Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven-Noord. A. Samenvatting van het dossier. A.1 Situering. A.1.1. Ruimtelijke situering

Vergelijkbare documenten
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven-Noord BIJLAGE 3: TOELICHTINGSNOTA Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

A. Samenvatting van het dossier

Het voorliggend ontwerp van RUP werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005.

De Vlaamse regering heeft het voorliggend ontwerp van RUP voorlopig vastgesteld op 15 juli 2005.

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

A. Samenvatting van het dossier

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

A D V I E S V L A AM S E C O M M I S S I E V O O R R U I M T E L I J K E O R D E N I N G

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

A. Samenvatting van het dossier

Bestaand regionaal bedrijf

stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

7 Gemengd regionaal bedrijventerrein Sterrenhoek

A. Samenvatting van het dossier

historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1

Bestaand regionaal bedrijf

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Aanpassingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek en het advies van de GECORO.

ADVIES. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Albertkanaal te Wijnegem. A. Samenvatting van het dossier. A.1. Situering

specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Park & Ride Gemeente Melsele. A. Samenvatting van het dossier. A.1 Situering

regionaal en specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein Zwartenhoek te Ham

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

Stedenbouwkundige voorschriften

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 23 oktober 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01011

KOL. BEGAULTLAAN DEEL 1

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Sint-Niklaas - Lokeren

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

Uitbreiding transportbedrijf H. Essers

VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR ZONES EN SYMBOLISCHE AANDUIDINGEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Historisch gegroeid bedrijf Cordeel te Hoeselt

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Historisch gegroeid bedrijf Dejaeghere te Langemark-Poelkapelle

stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

IHOUDSTAFEL. Voorschriften BPA Rode Kruislaan. Stad Antwerpen

Inhoud deel 1: toelichting

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

M O T I VAT I E N O T A

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

A. Samenvatting van het dossier

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest. Makro Zelfbedieningsgroothandel NV Gemeente Antwerpen (Deurne)

Oostende - Middenkust

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Algemene voorschriften. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Op te heffen bepalingen. 2. Instandhoudingsregel. 3.

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota

Motivatienota. P r o j e c t b e d r i j v e n z o n e R u y s b r o e c k v e l d

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

KMO-zone Nederboelaere. Raad van Bestuur Bedrijvencentrum 23 april 2013

A. Samenvatting van het dossier

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

situering van de gebieden

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

STAD LEUVEN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG L28. Stationsoverkapping GOEDKEURING BIJ MB VAN 22/03/2001 TOELICHTINGSNOTA EN VOORSCHRIFTEN

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest Vanlerberghe NV Zonnebeke. Inleiding

Het bedrijf heeft het distributiecentrum in 1964 op de huidige locatie gevestigd. De uitbreiding gebeurde geleidelijk, volgens noodzaak.

Albertknoop in Lanaken

A. Samenvatting van het dossier

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST

Historisch gegroeid bedrijf

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Afbakening regionaalstedelijk gebied Turnhout deelplan 4 - Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Bentel

8 Gemengd regionaal bedrijventerrein Erembodegem Zuid IV

VR DOC.0696/1BIS

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01038

Historisch gegroeid bedrijf

Historisch gegroeid bedrijf

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

RUP Sint-Pietersmolenwijk

Bedrijventerrein Woestijne

A. Samenvatting van het dossier

Stedenbouwkundige voorschriften

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GECORO VERGADERING VAN :

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Transcriptie:

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven-Noord A. Samenvatting van het dossier A.1 Situering A.1.1. Ruimtelijke situering Het gebied Leuven-Noord kunnen we situeren ten noorden van de stad Leuven, en meerbepaald tussen de E314, de Eenmeilaan-Kesseldallaan, de Diestsesteenweg-Vuurkruisenlaan en de Kolonel Begaultlaan. A.1.2. Planproces In opdracht van de stad Leuven stelde het Projectteam Stadsontwerp een ontwikkelingsplan voor Leuven-Noord op. Het plan vormde de basis voor een raamovereenkomst tussen stadsbestuur, Vlaams Gewest, NMBS, de Lijn en NV Zeekanaal. Hierin werden afspraken gemaakt met betrekking tot het aankopen of ruilen van gronden en de aanleg van nieuwe grote verkeersinfrastructuren om het gebied beter te ontsluiten. Om deze verschillende infrastructuurwerken mogelijk te maken is er nood aan een herbestemming en herinrichting van verschillende zones binnen het plangebied Leuven-Noord. Hiervoor zullen ruimtelijke uitvoeringsplannen op verschillende bestuurlijke niveaus worden opgemaakt conform het subsidiariteitsprincipe. A.1.3. Relatie met het RSV In het RSV wordt Leuven geselecteerd als een regionaalstedelijk gebied. Het afbakeningsproces ging van start in 2001 maar werd bij gebrek aan consensus m.b.t. de hypothese gewenste ruimtelijke structuur tijdelijk opgeschort. Gelet op het belang van het gebied Leuven-Noord binnen de ruimtelijk-economische structuur van Leuven, is het Vlaams Gewest akkoord gegaan om als een voorafname aan de afbakening reeds een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor Leuven-Noord op te maken. Met de aanduiding van de bijkomende regionale (watergebonden en spoorgebonden) bedrijventerreinen wordt een deel van de taakstelling voor het stedelijk gebied ingevuld. De opties van Leuven-Noord beantwoorden aan de algemene ontwikkelingsperspectieven uit het RSV voor bedrijventerreinen. Er worden mogelijkheden gecreëerd voor de aanleg van water- en spoorgebonden bedrijventerreinen en er is aandacht voor zuinig ruimtegebruik, evenals de kwalitatieve aanleg van het terrein. A. 2. Ontwerp A.2.1. Bestaande ruimtelijke structuur Begrenzing en functionele invulling Het projectgebied kunnen we onderverdelen in drie deelgebieden. 1

1. Vaartzone De Vaartzone betreft de lager gelegen vlakke gebieden aan weerszijden van de Vaart Leuven-Dijle, Deze maken deel uit van de alluviale vlakte van de Dijle, die parallel met de vaart loopt. In het westen wordt het gebied begrensd door de Keizersberg, in het oosten door het artificiële talud van het spoorwegplateau. Het geheel wordt ingevuld met bedrijvigheid, kleinhandel, woningen maar ook televisiestudio s, kleine bedrijven in mediatechnologie, loodsen, enkele woningen, een hightech-bedrijf en verschillende leegstaande panden. 2. Spoorwegplateau Het spoorwegplateau is volledig kunstmatig verhoogd en van zijn omgeving afgescheiden door spoorwegtaluds. Aan de westelijke zijde grenzen deze aan de vaartzone, aan de oostelijke zijde vormen deze taluds een overgang naar de woongebieden Kessel-Lo en Kesseldal. Het westelijk deel wordt ingenomen door een spoorwegbundel, het oostelijk gedeelte ligt overwegend braak en wordt ten dele gebruikt voor opslag van spoorwegmateriaal en inerte materialen. Op de zuidelijke kop zijn nog enkele overslagperrons, het Logistiek Centrum Infrastructuur (LCI) en een museumbewaarplaats voor treintoestellen. 3. Infrastructurendriehoek Geïsoleerd tussen bermen van verschillende spoorlijnen en het viaduct van de E313 liggen een aantal kleinere afzonderlijke gebieden die samen benoemd worden als de infrastructurendriehoek. Een deel hiervan wordt ingenomen door het op- en afrittencomplex van de E314, evenals een gedeelte beschouwd wordt als overstromingsgebied van de Lemingbeek. Daarnaast treffen we tal van nutsvoorzieningen in dit gebied (rioolwaterzuiveringsinstallatie s, composteerinstallatie s, ) Ruimtelijk structurerende elementen 1. Reliëf We dienen een onderscheid te maken tussen het natuurlijk reliëf (valleigebied van de Dijle begrensd door Keizersberg/Roeselberg en Kesselberg) en het kunstmatig reliëf (spoorwegplateau). 2. Water Dit gebied wordt doorsneden door de Vaart, de Dijle, de Vunt en de Lemingbeek. De kunstmatige aanleg van het spoorwegplateau en het op/afritcomplex 20 hebben de valleigebieden sterk verstoord met overstroming in lager gelegen gebieden tot gevolg (zoals in het woongebied Kesseldal). 3. Ontsluiting Via de Kolonel Begaultlaan, Aarschotsesteenweg en de Een meilaan wordt het projectgebied ontsloten naar de op- en afrittencomplexen 19 en 20 in het noorden en naar de ringweg rond de binnenstad in het zuiden. De Kolonel Begaultlaan en de Aarschotsesteenweg vormen de belangrijkste verbindingingswegen én ontsluitingswegen. Dit geeft een conflict tussen bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer. De aansluiting op de op- en afritten is niet optimaal (o.a. wegprofiel, doorkruisen woongebied, ). De Kesseldallaan-Eenmeilaan vormt een derde noordzuidverbinding en verbindt vooral de woonwijken Kesseldal en Kessel-Lo met de E314. Ook de bedrijfsactiviteiten op het spoorwegplateau maken gebruik van deze infrastructuur. Hoewel de spoorweginfrastructuur een belangrijke plaats inneemt in het projectgebied, geeft ze voorlopig quasi geen ontsluiting aan het gebied. De rol van de vaart is eerder marginaal als ontsluitingsinfrastructuur; naast enkele bedrijven is het vooral Interleuven die gebruik maakt van bestaande laad- en loskades. 2

A.2.2. Gewenste ruimtelijke structuur Herstructurering van het wegennet In het projectgebied zijn voldoende potenties aanwezig voor een optimale multimodale ontsluiting van de bedrijventerreinen. Er gaat hierbij prioritair aandacht naar het verbeteren en verhogen van de kwaliteit van de verschillende verkeersinfrastructuren in dit gebied. De voor dit RUP relevante ingrepen worden in het hiernavolgende besproken. 1. Wegeninfrastructuur Bovenlokaal verkeer De omgeving van Leuven wordt op dit moment door zeven op/afritten naar de hoofdwegen E314 en E40 ontsloten. Dit gaan ten koste van de verbindingsfunctie van de autosnelweg en leidt tot onduidelijkheid in de verkeersafwikkeling. De korte afstanden tussen de op- en afritten 18, 19 en 20 veroorzaken files en gevaarlijke aansluitingen op de E314. Om de verbindingsfunctie te laten primeren zou er zes tot acht kilometer tussen de afritten moeten liggen. Tevens is de op/afrit 19 verkeersonveilig door de korte lengte van de op- en afritten. Om de verkeersleefbaarheid te verbeteren wordt op- en afrit 19 afgesloten, wordt op- en afrit 20 heraangelegd en komt er een brug over het kanaal Leuven-Dijle. Afrit 18 en 15 worden in het RSV beschouwd als de voornaamste ontsluitingspunten naar het binnenstedelijk gebied van Leuven. 20, 16 en 17 zijn lokale ontsluitingspunten naar de aangrenzende gebieden. Voor afrit 20 is dit Leuven- Noord. Lokaal verkeer In het projectgebied wordt gestreefd naar een verbeterde ontsluiting zowel vanop de hoofdwegen (E314) als vanuit het stedelijk gebied, en een ontlasting van de omringende woongebieden van zwaar doorgaand verkeer (Wilsele-Dorp, Wilsele-Putkapel en Kesseldal). Hiertoe worden de volgende ingrepen noodzakelijk geacht: Het bestaande op- en afrittencomplex 20 is niet afgestemd op een goede afwikkeling van zwaar verkeer, noch op een evidente ontsluiting naar de Vaartzone of het Spoorwegplateau. Het Vuntcomplex wordt heringericht met een rotonde en een rechtstreekse aansluiting op de Aarschotsesteenweg en de Eén-meilaan. Om Wilsele-Dorp en de Kolonel Begaultlaan te verbinden met de Aarschotsesteenweg, Wilsele- Putkapel en het Vuntcomplex is er reeds een vergunning voor een gelijkvloerse basculebrug over de Vaart. Hierdoor kan op/afrit 19 afgesloten worden en krijgt de Kolonel Begaultlaan een nieuwe verbindende rol met de binnenstad. De Aarschotsesteenweg is een belangrijke verbinding tussen binnenstad en de kernen Wijgmaal en Wilsele-Putkapel. Deze weg moet een verbindende functie verenigen met een erfontsluiting van aanpalende bedrijven. Door heraanleg en verplaatsing van de Aarschotsesteenweg ter hoogte van het Vuntcomplex zal de verbindende functie verbeteren, de erfontsluitingen zullen zoveel mogelijk beperkt worden. Een apart fietspad wordt tevens aangelegd langs de zijde van de Vaart. Om het spoorwegplateau te ontsluiten zonder bijkomende belasting van de aangrenzende woonwijk Kesseldal, wordt een aparte nieuwe ontsluitingsweg voorgesteld. Deze wordt aangesloten op het Vuntcomplex en ontsluit nieuwe en bestaande bedrijventerreinen voor een geplande pendelparking van de NMBS. De Een-Meilaan zal enkel omliggende woonwijken ontsluiten. 3

2. Spoorwegeninfrastructuur Er is het voorstel om het goederenvervoer per spoor verder uit te breiden, en men doet het voorstel om een multimodaal spoorplatform uit te bouwen. Dit voorstel moet verder worden onderzocht. 3. Waterwegeninfrastructuur De Vaart wordt uitgediept tot 3,5 m om schepen tot 600 ton toe te laten. De aanleg van een laad- en loskade voor de aan- en afvoer van afval en compost per schip wordt door Interleuven uitgewerkt. Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen De aanwezigheid van de infrastructuren geeft de potentie om economische ontwikkelingen verder te stimuleren. Het projectgebied kan gaan bestaan uit verschillende bedrijventerreinen, waarbij elk terrein wordt voorbehouden voor dat type aan bedrijfsactiviteiten dat optimaal gebruik maakt van de aanwezige infrastructuren. We duiden enkel de voor het gewestelijk RUP relevante ingrepen aan 1. Vaartzone Door de aanleg van een laad- en loskade voor Interleuven wordt gebruik gemaakt voor de overslagmogelijkheden op binnenvaart. 2. Spoorwegplateau In de ontwikkelingsvisie wordt het noordelijk deel voorbehouden voor bedrijven die gebruik zouden maken van het vervoer per spoor. Het gemeentelijk planningsproces voorziet hier eerder de inplanting van een transportgericht bedrijventerrein. Tevens wordt het gebied voorgesteld als een geschikte inplantingsplaats voor een grootschalige recreatiefunctie Daarnaast doet men het voorstel om op deze plaats een pendelparking van de NMBS in te richten, die via de nieuwe ontsluitingsweg aansluit op de op/afrit 20. Eveneens wordt hier een nieuwe busstelplaats voorzien met een nieuwe rechtstreekse aansluiting op de Vuurkruisenlaan. 3. Infrastructurendriehoek Het wordt gezien als een voorzieningengebied van stedelijke en regionale betekenis. Tegen het huidige milieupark aan kunnen nog milieuondersteunende bedrijven worden ingeplant. 4. Versterken van de groene structuur. Voor het projectgebied wordt er geopteerd voor een sterke groenstructuur die eenheid aan het projectgebied verleent. Bestaande natuurlijke structuren en grotere restruimten worden opgevat als groene stapstenen doorheen het gebied. Dijle, Een-Meilaan en de westzijde van de Vaartzone worden opgevat als drie groene noord-zuid dragers. De groenstrook aan de Een-Meilaan vormt een buffer ten aanzien van het spoorwegplateau en sluit tevens aan bij Kesseldal. Langsheen het zuidelijk deel wordt het spoorwegplateau gescheiden van de woonzones door een hoog talud met natuurlijke begroeiing. A.2.3. Raamakkoord In het raamakkoord werden minstens de volgende afspraken gemaakt: - heraanleg op- en afrittencomplex 20 in functie van een rechtstreekse aansluiting op Kesseldallaan/Een-Meilaan en Aarschotsesteenweg; - afschaffen op/afrit 19 gekoppeld aan een gelijkvloerse basculebrug over de Vaart als verbinding tussen Kolonel Begaultlaan en Aarschotsesteenweg; - herprofilering en hertracering van de Aarschotsesteenweg; - aanleg laad- en loskade voor afvalophaal Interleuven; 4

- aanleg nieuwe ontsluitingsweg op het spoorwegplateau die rechtstreeks aansluit op op/afrit 20; A.2.4. De vertaling van het raamakkoord naar het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan In het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden afspraken uit het raamakkoord omgezet in een verordend plan: - de zone rond de heraanleg van het op- en afrittencomplex 20: o de bestaande P&R kan in deze zone behouden blijven, eventueel heraangelegd en uitgebreid worden; o er wordt een nieuw fietspad aangelegd; o de tussengebieden worden ingericht als overstromingsgebied van de aanwezige beken; o herinrichting op/en afrittencomplex 20 en afsluiting op/afrittencomplex 19: - gebied voor secundaire weg Aarschotsesteenweg: o een deel van het tracé wordt opgeheven en een nieuw tracé wordt ingetekend; - laad- en loskade aan de vaart; - herbestemming naar zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen: o aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg voor een pendelparking NMBS; o toekomstige mogelijkheden als spoorgebonden bedrijventerrein, bedrijventerrein gericht op andere vervoersmodi of grootschalige recreatiefunctie. - bufferzone van het spoorwegplateau: o huidige spooractiviteiten en latere bedrijfsactiviteiten bufferen van de woonzones Kesseldal; o bijgevolg wordt de verkaveling opgeheven. A.3 Openbaar onderzoek Het ontwerp van gewestelijk RUP werd conform art. 42 van het decreet op de ruimtelijke ordening onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen, m.n. van 01/12/03 tot 29/01/04. Dit openbaar onderzoek resulteerde in 4 tijdig ingediende bezwaarschriften. Alle bezwaren werden opgenomen in een databank waarvan uittreksel in bijlage. A.4 Adviezen Vlacoro ontving advies van: - gemeenteraad Leuven (171/A/1): gunstig advies (advies d.d. 30/07/03) B. Advies van Vlacoro B. 1 Antwoord op de adviezen 1. De gemeenteraad van de stad Leuven [A1] verleent een gunstig advies aan het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Vlacoro neemt kennis van dit gunstig advies. 5

B. 2 Antwoord op de bezwaren 2. NV Zeekanaal [B1] en LIN, Afdeling Beleid Havens, Waterwegen en Zeewezen [B3] dienen een eenzelfde bezwaar in. Beiden hebben een opmerking met betrekking het gebied voor laad- en loskade (stedenbouwkundige voorschriften, art. 4). Na een vergelijkende studie van het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met het plan van de raamovereenkomst hebben beiden bezwaar tegen de omvang van het reservatiegebied voor de aanleg van de hoofdspoorweg (art.4.3). Het gedeelte ten noorden van het toekomstige HST traject is noodzakelijk om toekomstige uitbreidingen van de laad- en loskade mogelijk te maken. De ontwerpschets die weergegeven wordt op figuur 1. Algemeen Aanlegplan in de Ontwikkelingsvisie Leuven Noord geeft onder nummer 21 de aan te leggen laad- en loskade weer. De geplande hoofdspoorweg wordt ten zuiden van de laad- en loskade ingetekend. In het RUP wordt een deel van de aan te leggen laad- en loskade met een reservatiestrook in overdruk weergegeven. Deze reservatiestrook heeft tot doel de ruimte te reserveren voor de hoofdspoorweg naar Hasselt. Vlacoro merkt hierbij op dat het intekenen van de reservatiestrook geen gevolg is van de afspraken in het raamakkoord, maar het overnemen van de bestaande reservatie uit het gewestplan. Eens de spoorweg is gerealiseerd kan de reservatiestrook via een RUP worden opgeheven. 3. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek heeft een afgevaardigde van AMINAL, Afdeling Bos&Groen [B2] de stukken van het ontwerpdossier getoetst aan het advies van de plenaire vergadering dd. 5/6/2003. Hierbij werd er vastgesteld dat het stedenbouwkundig voorschrift art. 6 nog steeds de aanleg, inrichting en uitrusting van fiets- en wandelpaden binnen de aangeduide bufferstrook toelaat. De Afdeling pleit er echter voor om een integraal beplante bufferstrook aan te leggen zonder versnippering door extra wegenis en haalt hiervoor de volgende argumenten aan: -binnen het bestaande wegprofiel langs de één meilaan is er reeds een voetpad en een voldoende breed tweerichtingsfietspad beschikbaar door grasberm en hoogstammen gescheiden van het autoverkeer en voldoende overzichtelijk voor de weggebruikers; -voor de aanleg van nieuwe wegenis dient er bestaand groen te verdwijnen en vormt het bestaand begroeid talud mogelijk een probleem naar bodemstabiliteit en bodemerosie; -versnippering door wegenis bemoeilijkt de migratie van natuurlijke organismen in deze groengebieden en is nadelig voor het behoud en beheer van de nog beschikbare groenoppervlakte. De afdeling suggereert dat bijkomende wegenis beter in de aanpalende zones kan. Artikel 6 van de stedenbouwkundige voorschriften stelt dat de aanleg, het inrichten of uitrusten van wegen in waterdoorlatende verharding voor fietsen en wandelen langsheen de Eén-meilaan mogelijk is. Het groengebied wordt dus niet versnipperd en vormt geen belemmering op de migratie van soorten aangezien de eventuele aanleg van voet- of fietspad langs de rand van de buffer zal gebeuren en niet er doorheen. Het stedenbouwkundig voorschrift stelt daarenboven nergens dat een voet- en/of fietspad zal aangelegd worden, maar voorziet enkel in de mogelijke aanleg ervan. De aanwezigheid van de reeds bestaande fiets- en voetpaden langsheen de Eén-meilaan vormen echter wel een gegeven dat men bij de inrichting van de buffer in beschouwing moet nemen. Vlacoro vraagt zich wel af of de aanleg van een bijkomend fietspad in de bufferzone langsheen de Eén-meilaan de bufferfunctie nog kan garanderen. Over een lengte van 500 m varieert de breedte van de buffer van +/- 10 tot +/- 30 meter. Ook hier dient men bij de inrichting van de natuurbuffer rekening mee te houden. Vlacoro stelt bijgevolg dat de aanleg van een fietspad kan, in zoverre deze de bufferfunctie niet hypothekeert en men de reeds aanwezige fiets- en voetpaden in beschouwing neemt bij de inrichting van de buffer. 6

4. De bezwaarindieners [B4] maken gebruik van een perceel op de Kolonel Begaultlaan voor de opslag van brandstoffen en bouwmaterialen. Momenteel wordt deze site bereikt via afrit 19 die tengevolge van het RUP zal worden afgesloten. In plaats daarvan zal het Vuntcomplex worden heringericht evenals een nieuwe basculebrug worden aangelegd. De Kolonel Begaultlaan zal een onderdeel van de nieuwe ontsluitingsroute vormen. Het is voor hen onduidelijk welke de opeenvolging zal zijn van een aantal geplande ingrepen. Zij vragen zich af of men eerst afrit 20 zal herinrichten en de basculebrug zal plaatsen alvorens afrit 19 te sluiten, of dat men de aanleg van de basculebrug voldoende acht om afrit 19 te sluiten. Deze indruk wordt gewekt door verschillende passages. Zo bv. uit het stedenbouwkundig voorschrift art. 1.3. waarin staat dat de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet voldoen aan een aantal eisen waaronder de sluiting van het op/afrittencomplex 19. De bezwaarindieners wensen te benadrukken dat hun vrachtwagens momenteel geen gebruik kunnen maken van afrit 20 om de opslagplaats te bereiken, zelfs wanneer de basculebrug geplaatst is. Op het tracé liggen een aantal doorgangen die te laag zijn voor de vrachtwagens. De indieners van het bezwaarschrift wensen dat men afrit 19 maar afsluit als afrit 20 toegankelijk is voor de ontsluiting van alle verkeer. Het voorliggende RUP doet geen uitspraak over de opeenvolging van een aantal geplande ingrepen. Wel wenst dit RUP de sluiting van afrit 19 te garanderen door haar sluiting als voorwaarde op te nemen bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor afrit 20. Afrit 19 zal dus wellicht afgesloten worden vooraleer afrit 20 is gerealiseerd. Uit bijkomende informatie blijkt echter dat de indiener van het bezwaarschrift zijn bedrijf toch kan bereiken bij het afsluiten van afrit 19 indien de basculebrug is afgewerkt en een deel van de Aarschotsesteenweg (van Interbrew tot aan de stortdeur) is heraangelegd. Afrit 20 hoeft bijgevolg nog niet gerealiseerd te zijn om de bereikbaarheid te kunnen garanderen. Vlacoro dringt er echter wel op aan dat in de uitvoeringsfase de timing van de verschillende werken (basculebrug, herinrichting wegen, op- en afrittencomplex, ) op elkaar wordt afgestemd zodoende de bereikbaarheid gegarandeerd blijft. B.3. 0pmerkingen van Vlacoro Vlacoro merkt op dat er in dit RUP geen ruimteboekhouding is opgenomen. De commissie adviseert dan ook dat dit aan het huidige uitvoeringsplan wordt toegevoegd. 7

B.4. Besluit VLACORO geeft gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven- Noord. mits, - er een ruimteboekhouding aan wordt toegevoegd. en merkt op dat, - de aanleg van een fietspad in de bufferzone kan, in zoverre deze de bufferfunctie niet hypothekeert en men de reeds aanwezige fiets- en voetpaden in beschouwing neemt bij de inrichting van de buffer; - in de uitvoeringsfase de verschillende werken op elkaar worden afgestemd om de bereikbaarheid blijvend te garanderen. Verleend te Brussel op 20 april 2004, Lieve Reenaers, vaste secretaris Prof. dr. Boudewijn Bouckaert, voorzitter Bijlage: overzicht adviezen en bezwaarschriften 8