Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het gemeentelijk RUP Kustfront te Oostende. Initiatiefnemer van RUP en plan-mer:

Vergelijkbare documenten
Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem. Initiatiefnemer van RUP en plan-mer:

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Eurostadium Brussels

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Infomoment Verapazbrug

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor 3 te consolideren locaties voor grootschalige kleinhandel te Tielt-Winge, Kampenhout-Sas en Ternat

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

VR DOC.0014/ mei 2011 PLIR-0050-GK

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor de Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas en Temse

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

M. e.r.-screening

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Plan-MER RUP Kustfront

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent. 13 december 2011 PLIR-0043-GK

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Renogen biomassa-wkk te Ham

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Ontwikkeling van een winkelcomplex op de voormalige ACEC-terreinen te Gent

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

RUP Oude Dokken Gent

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Windturbineproject Maatheide te Lommel

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Maasmechelen

Project-MER-Verslag. Project:

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode Procesnota 1

Project-MER-Verslag. Project:

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan

AGENTSCHAP WEGEN & VERKEER

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Optimalisatie Wachtbekken Webbekom

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst. Toelichting plan-mer

Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Somtrans. Procesnota Dossier WIJ1024

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Gewestelijk RUP Hoogspanningsverbinding 380 kv tussen Zomergem en Zeebrugge

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Goedkeuring project-milieueffectrapport Ontwikkeling van veld 12 van project The Loop (Gent)

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wommelgemsteenweg. Procesnota Dossier WIJ1022

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het gemeentelijk RUP Kustfront te Oostende Initiatiefnemer van RUP en plan-mer: Stad Oostende Vindictivelaan 1 8400 Oostende PLIR0026 21 maart 2011

1 Inleiding De stad Oostende heeft een planmilieueffectrapport (plan-mer) laten opmaken voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Kustfront. In dit RUP zullen zeven deelgebieden gelegen in de kuststrook ten westen van de kern van Oostende afgebakend worden. Via een verdere detaillering en/of aanpassing van de huidige bestemmingsplannen voor die deelgebieden wil men de volgende planelementen realiseren: (1) de realisatie van een gemengd stedelijk project met handel, kantoren en wonen op de site van het Mediacenter, (2) de reconversie tot een gemengd stedelijk project van de sites waarop vandaag de hogeschool aan de Troonstraat gevestigd is, (3) de bestendiging van het bioscoopcomplex Kinepolis, (4) de bestendiging van het golfterrein en enkele kleine wijzigingen betreffende de Wellingtonrenbaan, (5) het realiseren van een huisvestingsproject op de hoek van de Nieuwpoortsesteenweg en de Northlaan op de plaats van een voormalig schoolgebouw (i.e. Vercamerschool), (6) het vernieuwen van het bestaande rust- en verzorgingstehuis Monica, en (7) het inplanten van serviceflats langsheen de Nieuwpoortsesteenweg ten westen van het kerkhof. Deze planelementen worden elk in detail beschreven in het plan-mer. De mogelijke effecten van dit RUP op het leefmilieu werden bestudeerd in het plan-mer. Het voorliggende RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor meerdere projecten opgesomd in bijlage II van het project-mer-besluit van 10 december 2004, namelijk projecten als bedoeld in rubriek 10b ( stadsontwikkelingsprojecten ). Tevens is er reeds een project als bedoeld in rubriek 21c ( Aanleg van golfterrein van 9 holes of meer ) van bijlage II gelegen in het plangebied. Hoewel het RUP mogelijk het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau bepaalt of een kleine wijziging inhoudt, heeft de initiatiefnemer er toch voor gekozen om sowieso een plan-mer op te maken. Het plan-mer heeft dan ook zeker tot doel om praktische input te leveren naar het RUP toe teneinde de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het RUP zoveel mogelijk te milderen. Het voorliggende plan-mer werd opgemaakt volgens de procedure van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het voorstel van Nota voor Publieke Consultatie (NPC) werd door de dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 2 februari 2010. De dienst Mer heeft de volledig verklaarde NPC ter inzage gelegd via publicatie van deze NPC op haar website (www.mervlaanderen.be) van 9 februari 2010 tot en met 10 maart 2010. Ook via de website van de initiatiefnemer was de NPC raadpleegbaar (www.oostende.be) in deze periode. De NPC lag tevens ter inzage van het publiek op het stadhuis van Oostende gedurende diezelfde periode. De dienst Mer heeft de overheden en instanties die geraadpleegd worden in het kader van de plenaire vergadering over een voorontwerp RUP op de hoogte gebracht van de publicatie van de NPC. Daarnaast heeft de dienst Mer aanvullend nog een aantal andere overheden en instanties op de hoogte gebracht van deze publicatie. Al deze overheden en instanties werden uitgenodigd om hun opmerkingen op de NPC te bezorgen aan de dienst Mer uiterlijk tegen 10 maart 2010. Heel wat adviesinstanties hebben een advies uitgebracht. De adviezen werden behandeld op de richtlijnenvergadering van 22 maart 2010 en dit in functie van het Goedkeuringsverslag PLIR-0026 2/8

opstellen van deze richtlijnen. Er werd slechts één unieke inspraakreactie vanuit het publiek gegeven op de NPC. Zowel met de relevante elementen van de reactie van het publiek als met de opmerkingen/suggesties van de geraadpleegde adviesinstanties werd rekening gehouden bij het opstellen van de richtlijnen door de dienst MER. De richtlijnen hadden betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het plan-mer. De richtlijnen werden betekend aan de initiatiefnemer op 23 april 2010. Op 16 november 2010 ontving de dienst Mer een aantal exemplaren van de ontwerptekst van het plan-mer. Deze exemplaren werden op 19 november 2010 door de dienst Mer ter advies overgemaakt aan de overheden en instanties vermeld in bijlage 4 van de richtlijnen. De adviezen op de ontwerptekst en de eigen opmerkingen van de dienst Mer werden behandeld op de ontwerptekstvergadering van 17 december 2010. In (het verslag van) deze vergadering werd door de dienst Mer aan de initiatiefnemer gevraagd om de ontwerptekst van het plan- MER nog verder aan te vullen op een aantal punten. Het verslag van deze vergadering werd op 23 december 2010 door de dienst Mer via e-mail verstuurd naar de deelnemers aan die vergadering. De aangepaste ontwerptekst werd door het studiebureau op 1 februari 2011 via e-mail bezorgd aan de dienst Mer. De dienst Mer heeft deze versie voor informeel advies nog voorgelegd aan het departement MOW. Op 9 maart 2011 bezorgde de dienst Mer de laatste opmerkingen via e-mail nog aan de initiatiefnemer. Op 15 maart 2011 ontving de dienst MER het definitief plan-mer. Met dit goedkeuringsverslag wordt de milieueffectrapportage voor het gemeentelijk RUP Kustfront te Oostende afgerond. De dienst MER bevestigt hierbij dat het plan-mer werd uitgevoerd conform de richtlijnen en conform de opmerkingen gemaakt tijdens en na de ontwerptekstvergadering. Het bevat alle informatie die krachtens artikel 4.2.8, 1, 5 van het D.A.B.M. vereist is. Het bevat voldoende informatie om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven in de verdere besluitvorming. 2 Vorm en presentatie Het plan-mer is qua presentatie en vorm een verzorgd document. Het bevat voldoende kaarten fotomateriaal zodat het een vlot leesbaar en toegankelijk document geworden is. 3 Doelstelling en verantwoording van het plan Een situering en verantwoording van het plan wordt gegeven in hoofdstuk 3. De verantwoording (i.e. aantonen en motiveren van de behoefte van bijkomende ontwikkelingen) van het plan is o.i. echter slechts in beperkte mate terug te vinden in het plan-mer. Wat betreft het creëren van bijkomende woongelegenheden wordt er wel voldoende gerefereerd naar een aantal relevante beleidsdocumenten, maar aangaande de realisatie van bijkomende handelsoppervlakte ontbreekt zulk een verwijzing grotendeels. In het plan-mer wordt beknopt en slechts op een algemene wijze gesteld dat de meeste kleine handelszaken verkiezen om zich te vestigen in het centrum en in goedgelegen handelsconcentraties, eerder Goedkeuringsverslag PLIR-0026 3/8

dan zich te vestigen langs grote handelsassen. Er wordt niet verwezen naar (beleids-) documenten waarin een begroting wordt gemaakt van een behoefte aan bijkomende handelsoppervlakte. Tijdens het verdere verloop van de RUP procedure dient ongetwijfeld de nodige aandacht besteed te worden aan de hoeveelheid bijkomende handelsoppervlakte die werkelijk gerealiseerd zal worden in de verschillende planelementen. Het creëren van een overaanbod lijkt immers niet wenselijk. In dit plan-mer zijn alleszins de milieueffecten onderzocht van een maximaal scenario: in de praktijk zal er dus waarschijnlijk gekozen worden om een kleinere oppervlakte te ontwikkelen en zullen de milieueffecten dan ook minder zijn dan beschreven werd in het plan-mer. Derhalve is het milieuonderzoek alleszins op een correcte wijze gebeurd. 4 Plan-MER en RUP procedure Zowel de volledige plan-mer procedure als de RUP-procedure wordt in het document geschetst. Het goedgekeurde plan-mer dient ofwel volledig geïntegreerd te worden in de toelichtingsnota van het RUP, ofwel als apart document behouden te worden. Het goedgekeurde plan-mer maakt alleszins integraal deel uit van het RUP. Het goedgekeurde plan-mer zal dan ook te samen met het voorlopig vastgesteld RUP in openbaar onderzoek moeten gaan. Er dient voor de vaststelling of onderwerping van het RUP aan de wetgevingsprocedure rekening gehouden te worden met het goedgekeurd plan-mer en er dient bij de vaststelling van het RUP door de initiatiefnemer een verklaring opgesteld te worden die samenvat hoe de milieuoverwegingen in het plan werden geïntegreerd, hoe rekening gehouden werd met het goedgekeurde plan-mer en de uitgebrachte adviezen in het kader van het openbaar onderzoek en de redenen waarom gekozen is voor het RUP zoals het aangenomen is en dit rekening houdende met de andere redelijke (inrichtings)alternatieven die behandeld zijn. 5 Beschrijving van het plan en de alternatieven 5.1 Beschrijving van het plan In hoofdstuk 4 worden de zeven planelementen elk afzonderlijk kort beschreven. De planelementen zijn ook duidelijk afgebeeld op het kaartmateriaal. 5.2 Alternatieven In hoofdstuk 5 worden de overwogen alternatieven geschetst. Het nulalternatief wordt niet weerhouden als volwaardig alternatief, gezien het beleid duidelijk de noodzaak van de optimalisatie van het stedelijk woonweefsel aangeeft. Het nulalternatief wordt wel meegenomen binnen de beschrijving van de referentiesituatie, i.e. als ontwikkelingsscenario waarbij de effecten in beeld worden gebracht als gevolg van beslist beleid gecombineerd met het niet realiseren van het plan. Voor planelementen 1, 2 en 5 wordt beschreven dat de bestaande functie van de huidige gebouwen achterhaald is en dat hier een nieuwe invulling van gemengd stedelijk project aan gegeven kan worden. In het plan-mer wordt geen andere functionele invulling van deze Goedkeuringsverslag PLIR-0026 4/8

locaties voorgesteld en ook vanuit de inspraak werd geen alternatieve functionele invulling voorgesteld. De inhoud van de term gemengd stedelijk project is uiteraard vrij flexibel en laat nog heel wat specifieke keuzemogelijkheden toe in een later stadium. Het plan-mer heeft dan ook duidelijk tot doel om vanuit milieuoogpunt een insteek te leveren aan de uiteindelijke invulling van de verschillende planelementen om zo te komen tot een milieuvriendelijke inrichting van elk planelement. Het plan-mer komt o.i. aan deze doelstelling tegemoet. Er wordt o.i. in voldoende mate gemotiveerd dat er geen redelijke locatiealternatieven voorhanden zijn en derhalve dienden in casu geen locatiealternatieven onderzocht te worden gezien het plan tot doel heeft om een functionele invulling te geven aan een aantal welbepaalde locaties. Voor planelementen 3, 4 en 6 zal de huidige functie behouden blijven. Het verderzetten van deze functies op hun huidige locatie is gewenst en er dienen dan ook geen alternatieve locaties onderzocht te worden. Planelement 7 betreft de opvulling van een restruimte die momenteel geen stedelijke invulling kent. Er zal huisvesting voor zorgbehoevenden (RVT service flats) komen. Er dienen geen locatiealternatieven voor deze huisvesting onderzocht te worden in het plan-mer. 6 Juridische, administratieve en beleidsmatige context De belangrijkste juridische en beleidsmatige aspecten worden op voldoende wijze opgesomd in hoofdstuk 6. 7 Algemene methodologie en milieueffectenbespreking per discipline Onderstaande disciplines in het plan-mer werden opgesteld door een erkend MERdeskundige: (1) mobiliteit, (2) geluid en trillingen, (3) lucht, (4) bodem, (5) grondwater, (6) oppervlaktewater, (7) fauna en flora, (8) landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie, en (9) mens socio-organisatorische aspecten. In de richtlijnen werd het team van deskundigen zoals voorgesteld in de NPC door de dienst Mer reeds goedgekeurd. Tijdens het opstellen van het plan-mer is deskundige David Koert vervangen door Rik Houthaeve, wat via brief van 15 november 2010 gemeld werd aan de dienst Mer. De dienst Mer verklaart zich hierbij akkoord met deze vervanging. In hoofdstuk 7 worden een aantal ontwikkelingen geschetst die meegenomen worden in het geïntegreerd ontwikkelingsscenario. Voor de meeste planelementen is de exacte functionele invulling ervan nog niet geweten. Daarom zijn in het plan-mer de milieueffecten beschreven van het maximale scenario, i.e. de maximale ontwikkeling die in elk planelement voorzien kan worden. Vanuit het milieuonderzoek worden binnen elke discipline voorstellen gedaan om de inrichting van het planelement op een milieuvriendelijke manier te realiseren, wat bijvoorbeeld een beperking van de ontwikkeling kan inhouden (vb. ondergrondse garages) of voorstellen tot ontsluiting van een planelement. Goedkeuringsverslag PLIR-0026 5/8

In de richtlijnen werd voor elk van de zeven planelementen afzonderlijk aangegeven welke de vereiste diepgang van het milieueffectenonderzoek moest zijn. Het plan-mer is o.i. uitgevoerd volgens deze richtlijnen. De meeste aandacht is gegaan naar het milieueffectenonderzoek van planelementen 1 (Mediacenter) en 2 (Hogeschool), gezien dit de planelementen zijn met de grootste nieuwe ontwikkelingen en hier dus de grootste milieuimpact verwacht kan worden. Voor planelement 3 (Kinepolis) en planelement 4 (Wellingtonrenbaan golfterrein 9 holes) werden quasi geen bijkomende ontwikkelingen gepland en dus werd in het plan-mer vooral gefocust op eventuele bestaande milieuknelpunten, werden de gegevens van deze planelementen meegenomen voor het bepalen van de cumulatieve effecten van al verschillende planelementen te samen en werd gekeken naar potenties tussen de planelementen. Ook voor planelement 6 (RVT Monica) worden geen grote bijkomende ontwikkelingen gepland. De milieubeoordeling van planelementen 5 (huisvestingsproject) en 7 (serviceflats) is ook vrij beknopt. De discipline mobiliteit kan als de belangrijkste discipline beschouwd worden in dit milieueffectenonderzoek. Binnen deze discipline wordt vooreerst een globaal beeld geschetst van de huidige mobiliteitssituatie in het studiegebied op macro- en mesoniveau, met o.a. een beschrijving van de voornaamste vervoers- en verkeersinfrastructuur en een oplijsting van de reeds bestaande verkeerstellingen. Op basis van die verkeerstellingen werd een capaciteitstoets uitgevoerd (berekening van de I/C-ratio) en hieruit bleek dat er momenteel geen problemen zouden zijn op het vlak van doorstroming in het studiegebied. Tevens wordt vermeld dat in de praktijk echter vastgesteld kan worden dat er op piekmomenten lange wachtrijen kunnen ontstaan op de R31 Northlaan naar het kruispunt met de N34 Troonstraat toe. Ook de huidige verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en de parkeersituatie worden beschreven. Vervolgens worden de algemene mobiliteitseffecten van het RUP beschreven, maar vooral wordt ingegaan op de mobiliteitseffecten per planelement. Vooral aan planelement 1 (Mediacenter) wordt veel aandacht besteed: vier ontsluitingsvarianten worden uitgebreid besproken en beoordeeld en op basis van die beoordeling worden tenslotte duidelijke voorstellen geformuleerd naar het RUP toe. Ook de cumulatieve effecten van de verkeersgeneratie van de verschillende planelementen wordt besproken. Tenslotte worden in een beknopte synthese o.a. de ontsluitingsvoorstellen voor de planelementen nogmaals weergegeven en worden mogelijke doorstromingsknelpunten aangehaald. Tenslotte wordt ook nog gesteld dat voor de sterk verkeersgenererende planelementen 1 en 2 in de toekomst waarschijnlijk nog een (ontheffing van) project-mer en een MOBER opgemaakt zal moeten worden. De dienst Mer is alleszins van mening dat de effectbespreking binnen deze discipline op een zeer degelijke manier gebeurd is en zinvolle input levert naar het RUP toe. De dienst Mer heeft zich bij de beoordeling van deze discipline laten bijstaan door het departement MOW. Binnen de discipline geluid en trillingen werd vooreerst op basis van ambulante metingen het huidige omgevingsgeluid (i.e. voornamelijk verkeerslawaai) gekwantificeerd en geëvalueerd. Geluidscontourkaarten werden opgesteld. Per planelement wordt de referentiesituatie kort besproken. Vervolgens worden de effecten van het verwachte bijkomende verkeer ingeschat. In een overzichtelijke tabel worden per planelement de effecten samengevat. In de discipline lucht wordt vooreerst de huidige luchtkwaliteit in het studiegebied beschreven en vervolgens wordt de impact van het plan op de luchtkwaliteit beschreven en beoordeeld. Het zijn vooral de gegenereerde verkeersemissies van het plan die de luchtkwaliteit beïnvloeden. Enkel planelementen 1, 2, 5, 6 en 7 worden besproken gezien Goedkeuringsverslag PLIR-0026 6/8

enkel van deze planelementen mogelijk een bijkomende betekenisvolle verkeersemissie verwacht kan worden. Het besluit van deze discipline is dat de realisatie van het plan nergens zal zorgen voor overschrijdingen van de luchtkwaliteitsdoelstellingen. Enkel de effectgroepen bodemzetting en profielwijziging werden onderzocht binnen de discipline bodem. Milderende maatregelen worden voorgesteld om eventuele negatieve milieueffecten op te vangen. Binnen de discipline grondwater wordt het effect verdroging/vernatting door bemaling onderzocht. Planelementen 1 en 2 kunnen negatieve effecten genereren op het vlak van verdroging (grondwaterkwantiteit) door de grote invloedsfeer van de bemaling. Tevens wordt voldoende aandacht besteed aan een mogelijke verstoring van het zoetzoutwaterevenwicht (grondwaterkwaliteit) door de bemaling. Milderende maatregelen worden voorgesteld aangaande bemaling en het mogelijk beperken van het aantal ondergrondse bouwlagen. In de effectbespreking van de discipline oppervlaktewater wordt vastgesteld dat er geen waterlopen voorkomen in het plangebied. De relevantie van deze discipline is dan ook zeer beperkt. Ook de discipline fauna en flora is minder relevant in het kader van voorliggend plan-mer, gezien het stedelijk karakter van het plan en de beperkte ecologische waarde ervan. Bij de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie wordt vooreerst een beschrijving van de huidige situatie op macro- en mesoniveau gegeven, waarbij vastgesteld kan worden dat het plangebied heel wat cultuurhistorische elementen bevat. Vervolgens wordt voor elk planelement afzonderlijk de huidige situatie beschreven. Hieruit blijkt dat vooral planelementen 2 (Hogeschool), 4 (Wellingtonrenbaan) en 5 (Vercamerschool) cultuurhistorisch waardevol zijn. Vervolgens worden de milieueffecten van het plan per planelement besproken. Milderende maatregelen worden voorgesteld, zoals o.a. het beperken van de bouwhoogte en de architecturale uitwerking van de planelementen. Tenslotte wordt de discipline mens socio-organisatorische aspecten besproken. De aanwezige functies en de functionele relaties in de huidige situatie worden eerst geschetst. Dit gebeurt op macroniveau, mesoniveau en tenslotte wordt ook elk planelement afzonderlijk beschreven op microniveau. Het plan heeft over het algemeen een positieve invloed wat betreft deze discipline. 8 Monitoring Op het einde van een aantal disciplines worden voorstellen tot monitoring van de effecten gedaan. Zo wordt voor de discipline mobiliteit voorgesteld om een permanente monitoring en evaluatie van de verkeersstromen, het aantal ongevallen en de eventuele sluiproutes te doen, alsook om verder aandacht te besteden aan de lichtengeregelde kruispunten op de N34 Troonstraat (met o.a. de R31 Northlaan). 9 Integratie en eindsynthese In een afzonderlijk hoofdstuk wordt op een beknopte en duidelijke wijze een synthese gemaakt van de inhoud van het plan-mer. Eerst worden de globale milieueffecten van het Goedkeuringsverslag PLIR-0026 7/8

plan kort besproken. Daarna volgt per planelement een bespreking van de milieueffecten met aansluitend telkens ook een voorstel van milderende maatregelen in een overzichtelijke tabelvorm. 10 Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk hoofdstuk vooraan in het plan-mer. Het vormt een beknopt en leesbaar hoofdstuk dat de geïnteresseerde burger een overzicht geeft van de essentie van het milieueffectenrapport. Per planelement worden de te verwachten effecten nogmaals opgesomd en tevens wordt een integratie en eindsynthese van het ganse plan-mer gedaan. Besluit Gelet op het bovenstaande wordt het plan-mer voor het gemeentelijk RUP Kustfront te Oostende goedgekeurd. 21 maart 2011 Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Goedkeuringsverslag PLIR-0026 8/8