Destelbergen. RUP Centrum 2. stedenbouwkundige voorschriften. G edeeltelijke herziening BPA nr. 1 Centrum en herziening G RUP Centrum 1

Vergelijkbare documenten
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

stedenbouwkundige voorschriften

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Stedenbouwkundige. voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Zelzate. RUP Rijkswachtlaan. stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1 / 7

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

RUP Herziening Hofstraat

GEMEENTE OPWIJK RUP WIJZIGEN VAN HET AANTAL WOONLAGEN IN KERNWOONGEBIEDEN. Verordenend deel / Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. Woonkorrel Gistelsteenweg. De ontwerper

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

stedenbouwkundige voorschriften

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Stedenbouwkundige. voorschriften. GEOMEX bvba Veurne RUP Bieswal februari 2012 RUP_38025_214_00010_00001

-1_. ff" ming van. 1 groene parkeerplaats naast de oprit.

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper. Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke Tel. 0580/ Fax.

0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUWEN

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

1 ALGEMENE BEPALINGEN

stedenbouwkundige voorschriften RUP Hertshage 2

BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE WONEN. Art. 1. Zone voor gemengde bestemming wonen en handel. Stedenbouwkundig voorschrift

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

RUP Dijle-Keerbergstraat Mechelen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

VERKAVELINGSVERGUNNING - STEDELIJK WOONGEBIED DREEF

Stedenbouwkundige. voorschriften

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN 1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 1.1. ZONE VOOR HOOFDGEBOUW(EN) BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

RUP Gemeentecentrum Olsene stedenbouwkundige voorschriften

RUP Willaert Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften Definitieve vaststelling 26 mei 2014

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t )

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

Gemeentelijk RUP zonevreemde bedrijven fase IV Johan Lasseel Gemeente Nazareth. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Juni 2010

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORWAARDEN Verkaveling LEDE Kleine Kouterrede

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Ontwerp BPA Stationswijk Gedeeltelijke herziening van BPA Stationswijk, MB 22/06/1994

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem. Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

voorschriften bpa nr. 132 Witte Molenstraat

AANVRAAG VERKAVELINGSVERGUNNING: Stad MECHELEN Geerdegemdries 3 e afdeling Sectie E - Nr. 768 T 3

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n

INHOUDSTAFEL... 0 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 2. BIJZONDERE BEPALINGEN

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

GEMEENTE MIDDELKERKE Deelgemeente SLIJPE

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING :

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

VERKAVELING ADEGEM, VELDEKENS +17

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN - BIJLAGE BIJ VERKAVELINGSPLAN (plan 6)

Transcriptie:

Destelbergen RUP Centrum 2 G edeeltelijke herziening BPA nr. 1 Centrum en herziening G RUP Centrum 1 stedenbouwkundige voorschriften Gent, 19/08/2014

Destelbergen RUP Centrum 2 G edeeltelijke herziening BPA nr. 1 Centrum en herziening G RUP Centrum 1 stedenbouwkundige voorschriften Gent, 19/08/2014 port arthurlaan 11 B-9000 gent tel 32 (9) 251 22 22 fax 32 (9) 251 22 28 e-mail info@veneco.be www.veneco.be

COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeente Destelbergen Dendermondesteenweg 430 9070 Destelbergen Secretariaat: 09/218.92.65 Dossierverloop Plenaire vergadering: 27/03/2014 Voorlopige vaststelling door GR: 25/05/2014 Openbaar onderzoek: 16/06/2014 t.e.m. 14/08/2014 Advies GECORO: 04/09/2014 De normatieve delen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn verordenend) Blad 3: Het grafisch bestemmingsplan De stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan De niet-normatieve delen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn niet verordenend) De toelichtingsnota Blad1: Plan bestaande toestand Blad 2: Plan juridische toestand GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften

PROCEDURE Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 22 mei 2014 Op bevel, de burgemeester - voorzitter Marc De Pauw de secretaris Gert Deryckere zegel der gemeente Het College en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage werd neergelegd Van 16 juni 2014 tot 14 augustus 2014 Op bevel, de burgemeester - voorzitter Marc De Pauw de secretaris Gert Deryckere zegel der gemeente Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 25 september 2014 Op bevel, de burgemeester - voorzitter Marc De Pauw de secretaris Gert Deryckere zegel der gemeente Gezien en goedgekeurd door de Deputatie op De Gedeputeerde, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening Voor Veneco 2 Tina Verschueren, Ruimtelijk planner GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften

GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften

INHOUDSTABEL ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 3 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN.6 ART.1 ZONE VOOR GESLOTEN BEBOUWING ART. 2 ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING ART. 3 ZONE VOOR OPEN BEBOUWING ART. 4 ZONE VOOR OPEN OF GEKOPPELDE BEBOUWING ART. 5 PROJECTZONE 1 ART. 6 PROJECTZONE 2 ART. 7 ZONE VOOR HANDEL ART. 8 ZONE VOOR MAGAZIJNEN, BERGINGEN EN WERKPLAATSEN ART. 9 ZONE VOOR BIJGEBOUWEN ART. 10 ZONE VOOR DIENSTWEG EN PLAATSELIJK VERKEER ART. 11 ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS ART. 12 ZONE VOOR FIETS- EN VOETPADEN ART. 13 AANDUIDING IN OVERDRUK: BOUWVRIJE ZONE ART. 14 AANDUIDING IN OVERDRUK: ZONE VOOR PARKING ART. 15 INDICATIEVE AANDUIDING: ZONE VOOR DOORGANG GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 1

GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 2

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 1 Bestaande vergunde constructies De functie, inplanting en afmetingen van bestaande, regelmatig vergunde gebouwen en constructies kunnen behouden blijven, tenzij anders vermeld in de specifieke stedenbouwkundige voorschriften. Verbouwen met behoud van bestaande afmetingen of bezettingsgraad is mogelijk, tenzij anders vermeld en voor zover er geen hinder wordt gegenereerd ten opzichte van de omgeving. Bij herbouw en uitbreiding dienen de inrichtingsvoorschriften van de bestemmingszone gerespecteerd te worden. Vergunningsaanvragen voor bestaande gebouwen en constructies, die bepaalde voorschriften van afmetingen of bezettingsgraad overschrijden, dienen niet getoetst te worden aan de nieuwe stedenbouwkundige voorschriften inzake functie, inplanting en afmetingen, tenzij anders vermeld in de specifieke stedenbouwkundige voorschriften. Bestaande gebouwen die niet voldoen aan de inplantingsregels voor nieuwe gebouwen, kunnen op hun bestaande inplantingsplaats verbouwd worden, indien dit ruimtelijk verantwoord is. Bij herbouw en uitbreiding moet voldaan worden aan de nieuwe stedenbouwkundige voorschriften. 2 Hoofd- en nevenbestemmingen Alle hoofdbestemmingen van de zones zijn voorgesteld op het grafisch plan. Nevenbestemmingen zijn alleen toegestaan als aanvulling op de hoofdbestemming en kunnen niet afzonderlijk gerealiseerd worden. Nevenbestemmingen kunnen niet samengevoegd worden. 3 Bouwhoogte De maximale bouwhoogte wordt bepaald door de kroonlijsthoogte en de nokhoogte, met uitzondering van uitbouwen voor technische ruimten en schouwkanalen. De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot aan de bovenkant van de kroonlijst. Dit aanzetpeil kan maximum 0,35m hoger liggen dan de as van de voorliggende straat of het peil van het maaiveld indien dit hoger ligt dan de as van de weg ter hoogte van de voordeur. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 3

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 4 Bouwvolume Het toegelaten bouwvolume is omschreven in de voorschriften. het wordt aangegeven door een combinatie van dakvormen, maximum aantal bouwlagen, bouwdiepten en bouwhoogten. De hoogte, diepte en dakvorm van hoofd- en bijgebouwen moet in harmonie zijn met de aanpalende gebouwen en/of de omgeving. Desbetreffend kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwdiepten en/of gebouwhoogten, die niet in overeenstemming of storend zijn met of voor de omgeving. 5 Inplanting van de gebouwen De verschillende bouwstroken waar gebouwen kunnen ingeplant worden, zijn op het bestemmingsplan als één zone weergegeven. De specifieke voorschriften worden in de bijzondere stedenbouwkundige voorschriften bepaald. De constructies moeten in harmonie zijn met het straatbeeld. Bij het aanbouwen aan een bestaand gebouw dient de aansluiting harmonisch te gebeuren. Dit betreft o.a. de dakhelling, de materialen, de afwerking van de scheidingsmuren, het gebouwenvolume, de verhoudingen ed. De resterende delen van de blinde gevels moeten degelijk afgewerkt worden. 6 Waterparagraaf Bij alle werken, handelingen en wijzigingen in het plangebied moet de prioriteit steeds uitgaan naar hergebruik van hemelwater, vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Het hemelwater afkomstig van alle dakoppervlakken moet opgevangen worden in een hemelwaterput. Hergebruik van hemelwater uit de hemelwaterputten is verplicht (WC s, buitenkraan, ). De overloop van de hemelwaterput moet aangesloten worden op een infiltratievoorziening. Voor alle werken, handelingen en wijzigingen binnen het plangebied is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van toepassing. Verder moet worden voldaan aan art. 6.2.2.1.2 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6 a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept vasthouden-bergenafvoeren dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 4

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Bij de aanleg van verhardingen (voetpaden, parkings en inritten) moet, ongeacht de afmetingen, maximaal gebruik gemaakt worden van waterdoorlatende materialen, geplaatst op een waterdoorlatend funderingsmateriaal, tenzij dit om specifieke redenen zoals stabiliteit, draagkracht of milieuhygiënische redenen niet mogelijk is. Infiltratie moet mogelijk gemaakt worden door deze verhardingen zonder helling of afvoergoten aan te leggen en opstaande randen te voorzien. Indien er geen waterdoorlatende materialen kunnen toegepast worden, moet de verharde grondoppervlakte afwateren naar een afdoende gedimensioneerde infiltreerbare randzone (bv. een voldoende brede grasstrook) of infiltratievoorziening, welke bij voorkeur wordt aangesloten op het lokale grachtenstelsel. De dimensionering van de infiltratievoorziening wordt bepaald op basis van de (gemeten) infiltratiecapaciteit zodat een beveiliging wordt gerealiseerd tegen een afvoer die eens om de 20 jaar voorkomt. Voor de infiltratievoorziening moet 500m 2 per ha verharde oppervlakte voorzien worden en een buffervolume van 400m 3 per ha verharde oppervlakte. Een noodoverlaat wordt op maaiveldhoogte aangesloten op de regenwaterafvoer (gracht of riolering). De infiltratievoorziening mag niet aangelegd worden onder het maximale niveau van de grondwatertafel. Indien aangetoond wordt dat infiltratie alsnog technisch niet mogelijk is, dan moet er gebufferd worden a rato van: Totaal aan bijkomende verharde oppervlakte > 1000m 2 en < 5000m 2 : 250m 3 /ha verharde oppervlakte en een vertraagde afvoer met een knijpconstructie onder de vorm van een buis met een diameter van 90mm Totaal aan bijkomende verharde oppervlakte > 5000m 2 : 330 m 3 /ha verharde oppervlakte en een vertraagde afvoer met een debiet van 10 l/s.ha of een knijpconstructie onder de vorm van een buis met een diameter van 90mm. Om de infiltratie van regenwater ter plaatse te garanderen dient bij verharding waar mogelijk gebruik gemaakt te worden van waterdoorlatende verharding. Waterdoorlatende verharding wordt echter niet toegestaan in het geval er kans bestaat op bodem- of oppervlaktewaterverontreiniging. Ook wanneer de activiteit het niet toelaat, bv. in geval van zware belasting bij bv. opslag, is een waterdoorlatende verharding niet verplicht. De deelzones liggen deels in een infiltratiegevoelige zone (bodemtextuur Z zand) en drainageklasse c (matig droog). Infiltratie van hemelwater is hier dus meestal technisch mogelijk. Bovengrondse infiltratievoorzieningen (wadi s of grachten) hebben de voorkeur boven ondergrondse infiltratievoorzieningen (infiltratieput, infiltratiebuizen) omdat deze beter te onderhouden en te controleren zijn. Er kunnen best gemeenschappelijke infiltratievoorzieningen aangelegd worden voor de verschillende gebouwen en verhardingen in het deelplangebied. Ook bij buffering geniet een bovengrondse voorziening de voorkeur. Bij een bovengrondse buffervoorziening wordt geadviseerd om ze waterdoorlatend aan te leggen zodat eventuele infiltratie van hemelwater niet onmogelijk wordt gemaakt. Er kunnen best gemeenschappelijke buffervoorzieningen aangelegd worden voor verschillende gebouwen en verhardingen in het betrokken plangebied. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 5

ART 1. ZONE VOOR GESLOTEN BEBOUWING CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor wonen in een gesloten bebouwingsstructuur. Het wonen heeft zowel betrekking op eengezinswoningen als op meergezinswoningen. Als nevenbestemming worden in het hoofdvolume bedrijvigheid, culturele inrichtingen, dienstverleningen, kleinhandel op lokaal niveau, gemeenschapsvoorzieningen, horeca, kantoren en recreatie toegelaten. Nevenbestemmingen worden beperkt tot 50% van de totale bruto vloeroppervlakte. De niet bebouwde delen dienen als tuin aangelegd te worden. De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden. Onder wonen wordt verstaan: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, bergingen, washokken, veranda s, Totale bruto vloeroppervlakte = Het geheel van stedenbouwkundig vergunde delen van het gebouw of gebouwencomplex al dan niet in meerdere bouwlagen, inclusief daaraan fysiek aansluitende en/of bouwtechnisch aansluitende constructies. Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte dient dus de oppervlakte van alle bouwlagen (gemeten langs de buitenomtrek) in rekening gebracht te worden. Onderdoorgangen naar achtergelegen zoneringen zijn mogelijk. Er worden geen garages toegelaten in de woningen langs de Sint- Pietershofstraat, op het grafisch plan aangeduid als zone C. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze qua schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met de omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 6

ART 1. ZONE VOOR GESLOTEN BEBOUWING CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; de bestaande of gewenste woondichtheid; de inpassing in de omgeving. 2 Hoofdgebouwen Bij het uitbreiden of herbouwen van bestaande hoofdgebouwen of het oprichten van nieuwe gebouwen dienen volgende inrichtingsprincipes gerespecteerd te worden: inplanting: verplicht op de voorbouwlijn en de zijdelingse perceelsgrenzen; bouwdiepte: max. 18,00m op de gelijkvloerse verdieping; 12,00m op de verdieping; de bouwvrije strook t.o.v. de achterkavelgrens bedraagt min. 8,00m. aantal bouwlagen: max. twee volle bouwlagen, met bijkomend één onderdakse bouwlaag; kroonlijsthoogte: max. 6,00m; nokhoogte: max. 12,00m; In de zone A, gelegen langs de Dendermondesteenweg, worden 3 bouwlagen toegelaten met een maximale kroonlijsthoogte van 9,00m. 3 Bijgebouwen Per wooneenheid is de oprichting van één losstaand bijgebouw, in functie van de hoofdbestemming wonen, toegelaten. Indien de zone paalt aan een zone voor bijgebouwen worden op dat perceel geen bijkomende bijgebouwen in de tuinzone toegelaten. Bij de oprichting van bijgebouwen gelden volgende voorwaarden: inplanting: op min. 3,00m afstand vanaf de achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw; plaatsing op de perceelsgrens, of op min. 1,00m van de perceelsgrens; oppervlakte: max. 25m 2 ; Onder bijgebouwen in functie van de hoofdbestemming wonen wordt verstaan: een autobergplaats, berging, tuinaccommodatie, ed. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 7

ART 1. ZONE VOOR GESLOTEN BEBOUWING CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN nokhoogte: max. 4,50m; kroonlijsthoogte: max. 3,00m; 4 Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij hellende daken is de dakhelling maximum 50. Dakuitbouwen zijn toegelaten met een maximum hoogte van 2,50m. De breedte bedraagt maximum ½ van de gevelbreedte. In de zone A langs de Dendermondesteenweg worden enkel platte daken toegelaten. ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor wonen in een gekoppelde bebouwingsstructuur. Halfopen bebouwing is enkel toegelaten om de bouwrij af te werken. Het wonen heeft zowel betrekking op ééngezinswoningen als op meergezinswoningen. De realisatie van de zone kan gebeuren volgens één of meerdere collectieve of individuele woningbouwprojecten. De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden Onder wonen wordt verstaan: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, bergingen, washokken, veranda s, Binnen de zone is het enerzijds mogelijk om individueel te bouwen, maar anderzijds ook om een collectief woonproject met gekoppelde woningen op te richten of een meergezinswoning. Daar de percelen binnen de zone lange, smalle (ca. 4m breed) loten betreffen, zijn de individuele bouwmogelijkheden echter beperkt. Het zal er in de praktijk dan waarschijnlijk ook op neerkomen dat twee of meerdere percelen worden samengevoegd voor de oprichting van een woonproject met gekoppelde GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 8

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN Individuele bebouwing is niet toegestaan indien het de bouwmogelijkheden op een aanpalend perceel of op de aanpalende percelen hypothekeert. woningen of een meergezinswoning. Zo is gesloten bebouwing op een perceel bv. niet toegestaan, als het aanpalende perceel een eindperceel betreft dat te smal is om er een halfopen bebouwing op te richten. Nevenbestemmingen, zoals vrije beroepen en lokale diensten, zijn toegelaten tot max. 40m 2 per woongelegenheid. Het bereikbaarheidsprofiel van de locatie dient overeen te komen met het mobiliteitsprofiel van de activiteit. Grootschalige feestzalen, dancings, handelszaken, luidruchtige (binnen)recreatie ed. zijn niet toegelaten. De niet bebouwde delen dienen als tuin aangelegd te worden. Binnen de zone kunnen maximaal twee doorgangen worden aangelegd naar achterliggende zoneringen. De doorgang kan voorzien worden via een onderdoorgang of in de bouwvrije zijdelingse strook, aan het uiteinde van de bouwrij. Bestaande woningen binnen de zone kunnen behouden blijven en binnen het bestaande bouwvolume verbouwd worden. Beperkte uitbreidingen zijn mogelijk, tot maximum 15% van het totale bouwvolume, op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit RUP. De zone betreft de zuidelijke helft van een aantal lange, smalle percelen, die zich in totaal over een diepte van ca. 100m uitstrekken tussen de Walbosstraat en de Dendermondesteenweg. De percelen zijn over de ganse diepte in eigendom van éénzelfde eigenaar. In het midden van de percelen werden verschillende garages en bergingen opgericht bij de rijwoningen langs de Dendermondesteenweg. Deze constructies zijn op heden bereikbaar vanaf de Walbosstraat. Teneinde de parkeervoorzieningen bij de woningen langs de Dendermondesteenweg bereikbaar te houden, wordt in het RUP de mogelijkheid voorzien dat er binnen de zone toegangswegen worden aangelegd vanaf de Walbosstraat. Deze toegangswegen kunnen dan ook gebruikt worden i.f.v. de parkeervoorzieningen bij de woningen binnen de bestemmingszone. Onder beperkte uitbreidingen kan worden verstaan: het aanbrengen van extra isolatie, het aanbouwen van een veranda, ed. De uitbreidingen kunnen zowel binnen als buiten de op het grafisch plan aangeduide bebouwbare oppervlakte gerealiseerd worden. In het geval de beoogde uitbreiding het maximum percentage van 15% overschrijdt, alsook bij herbouw, dient voldaan te worden aan de inplantings- en inrichtingsvoorschriften van de bestemmingszone. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 9

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze qua schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; de bestaande of gewenste woondichtheid; de inpassing in de omgeving. 2 Plaatsing van de gebouwen Ten opzichte van de rooilijn van de Walbosstraat dient een voortuinstrook van 6,00m gerespecteerd te worden. De gebouwen kunnen enkel ingeplant worden binnen het op het grafisch plan gearceerde gedeelte van de zonering, zijnde de bebouwbare oppervlakte. De gebouwen moeten verplicht op de voorbouwlijn en op de zijdelingse perceelsgrenzen worden opgericht, uitgezonderd op het uiteinde van de bouwrij, waar halfopen bebouwing wordt toegelaten. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt bij halfopen bebouwing minimum 4,00m. In deze zone kan een doorgang worden aangelegd naar achterliggende parkeervoorzieningen. Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met de omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. De bebouwing binnen de bestemmingszone krijgt zo dezelfde voorbouwlijn als de rest van de woningen in de Walbosstraat. Bebouwbare oppervlakte = contour van de zone die voor 100% bebouwd kan worden. Indien een wachtgevel voorzien is, dan dient men hierop aan te sluiten. Indien aangebouwd wordt aan een reeds opgerichte woning, dient de aansluiting harmonisch te gebeuren en dient het gabarit van de aanpalende woning gevolgd te worden. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 10

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN 3 Perceelsbreedte Het samenvoegen van percelen, ten behoeve van de oprichting van één of meerdere ééngezinswoningen of een meergezinswoning wordt toegelaten. 4 Afmetingen van de gebouwen Bij het oprichten van nieuwe gebouwen dienen volgende afmetingen gerespecteerd te worden: bouwdiepte vanaf voorbouwlijn: max. 17,00m op de gelijkvloerse verdieping en max. 12,00m op de verdieping; bouwlagen: max. twee bouwlagen, met bijkomend één onderdakse laag; een dakvorm kan maximaal één volwaardige, doch niet zelfstandige woonlaag bevatten. kroonlijsthoogte: max. 6,00m; nokhoogte: max. 12,00m; hellende dakvorm verplicht, met een dakhelling van max. 45 ; breedte dakuitbouwen: max. ½ van de gevelbreedte. Op de dakverdieping kan geen afzonderlijke woonentiteit worden ingericht. De verdieping kan aangewend worden als nuttige ruimte (zolder, nachtgedeelte, ) bij een woonentiteit op de onderliggende, volwaardige bouwlaag (bv. duplexappartement). 5 Typologie en materiaalgebruik De bebouwing binnen de zone, zowel individuele als collectieve woningbouw, dient een harmonieus geheel te vormen en dient zich in de omgeving te integreren. De gevels dienen afgewerkt te worden met duurzame, kwalitatieve en eigentijdse materialen. Het materiaalgebruik is vrij. De gebruikte materialen dienen wel duurzaam en esthetisch verantwoord te zijn. Als dakbedekkingsmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten. 6 Bijgebouwen Indien zo voorzien op het grafisch plan, dienen bijgebouwen opgericht te worden in de zone voor bijgebouwen (art. 9) conform de bijhorende specifieke inrichtingsvoorschriften. De bijgebouwen dienen zoveel mogelijk gegroepeerd te worden ingeplant. Bijgebouwen zoals bergingen ed. worden bij voorkeur gegroepeerd/geïntegreerd bij de parkeervoorzieningen (garage, carport, ). GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 11

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN Indien op een perceel geen zone voor bijgebouwen werd ingekleurd, is binnen de zone de oprichting van één losstaand bijgebouw per wooneenheid toegelaten. Bij de oprichting ervan gelden volgende voorwaarden: inplanting: op min. 3,00m afstand van de achterbouwlijn van het hoofdgebouw; plaatsing op de perceelsgrens is toegelaten; oppervlakte: max. 25m 2 ; nokhoogte: max. 4,50m; kroonlijsthoogte: max. 3,00m. 7 Parkeervoorzieningen Per wooneenheid dienen minimum 1,8 parkeerplaatsen te worden voorzien op eigen terrein. Indien op een perceel een zone voor bijgebouwen werd ingekleurd op het grafisch plan, dienen de parkeervoorzieningen verplicht binnen deze zone te worden ingeplant, conform de specifieke inrichtingsvoorschriften van de bestemmingszone (art. 9). Indien er geen zone voor bijgebouwen voorzien is op een perceel, dienen autobergplaatsen ingeplant te worden op min. 3,00m achter de achtergevelbouwlijn. Plaatsing op de perceelsgrenzen is toegelaten. Er kan eveneens geparkeerd worden in de voortuinstrook, voor zover het minimum percentage onverharde groenzone wordt gerespecteerd. Onder bijgebouwen in functie van wonen wordt verstaan: een autobergplaats, berging, tuinaccommodatie, ed. Het betreft de twee uiterst linkse percelen van de bestemmingszone. Om de parkeervoorzieningen in de zone voor bijgebouwen te bereiken, kunnen er binnen de zone twee doorgangen naar achteren worden voorzien vanaf de Walbosstraat. 8 Niet bebouwde delen De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van de noodzakelijke toegangen en parkeervoorzieningen bij de woongelegenheden. Binnen de zone kunnen maximaal twee doorgangen worden aangelegd naar achterliggende parkeervoorzieningen. De voortuinstrook, gelegen tussen de voorbouwlijn en de rooilijn kan maximum voor 60% van de oppervlakte verhard worden. De overige oppervlakte dient als onverharde groenzone te worden aangelegd. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 12

ART 3. ZONE VOOR OPEN BEBOUWING CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor wonen in een open bebouwingsstructuur. Het wonen heeft enkel betrekking op eengezinswoningen. De woonfunctie kan enkel worden aangevuld met een ruimte voor het uitoefenen van vrije beroepen, horeca en diensten voor zover de oppervlakte voor deze nevenbestemmingen niet meer dan 50% van de totale bruto vloeroppervlakte bedraagt. Indien, op het ogenblik van de inwerkingtreding van het RUP, op hetzelfde kadastraal perceel twee vergunde of vergund geachte woningen aanwezig zijn, kan één van de twee woningen voor 100% worden aangewend voor diensten, kantoren en vrije beroepen. Binnen de overige woning zijn dan geen nevenbestemmingen toegelaten. De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden. Onder wonen wordt verstaan: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, bergingen, washokken, veranda s, Binnen de zone in de Sint-Pietershofstraat (zone D) bevinden zich op één kadastraal perceel twee vergund geachte woningen. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze qua schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; de bestaande of gewenste woondichtheid; de inpassing in de omgeving. 2 Hoofdgebouwen Behoudens de bestaande toestand, dienen zowel bij nieuwbouw als bij Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met de omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. Bestaande vergunde of vergund geachte constructies kunnen steeds GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 13

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN uitbreiden of herbouwen van bestaande constructies de volgende inrichtingsprincipes gerespecteerd te worden: inplanting: - enkel binnen het op het grafisch plan gearceerde gedeelte van de zonering, zijnde de bebouwbare oppervlakte; - In de zone langs de Dendermondesteenweg (op het grafisch plan aangeduid als zone A) is het verplicht om bij volledige herbouw de woonconstructie te voorzien op 5,00m van de rooilijn van de Dendermondesteenweg en met dezelfde oppervlakte zoals bepaald in de arcering. - Tussen de voorbouwlijn en de rooilijn dient minimaal 20% onverharde groenzone aangelegd te worden, behoudens in de zones C en D. bouwdiepte: max. 12,00m op de verdieping; aantal bouwlagen: max. twee volle bouwlagen, met bijkomend één onderdakse bouwlaag; binnen de zone D kan max. één bouwlaag worden opgericht; kroonlijsthoogte: max. 6,00m; nokhoogte: max. 12,00m; binnen de zone D bedraagt de nokhoogte max. 9,00m; De dakvorm is vrij. Bij hellende daken is de dakhelling max. 50. Binnen de zone C dient de morfologie van het jachthuis, zoals op het ogenblik van de inwerkingtreding van het RUP, zowel bij verbouwingen als bij vernieuwbouw en herbouw behouden te blijven. 3 Bijgebouwen Per wooneenheid is de oprichting van één losstaand bijgebouw, in functie van de hoofdbestemming wonen, toegelaten. Bij de oprichting van bijgebouwen gelden volgende voorwaarden: inplanting: op min. 1,00m t.o.v. de zij- en achterkavelgrens of op verbouwd worden binnen het bestaand bouwvolume. Bebouwbare oppervlakte = contour van de zone die voor 100% bebouwd kan worden. De bebouwbare oppervlakte van deelgebied A bedraagt 269,37m 2. In het deelgebied van de Pastorijstraat (op het grafisch plan aangeduid als deelgebied C) valt de voorbouwlijn van de bouwzone samen met de grens van de bestemmingszone. Voor het deelgebied D (in de Sint-Pietershofstraat) wordt een voortuinstrook bestemd in het BPA Centrum en gelden de regels van het betreffend bestemmingsvoorschrift. Onder morfologie kan begrepen worden: bouwstijl, afmetingen, volume, karakter en verschijningsvorm. Onder bijgebouwen in functie van het wonen wordt verstaan: een autobergplaats, berging, tuinaccommodatie, hobby-atelier, ed. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 14

ART 2. ZONE VOOR GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN de perceelsgrens; oppervlakte: max. 35m 2 ; nokhoogte: max. 4,50m; kroonlijsthoogte: max. 3,00m. ART 4. ZONE VOOR OPEN OF GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor wonen in een open of gekoppelde (max. 3 wooneenheden) bebouwingsstructuur. Het wonen heeft enkel betrekking op eengezinswoningen. De woonfunctie kan enkel worden aangevuld met een ruimte voor het uitoefenen van vrije beroepen en diensten, voor zover de oppervlakte van de nevenbestemmingen niet meer dan 50% van de totale bruto vloeroppervlakte bedraagt. De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden. Onder wonen wordt verstaan: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, bergingen, washokken, veranda s, De niet bebouwde delen dienen aangelegd te worden als tuin. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze qua schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met de omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 15

ART 4. ZONE VOOR OPEN OF GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; de bestaande of gewenste woondichtheid; de inpassing in de omgeving. 2 Hoofdgebouw Bij het oprichten van nieuwe gebouwen dienen volgende inrichtingsprincipes gerespecteerd te worden: inplanting: op min. 5,00m van de rooilijn. Ter hoogte van de insprong bedraagt deze bouwvrije voortuinstrook 2,00m. Bij koppelbouw is de plaatsing van het eerst opgericht gebouw bepalend voor de aanpalende bebouwing. Tussen de voorbouwlijn en de rooilijn dient minimaal 40% onverharde groenzone aangelegd te worden. bouwdiepte: op de gelijkvloerse verdieping max. 18,00m en max. 12,00m op de verdieping; de bouwvrije strook t.o.v. de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt min. 3,00m voor de open bebouwing en de driegevelwoningen; de bouwvrije strook t.o.v. de achterkavelgrens bedraagt min. 8,00m; aantal bouwlagen: max. twee volle bouwlagen, met bijkomend één onderdakse laag; kroonlijsthoogte: max. 6,00m; nokhoogte: max. 12,00m; 3 Bijgebouw Per woning is de oprichting van één losstaand bijgebouw, in functie van het wonen, toegelaten. Bij de oprichting van bijgebouwen gelden volgende voorwaarden: inplanting: op min. 1,00m t.o.v. de zijdelingse en achterste GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 16

ART 4. ZONE VOOR OPEN OF GEKOPPELDE BEBOUWING - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN perceelsgrenzen of op de perceelsgrens; oppervlakte: max. 25m 2 ; nokhoogte: max. 4,50m; kroonlijsthoogte: max. 3,00m 4 Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij hellende daken is de dakhelling maximum 50. Dakuitbouwen zijn toegestaan over maximum ½ van de gevelbreedte. ART 5. PROJECTZONE 1 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De projectzone is bestemd voor wonen in een open (max. 4 loten) bebouwingsstructuur. De woonfunctie kan enkel worden aangevuld met een ruimte voor het uitoefenen van vrije beroepen en diensten, voor zover de oppervlakte van de nevenbestemmingen niet meer dan 50% van de totale bruto vloeroppervlakte bedraagt. Binnen de zone zijn ook alle werken, handelingen en inrichtingen toegestaan die nodig zijn voor de waterbeheersing met inbegrip van infrastructuur in functie van retentie van hemelwater. In deze zone kunnen inrichtingsmaatregelen voor integraal waterbeheer genomen worden, zoals de inrichting van buffergrachten en vijvers nodig voor opvang en vertraagde afvoer van hemelwater afkomstig van het terrein. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 17

ART 5. PROJECTZONE 1 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Volgende algemene inrichtingsprincipes dienen te worden gerespecteerd binnen de zone: De niet bebouwde delen dienen aangelegd te worden als tuin of als groenzone. Hierbij dient de bestaande groenbeplanting zoveel mogelijk behouden te blijven. Verhardingen zijn toegelaten in de ganse bestemmingszone, uitgezonderd in de bouwvrije zone (in overdruk), maar dienen beperkt te blijven tot de strikt noodzakelijke toegangen, paden en parkeervoorzieningen. De verhardingen dienen verplicht aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van (milieu)technische redenen niet verantwoord is. Tussen de voorbouwlijn en de rooilijn dient minimaal 60% onverharde groenzone te worden aangelegd; Per individuele woonkavel dient minimum één streekeigen hoogstam te worden aangeplant. Om de infiltratie van regenwater ter plaatse te garanderen dient bij verharding waar mogelijk gebruik gemaakt te worden van waterdoorlatende verharding. Waterdoorlatende verharding wordt echter niet toegestaan in het geval er kans bestaat op bodem- of oppervlaktewaterverontreiniging. Ook wanneer de activiteit het niet toelaat, bv. in geval van zware belasting bij bv. opslag, is een waterdoorlatende verharding niet verplicht. 2 Bebouwing Bij het opdelen van de zone in loten voor open bebouwing dienen volgende inrichtingsprincipes gerespecteerd te worden: perceelsbreedte: min. 19,00m; inplanting: verplichte voorbouwlijn op 6,00m uit de rooilijn; bouwdiepte: op de gelijkvloerse verdieping max. 15,00m; op de verdieping max. 12,00m bij hellende daken en max. 15,00m bij platte daken; de bouwvrije zijdelingse strook t.o.v. de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt min. 4,00m; GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 18

ART 5. PROJECTZONE 1 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN de bouwvrije strook t.o.v. de achterkavelgrens bedraagt min. 10,00m; aantal bouwlagen: max. 2 bouwlagen; nokhoogte bij hellende daken: max. 10,00m; kroonlijsthoogte bij platte daken: max. 6,5m; bij hellende daken is de dakhelling maximum 50. Dakuitbouwen zijn toegestaan over maximum ½ van de gevelbreedte; min. 1 parkeervoorziening dient inpandig te worden voorzien; Per woning is de oprichting van één losstaand bijgebouw, in functie van het wonen, toegelaten. Het bijgebouw kan niet worden opgericht in de bouwvrije zone in overdruk. Bij de oprichting van bijgebouwen gelden volgende voorwaarden: inplanting: op de zijdelingse perceelsgrens of de grens met de bouwvrije zone in overdruk, of op min. 1,00m van beide grenzen; oppervlakte: max. 25m 2 ; nokhoogte: max. 4,50m; kroonlijsthoogte: max. 3,00m. Onder bijgebouwen in functie van de hoofdbestemming wonen wordt verstaan: een autobergplaats, berging, tuinaccommodatie, ed. ART 6. PROJECTZONE 2 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De projectzone is bestemd voor een gemengde zone op de benedenverdieping voor zowel KMO, kleinhandel op lokaal niveau, recreatie, diensten en wonen, en uitsluitend voor wonen op de verdiepingen. De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden. Het bereikbaarheidsprofiel van de locatie dient overeen te komen met het mobiliteitsprofiel van de activiteit. Groothandel, speelhuizen, discotheken, ed. zijn niet toegelaten. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 19

ART 6. PROJECTZONE 2 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN Op de benedenverdieping mag het percentage wonen max. 20% bedragen van de totale gelijkvloerse oppervlakte. Uitsluitend en alleen woonfunctie is uitgesloten, en dit op alle verdiepingen. Het project situeert zich in het centrumgebied van Destelbergen en sluit aan op de belangrijkste handelsas van de gemeente, nl. de Dendermondesteenweg. Het is bijgevolg wenselijk deze activiteitenstrip zo maximaal mogelijk door te trekken in de Koedreef, in aansluiting op het sportcentrum Bergenmeers. Door het percentage wonen te beperken kan er nog voldoende handelsruimte worden voorzien. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN De realisatie van de bestemming gebeurt volgens een totaalproject, dat al dan niet gefaseerd kan uitgevoerd worden. Bij de vergunningsaanvraag dient een gedetailleerde, samenhangende invulling/ontwikkeling van de zone te worden verduidelijkt door de opmaak van een inrichtingsstudie. Deze inrichtingsstudie omvat minstens de volgende aspecten met betrekking tot de gehele zone: plan met de gehele ordening van de zone; bebouwing en functies; parkeerruimte en verhardingen; groene ruimten; wateropvang en waterbuffering. Volgende inrichtingsprincipes dienen gerespecteerd te worden bij de invulling van de zone: Woonunits op de benedenverdieping dienen ingericht te worden in 2 e bouworde t.o.v. de Koedreef. Aan de straatzijde zijn enkel units voor KMO, kleinhandel, recreatie en diensten toegelaten. terreinbezetting: max. 100% voor de benedenverdieping; indien op de gelijkvloerse verdieping ook woningen worden ingericht bedraagt de bouwdiepte max. 26,00m, te rekenen vanaf de rooilijn; De gedetailleerde invulling van het bestemmingsgebied projectzone wordt niet planmatig vastgelegd. Teneinde in de Koedreef een uniform straatbeeld te verkrijgen wordt er verplicht om de units voor handel, KMO en diensten vooraan de straat te situeren. De woonunits kunnen dan hierachter worden ingericht, waardoor de bewoners meer privacy hebben. Op die manier kan ook een winkel-wandel-galerij worden uitgebouwd langs de Koedreef. Indien op de gelijkvloerse verdieping enkel handel, KMO of diensten worden ingericht, kan de beschikbare bouwdiepte volledig benut worden. Indien er op de gelijkvloerse verdieping achter de ruimtes voor handel of diensten ook woonunits worden ingericht, wordt de bouwdiepte vanaf de rooilijn beperkt tot 26,00m vanaf de rooilijn. Op die manier kunnen er achteraan nog voldoende ruime buitenruimtes worden ingericht bij de woonunits. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 20

ART 6. PROJECTZONE 2 - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN bouwdiepte op de verdieping: max. 15,00m te rekenen vanaf minimum 5,00m van de rooilijn en de zijdelingse perceelsgrenzen; bouwlagen: max. 3 volle bouwlagen, met bijkomend één onderdakse laag binnen het dakvolume; kroonlijsthoogte: max. 10,00m; nokhoogte: max. 14,00m; de nokhoogte kan plaatselijk worden opgetrokken tot 14,60m ten behoeve van dakkapellen over max. 1/5 van de gevelbreedte; dakhelling: max. 45 ; de parkeergelegenheid voor de bewoners dient volledig binnen het gebouwenvolume of ondergronds opgevangen te worden en kan onder het openbaar domein uitgebreid worden; ook voor de overige functies dient voldoende parkeeraanbod voorzien te worden op eigen terrein; bij verkeersgenererende activiteiten, zoals binnen-recreatie en lokale handel moeten eveneens parkeermogelijkheden voorzien worden op eigen terrein om de overlast naar de omgeving toe te beperken; buitenruimte: min. 10m 2 per wooneenheid onder de vorm van terrassen of tuinen; op het plat dak boven de gelijkvloerse verdieping mogen terrassen aangelegd worden over een diepte van max. 6,00m. De resterende oppervlakte dient met een groendak voorzien te worden. terrassen op de verdieping: - kunnen zowel gedeeltelijk binnen als buiten het volume voorzien worden; - aan de achtergevel: uitbouw bedraagt max. 1,80m; - aan de voor- en zijgevels: uitbouw bedraagt max. 1,20m. De terrassen op het plat dak boven de gelijkvloerse verdieping horen bij de woongelegenheden op de eerste verdieping. Met verdieping wordt hier bedoeld: vanaf de tweede verdieping. Met uitbouw wordt hier bedoeld: het uitspringend gedeelte buiten het bouwvolume. Bij de vergunningsaanvraag voor de nieuwbouw van meerdere woningen dient een woondichtheid van minimum 25 wo/ha gehaald te worden. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 21

ART 7. ZONE VOOR HANDEL CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor handel en diensten. Binnen de zone zijn eveneens toegelaten: de aanleg van wegenis; de aanleg van de benodigde parkeerplaatsen; de aanleg van groenvoorzieningen, infiltratievoorzieningen, wateropvang en afvoer; De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante activiteiten. De toegelaten activiteiten mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en de hoofdbestemming niet overschrijden. De zone sluit aan op het handels- en dienstenlint van de Dendermondesteenweg, dat het centrum vormt van de gemeente. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze qua schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; de inpassing in de omgeving. 2 Inrichting De zone kan enkel voor 100% worden ingevuld met handel of diensten, voor zover er voldoende parkeerplaatsen kunnen voorzien worden binnen de bestemmingszone of binnen de aanpalende overdrukzone voor parking (art. 14). Per 100m 2 nuttige vloeroppervlakte voor handel dienen 3 parkeerplaatsen voorzien te worden. Voor diensten bedraagt de Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met de omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. Totale oppervlakte die bestemd kan worden voor handel (zone voor handel + gelijkvloerse verdieping zone voor gesloten bebouwing BPA Centrum) : 1743,02m 2 *3/100m 2! ca. 52 parkeerplaatsen Totaal aantal woongelegenheden binnen de zone voor gesloten bebouwing van het BPA Centrum (MB 25/11/2002): 4 GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 22

ART 7. ZONE VOOR HANDEL CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN norm 2 parkeerplaatsen per 100m 2 nuttige oppervlakte. Binnen de zone dienen ook de benodigde parkeergelegenheden voorzien te worden bij de woongelegenheden die worden opgericht vooraan de straatzijde. Per woongelegenheid dienen 1,8 parkeerplaatsen te worden aangelegd. woongelegenheden *1,8! ca. 8 parkeerplaatsen Totale behoefte parkeerplaatsen: ca. 60 Het bebouwingspercentage binnen de zone bedraagt max. 70%. Overige verhardingen worden niet meegerekend bij de terreinbezetting. De verhardingen dienen maximaal aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van (milieu)technische redenen niet verantwoord is. 3 Afmetingen van de gebouwen De gebouwen die worden opgericht i.f.v. handel of diensten hebben maximaal één bouwlaag, met een maximale kroonlijsthoogte van 4,5m. Om de infiltratie van regenwater ter plaatse te garanderen dient bij verharding waar mogelijk gebruik gemaakt te worden van waterdoorlatende verharding. Waterdoorlatende verharding wordt echter niet toegestaan in het geval er kans bestaat op bodem- of oppervlaktewaterverontreiniging. Ook wanneer de activiteit het niet toelaat, bv. in geval van zware belasting bij bv. opslag, is een waterdoorlatende verharding niet verplicht. ART 8. ZONE VOOR MAGAZIJNEN, BERGINGEN EN WERKPLAATSEN - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor het oprichten van magazijnen, bergingen en kleine werkplaatsen (max. 150 m 2 en één werkplaats per perceel) die voor de omgeving geen abnormale hinder (geluid, vervuiling, rook, stof) en verkeershinder veroorzaken. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 23

ART 8. ZONE VOOR MAGAZIJNEN, BERGINGEN EN WERKPLAATSEN - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN De zone is bestemd als open ruimte en kan gebruikt worden als weide, tuin en speelruimte. Groenaanleg is toegelaten onder de vorm van graspartijen, laag- en hoogstammige streekeigen beplanting, ed. Verwerkende bedrijvigheden zijn verboden binnen de bestemmingszone. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Magazijnen, bergingen en kleine werkplaatsen Per perceel is de oprichting van een magazijn, berging of werkplaats toegestaan, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden: oppervlakte: max. 150m 2 ; perceelsbezetting: max. 70% inplanting: op min. 1,00m van de perceelsgrens; de niet bebouwde ruimte dient als tuin of circulatieruimte ingericht te worden; kroonlijsthoogte: max. 4,50m boven het maaiveld; nokhoogte: max. 5,50m dakvorm: vrij; materialen: gebouwen uit te voeren in esthetisch verantwoorde en duurzame materialen. Tussen de constructies onderling dient een eenheid in materiaalkeuze nagestreefd te worden. 2 Tuinen Per wooneenheid is de oprichting van maximaal één losstaand bijgebouw in functie van de hoofdbestemming wonen op de aangrenzende percelen toegestaan. Ook een zwembad kan in deze zone voorzien worden. Bij de oprichting van dit bijgebouw dienen volgende inrichtingsprincipes nageleefd te worden: inplanting: - Op min. 5,00m afstand van de achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw; - Op min. 1,00m van de zij- en achterkavelgrens of op de perceelsgrens; oppervlakte: max. 50m 2 ; Onder een bijgebouw in functie van de hoofdbestemming wonen kan worden verstaan: een berging, tuinaccommodatie, speeltuigen, ed. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 24

ART 8. ZONE VOOR MAGAZIJNEN, BERGINGEN EN WERKPLAATSEN - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN nokhoogte: max. 5,50m; kroonlijsthoogte: max. 4,00m; De materiaalkeuze dient de architectuur van het hoofdgebouw te ondersteunen en aan te vullen. ART 9. ZONE VOOR BIJGEBOUWEN - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor het oprichten van bijgebouwen in functie van het wonen. Onder bijgebouwen in functie van het wonen kan worden verstaan: garages, carports, bergingen, ed. De niet bebouwde oppervlakte dient als tuin of circulatieruimte ingericht te worden. Binnen de zone aan de Walbosstraat, kunnen maximaal twee doorgangen worden aangelegd naar de achterliggende zonering (art. 10 zone voor dienstweg). INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN 1 Terreinbezetting De constructieoppervlakte bedraagt maximum 100% of de totale zoneoppervlakte. De bijgebouwen kunnen worden opgericht op de perceelsgrens of op min. 1,00m van de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen. Per perceel dienen de bijgebouwen zoveel mogelijk gegroepeerd ingeplant te worden. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 25

ART 9. ZONE VOOR BIJGEBOUWEN - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: WONEN Verhardingen dienen maximaal aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van (milieu)technische redenen niet verantwoord is. 2 Bouwhoogte De kroonlijsthoogte bedraagt max. 3,00m boven het maaiveld. De maximale nokhoogte bedraagt 4,50m. Om de infiltratie van regenwater ter plaatse te garanderen dient bij verharding waar mogelijk gebruik gemaakt te worden van waterdoorlatende verharding. Waterdoorlatende verharding wordt echter niet toegestaan in het geval er kans bestaat op bodem- of oppervlaktewaterverontreiniging. Ook wanneer de activiteit het niet toelaat, bv. in geval van zware belasting bij bv. opslag, is een waterdoorlatende verharding niet verplicht. 3 Materialen De gebouwen zijn uit te voeren in esthetisch verantwoorde en duurzame materialen, die geïntegreerd en geharmonieerd moeten worden met de bestaande bebouwde omgeving. Tussen de constructies onderling dient een eenheid in materiaalkeuze nagestreefd te worden. ART 10. ZONE VOOR DIENSTWEG EN PLAATSELIJK VERKEER - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: LIJNINFRASTRUCTUUR BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor de aanleg van wegen voor plaatselijk verkeer: in functie van verkeer en ontsluiting van de aanpalende woningen; of in functie van bereikbaarheid van (de parkeervoorzieningen van) aanpalende percelen. Het betreft de dienstweg ten zuiden van de Walbosstraat. Via de zone kunnen de achtergelegen bouwloten bereikt worden, alsook het links aanpalende perceel dat buiten de contour van voorliggend RUP is gelegen. Het betreft de dienstweg in de het deelgebied ten noorden van de Walbosstraat. Teneinde de bestaande parkeervoorzieningen van de GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 26

ART 10. ZONE VOOR DIENSTWEG EN PLAATSELIJK VERKEER - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: LIJNINFRASTRUCTUUR Binnen de zone kunnen als nevenbestemming bijzondere voorzieningen worden aangelegd, zoals o.a. signalisatie en verlichting. Ook de aanleg van parkeervoorzieningen is toegelaten. woningen langs de Dendermondesteenweg bereikbaar te houden, en om de nieuwe parkeervoorzieningen (binnen de zone voor bijgebouwen) bij de bebouwing in de zone voor gekoppelde bebouwing (art. 2) te kunnen bereiken, wordt een dienstweg voorzien, die via maximaal twee doorgangen (art. 15) verbonden is met de Walbosstraat. De toegangsweg heeft een privaat karakter en kan enkel gebruikt worden door de bewoners van de aanpalende percelen. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassen van de private wegenis en aanhorigheden. De breedte van de dienstweg is aangeduid op het grafisch plan. Binnen de zone zijn geen perceelsafscheidingen toegelaten. ART 11. ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS - CATEGORIE GEBIEDSAANDUIDING: LIJNINFRASTRUCTUUR BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zone is bestemd voor de aanleg van openbare wegen, meer bepaald voor wegen, pleinen, parking en groenaanleg. Binnen de zone kan zowel openbare wegenis worden aangelegd, als fiets- en voetpaden, parkeerstroken, openbare parkings, groenvoorzieningen, ed. GRUP Centrum 2 stedenbouwkundige voorschriften 27