RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4 Plaats: Groningen BRIN-nummer: 140R Onderzoek uitgevoerd op: 9 juni 2009 Conceptrapport verzonden op: 1 juli 2009 Rapport vastgesteld te Groningen op: 15 september 2009 Reproductie het rapport zonder toestemming de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm. Rapport bevindingen 140R Th. Hart de Ruyterschool te Groningen
m o INSPECTIE 1. INLEIDING De Inspectie het Onderwijs heeft op 9 juni 2009 een onderzoek uitgevoerd op de Th. Hart de Ruyterschool om na te gaan of er sprake is tekortkomingen in de kwaliteit het onderwijs en de naleving wet- en regelgeving. In dit onderzoek is ook De Wenakkerschool te Groningen opgenomen. Deze school gt een wisselende groep ongeveer 15 leerlingen op, die in de kliniek Accare zijn opgenomen of een dagbehandeling volgen. Sinds enige tijd is de aansturing in handen de Th. Hart de Ruyterschool. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Eind 2006 heeft de Inspectie het Onderwijs, na een traject geïntensiveerd toezicht, een Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering uitgevoerd op de Th. Hart de Ruyterschool. De inspectie heeft destijds geconcludeerd dat de school zich in positieve zin ontwikkelt, maar dat de kwaliteit het onderwijs nog onvoldoende is. Om die reden is het traject geïntensiveerd toezicht met een jaar verlengd. In 2008 stelt de inspectie vast dat de kwaliteit op onderdelen weliswaar is verbeterd, maar nog risicovol is. Naar aanleiding de uitkomsten dat onderzoek is besloten in 2009 onderzoek te doen naar de indicatoren die in 2008 nog als onvoldoende zijn beoordeeld. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn; Analyse de zelfevaluaties en rapportages de school; Onderzoek op locatie, waarbij o schooldocumenten zijn bestudeerd; o de onderwijspraktijk is geobserveerd; o gesprekken met de directie, leden de commissie voor de begeleiding en leerlingen zijn gevoerd. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 2 6
2. BEVINDINGEN m o INSPECTIE 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5. slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit haar opbrengsten. 1.7 De school borgt de kwaliteit het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit haar onderwijs. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem instrumenten en procedures voor het volgen de vorderingen en ontwikkeling de teerlingen. Leerstofaanbod 5.2 De school hanteert een aanbod voor de emotionele ontwikkeling. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. 2 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften (individuele) leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.4 De leraren stimijlcien de leerlinaen tol denken. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Pagina 3 6
INSPECTIE 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school De school heeft dé vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). 2.2 Beschouwing Algemeen beeld Evenals in voorgaande jaren constateert de inspectie dat de kwaliteit het onderwijs op de Th. Hart de Ruyterschool is verbeterd. Het onderwijs is nu voldoende kwaliteit. De school heeft in de afgelopen periode systematisch verder gewerkt aan professionalisering het team en onderwijsinhoudelijke verbeteringen. Ook de kwaliteit het systeem leerlingenzorg is verbeterd, ondanks het feit dat met ingang dit schooljaar twee sleutelfiguren de school hebben verlaten. Voorts is het aantal klachten dat bij de inspectie over de school binnenkomt, drastisch teruggelopen. De kwaliteit kan op onderdelen uiteraard nog verbeteren en de directie de school onderkent dit ook. Wat betreft de naleving wet- en regelgeving realiseert de school op De Wenakker te weinig onderwijstijd. Daarnaast is de looptijd de handelingsplannen een aandachtspunt. Alles overwegend kent de inspectie aan de school een basisarrangement toe. Dit betekent dat de school het vertrouwen de inspectie heeft. Toelichting Op basis eerdere afspraken gaat de inspectie alleen in op dé indicatoren die in 2008 als onvoldoende zijn beoordeeld. Van de 11 indicatoren die opnieuw beoordeeld zijn, is het overgrote deel voldoende. Systeem leerlingenzorg Van de vier normindicatoren waren er in 2008 drie voldoende. De vierde, die betrekking heeft op een samenhangend systeem instrumenten en procedures voor het volgen de vorderingen en ontwikkeling de leerlingen is nu ook als voldoende gewaardeerd. Naast methodegebonden toetsen, die volgens een toetsschema worden afgenomen, gebruikt de school dit jaar voor het eerst methode-onafhankelijke toetsen. Daarnaast is door de leraren en de leerlingen zelf, een instrument ingevuld om zicht te krijgen op de emotionele ontwikkeling. De analyse de gegevens het observatie-instrument is echter nog niet goed ingebed in de cyclus leerlingbesprekingen. Omdat de school volgend schooljaar met een volledig digitaal systeem gaat werken, wordt dit knelpunt dan naar verwachting opgeheven. Onderwijspraktijk Het merendeel de indicatoren is voldoende. Vergeleken met het laatste inspectiebezoek is het aanbod verbeterd en inzichtelijker gemaakt. Het leerstofaanbod vloeit in grote lijnen voort uit het onderwijszorgprofiel waarin Pagina 4 6
INSPECTIE de leerling is geplaatst. Voor de bovenbouw is in de zogenoemde leerplanner opgenomen wanneer welke leerstof aan bod geweest moet zijn en wanneer de toetsmomenten staan gepland. Voor de onderbouw is de leerplanner nog in ontwikkeling. Op basis de verdeling in zorgprofielen en de daarbij aansluitende lessentabel beoordeelt de inspectie de afstemming de onderwijstijd op de individuele behoeften leerlingen eveneens als voldoende. Wat betreft het aanbod voor de emotionele ontwikkeling doet de school op dit moment ervaring op met een methode die volgend jaar hoogstwaarschijnlijk, zal worden ingevoerd in het eerste en tweede leerjaar. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, verzorgt de school speciale cursussen of trainingen. Hoewel de inspectie nu niet het totale (ortho)didactisch handelen beoordeelt stelt zij vast dat de eenheid in handelen leraren kan worden versterkt. De school is gestart met de invoering het RENN4 instructiemodel, hetgeen naar verwachting zal bijdragen aan verdere afstemming. In de meeste lessen is de instructie de leraren nu nog beperkt tot 'hulp op afroep'. Uit de gespreks- en vraagtechnieken die de leraren gebruiken blijkt dat de leerlingen te weinig worden aangezet tot actief nadenken. In vergelijking met eerdere inspectiebezoeken krijgen de leerlingen meer verantwoordelijkheid voor de planning hun eigen leerproces. Hiervoor worden onder meer week- en dagtaken ingezet. Uit het gesprek met de leerlingen en uit onderzoek naar de werkbeleving de teamleden blijkt dat zij zich in de school over het geheel genomen veilig voelen, ondanks dat zich wel eens incidenten voordoen. De school besteedt aandacht aan omgangsregels en leraren zijn geschoold in het omgaan met agressie. Pagina 5 6
INSPECTIE TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie het Onderwijs kent aan de Th. Hart de Ruyterschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving Er zijn tekortkomingen in de naleving wettelijke voorschriften, namelijk de tijdige beschikbaarheid het handelingsplan (WEC art. 41 a) en de onderwijstijd (WEC art. 11, lid 4). Handelingsplan Voor elke leerling dient voor elk schooljaar een handelingsplan in overeenstemming met ouders te zijn opgesteld. (WEC art. 41a). Onderwijstijd Op De Wenakkerschool vertoont de geplande onderwijstijd een tekort ruim 150 uur (WEC art. 11, lid 4). Vanwege bovenstaande tekortkomingen heeft de Inspectie het Onderwijs de volgende afspraken gemaakt met het bevoegd gezag: Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving wettelijke voorschriften op te heffen en in het nieuwe schooljaar voldoende onderwijstijd te plannen. In september 2009 voert de inspectie een onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Pagina 6 6