SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ACCOUNTING INFORMATION SYSTEMS MAANDAG 14 DECEMBER 2015 9.00-12.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems B / 7
2015 NGO-ENS B / 7
Opgave 1 REACTION BV Vragen: Vraag 1a Vraag 1b Vraag 1 Vraag 2 (5 punten) Handelsbedrijf met contante verkopen (eigen winkels) (2 punten) (Ook goed te rekenen: Handels bedrijf met verkopen aan finale consument). Handelsbedrijf met verkopen op rekeningen (verkoop aan franchisebedrijven) (2 punten) (Ook goed te rekenen: Handelsbedrijf met groothandel). Overige dienstverlening (vergoeding van de franchiseformule) (1 punt) (Ook goed te rekenen: Dienstverlening met ter beschikking stelling van kennis en kunde) (6 punten) Mogelijke aanknopingspunten: Sterk verband in de geld-goederenbeweging Controle van de verantwoorde omzet met kasontvangsten/kasregister Standenregister t.a.v. vaste vergoeding voor franchisenemers Begroting marge t.b.v. marge-analyse Opbouw omzetregistratie franchisers t.b.v. controle op variabele vergoeding voor franchisenemers Contractenbestand contracten franchisers Procedures inventarisatie Kasprocedures Prijzenbestand Per juist benoemd aanknopingspunt: 2 punten. Maximaal 6 punten. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. (15 punten) Opstellen richtlijnen ten aanzien van acties en folders (bevoegdheden/ autorisaties) Autorisatie door directie vastgestelde actieprijzen Aansluiten drukproef actiekrant met geautoriseerde prijslijst Controletechnische functiescheiding tussen invoerprijzen (promotie) en controle hierop (administratie) Controle op ingevoerde prijzen met geautoriseerde prijslijst, door middel van doorlopend genummerde was-wordt -lijsten, of door deze pas definitief te laten worden na akkoord in het systeem. Controle op ingevoerde periode waarin de prijzen gelden door administratie, controle door administratie en controle of prijzen aan het einde van de actie terug worden gezet (bijvoorbeeld d.m.v. een actie-agenda ). SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems 3 / 7
Beveiliging van de datacommunicatie over de prijzen tussen hoofdkantoor en filialen/franchisers (encryptie/dial call back enzovoort). Inventarisatie van de actiegoederen aan begin en eind van de periode t.b.v. sluitend houden goederenbeweging. Vraag 3 Vraag 3a Per juist benoemde maatregel: 3 punten. Maximaal 15 punten. (6 punten) Autorisatie contracten door directie Richtlijnen ten aanzien van opgestelde contracten Controle op toegepaste tarieven met geautoriseerde contracten Invoeren standenregister voor vaste vergoeding Aansluiten verantwoorde vergoedingenopbrengst volgens standenregister met verantwoorde omzet vaste vergoeding Opvragen accountantsverklaring bij franchisers omtrent verantwoorde omzet Verbandscontrole: omzet franchisers x tariefvergoeding = verantwoorde opbrengst variabele vergoeding franchisers Verbandscontrole op de goederenbeweging bij de franchisers ter controle op de volledigheid van de verantwoorde omzet t.b.v. bepalen variabele vergoeding Verbandscontrole tussen afgifte hoofdkantoor t.b.v. specifieke franchiser = opboeking voorraad bij franchiser Controletechnische functiescheiding tussen facturering en innen van de gelden Verbandscontrole tussen afboeking debiteuren franchisers en opboeking liquide middelen Beoordelen ouderdom debiteuren door administratie Per juist element: 1 punt. Maximaal 6 punten. Vraag 3b (6 punten) Opstellen contracten (eventueel met boeteclausule) In contractafspraken opnemen dat de financiële administratie van de franchisenemers ook bij Reaction BV gebeurt, in elk geval de registratie van de inkopen Aansluiting tussen verkoop goederen bij hoofdkantoor en inkoop goederen bij franchisenemers volgens administratie franchisenemers Opvragen accountantsverklaring franchisenemers ten aanzien van totale inkopen bij franchiser + aansluiting met verantwoorde inkopen door franchiser Op overvalsmomenten inventariseren bij de franchisenemers en aansluiten met de voorraadadministratie van de franchiser Testbuyers inschakelen (assortiment conform assortiment hoofdkantoor) Per juist element: 2 punten. Maximaal 6 punten. SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems 4 / 7
Vraag 4 (10 punten) Elementen die in de beschrijving dienen te worden opgenomen: Scannen artikelen bij kassa door kassamedewerker (1 pt) Geautomatiseerd bijwerken voorraadadministratie en omzet (1 pt) Registratie betaalmiddel in kasregister door kassamedewerker (1 pt) Opmaken kasregister einde van de dag door filiaalmanager en kassamedewerker + opmaken protocol dat door beide wordt ondertekend (2 pt) Aansluiten mutatie geldmiddelen met kasregister door filiaalmanager (eindsaldo kas -/- beginsaldo kas) = contante verkopen volgens kasregister (1 pt) Volgens richtlijnen van de directie worden de contanten door filiaalmanager afgestort bij de bank (2 pt). De financiële administratie, in bezit van alle kasrapporten sluit bankmutaties aan op de verantwoorde afstorting en de PIN-betalingen (2 pt). Let op: Er dient sprake te zijn van een procedurebeschrijving. Vraag 5 (12 punten) Opstellen richtlijnen ten aanzien van omvang van inkopen Opstellen richtlijnen ten aanzien van maximaal valutarisico Opstellen budget per inkoper Opstellen inkoopcontracten ten aanzien van gemaakte contractafspraken conform richtlijnen Autorisatie inkoopcontracten door hoofd inkoop Inkopers volgens instructie monsters van partijen laten nemen en deze documenteren Controle op naleving richtlijnen en autorisatie Let op, er dienst sprake te zijn van een beschrijving van de maatregelen. Indien kandidaat slechts een opsomming geeft maximaal 2 punten per juist benoemde maatregel. Per juiste maatregel: 4 punten. Maximaal 12 punten Vraag 6 (10 punten) Opstellen procedure/richtlijnen ten aanzien van retour ontvangen van goederen. Procedure: klanten krijgen bij aankoop een kassabon waarop de datum en artikelen met omschrijving, aantal en prijs vermeld staan. Procedure: op de kassabon staat binnen welke termijn de artikelen geruild of teruggebracht kunnen worden. Instellen van een specifieke retourenkassa, of retouren alleen bij klantenservice. Richtlijn/procedure: de medewerker van de retourkassa controleert de kassabon op geldigheid van de teruggaaftermijn. Richtlijn/procedure: de medewerker controleert of het teruggebrachte artikel nog in originele verpakking zit en of deze niet aan de gestelde eisen voldoet. SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems 5 / 7
Bij retour ontvangen goederen duurder dan een specifiek te bepalen bedrag, dient autorisatie door de filiaalmanager plaats te vinden. Het artikel wordt weer in de voorraadadministratie opgenomen door de medewerker Retouren. Indien een artikel onverkoopbaar is, wordt hiervan eveneens melding gemaakt in voorraadadministratie. Medewerker retourenkassa draait bon uit systeem van retourontvangst uit en ondertekent deze (indien de waarde boven een bepaald bedrag uitkomt, ondertekent de filiaalmanager) Procedure: de klant ontvangt een ondertekende retourbon van de medewerker, waarmee de klant een vervangend artikel kan afrekenen of zijn geld retour kan ontvangen bij de kassa. Let op, er dient sprake te zijn van een beschrijving van de maatregelen. Indien de kandidaat slechts een opsomming heeft gegeven maximaal 1 punt per juist benoemde maatregel. Per juiste maatregelen: 2 punten. Maximaal 10 punten. Vraag 7 (4 punten) Registratie afgiften in afgevend filiaal Registratie ontvangst in registrerend filiaal Middels datacommunicatie doorgeven ontvangsten en afgiften aan financiële administratie op hoofdkantoor Verbandscontrole door administratie, aansluiting vermelde afgiften en ontvangsten met analyse verschillen óf gebruik maken van controlerende tussenrekeningen die regelmatig op afloop worden gecontroleerd. 1 punt per juist meegenomen element Vraag 8 Vraag 9 (10 punten) Aanpassen van administratieve voorraad aan de werkelijkheid door een medewerker van de financiële administratie o.b.v. geautoriseerd verschillenoverzicht. Analyse voorraadverschillen tussen filialen Vergelijking voorraadverschillen met branchegegevens Vaststellen grote afwijkers (filialen/artikelgroepen) Bij grote afwijkingen t.o.v. branche/filialen wordt een onderzoek ingesteld naar mogelijke oorzaken. Aanvullende beheersingsmaatregelen nemen om voorraadverschillen in de toekomst te voorkomen. Per juiste stap: 2 punten (Indien er verschillende beheersingsmaatregelen zijn uitgewerkt kunnen voor de beheersmaatregelen maximaal 4 punten worden toegekend). SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems 6 / 7
Vraag 9a (4 punten) Een managementtool die erop gericht is vast te stellen of een organisatie presteert wat men mag verwachten (2 punten). Dit gebeurt a.d.h.v. meetbare gegevens ten opzichte van een norm. (2 punten) Of: Een instrument om financiële prestatiemaatstaven in balans te brengen met niet-financiële prestatiemaatstaven. Toe te kennen punten: 4/2/0. Vraag 9b (4 punten) Financieel Klant Intern Innovatief Per juist benoemd perspectief: 1 punt. Maximaal 4 punten. Vraag 9c (8 punten) Financieel: brutowinstmarge (minimaal x%), % rendement op eigen vermogen (minimaal x%), hoge omloopsnelheid van de voorraad (minimaal X), gemiddelde opslagduur voorraad (maximaal x dagen). Klant: aantal klachten per filiaal per maand t.o.v. assortiment (maximaal 2), gemiddeld cijfer uit enquête ten aanzien van de prijs, gemiddeld cijfer uit enquête t.o.v. de klantvriendelijkheid (minimaal 8). Intern: % van aanvullingen voorraad die niet binnen 48 uur plaatsvinden (maximaal 5%), aantal nee-verkopen per maand (maximaal x), gerealiseerde inkoopprijzen in % van de reguliere marktprijs (maximaal 80%). Innovatief: aantal nieuwe artikelen in assortiment per maand (minimaal x), aantal nieuwe betaalmethoden per jaar (terugdringen kasverkeer), aantal nieuwe vestigingen per kwartaal (minimaal 1). Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Per juiste prestatie-indicator bij perspectief: 1 punt. Per juiste norm: 1 punt. Maximaal 8 punten. Einde correctiemodel SPD Bedrijfsadministratie Accounting Information Systems 7 / 7