Naar een rechtvaardige en risicogerichte bijdrage van gemeenten aan de VNOG Bijeenkomst financieel medewerkers 30 september 2015 Lieke Bruinooge, projectleider Thijs van den Broek, adviseur
Inhoud Opdracht VNOG Advies AEF Bijdragen gemeenten aan de VNOG Overgangsregeling Uitwerking modellen 2
Opdracht Bepaal - op basis van het bij kadernota vastgesteld volume - de bijdrage van de 22 gemeenten op basis van de vier geschetste modellen Maak de herverdeeleffecten voor de gemeenten ten opzichte van de huidige bijdrage inzichtelijk Adviseer een voorkeursvariant met de meeste kans op bestuurlijk draagvlak op basis van de voorwaarden duurzaam, rechtvaardig, transparant en administratieve eenvoud Adviseer over de wenselijkheid om specifiek aan gemeenten toerekenbare elementen, zoals bijvoorbeeld huisvesting en FLO, in het model in te bouwen Adviseer over een overgangsregeling om de effecten van de wijziging van het verdeelmodel op te vangen. 3
Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland Veiligheid is bij uitstek een lokale aangelegenheid, maar op gemeentelijk niveau is vaak onvoldoende capaciteit, kennis en deskundigheid aanwezig om het volledige terrein van brandweer, rampenbestrijding en crisisbeheersing te bestrijken. De Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland heeft tot taak alle 22 gemeenten in de regio te voorzien van gelijkwaardige, efficiënte en kwalitatief hoogwaardige brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing De veiligheidsregio kan dit realiseren omdat zij gemeentegrenzen overstijgend werkt. 4
Advies AEF voorkeursvariant Het bestuur van de VNOG heeft een ontwikkeling ingezet naar één VNOG waarbinnen elke inwoner verzekerd is van gelijkwaardige brandweerzorg op basis van risico s (o.a. MOED) Hierbij past volgens AEF een verdeelmodel dat leidt tot een objectieve verdeling van de uitgaven en dat recht doet aan de risico s binnen de VNOG Het model op basis van het gemeentefonds (onderdeel brandweer en rampenbestrijding) is volgens AEF daarvoor het meest geëigende model 5
Advies AEF - voorkeursvariant Met dit model zijn de uitgaven van gemeenten binnen de VNOG in lijn met hun inkomsten Dit model houdt (impliciet) rekening met de risico s binnen de verschillende gemeenten. Hierdoor sluit dit model aan bij eerdere beleidskeuzes (o.a. MOED). Dit model is gebaseerd op een beredeneerde en algemeen gebruikte systematiek die veel autoriteit geniet. De gebruikte structuurkenmerken zijn niet door gemeenten te beïnvloeden. 6
Overige modellen Slagkracht AEF: dit model is zeer complex en mede daardoor onuitvoerbaar Dit model houdt geen rekening met inzet van materieel en personeel over gemeentegrenzen heen en sluit daarom niet volledig aan bij eerdere beleidskeuzes (o.a. MOED) Hybride Het slagkrachtmodel wordt gebruikt voor het bepalen van het aandeel in 30% van de totale benodigde bijdragen aan de VNOG. AEF: dit model is net zo onuitvoerbaar als het model op basis van het slagkrachtmodel. 7
Overige modellen Inwoneraantallen Transparant en eenvoudig Dit model houdt weinig rekening met een verschil in risico s per gemeente en sluit niet aan op de inkomsten van gemeenten die met deze risico s samenhangen. Dit model sluit weinig aan bij eerdere beleidskeuzes (o.a. MOED) AEF ontraadt dit model 8
Overige modellen Historisch Dit model zal niet leiden tot veranderingen in de bijdrage van gemeenten aan de VNOG ten opzichte van de huidige bijdrage Er zijn gemeenten in de VNOG die op dit moment verhoudingsgewijs te weinig (of juist te veel) bijdragen aan de VNOG. Dit model maakt dat deze situatie in stand wordt gehouden Dit model sluit niet aan bij de ontwikkeling die het Algemeen Bestuur van de VNOG heeft ingezet naar één VNOG waarbinnen elke inwoner verzekerd is van gelijkwaardige brandweerzorg op basis van risico s (o.a. MOED) AEF ontraadt dit model. 9
Vragen? 10
Overgangsregeling AEF adviseert: Een ingroeiperiode van 2 jaar Met een ingroeipad waarbij het nieuwe model voor 50% in jaar 1 wordt ingevoerd, en voor 100% in jaar 2. 11
Uitwerking modellen 12
Algemene uitgangspunten: FLO: niet opnemen in verdeelmodel - uitgaven zijn te herleiden tot twee individuele gemeenten en vanwege specifieke situaties Huisvesting: vooralsnog niet opnemen in verdeelmodel - momenteel (nog) geen uniforme aanpak VNOG BTW compensatiefonds: dit wordt als integraal onderdeel van de BDuR gezien Loon- en prijscompensatie: dit maakt geen onderdeel uit van het verdeelmodel 13
Model 1: naar rato van historische kosten Uitgangspunten: Verdeling a.d.h.v. jaarrekening VNOG 2014 excl. kazernes, zoveel mogelijk opgeschoond voor huisvestingskosten egalisatiereserves uitgekeerd Implementatie: Bijdrage Aalten 2016 = (Te verdelen bedrag 2016) x Bijdrage Aalten 2014 Totale bijdrages gemeenten 2014 14
Model 2: naar rato van inwoneraantal Uitgangspunten Op basis van inwoneraantallen in jaar voorafgaand aan boekjaar (voorkomt nacalculatie) Implementatie Bijdrage Aalten 2016 = (Te verdelen bedrag 2016) x Aantal inwoners Aalten 2015 Aantal inwoners VNOG 2015 15
Model 3: naar rato van Gemeentefonds Uitgangspunten Gemeentefonds: Subcluster Brandweer en Rampenbestrijding Implementatie Bijdrage Aalten in 2016: = (Te verdelen bedrag 2016) x Inkomsten B&R Aalten Totaal Inkomsten B&R Gemeenten VNOG 16
Model 4: naar rato van uitkomsten Slagkracht Uitwerking: Binnen de VNOG is het zogenoemde slagkrachtmodel ontwikkeld. Op basis van factoren die de risico s op brand en ongevallen bepalen, verdeelt dat een gegeven hoeveelheid materieel op een optimale manier over de bestaande posten. Zo komt de VNOG maximaal tegemoet aan de risico s binnen de regio. Implementatie: Bijdrage Aalten in 2016: = (Te verdelen bedrag 2016) x operationeel bedrag posten Aalten Totaal operationeel bedrag posten VNOG waarbij de operationele kosten bestaan uit: 1. Repressief materieel 2. Repressief personeel
Model 4: naar rato van uitkomsten Slagkracht
Model 4: naar rato van uitkomsten Slagkracht Implementatie (vervolg): Belangrijk spanningsveld: hoe meer factoren in rekening worden genomen, hoe beter het model de werkelijke kosten beschrijft hoe minder transparant de implementatie en hoe minder eenduidig het resultaat is (draagvlak!) Vinden van balans. Die balans bepaalt de beoordeling van het model. Volledigheid Transparantie 19
Model 4: naar rato van uitkomsten Slagkracht Uitgangspunten: Materieel wordt niet enkel binnen de gemeentegrenzen ingezet, maar ook daarbuiten. Het materieel dat een overwegend regionale functie heeft wordt aan de hele regio toegerekend. Financiering van het materieel. Voor elk type materieel worden vaste jaarlijkse kapitaalslasten (opgaaf VNOG) gehanteerd. Benodigde aantal vrijwilligers in een post, gegeven de hoeveelheid materieel. De rekenregels VNOG voor de hoeveelheid vrijwilligers worden gehanteerd, in plaats van het werkelijke aantal vrijwilligers per post. 20
Model 5: Hybride versie van model 4 Uitgangspunten: Voeding per deelmodel: De uitgaven die een directe link hebben met repressieve activiteiten worden via het slagkrachtmodel verdeeld (risicobeheersing en incidentbestrijding). De uitgaven voor de overige programma s worden via een separaat verdeelmodel verdeeld. Keuze voor separaat model: De uitgaven voor de overige programma s worden via het verdeelmodel naar rato van het Gemeentefonds (model 3) verdeeld. Categorie 1 mio Categorie mio Risicobeheersing 4,0 SK Meldkamer Oost-Nederland 1,5 GF Incidentbestrijding 12,5 SK Bestuur & bedrijfsvoering GF 13,5 Brandweerondersteuning 17,5 GF Directie & control en overige GF Crisisbeheersing 1,5 GF Kazernes / huisvesting - GHOR 1,5 GF FLO - 1 Indeling op basis van voorlopige programmabegroting 2016
Beoordeling van de modellen vindt plaats aan de hand van vooraf vastgestelde criteria In de opdracht zijn de volgende eisen aan het toekomstige verdeelmodel gesteld: 1. Toekomstbestendig 2. Rechtvaardig 3. Transparant 4. Administratief eenvoudig LET OP: in de volgende tabellen is niet aangegeven hoe zwaar elk criterium weegt. Dit is een bestuurlijke keuze.
Toepassing beoordelingskader Rechtvaardigheid is: de relatieve bijdrage van een gemeente zou gelijk moeten blijven aan de huidige bijdrage Rechtvaardigheid is: de bijdrage per inwoner in elke gemeente zou even hoog moeten zijn Rechtvaardigheid is: de bijdrage van gemeenten zou zoveel mogelijk in lijn moeten zijn met wat zij vanuit het Rijk ontvangen voor de uitvoering van de betreffende taken Rechtvaardigheid is: de bijdrage van elke gemeente zou moeten worden bepaald door hun risicokenmerken ++ -- -- -- -- ++ +/- -- - +/- ++ - +/- - + ++ Rechtvaardig Hist. Inwoners Gemeentefonds Slagkracht
Toepassing beoordelingskader Het verdeelmodel is stabiel en geeft gemeenten begrotingszekerheid over meerdere jaren Het model hoeft technisch niet aangepast te worden bij veranderingen in de (nabije) toekomst [bijv. nieuw type materieel] Het model is flexibel genoeg om realistische veranderingen in de toekomst te accommoderen, door aanpassing inputparameters ++ + + - ++ ++ + +/- -- +/- + + Toekomstbestendig Hist. Inwoners Gemeentefonds Slagkracht
Toepassing beoordelingskader De werking van het verdeelmodel is helder en inzichtelijk: Hoe komt de verdeling tot stand? Waarom betaalt mijn gemeente x%? Het verdeelmodel is herleidbaar en eenduidig: alle betrokkenen moeten bij toepassing van het model op eenzelfde uitkomst komen -- ++ + - ++ ++ + +/- ++ ++ + - Transparant Hist. Inwoners Gemeentefonds Slagkracht Administratief eenvoudig: geen onderscheidend criterium.
Voor vragen en meer informatie Contact Maliebaan 16 Postbus 85198 3508 AD Utrecht +31 (0) 30 2363030 www.aef.nl l.bruinooge@aef.nl @AEF_NL Andersson Elffers Felix