn om te bepalen in hoeverre mensen tevreden zijn met hun leefomgeving, oftewel: de mate waarin de leefomgeving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door de mens aan worden gesteld (bron: www.leefbaarometer.nl) Techniek Om de leefbaarheid in een stad, dan wel bepaald gedeelte van een stad weer te kunnen geven, heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken de Leefbaarometer ontwikkeld. De Leefbaarometer is op eenvoudige wijze te bereiken via de volgende website: www.leefbaarometer.nl. De Leefbaarometer biedt de mogelijkheid om een kaart te openen die is toegespitst op de wensen van de gebruiker. Dankzij deze tool kan bijvoorbeeld voor een specifiek gebied de leefbaarheid of leefbaarheidsontwikkeling worden getoond in een bepaald jaar. Daarnaast is het ook mogelijk om het ruimtelijk niveau te bepalen waarop de leefbaarheid dan wel leefbaarheidsontwikkeling wordt getoond. Naast de mogelijkheden van deze aangepaste kaarten, kan er ook voor worden gekozen om naar een standaardkaart te gaan. Via deze weg wordt er een kaart van Nederland getoond waarbij handmatig kan worden ingezoomd tot het gewenste niveau. Voor meer informatie omtrent het gebruik en de interpretatie van de Leefbaarometer kunt u altijd contact met BOA opnemen. Indicatoren De Leefbaarometer is een model, waarbij de leefbaarheid op kleine schaal is bepaald met behulp van een groot aantal indicatoren. In totaal worden zo n 100 kenmerken (zie Bijlage 1) gebruikt om te bepalen hoe leefbaar de omgeving is. Deze 100 indicatoren worden onderverdeeld in 5 groepen ( dimensies ): woningen, bewoners, voorzieningen, veiligheid en de fysieke omgeving. Middels de score van deze 5 dimensies wordt een gemiddelde leefbaarheidsscore berekend. De voorzieningen en veiligheid wegen hierin extra zwaar mee. Figuur 1 geeft weer hoe in een bepaald gebied de totaalscore is samengesteld. Deze totaalscore geeft weer of een gebied positief of negatief afwijkt van het landelijk gemiddelde, hier is dat negatief. De dimensies veiligheid en woningen hebben hier vooral een bijdrage aan geleverd. De voorzieningen hebben een positieve bijdrage geleverd, echter niet voldoende om de gemiddelde score positief uit te laten komen. Figuur 1: Berekening van de totaalscore Bron: Leefbaarometer, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2

Ruimtelijk niveau De Leefbaarometer geeft niet alleen weer hoe de leefbaarheid in bijvoorbeeld een gemeente is, maar biedt ook de mogelijkheid om verder in te zoomen. Dit is interessant omdat de leefbaarheid tussen wijken en buurten sterk kan verschillen. Er kan op wijk- en buurtniveau of postcode worden ingezoomd, maar er is ook een mogelijkheid om in te zoomen tot op een niveau van 100 x 100 meter ( grid ). Voorwaarde is dan dat er minimaal 100 inwoners in een straal van 200 meter wonen. Dit wegens privacyredenen. Als niet aan deze eis kan worden voldaan wordt een gebied grijs weergegeven. Tijdsperiode Sinds 2002 wordt er elke twee jaar een nieuwe meting gedaan van de leefbaarheid. De meest recente gegevens die beschikbaar zijn betreffen het jaar 2014. Daarnaast biedt de Leefbaarometer ook de kans om de ontwikkeling van de leefbaarheid in het verleden te bekijken. Het meest recente jaar kan met alle voorgaande metingen worden vergeleken. In dit rapport kijken we naar de ontwikkeling tussen 2008 en 2014 en naar die tussen 2012 en 2014. Weergave De leefbaarheidsscore en leefbaarheidsontwikkeling worden beiden uitgedrukt in een bepaalde kleur. De kleuren van de leefbaarheidsscore hebben een verloop van roodbruin tot donkergroen, waarbij roodbruin staat voor een leefbaarheid die zeer onvoldoende is en donkergroen voor een uitstekende leefbaarheid (zie Figuur 2). De kleuren van de leefbaarheidsontwikkeling hebben eveneens een verloop van roodbruin tot donkergroen, waarbij roodbruin staat voor grote achteruitgang in de leefbaarheid en donkergroen voor een grote vooruitgang in de leefbaarheid (zie Figuur 3). Wanneer er onvoldoende mensen in een gebied wonen, is de kleur van de leefbaarheid en leefbaarheidsontwikkeling grijs. Figuur 2: Legenda bij de leefbaarheidssituatie Figuur 3: Legenda bij de leefbaarheidsontwikkeling Bron: Leefbaarometer, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 3

Als voorbeeld wordt in Figuur 4 een wijk getoond met een leefbaarheid van goed tot uitstekend. In Figuur 5 wordt een wijk getoond met een leefbaarheid van zeer onvoldoende tot onvoldoende. Figuur 4: Voorbeeld van een 'goede' wijk (Binnenstad-Zuid, Leiden) Figuur 5: Voorbeeld van een 'slechte' wijk (Schildersbuurt, Den Haag) Bron: Leefbaarometer, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 4

2. De Leefbaarheid van Leiden op wijkniveau Leiden valt op te delen in 10 wijken en een groot aantal buurten, als weergegeven in Figuur 6. Figuur 6: Indeling Leiden naar wijk en buurt 5

Alle kaarten in dit feitenblad met leefbaarheidsscores zijn afkomstig van de volgende website: www.leefbaarometer.nl (Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties). Figuur 7: Leefbaarheid in 2008 Figuur 8: Leefbaarheid in 2014 Leiden krijgt op stadsniveau zowel in 2008 als in 2014 de leefbaarheidsscore ruim voldoende. In beide jaren is er een duidelijk verschil tussen de wijken onderling te zien (Figuur 7 en 8). In 2014 (Figuur 8) heeft de wijk Leiden-Noord de leefbaarheidsscore voldoende. Dit is de slechtste score in Leiden op wijkniveau. Het Merenwijkdistrict, Binnenstad-Noord, Bos- en Gasthuisdistrict, Morsdistrict en Stevenshofdistrict hebben de leefbaarheidsscore van ruim voldoende. Stationsdistrict en Roodenburgerdistrict krijgen als leefbaarheidsscore goed. Het Boerhaavedistrict heeft de leefbaarheidsscore zeer goed. Tot slot heeft Binnenstad-Zuid de leefbaarheidsscore uitstekend, de beste score. De leefbaarheid in Binnenstad- Noord is vooruitgegaan in de periode van 2008 tot 2014 van zwak naar voldoende. In het Boerhaavedistrict is de leefbaarheid iets achteruitgegaan van uitstekend naar zeer goed. In de overige wijken is de leefbaarheid niet veranderd (Figuur 7 en 8). 6

Figuur 9: van 2008-2014 Figuur 10: van 2012-2014 Wanneer wordt gekeken naar de ontwikkelingskaart van 2008-2014 (Figuur 9) en 2012-2014 (Figuur 10), lijkt er in geen enkele wijk een ontwikkeling te zijn geweest. Zowel in het Boerhaavedistrict als in Leiden-Noord is er zo n klein verschil in leefbaarheid gemeten voor de periode 2008-2014 en 2012-2014, dat de drempelwaarde voor de ontwikkeling niet wordt overschreden. Wanneer de totaalscore van een gebied rondom de klassegrens scoort, kan het dus Let op! voorkomen dat er op de ontwikkelingskaart geen verschil is Het kan voorkomen dat de te zien dat er in werkelijkheid wel is. De meting van de ontwikkelingskaart geen verschil laat leefbaarheid kan dus als een signaleringsfunctie worden zien tussen verschillende jaren terwijl er wel een verschil in leefbaarheid is gezien, waarbij kleine incidentele veranderingen worden gemeten waargenomen die voor de ontwikkeling geen verschil maken. Het is echter wel goed om deze veranderingen in de gaten te houden. 7

3. De Leefbaarheid van Leiden per grid Om een meer gedetailleerd beeld te kunnen geven van de leefbaarheid in Leiden wordt er nu verder per wijk ingezoomd, waarbij ook de buurten worden uitgelicht. Hierbij worden telkens de volgende punten eruit gelicht voor een gebied van 100 x 100 meter: - De leefbaarheid in 2008 en 2014. - De ontwikkeling van de leefbaarheid tussen 2008 en 2014. - De ontwikkeling van de leefbaarheid tussen 2012 en 2014. In opvallende gevallen worden de factoren genoemd die het meeste bijdragen aan de score. 8

Figuur 11: Leefbaarheid Binnenstad-Zuid, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In Binnenstad-Zuid is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau uitstekend. Wanneer verder wordt ingezoomd, loopt de leefbaarheid van goed tot uitstekend in beide jaren (zie Figuur 11). De grijze gebieden in deze wijk bestaan uit het van der Werfpark, de Hortus Botanicus en het Plantsoen. 9

Figuur 12: Binnenstad-Zuid, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 De leefbaarheid is in de periode 2008 tot 2014 voornamelijk in enkele delen van de buurten Academiewijk en de Pieterswijk mogelijk vooruit gegaan (zie Figuur 12). De leefbaarheid is in de periode 2012 tot 2014 vrij stabiel gebleven, dus in de laatste jaren hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan. 10

Figuur 13: Leefbaarheid Binnenstad-Noord, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In Binnenstad-Noord is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau ruim voldoende. Wanneer verder wordt ingezoomd, loopt de leefbaarheid van onvoldoende tot uitstekend (zie Figuur 13). Dit betekent dat er een groot verschil is in leefbaarheid in verschillende delen van deze wijk. Wat opvalt wanneer wordt gekeken naar de leefbaarheid in 2014 is de uitbreiding van het gebied dat een onvoldoende krijgt, in vergelijking met 2008. Het gaan hier voornamelijk om de Munnikenstraat in de buurt De Waard (Zeeheldenbuurt) en een aantal nabij gelegen straten. Voor een groot deel hebben de kenmerken van de woningen invloed op de score, en voor een kleiner deel de toestand van de veiligheid. Een groot gedeelte van het grijze gebied in de buurt de Waard bestaat uit bedrijventerrein. 11

Figuur 14: Binnenstad-Noord, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 De leefbaarheid is in de periode 2008 tot 2014 ( mogelijk ) vooruitgegaan in de buurt Havenwijk- Zuid op de Herengracht en enkele omliggende straten en in Pancras-Oost op de Vestestraat en enkele omliggende straten. Verder in de Marewijk op de Dullebakkersteeg en enkele omliggende straten en in Pancras-West op de Oude Rijn en enkele omliggende straten. In de buurt de Waard is de leefbaarheid ( mogelijk ) achteruitgegaan op de Overrijn, delen van de Admiraal Banckertweg en op de Admiraal Helfrichweg (zie Figuur 14). De leefbaarheid is in de periode 2012 tot 2014 stabiel gebleven in het overgrote deel van de wijk, maar in de Speykstraat en de Kortenaerstraat is een mogelijke achteruitgang in de leefbaarheid waar te nemen. 12

Figuur 15: Leefbaarheid Stationsdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In het Stationsdistrict is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau goed. Wanneer verder wordt ingezoomd, loopt de leefbaarheid van voldoende tot zeer goed in 2008 en van voldoende tot uitstekend in 2014 (zie Figuur 15). Wat opvalt is dat in 2014 een groter gedeelte van de wijk een zeer goede of uitstekende leefbaarheid heeft gekregen, in vergelijking met 2008. Een groot gedeelte van het grijze gebied in de wijk is onderdeel van het spoorgebied of bestaat uit bedrijventerrein. 13

Figuur 16: Stationsdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 De leefbaarheid is tussen 2008 en 2014 in een klein deel van de wijk mogelijk vooruitgegaan. Het gaan dan voornamelijk om de Maredijk en een aantal nabij gelegen straten (zie Figuur 16). De leefbaarheid is tussen 2012 en 2014 stabiel gebleven. 14

Figuur 17: Leefbaarheid Leiden-Noord, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In Leiden-Noord is de leefbaarheid op wijkniveau in 2008 zwak, waar die in 2014 voldoende is. Wanneer verder wordt ingezoomd, loopt de leefbaarheid van ruim onvoldoende tot uitstekend in beide jaren (zie Figuur 17). Net als in Binnenstad-Noord is er dus een duidelijk verschil in de leefbaarheid in verschillende delen van de wijk. Het grootste deel van de wijk heeft een leefbaarheid van ruim onvoldoende tot zwak. Wat opvalt is dat in 2014 een kleiner gedeelte van de wijk een onvoldoende heeft gekregen, in vergelijking met 2008. Verder is de zeer goede of zelfs uitstekende leefbaarheid in delen van het nieuwbouwgebied Nieuw Leyden opvallend. In de Juliana van Stolberghof en een aantal omliggende straten is de leefbaarheid in beide jaren (ruim) onvoldoende. In de straat van Riebeeckhof is de leefbaarheid zelfs ruim onvoldoende. Op al deze plekken is de slechte leefbaarheid vooral te danken aan de toestand van de veiligheid, maar ook de kenmerken van de woningen en bewoners hebben een aandeel hierin. Een groot gedeelte van het grijze gebied in deze wijk bestaat uit recreatiegebied, o.a. het Noorderpark. 15

Figuur 18: Leiden-Noord, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 De leefbaarheid is tussen 2008 en 2014 op meerdere plekken in de wijk ( mogelijk ) vooruit gegaan, voornamelijk in meerdere straten in het nieuwbouwgebied Nieuw Leyden. Maar ook in de Albertine Agnesstraat en de Bernhardstraat is de leefbaarheid vooruit gegaan (zie Figuur 18). De leefbaarheidsontwikkeling van 2012-2014 toont aan dat in een gedeelte van het nieuwbouwgebied Nieuw Leyden de leefbaarheid is verbeterd doordat de veiligheid en de fysieke omgeving is verbeterd. In de rest van de wijk is de leefbaarheid gelijk gebleven. De gebieden met problemen in deze wijk zijn dus al een vrij lange periode bekend. 16

Figuur 19: Leefbaarheid Roodenburgerdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In het Roodenburgerdistrict is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau goed. Wanneer verder wordt ingezoomd, loopt de leefbaarheid van zwak tot uitstekend in 2008 en van voldoende tot uitstekend in 2014 (zie Figuur 19). In 2008 heeft de Tomatenstraat en een klein gedeelte van de naastgelegen Veilingkade een zwakke leefbaarheidsscore, evenals de Maasstraat. In 2014 is de leefbaarheid verbetert en heeft alleen een klein gedeelte van de Veilingkade nog een zwakke leefbaarheid. De Burgemeesterwijk, Waardeiland en Roomburg hebben een uitstekende leefbaarheid in beide jaren. Een groot gedeelte van het grijze gebied in deze wijk ligt in recreatiegebied, o.a. Polderpark Cronesteyn. 17

Figuur 20: Roodenburgerdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in meerdere delen van de wijk achteruitgegaan. In de buurt Cronestein rondom de Plantijnstraat en de Fruitweg, in de Professorenwijk-Oost rondom de Meijerskade en in de Rijndijkbuurt rondom de de Goejestraat zijn enkele plekken te vinden waar de leefbaarheid mogelijk achteruit is gegaan (zie Figuur 20). In de buurt Roomburg is een grote achteruitgang rondom de Besjeslaan te zien. Mogelijk heeft dit te maken met de nieuwbouw tussen 2003 en 2009 in dit gebied, wat een verstoring in het beeld geeft. Ondanks dat de leefbaarheid rondom de Besjeslaan en omliggende straten zeker achteruit is gegaan, is de leefbaarheid nog steeds uitstekend. Er is ook een aantal plekken in de wijk waar de leefbaarheid juist mogelijk vooruit is gegaan. Ook tussen 2012 en 2014 is de leefbaarheid in een aantal andere delen van de wijk mogelijk achteruitgegaan. In de buurt Cronestein heeft de leefbaarheid in het Omega- en Sigmaplantsoen een grote achteruitgang doorgemaakt, mogelijk weer door nieuwbouw. In deze periode is op deze plek namelijk de bouw van de nieuwe studentencampus Leidse Schans gerealiseerd, die in 2015 is opgeleverd. In de buurten Cronestein en de Burgemeesterwijk waar de leefbaarheid op sommige plekken achteruit is gegaan, ligt dat vooral aan de toestand van de veiligheid. Daarnaast zijn er ook positieve bevindingen, waar op een aantal plaatsen in de Meerburg, de Burgemeesterwijk en de Professorenwijk-Oost een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid is waar te nemen. Dit is vooral te danken aan een verbetering van de veiligheid. 18

Figuur 21: Leefbaarheid Bos- en Gasthuisdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In het Bos- en Gasthuisdistrict is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau ruim voldoende. Wanneer verder wordt ingezoomd, varieert de leefbaarheid van onvoldoende tot uitstekend in beide jaren (zie Figuur 21). Ook is de leefbaarheid in een groot gedeelte van de wijk zwak in beide jaren, maar er zijn ook zeker delen in de wijk die een betere waardering krijgen. Wat verder opvalt is dat in 2014 alleen een klein gedeelte bij het Jacques Urlusplantsoen nog een onvoldoende krijgt, in vergelijking met het grotere aantal gebieden dat een onvoldoende krijgt in 2008. Een groot gedeelte van het grijze gebied in deze wijk bestaat uit recreatiegebied het Vlietpark en de Oostvlietpolder. In 2014 is de leefbaarheid in de buurt Boshuizen wat beter rondom de Coebelweg, dit komt door de kenmerken van de woningen en voorzieningen. Bij het Jacques Urlusplantsoen is de leefbaarheid onvoldoende door de kenmerken van de bewoners en de veiligheid. 19

Figuur 22: Bos- en Gasthuisdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in enkele delen van de buurten Boshuizen en Haagweg- Zuid mogelijk achteruitgegaan (zie Figuur 22). In de buurt Boshuizen is de leefbaarheid mogelijk achteruit gegaan rondom de Brandts Buyskade. In Haagweg-Zuid is de leefbaarheid ( mogelijk ) achteruit gegaan rondom de Lasserstraat. In de Gasthuiswijk is de leefbaarheid achteruit gegaan op een gedeelte van het Delftse Jaagpad. De leefbaarheid is ( mogelijk ) vooruitgegaan in Haagweg-Noord op de Da Costastraat en enkele omliggende straten, in Haagweg-Zuid op een gedeelte van de Frederik van Eedenlaan en enkele omliggende straten, in de Vreewijk op een gedeelte van de Jan van Goyenkade en enkele omliggende straten en in de Gasthuiswijk op de Van Randwijkstraat. In Fortuinwijk-Noord en -Zuid is in meerdere (gedeeltes van) straten een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien. Wanneer wordt gekeken naar de leefbaarheid tussen 2012 en 2014 is rondom de Lasserstraat in de buurt Haagweg-Zuid een mogelijke achteruitgang te zien. De achteruitgang in veiligheid is daar de belangrijkste factor. Het deel van de buurt Boshuizen dat onvoldoende scoort lijkt al langere tijd een gebied met problemen omdat er geen ontwikkeling in de leefbaarheid plaatsvindt. In een aantal andere delen van de wijk lijkt er een mogelijke vooruitgang te hebben plaatsgevonden, waarbij een verbetering van de veiligheid het grootste aandeel heeft. De leefbaarheid is mogelijk vooruitgegaan in de Vreewijk op een gedeelte van de Jan van Goyenkade en enkele omliggende straten en op een klein deel van de Haagweg. In Haagweg- Noord is een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien in enkele straten. In Haagweg-Zuid is een mogelijke vooruitgang te zien op de Lodewijk van Deijsselstraat en een flink aantal omliggende straten. In Fortuinwijk-Noord zijn een aantal gebiedjes te zien met een ( mogelijke ) vooruitgang. Tot slot is in Fortuinwijk-Zuid op een deel van de Apollolaan een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien. 20

Figuur 23: Leefbaarheid Morsdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In het Morsdistrict is de leefbaarheid zowel in 2008 als in 2014 op wijkniveau ruim voldoende. Wanneer verder wordt ingezoomd, varieert de leefbaarheid van onvoldoende tot uitstekend in beide jaren (zie Figuur 23). In 2014 lijkt het gedeelte met een zwakke leefbaarheid kleiner te zijn geworden, in vergelijking met 2008. Het gebeid dat onvoldoende scoort in 2008 en 2014, bevindt zich in de buurt De Hoge Mors rondom de Agaatlaan. Dit komt vooral door de kenmerken van de bewoners en voor een kleiner deel door de kenmerken van de woningen en de toestand van de veiligheid. Een groot gedeelte van het grijze gebied in deze wijk ligt in recreatiegebied Kweeklust en een kleiner gedeelte bestaat uit bedrijventerrein. 21

Figuur 24: Morsdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in meerdere delen van de buurten Hoge Mors, Lage Mors en Transvaalbuurt mogelijk vooruit gegaan (zie Figuur 24). Er heeft in die tijd grootscheepse herinrichting en nieuwbouw plaatsgevonden rondom het Diamantplein. Rondom de Agaatlaan is de leefbaarheid stabiel gebleven, wat betekent dat dit over een langere periode al bekend staat als een gebied met problemen. Tussen 2012 en 2014 is de leefbaarheid stabiel gebleven in de meeste delen van de wijk. Toch lijkt vooral in de buurt de Hoge Mors de leefbaarheid mogelijk vooruit te zijn gegaan. Echter is het gebied met problemen rondom de Agaatlaan niet verder ontwikkeld. 22

Figuur 25: Leefbaarheid Boerhaavedistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 Een zeer groot gedeelte van deze wijk wordt gevormd door het Bioscience Park en het park Leidse Hout en is daarom grijs. In het Boerhaavedistrict is de leefbaarheid op wijkniveau in 2008 uitstekend en in 2014 zeer goed. Wanneer verder wordt ingezoomd, blijkt dat de leefbaarheid in het grootste deel van de wijk uitstekend is in beide jaren (zie Figuur 25). In de rest van de wijk is de leefbaarheid voldoende tot goed. In 2014 heeft een iets groter gebied een verminderde leefbaarheid dan in 2008, wat een ontwikkeling is om in de gaten te houden. 23

Figuur 26: Boerhaavedistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in meerdere delen van de buurten Vogelwijk, Raadsherenbuurt en Houtkwartier vooruit gegaan. Echter, in de buurten Vogelwijk, Raadsherenbuurt en Pesthuiswijk liggen juist enkele plekken waar de leefbaarheid mogelijk achteruit is gegaan (zie Figuur 26). Deze plekken concentreren zich rondom de Rijnsburgerweg. Er is zelfs een gedeelte in de Pesthuiswijk rondom het Dankmeijerpad waar de leefbaarheid een grote achteruitgang heeft gehad. Dit is de plek waar studentenwoningen staan. Tussen 2012 en 2014 is er geen ontwikkeling geweest in de leefbaarheid in een aantal delen van de wijk. Daarentegen is er ook in een aantal delen van de wijk Vogelwijk, Raadsherenbuurt Houtkwartier een mogelijke vooruitgang of vooruitgang. Het deel van de buurt Pesthuiswijk dat een duidelijke achteruitgang kent, lijdt onder de achteruitgang van de veiligheid en de fysieke omgeving. 24

Figuur 27: Leefbaarheid Merenwijkdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In de Merenwijk is de leefbaarheid op wijkniveau zowel in 2008 als in 2014 ruim voldoende. Wanneer verder wordt ingezoomd, blijkt dat in 2008 de leefbaarheid in de wijk varieert van ruim onvoldoende tot zeer goed. In 2014 varieert de leefbaarheid van onvoldoende tot uitstekend (zie Figuur 27). Bovendien is het gebied dat onvoldoende scoort kleiner geworden in 2014, in vergelijking met 2008. Ook is een gedeelte van het gebied dat zwak scoorde verbetert naar een voldoende. In 2014 zijn gebieden met problemen waar de leefbaarheid onvoldoende tot zwak is, voornamelijk te vinden in de Slaaghwijk en een gedeelte van Merenwijk-centrum. Voornamelijk rondom de Kiekendiefhorst en Uilenhorst krijgt de leefbaarheid een onvoldoende. Deze gebieden lijden vooral onder de slechte veiligheid en de kenmerken van de bewoners. Een gedeelte van het grijze gebied in deze wijk ligt in het Wijkpark en een ander gedeelte bestaat uit bedrijventerrein. 25

Figuur 28: Merenwijkdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in meerdere delen van de buurten Leedewijk-Noord, Slaaghwijk en Zijlwijk-Zuid en Noord mogelijk vooruit gegaan. In de buurt Zijlwijk-Zuid is echter ook een klein gedeelte dat mogelijk achteruit is gegaan in leefbaarheid, rondom de Merendonk (zie Figuur 28). Tussen 2012 en 2014 is er geen ontwikkeling geweest in de leefbaarheid in het grootste deel van de wijk. Dit duidt erop dat de problemen in de Slaaghwijk al meerdere jaren bestaan. In de buurt Leedewijk-Noord zijn wel plekken te vinden waar een mogelijke vooruitgang wordt gezien op de Hazezegge en Fakkelgras. Ook is er een mogelijke vooruitgang te zien aan de rand van het gebied met problemen in de Slaaghwijk op de Bosrode, de Peppelrode, en de Essenrode. De vooruitgang van de leefbaarheid is te danken aan verbetering van de veiligheid. 26

Figuur 29: Leefbaarheid Stevenshofdistrict, 2008 en 2014 Leefbaarheid 2008 Leefbaarheid 2014 In de Stevenshof is de leefbaarheid op wijkniveau zowel in 2008 als in 2014 ruim voldoende. Wanneer verder wordt ingezoomd, varieert de leefbaarheid van voldoende tot uitstekend in beide jaren. In 2014 scoort het grootste deel van de wijk van ruim voldoende tot uitstekend en maar een kleiner gedeelte voldoende, waar in 2008 een groter gedeelte rondom de Charley Tooropweg voldoende scoorde (zie Figuur 29). In een klein gedeelte van de wijken Schenkwijk en Kloosterhof is de leefbaarheid uitstekend. Deze uitstekende leefbaarheid is vooral te vinden rondom de Rijndijk en Valkenburgseweg. Een gedeelte van het grijze gebied in deze wijk bestaat uit polder, en een gedeelte uit bedrijventerrein. 27

Figuur 30: Stevenshofdistrict, 2008-2014 en 2012-2014 2008-2014 2012-2014 Tussen 2008 en 2014 is de leefbaarheid in meerdere buurten mogelijk vooruitgegaan. Opnieuw is de vooruitgang rondom de Valkenburgseweg en Rijndijk te zien. In een klein deel van de buurt Dobbewijk-Zuid is de leefbaarheid mogelijk achteruit gegaan, dit is op de Lotte Beesestraat. In een klein deel van de buurt Schenkwijk (op de Hadewychlaan) heeft de leefbaarheid zelfs een grote achteruitgang gekregen (zie Figuur 30). Tussen 2012 en 2014 is er in een groot deel van de wijk geen ontwikkeling geweest in de leefbaarheid. In alle buurten in de wijk zijn echter ook plekken te vinden met een mogelijke vooruitgang, o.a. op een gedeelte van de Annie van Eesstraat en enkele omliggende straten, op de Mary Zeldenrustweg en een groot aantal omliggende straten en op een klein gedeelte van de Stevensbloem. Bij allen te danken aan een verbetering van de veiligheid. 28

4. Conclusie Figuur 31: Leefbaarheid in Leiden in 2014 Leefbaarheid in Leiden in 2014 In 2014 is de leefbaarheid in alle wijken minstens voldoende. Opvallend is de uitstekende leefbaarheid in Binnenstad-Zuid breed geconcentreerd rondom het Rapenburg. In het Boerhaavedistrict is ook een zeer goede leefbaarheid te vinden in de Lijsterstraat en de Johan de Wittstraat en een aantal omliggende straten. Ook op een deel van de Boerhaavelaan en de Rijnsburgerweg is de leefbaarheid zeer goed. Wanneer op een lager niveau naar de leefbaarheid wordt gekeken, valt op dat in de Merenwijk de Kiekendief- en Uilenhorst en een aantal omliggende straten een leefbaarheidsscore van onvoldoende krijgen. In Leiden-Noord in het Noorderkwartier is de leefbaarheid in de Juliana van Stolberghof en enkele omliggende straten onvoldoende. In de Kooi heeft de straat van Riebeeckhof zelfs als enige straat in Leiden een leefbaarheid van ruim onvoldoende en een flink aantal omliggende straten een leefbaarheidsscore van onvoldoende. In Binnenstad-Noord in de buurt de Waard heeft de Munnikenstraat en een aantal omliggende straten een leefbaarheidsscore van onvoldoende. In het Bos- en Gasthuisdistrict in de buurt Boshuizen is de leefbaarheid in een deel van het Jacques Urlusplantsoen onvoldoende. In het Morsdistrict in de buurt de Hoge mors is de leefbaarheid rondom de Agaatlaan onvoldoende (zie Figuur 31). 29

Slechtste score De wijk Leiden-Noord heeft de slechtste leefbaarheid van Leiden, met toch een voldoende leefbaarheidsscore op wijkniveau. In de straat Van Riebeeckhof is de leefbaarheid ruim onvoldoende, en in een flink aantal omliggende straten ook onvoldoende. Ook in de Juliana van Stolberghof en enkele omliggende straten is de leefbaarheid onvoldoende. Problemen in deze gebieden spelen al langere tijd, aangezien de leefbaarheid al meerdere jaren slecht is. Toch heeft het nieuwbouwgebied Leyden Noord een betere leefbaarheid. Bovendien zijn er minder straten die een onvoldoende leefbaarheidsscore hebben vergeleken met 2008. Beste score Binnenstad-Zuid heeft de beste leefbaarheid van Leiden, met een uitstekende leefbaarheidsscore op wijkniveau. Een breed gebied rondom het Rapenburg heeft een uitstekende leefbaarheid. De Nieuwebrugsteeg en enkele omliggende straten hebben een iets lagere leefbaarheidsscore van (zeer) goed. Figuur 32: in Leiden van 2008-2014 van 2008 tot 2014 Wanneer de leefbaarheid op wijkniveau van het jaar 2008 wordt vergeleken met die in 2014, is er geen ontwikkeling op wijkniveau te zien. Wanneer echter op een lager niveau naar de leefbaarheid wordt gekeken, valt op dat vooral in het Boerhaavedistrict in de Vogelwijk, de Raadsherenbuurt en het 30

Houtkwartier rondom de Rijnsburgerweg enkele kleine plekken zijn waar de leefbaarheid mogelijk is achteruit gegaan. In het Roodenburgerdistrict zijn voornamelijk in de buurt Cronestein rondom de Plantijnstraat en de Fruitweg en in de Professorenwijk-Oost rondom de Meijerskade en in de Rijndijkbuurt rondom de de Goejestraat enkele plekken te vinden waar de leefbaarheid mogelijk achteruit is gegaan. In Roomburg rondom de Besjeslaan betreft het meerdere plekken. In het Bos- en Gasthuisdistrict is de leefbaarheid in de buurt Boshuizen rondom de Brandts Buyskade, in de buurt Haagweg-Zuid rondom de Lasserstraat en in de Gasthuiswijk op een gedeelte van het Delfste Jaagpad ( mogelijk ) achteruitgegaan. In Binnenstad- Noord is in de buurt de Waard de leefbaarheid ( mogelijk ) achteruitgegaan op de Overrijn, delen van de Admiraal Banckertweg en op de Admiraal Helfrichweg (zie Figuur 32). In het Roodenburgerdistrict in Roomburg heeft rondom de Besjeslaan een aantal straten een grote achteruitgang in de leefbaarheid doorgemaakt. In het Boerhaavedistrict in de Pesthuiswijk is er een gedeelte rondom het Dankmeijerpad waar de leefbaarheid een grote achteruitgang heeft gehad, op de plek waar studentenwoningen staan. In het Stevenshofdistrict heeft de leefbaarheid in de Schenkwijk op de Hadewychlaan een grote achteruitgang doorgemaakt. Op al deze plekken is de leefbaarheid ondanks deze achteruitgang nog ruim voldoende gebleven. Verder valt op dat in een groot deel van de wijken de leefbaarheid onveranderd is gebleven of mogelijk vooruitgegaan. Vooral in de wijken Leiden-Noord, Binnenstad-Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict zijn meerdere plekken te vinden waar een vooruitgang dan wel grote vooruitgang heeft plaatsgevonden. In Leiden-Noord is de leefbaarheid in meerdere straten in het nieuwbouwgebied Nieuw Leyden ( mogelijk ) vooruitgegaan. Ook in de Albertine Agnesstraat en de Bernhardstraat is de leefbaarheid vooruit gegaan. In Binnenstad-Noord is de leefbaarheid ( mogelijk ) vooruitgegaan in Havenwijk-Zuid op de Herengracht en enkele omliggende straten, in Pancras-Oost op de Vestestraat en enkele omliggende straten, in de Marewijk op de Dullebakkersteeg en enkele omliggende straten, en in Pancras-West op de Oude Rijn en enkele omliggende straten. In het Bos- en Gasthuisdistrict is de leefbaarheid in Haagweg-Noord op de Da Costastraat en enkele omliggende straten, in Haagweg-Zuid op een gedeelte van de Frederik van Eedenlaan en enkele omliggende straten, in de Vreewijk op een gedeelte van de Jan van Goyenkade en enkele omliggende straten, en in de Gasthuiswijk op de Van Randwijkstraat is de leefbaarheid ( mogelijk ) vooruitgegaan. In Fortuinwijk-Noord en -Zuid is in meerdere (gedeeltes) van straten een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien. 31

Figuur 33: in Leiden van 2012-2014 van 2012 tot 2014 Wanneer de leefbaarheid op wijkniveau van het jaar 2012 wordt vergeleken met die in 2014, is er geen ontwikkeling op wijkniveau te zien. Wanneer echter op een lager niveau naar de leefbaarheid wordt gekeken, valt op dat in het Boerhaavedistrict in de Pesthuiswijk er een aantal straten rondom het Dankmeijerpad een grote achteruitgang in leefbaarheid heeft gehad, op de plek waar studentenwoningen staan. In het Roodenburgerdsitrict is vooral in de buurt Cronestein rondom de Plantijnstraat en de Fruitweg, en in de Burgemeesterwijk op een gedeelte van de Lorentzkade de leefbaarheid mogelijk achteruitgegaan. In Cronestein bij het Omega- en Sigmaplantsoen heeft de leefbaarheid een grote achteruitgang doorgemaakt. In het Bos- en Gasthuisdistrict in de buurt Haagweg-Zuid rondom de Lasserstraat is de leefbaarheid ( mogelijk ) achteruitgegaan. In Binnenstad- Noord is er in de buurt de Waard een mogelijke achteruitgang in de Van Speykstraat en de Kortenaerstraat te zien. (zie Figuur 33). In het Roodenburgerdistrict in de buurt Cronestein heeft de leefbaarheid in het Omega- en Sigmaplantsoen een grote achteruitgang doorgemaakt, mogelijk door nieuwbouw. In deze periode is op deze plek namelijk de bouw van de nieuwe studentencampus Leidse Schans gerealiseerd, die in 2015 is opgeleverd. In het Boerhaavedistrict heeft de leefbaarheid in de Pesthuiswijk op het Dankmeijerpad en de Trambaan een grote achteruitgang doorgemaakt. 32

Op al deze plekken is de leefbaarheid ondanks deze achteruitgang nog ruim voldoende gebleven, behalve in Binnenstad-Noord waar in 2014 een groter gedeelte van de buurt de Waard een onvoldoende heeft gekregen, een ontwikkeling om in de gaten te houden. Verder valt op dat in een groot deel van de wijken de leefbaarheid onveranderd is gebleven of mogelijk vooruitgegaan. In de Merenwijk, Leiden-Noord het Boerhaavedistrict, het Stevenshofdistrict en het Bos-en Gasthuisdistrict zijn meerdere plekken te vinden waar een vooruitgang dan wel grote vooruitgang heeft plaatsgevonden. In de Merenwijk is voornamelijk in Leedewijk-Noord de leefbaarheid mogelijk vooruitgegaan op de Hazezegge en Fakkelgras en een groot aantal omliggende straten. Ook in de Slaaghwijk op de Bosrode, de Peppelrode en Essenrode is een mogelijke vooruitgang te zien. In Leiden-Noord is de leefbaarheid in enkele straten in het nieuwbouwgebied Nieuw Leyden ( mogelijk ) vooruitgegaan. In het Boerhaavedistrict is op meerdere plekken een ( mogelijke ) vooruitgang te zien. In het Stevenshofdistrict is de leefbaarheid mogelijk vooruitgegaan op een gedeelte van de Annie van Eesstraat en enkele omliggende straten, op de Mary Zeldenrustweg en een groot aantal omliggende straten en op een klein gedeelte van de Stevensbloem. In het Bos- en Gasthuisdistrict is de leefbaarheid mogelijk vooruitgegaan in de Vreewijk op een gedeelte van de Jan van Goyenkade en enkele omliggende straten en op een klein deel van de Haagweg. In Haagweg-Noord is een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien in enkele straten. In Haagweg-Zuid is een mogelijke vooruitgang te zien op de Lodewijk van Deijsselstraat en een flink aantal omliggende straten. In Fortuinwijk- Noord zijn een aantal gebiedjes te zien met een ( mogelijke ) vooruitgang. Tot slot is in Fortuinwijk-Zuid op een deel van de Apollolaan een mogelijke vooruitgang in de leefbaarheid te zien. COLOFON BOA BeleidsOnderzoek en Analyse Gemeente Leiden boa@leiden.nl 071-516 5123 www.leiden.nl/statistiek Serie Statistiek 2016/03b 33

Bijlage Bijlage 1: Indicatoren Leefbaarometer 2014 Dimensie Woningen Bewoners Indicator aandeel woningen voor 1900 aandeel woningen tussen 1900-1920 aandeel woningen tussen 1920-1945 aandeel woningen tussen 1945-1960 aandeel woningen tussen 1961-1971 aandeel woningen tussen 1971-1980 aandeel woningen tussen 1991-2000 aandeel woningen na 2000 historische woningen dominantie vooroorlogs dominantie vroeg naoorlogs dominantie laat naoorlogs dominantie recent bebouwing aandeel eengezins rijwoningen grote vrijstaande woningen en tweekappers middelgrote vrijstaande woningen en tweekappers kleine vrijstaande woningen en tweekappers dominatie vooroorlogs eengezins aandeel kleine eengezinswoningen voor 1900 aandeel kleine vooroorlogse eengezinswoningen aandeel kleine eengezinswoningen 1900-1945 aandeel kleine eengezinswoningen 1970-1990 aandeel kleine meergezinswoningen na 1970 aandeel eengezins sociale huur aandeel eengezins koop aandeel meergezins koop aandeel westerse allochtonen aandeel Moe-landers 34

Voorzieningen Veiligheid aandeel niet-westerse allochtonen aandeel Marokkanen aandeel Surinamers aandeel Turken aandeel overige niet-westerse allochtonen eenoudergezinnen gezinnen met kinderen gezinnen zonder kinderen aandeel arbeidsongeschikten aandeel bijstandsgerechtigden ouderen ontwikkeling huishoudens ontwikkeling 15-24 jarigen mutatiegraad afstand tot station afstand tot overstapstation afstand tot oprit snelweg aantal huisartsen binnen 3 km afstand tot dichtstbijzijnde ziekenhuis aantal bassischolen binnen 1km onderwijs en gezondheid (samengestelde index) aantal café's binnen 1 km café's en cafetaria's (samengestelde index) aantal restaurants binnen 1 km aantal winkels dagelijkse boodschappen binnen 1 km horeca en winkels (samengestelde index) kleinere winkels afstand tot dichtsbijzijnde pinautomaat bibliotheek binnen 2km (dummy) aantal podia binnen 10 km (terrein voor) sociaal-culturele voorzieningen (terrein voor) dagrecreatieve voorzieningen stedelijke voorzieningen (niet-stedelijk gebied) stedelijke voorzieningen (stedelijk gebied) aandeel leegstaande winkels (toename) afstand tot dichtstbijzijnde zwembad supermarkt verdwenen overlast (samengestelde index) 35

Fysieke omgeving ordeverstoringen vernielingen geweldsmisdrijven berovingen inbraken aandeel rijksmonumenten aandeel gebouwen met industriefunctie aandeel gebouwen met bijeenkomstfunctie dichtheid ligging aan woonterrein nabijheid bossen aandeel groen ligging aan park of plantsoen ligging aan agrarisch terrein ligging aan bos "ligging aan open droog natuurlijk terrein" ligging aan IJsselmeer/ Markermeer ligging aan recreatief binnenwater ligging aan (overig) binnenwater ligging aan Noordzeekust nabijheid Noordzee water in de wijk hoogspanningsmasten windturbines geluidsbelasting afstand tot hoofdwegennet afstand tot snelweg aantal treinen (stedelijk gebied) ligging aan spoor ligging aan wegen nabijheid traject chloortrein industrie in de buurt overstromingsrisico aardbevingsrisico 36