1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management.



Vergelijkbare documenten
Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Toetsvragen bij hoofdstuk 4 Onderzoeken

Vragen BDK H3 Strategisch management. Deel 2: Strategievorming v.a blz. 100

What to do voor strategisch management?

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie.

Uitwerkingen examen saunacentrum De Badhoeve

ICT-strategie Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur

maakt resultaat meetbaar

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

LEERACTIVITEIT Tomatensaus B.V. Ent-teach Module 3 Marktonderzoek

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Leiderschap & motivatie

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

Oefenvragen Middle Management B - Persoonlijke effectiviteit

Commercieel beleid. Marketingplan voor Belgische wijnbouw

Concurrentiestrategieën

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Bedrijfsmatige en persoonlijke organisatie

NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE ONDERDEEL B JUNI 2014

Hoofdstuk 16 Marketing

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

Het Online Marketingplan. Het Social Media Plan als onderdeel van het Marketing Plan

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

Effectief investeren in management

Het Marketingconcept: Tevreden klanten: Geintegreerde aanpak:

Verwerven van Heldendom

2.a Welke drie fasen van de levenscyclus van een onderneming worden door Lievegoed onderscheiden? (3 x 1 punt)

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Personeelsmanagement & Arbeidsrecht

Marketingplanning 4 MARKETINGPLANNING 4 (CCA06.4/CREBO:50147)

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

Manage Medewerkers Slim, Simpel & Succesvol

Met onderscheidend en gemeenschappelijk beleefd organisatie DNA het beste toekomstperspectief. Verbeteren kan alleen van binnenuit.

Stelling 1 Wanneer Sg aanzienlijk groter is dan Sh is er geen directe noodzaak om een veranderingsproces in te zetten.

Verkoop moet huidige klanten niet over het hoofd zien!

Programma Prestatieafstemmingsmodel. Balanced ScoreCard. Prestatiemanagement Delegeren Intervisie

Oefenmateriaal NIMA B1 Sales

Meer doen in minder tijd én met minder stress!

3 vragen die managers hun medewerkers nooit stellen

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 3 OKTOBER UUR

6. Project management

RiskTransparant, deel 6. Wat is het bestaansrecht van ons fonds? Visie, strategie en toekomstbestendigheid als kernbegrippen.

Marketing: inspelen op de behoeften binnen doelstellingen/ bevredigen van behoeften

Wat gebeurt er Martien Plasmeijer en Robert Portielje 27 mei 2010

waardering waardering voor waardering

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Wat is jouw grootste uitdaging als ondernemer?

Strategisch plan

Saxionstudent.nl Blok1

Stilstaan bij vooruitgang

Trade van de Week. Meeliften. op het succes. van BESI

Kennismiddag: Demand Management

7 tips voor een effectieve strategie

Onderhoud kan productieprocessen LEAN-er maken. LEAN en onderhoud in de voedingsmiddelen industrie 16 september Inhoud

1. Stel u wilt een secretaresse aannemen. Welk hulpmiddel kunt u inzetten bij het vaststellen van de geschiktheid voor deze functie?

De uitkomsten van het Marketingtrendonderzoek 2014 Onno Ponfoort Rob Lindner

Ronde Tafel Hergebruik en uitwisseling van software bij het Rijk'

Commerciële calculaties

Het EBC*L onderscheidt drie niveaus, die zich met name richten op bedrijfseconomische (basis)kennis.

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

Thema 5. Strategisch management

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Manage Medewerkers Slim, Simpel & Succesvol

Strategische Personeelsplanning

Dossier: Marketing, communicatie en evenementen Examen: KE2 Marketingplanning

Trade van de Week. Futures handelen. voor gevorderden

Sales Acceleratie Management. Sales Wetmatigheid 1 - Doelgroepen

Producten. Advies coaching en training Strategie Financieel

FOOD2MARKET INNOVATIE TRAINING. 14 november 2013

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

2 Goederenretail in Nederland: indelingscriteria 47

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

DuurzaamInzetbaarheid.nl

Themasessie Informatiemanager pak je rol! Welkom! ASL BiSL

Onderscheidend ondernemen Hoe staat u bekend bij uw klant?

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Bedrijfsplan mkb. hoe maak je een Verbeterplan..? visie/doelen. analyse. speerpunten. actieplannen

Rabobank Cijfers & Trends

Winnen en behouden van nieuwe cliënten

Opleiding. Praktijkmanagement in de huisartsenzorg Dé opleiding voor en door praktijkmanagers van morgen.

"Als uw nieuwe markt over de grens zit. Het verhaal van een zoektocht. Jeroen van der Meer, directeur, mede eigenaar

Tal van redenen waarom CRM bij u wel slaagt!

Opleiding. Praktijkmanagement in de huisartsenzorg Dé opleiding voor en door praktijkmanagers van morgen.

Agrifirm Feed als schakel in succes. Wim Maaskant, algemeen directeur

ICT-strategie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Algemene Economie (micro)

T-Mobile Netherlands BV

Strategische marketing planning

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012

Verandermanagement. Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen

KLANTEN WERVEN IN 5 STAPPEN

Business Plan Grensoverschrijdende Marketing. Marie-Janine Saris 24 april 2007

2 Voorwoord. Wij hebben voor ons bedrijf duidelijke strategische prioriteiten en ambitieuze doelen bepaald.

Marketingbeleid AFDELING

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Organiseren. werkt! Krijg meer overzicht,, structuur en (tijd) winst! Germo Bekendam Karlijn L Ortye

HET STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Wie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf?

Waar wil ik staan over x-jaar?

Transcriptie:

Oefenvragen Middle Management B - Marketing en Strategie 1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management. Wat kenmerkt deze visie vooral? 1. Goed middle management betekent dat de manager alle details in de gaten moet houden, wat echter niet betekent dat hij of zij alles zelf moet uitvoeren. 2. Goed middle management begint bij jezelf te kunnen managen, daarna is het van belang om verbindingen te kunnen leggen tussen de verschillende niveaus waar je als manager mee te maken krijgt. 3. Goed middle management gaat vooral over het maken van de juiste strategische keuzes en het stellen van de juiste prioriteiten op basis van urgentie en belang. B. Alleen stelling 2 is juist. C. Alleen stelling 3 is juist. D. Alle stellingen zijn juist. 2. Michael Porter onderscheidt 3 basisstrategieën, waar volgens hem iedere organisatie een keuze uit dient te maken om op een gezonde wijze een positie op de markt te kunnen innemen. Welke 3 strategieën zijn dit? A. Segmentatie, differentiatie en diversificatie. B. Differentiatie, focus en concurreren op kostprijs. C. Marktpenetratie, marktontwikkeling en productontwikkeling. D. Segmentatie, groeimodel en groeiscenario. 3. Welke uitspraak over visie is het meest correct op basis van de theorie? A. De visie geeft het bestaansrecht van een organisatie weer, vanuit welke ideologie er wordt gewerkt. B. De visie geeft aan welke concrete doelen een organisatie nastreeft. C. De visie geeft aan welke koers een organisatie vaart en welke keuzes er zijn gemaakt. D. De visie geeft de ambitie van een organisatie weer, inclusief het geloof in en het beeld over de toekomst. 4. Welke stelling is juist? 1. Een SWOT-analyse is een hulpmiddel met als hoofddoel om de knelpunten van een organisatie bloot te leggen. 2. Een SWOT-analyse is feitelijk alleen een methode om een uitgebreide interne en externe analyse op een overzichtelijke wijze samen te vatten. A. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. B. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.

5. Welke stelling is juist? 1. Bij een externe analyse wordt in hoofdlijn gekeken naar 3 elementen: de vraagzijde, de aanbodzijde en de overige omgevingsfactoren. 2. Desk research betekent het raadplegen van bestaande bronnen en hoort vooraf te gaan aan field research. B. Alleen stelling 2 is juist. 6. Al enige jaren staat de groei van het bedrijf 'Logtrain' nagenoeg stil. De kosten stijgen harder dan de omzet, waardoor de winst langzaam minder wordt. Uit alle macht heeft het management geprobeerd meer klanten aan zich te binden, maar de markt is verdeeld en verzadigd waardoor echte groei er gewoonweg niet meer in zit. Toch heeft vorig jaar één van de managers het briljante plan gelanceerd om in een geheel andere branche dezelfde producten te gaan verkopen met enkele kleine aanpassingen. Het blijkt een enorm succes te zijn, waardoor 'Logtrain' weer kan doorgroeien en niet hoeft over te gaan tot gedwongen ontslagen. Volgens het strategisch groeimodel van Igor Ansoff is dit een voorbeeld van: A. diversificatie. B. productontwikkeling. C. marktontwikkeling. D. marktpenetratie. 7. Bij het bepalen van de strategie is ook het groeiscenario, ook wel groeitempo genoemd, van belang. Consolidatie is zo'n groeiscenario, maar wat stelt een organisatie eigenlijk wanneer zij voor consolidatie kiest? A. We trachten marktmacht te creëren, bijvoorbeeld door overname van een branchegenoot of leverancier. B. We mogen wel groeien, maar dan alleen zeer beperkt zodat we alles in de hand kunnen houden. C. We gaan snijden in de kosten en het aantal activiteiten verminderen. D. Vasthouden wat we hebben, de huidige positie verdedigen.

8. Een bouwbedrijf werkte voorheen voor zowel particulieren als kleine bedrijven, middelgrote bedrijven, overheden en als onderaannemer voor grote projecten. Ook nog eens verdeeld over verbouw, nieuwbouw, interieurbouw en utiliteitsbouw. De strategie was: 'iedere opdracht die we pakken kunnen pakken we aan!' Nu blijkt de opdrachtenstroom echter terug te lopen, het bedrijf wordt niet meer veel gevraagd en niet gezien als een specialist. Er ging ook veel mis de laatste tijd op de verschillende projecten. Het bouwbedrijf heeft nu besloten om zich volledig te richten op alleen de particulieren en kleine bedrijven met verbouwingen en interieurbouw. Dit is een voorbeeld van: A. geconcentreerd segmenteren. B. ongedifferentieerd segmenteren. C. gedifferentieerd segmenteren. D. gepenetreerd segmenteren. 9. Waarom is het stellen van doelen zo belangrijk binnen organisaties? A. Het geeft de continuïteit aan van de organisatie, doordat duidelijk is welke keuzes er zijn gemaakt en vooral waar het bedrijf NIET voor kiest. B. Het geeft richting aan de activiteiten en focust de energie van de medewerkers in de gewenste richting. C. Het maakt helder welk toekomstbeeld de organisatie voor ogen heeft, vanuit bepaalde kernwaarden. D. Alle antwoorden zijn correct. 10. Welke stelling is juist? 1. In het financieel beleid staat in de kern becijferd wat de financiële consequenties zijn van de overige beleidsplannen, uitgedrukt in omzet, kosten en winst. 2. Het personeelsbeleid beschrijft in de kern welke hoeveelheid en welke kwaliteit aan personeel nodig is om de doelstellingen te halen. B. Alleen stelling 2 is juist. 11. Welke uitspraak over 'goed' prijsbeleid als onderdeel van de 5 P's is juist volgens de theorie? 1. De prijs staat altijd in relatie tot de geleverde prestatie en tot het imago van het bedrijf. 2. De prijs kan niet los gezien worden van de andere marketinginstrumenten en staat in relatie tot de gekozen bedrijfsformule. B. Alleen stelling 2 is juist

12. Welke stelling is juist? 1. Het doel van een merk is om een onderscheidend vermogen te creëren waardoor vertrouwen in het product toeneemt, de waarde wordt vergroot en het keuzeproces eenvoudiger wordt. 2. Een product of dienst wordt vaak pas echt succesvol wanneer er een sterk merk van wordt gemaakt. A. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. B. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. 13. Ieder product of dienst kent een levenscyclus bestaande uit 4 fasen. Iedere fase heeft zijn eigen kenmerken. Ook de omzet en winst variëren per fase. In welke fase profiteert een bedrijf het meest van een product, m.a.w. in welke fase is zowel de omzet als de winst het hoogst? A. Introductiefase. B. Groeifase. C. Volwassenheidsfase. D. Neergangfase. 14. Een bedrijf of instelling is vaak goed te herkennen aan het kernassortiment dat zij gedurende langere tijd voeren. Bijna iedere organisatie kent daarnaast ook een randassortiment. Welke reden kan een bedrijf volgens de theorie hebben om dit randassortiment aan te houden, ondanks het feit dat het randassortiment doorgaans niet of nauwelijks rendement oplevert? 1. Het kunnen nieuwe producten of diensten zijn die worden uitgeprobeerd. Indien succesvol worden ze toegevoegd aan het kernassortiment. 2. Ze worden beschouwd als serviceproducten richting de klant ter ondersteuning van het kernassortiment. 3. Het kunnen imago-ondersteunende producten of diensten zijn, ter bevordering van de binding met bestaande klanten. A. Alleen bewering 1 is juist. B. Alleen bewering 2 is juist. C. Alleen bewering 3 is juist. D. Alle beweringen zijn juist.

15. De klantpiramide is een marketingtrend waarbij een 1-op-1 concept wordt uitgewerkt. Welke visie zit er achter de marketingpiramide? 1. Het eigen klantenbestand is een goudmijn met een onontgonnen omzetpotentieel. 2. De klanten kunnen opgedeeld worden in deelmarkten, waarvoor een aparte formule ontwikkeld kan worden. 3. 20% van de klanten zorgt voor 80% van de winst. A. Alleen stelling 1 geeft de visie correct weer. B. Alleen stelling 2 geeft de visie correct weer. C. Alleen stelling 3 geeft de visie correct weer. D. Alle stellingen geven de visie correct weer.

Oefenvragen Middle Management B - Marketing en Strategie 1. B 2. B 3. D 4. B 5. C 6. C 7. D 8. A 9. B 10. C 11. C 12. C 13. C 14. D 15. A