Naam:.. Datum: 03/12/2013 Klas:... Klasnummer: Vak: SEI Leerkracht: K. Wambeke Opdrachtenbundel ( /20) Vraag 1: PRIJSVORMING Een "mp3-speler" wil wel iedereen maar tegen welke prijs? Los hierover de volgende vragen op. Baseer je hiervoor op onderstaande graf iek. ( /10) a) Bij welke prijs worden er 40 stuks aangeboden? ( /1) A. 50,00 EUR B. 42,00 EUR C. 40,00 EUR D. 30,00 EUR
b) Hoeveel bedraagt het tekort op de mp3-spelers markt bij een daling van de marktprijs tot 34,00 EUR? ( /1) A. 30 B. 28 C. 32 D. 34 E. 24 c) Welke gegevens staan op de horizontale of x-as? ( /1) A. marktprijs B. prijs in EUR C. hoeveelheid of stuks D. vraagcurve E. aanbodcurve d) Hoeveel bedraagt de marktprijs? ( /1) A. 40,00 EUR B. 44,00 EUR C. 41,00 EUR D. 42,00 EUR E. 46,00 EUR e) Bij welke hoeveelheid worden er evenveel mp3-spelers aangeboden als gevraagd? ( /1) A. 42 B. 30 C. 35 D. 40 E. 20
f) Welke gegevens staan er op de verticale of y-as? ( /1) A. hoeveelheid B. aanbodcurve C. prijs in EUR D. vraagcurve E. marktprijs g) Bij welke prijs worden er 40 stuks gevraagd? ( /1) A. 50,00 EUR B. 42,00 EUR C. 32,00 EUR D. 30,00 EUR E. 40,00 EUR h) Hoeveel mp3-spelers worden er aangeboden bij een prijs van 40,00 EUR? ( /1)... i) Welke curve heeft steeds een dalend verloop? ( /1) A. vraagcurve B. aanbodcurve j) Hoeveel mp3-spelers worden er gevraagd bij een prijs van 40,00 EUR? ( /1).
Vraag 2: WIJZIGINGEN AAN VRAAG EN AANBOD Los telkens de vragen op in verband met de bijhorende grafiek. ( /8) a) Welke uitspraak past bij de onderstaande grafiek? ( /1) A. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid stijgt en de marktprijs daalt. B. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid daalt en de marktprijs stijgt. C. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs stijgt. D. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs daalt. b) Welke uitspraak past bij de onderstaande grafiek? ( /1) A. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid en de marktprijs stijgt. B. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid daalt en de marktprijs stijgt. C. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid en de marktprijs daalt. D. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid stijgt en de marktprijs daalt.
c) Welke factor kan de oorzaak zijn van de verschuiving in het aanbod? ( /1) A. Het inkomen van de consument is gestegen. B. De productiekosten voor dit product zijn toegenomen. C. De consument geeft meer voorkeur van dit product. D. Door een zeer slechte oogst. d) Welke factor kan de oorzaak zijn van de verschuiving in de vraag? ( /1) A. De voorkeur van de consument is afgenomen. B. Door een zeer slechte oogst. C. Door hoge productiekosten. D. Een stijging van het inkomen. e) Welke uitspraak past bij de onderstaande grafiek? ( /1) A. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid en de marktprijs daalt. B. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid stijgt en de marktprijs daalt. C. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid en de marktprijs stijgt. D. De vraagcurve verschuift van V1 naar V2 omdat de gevraagde hoeveelheid daalt en de marktprijs stijgt.
f) Welke factor kan de oorzaak zijn van de verschuiving in het aanbod? ( /1) A. Door een zeer goede oogst. B. Verandering in het inkomen. C. De productiekosten zijn toegenomen. D. De voorkeur van de consument is gewijzigd. g) Welke factor kan de oorzaak zijn van de verschuiving in de vraag? ( /1) A. Een stijging van het inkomen. B. Door een zeer slechte oogst. C. De productiekosten zijn toegenomen door looneisen van de werknemers. D. De voorkeur van de consument is afgenomen. h) Welke uitspraak past bij de onderstaande grafiek? ( /1) A. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs daalt. B. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid daalt en de marktprijs stijgt. C. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid stijgt en de marktprijs daalt. D. De aanbodcurve verschuift van A1 naar A2 omdat de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs stijgt.
Vraag 3: VERBAND TUSSEN VRAAG EN PRIJS EN AANBOD EN PRIJS Vul de uitspraken verder aan. Kies uit: stijgt of daalt. ( /2) A. Als de vraagt stijgt,. de prijs. B. Als het aanbod stijgt,. de prijs. C. Als de vraagt daalt,. de prijs. D. Als het aanbod daalt,. de prijs.