Meer dan leren. Meerjarenbeleidsplan Farel College Amersfoort

Vergelijkbare documenten
STRATEGISCH BELEIDSPLAN MEERWEGEN SCHOLENGROEP

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

STRATEGISCH BELEIDSPLAN MEERWEGEN SCHOLENGROEP

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

VERTROUWEN IS DE BASIS

Op expeditie naar waarde(n)

De speerpunten van de SPCO-scholen

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Leren & ontwikkelen. doe je samen

klein, veilig, ondernemend

VOOR DIE ENE LEERLING Manifest

Korte versie beleidsplan

STRATEGISCH PLAN BASISSCHOOL DE VORDERING

STRATEGISCH BELEIDSPLAN. Stichting Katholiek Onderwijs Hulst

Het schoolplan op één poster. Karin Goverde & Tijmen Bolk AVS Congres 2016

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit!

Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Strategisch Kader VO-raad

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN PUBLIEKSVERSIE

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Inleiding Missie en visie Strategische verkenning Interne factoren (SWOT-analyse) Externe factoren (DESTEP-analyse)...

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

KOERSNOTA VEELZIJDIG STERK ONDERWIJS

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

WILLEM VAN ORANJE Ons Identiteitsbewijs, bestaande uit onze beginselen en ons paspoort Definitieve tekst d.d. 4 maart 2016

Strategisch beleidsplan

...paspoort naar grenzeloos onderwijs...

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

Koersplan. Geloof in de toekomst

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken!

Identiteit. Roelofsbrink CK Den Ham (0546)

IDENTITEITSBEWIJS Helder zicht op leren

Onze visie. Onze pijlers

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Onderwijs met een plus

Strategische beleidsbrief , januari 2016

Wat voor organisatie willen we zijn?

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit)

Inleiding. Begrippenkader

Koersplan - Geloof in de toekomst

Profielschets leden van de raad van toezicht

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

Presentatie VTOI 8 april Paul Schnabel

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Cultuureducatie, geen vak apart

Profielschets directeur

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Inhoud: Schoolplan Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

DE 2 BELANGRIJKSTE VRAGEN. Wat voor organisatie willen we zijn?

MISSIE - VISIE - MOTTO

Talen in het curriculum van de toekomst

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam

Maatschappelijke vorming

Strategisch beleid Het proces

in verbinding schoolplan

Visie op burgerschap en sociale integratie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Farel College Amersfoort VWO

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG BASISSCHOOL DE BONGERD

SAMEN SCHOLEN in Ter Aar

Uit: Jaarplan en Begroting 2014 Het Hogeland College Schoolbestuur Lauwers & Eems, Voortgezet Onderwijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X

Samenvatting strategisch plan Met het OOG op morgen.

PROFESSIONEEL STATUUT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster

OUDERBROCHURE HUIZERMAAT

VMBO-t (= MAVO) Conclusie van de jury

Maatschappelijke vorming

Excellente docent in de mbo-praktijk

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR

Transcriptie:

Meer dan leren Meerjarenbeleidsplan 2013-2017 Farel College Amersfoort

Inhoud Inleidend... 3 Evaluatie meerjarenbeleidsplan 2008-2012... 4 Missie en visie... 5 Missie... 5 Visie... 5 Strategische verkenning... 6 Interne factoren (SWOT-analyse)... 6 Externe factoren (DEPEST-analyse)... 7 Samenvattend... 8 Strategische speerpunten... 8 Speerpunt 1: Identiteit, authenticiteit en burgerschap ontwikkelen... 9 Speerpunt 2: Onderwijskwaliteit verhogen... 9 o Gedifferentieerde uitstroom... 9 o Tweetalig onderwijs... 10 o Bètaplus onderwijs... 10 o Projectonderwijs onderbouw... 10 o ICT... 11 o Passend onderwijs... 11 Speerpunt 3: Samenwerking uitbreiden... 11 Speerpunt 4: Medewerkers professionaliseren... 11 2

Inleidend Als gevolg van het beleid binnen de Meerwegen scholengroep is het strategisch beleidsplan een belangrijk document voor de vestiging Farel College. Het vorige beleidsplan liep af in 2012. Het nieuwe strategisch beleidsplan van Meerwegen biedt kaders voor elke afzonderlijke vestiging. Op basis van een eigen gekozen profiel geven wij hier invulling aan onze onderwijstaak. Het hierna volgende beleidsplan geeft een richting aan voor de komende vijf jaren. In een korte evaluatie schetsen we allereerst de belangrijkste ontwikkelingen tot nu toe. In de totstandkoming van dit nieuwe meerjarenbeleidsplan is er door diverse geledingen intensief overleg gevoerd. Mede door de bezuinigingen op ons onderwijs onder invloed van de huidige zwakke economie, is er de noodzaak om ons te herbezinnen op onze kerntaak: onderwijs verzorgen aan leerlingen in de leeftijdscategorie van 12 tot en met 18 jaar. Dank aan al die collega s die zich in dit proces betrokken hebben gevoeld. Drs. Thijs Jan van der Leij rector 3

Evaluatie meerjarenbeleidsplan 2008-2012 In september 2012 heeft een brede visitatie plaatsgevonden vanuit de Meerwegen scholengroep. Tijdens deze visitatie is gesproken met schoolleiding, docenten en leerlingen. Op basis van onderzoeksvragen die aansloten bij de doelen uit het vorige meerjarenbeleidsplan en een zelfevaluatie, heeft de commissie zich een oordeel gevormd over het huidige onderwijsconcept meer dan leren, tweetalig onderwijs, bèta-plus en de uitwerking van de identiteit binnen de school. Hieronder een samenvatting van de bevindingen. Gemerkt werd tijdens de visitatie dat alle gesprekspartners trots zijn op hun school. Leerlingen kiezen om duidelijke redenen voor de school. Met name het 70- minutenrooster noemen zij daarbij en het warme gevoel dat ze krijgen tijdens de open dagen. Ook docenten zijn trots op de school en op wat er in de afgelopen jaren is bereikt. Zij zijn blij dat de school is opgeknapt en ervaren dat als waardering en aandacht voor hen. Er wordt geconstateerd dat alle gesprekspartners meer dan leren wel noemen, maar dat zij er desgevraagd verschillende dingen onder verstaan. Geadviseerd wordt om explicieter te bespreken en vast te leggen wat de school onder meer dan leren verstaat. In moeilijke jaren is praten over de visie niet gemakkelijk, maar het Farel is inmiddels in rustiger vaarwater gekomen. De tijd is er rijp voor om de stap richting visie te gaan zetten. Wat geldt voor de visie op onderwijs, geldt ook voor identiteit. Niemand in de panels wist de drie kernwaarden van het Farel (helemaal) goed te benoemen, ook de schoolleiding niet. Gelukkig werden er wel andere mooie zaken terug gehoord zoals veiligheid, openheid, er voor elkaar zijn. Deze impliciete waarden die breed gedragen worden, kunnen prima als uitgangspunt worden gebruikt bij het schrijven van een nieuw beleidsplan. Ook ten aanzien van identiteit is de fase aangebroken om het er met elkaar over te hebben: wat vinden we belangrijk in onze identiteit en hoe zien we dat terug in de school? De keuzes die soms zelfs met de rug tegen de muur gemaakt zijn zoals het 70-minutenrooster, bètaplus, tweetalig onderwijs, lijken binnen de school de goede keuzes te zijn geweest. Moeilijk is echter te beoordelen of deze concepten binnen het geheel aan voortgezet onderwijs binnen Amersfoort de goede keuzes zijn geweest. De discussie over het 70-minutenrooster is inmiddels het point of no return allang voorbij. Leerlingen willen absoluut niet dat het 70-minutenrooster verdwijnt; het hoort volgens hen echt bij het Farel. Leerlingen zien ook dat docenten in de afgelopen jaren hebben geleerd steeds beter invulling te geven aan een les van 70 minuten. De reflectie aan het einde van de les blijft wel een verbeterpunt. Alhoewel het 70-minutenrooster dus niet meer ter discussie staat, moeten de lessen van 70 minuten nog wel verder worden verdiept en verbeterd. Datzelfde geldt voor tweetalig onderwijs en bèta-plus, verworvenheden van de school die er inmiddels onlosmakelijk mee zijn verbonden. Het Farel is een prettige school, maar prettige onderlinge relaties alleen zijn niet voldoende. De school moet professioneler worden, bijvoorbeeld door duidelijker eisen aan elkaar te stellen. Ook zou er minder geïmproviseerd moeten worden. De nadruk zou meer moeten komen te liggen op leren, meten en evalueren. De neiging bestaat nu om als iets niet werkt, over te stappen op een andere oplossing in plaats van eerst te onderzoeken waardoor het komt dat iets niet goed werkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het organisatiemodel. De indeling in teams werkte niet helemaal naar tevredenheid en nu komt ook het verticale verband van de secties erbij en de themateams. Hierdoor wordt het steeds complexer. De school had ook een pas op de plaats kunnen maken voordat weer iets nieuws werd bedacht. Het is daarbij van belang goed te luisteren naar docenten en waarom ze bepaalde dingen zeggen. Er moet ruimte zijn voor docenten, zodat zij hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, zonder dat dit leidt tot (nieuwe) vrijblijvendheid. 4

Missie en visie Het Farel College verzorgt protestants christelijk voortgezet onderwijs in Amersfoort. Onze missie en visie vormen de basis van waaruit het onderwijs op de school vorm krijgt. De missie beschrijft ons bestaansrecht; in de visie geven we aan hoe we dit waarmaken. Missie Binnen het Farel College streven wij vanuit onze identiteit naar betrouwbaarheid, binding en integriteit. Hierbij zoeken wij de inspiratie in Gods woord zoals verwoord in de bijbel. In dialoog met elkaar geven wij vorm aan uitdagend en eigentijds onderwijs met een open oog naar de samenleving. Onze persoonlijke waarden, geworteld in de protestants christelijke traditie, vormen het uitgangspunt. Onze leerlingen zijn de dragers van de toekomst, ieder met de talenten aan hem of haar toevertrouwd. Leerlingen helpen om dit talent te ontdekken en te leren gebruiken, vormt het doel van ons onderwijs, op zowel het cognitieve als sociaal emotionele vlak. Naast de aandacht voor het individuele, ervaren leerlingen aandacht voor de ander en voor de samenleving vanuit een betrokken en kritische houding. Visie Wij ervaren in onze kennismaatschappij dat de noodzaak van goed onderwijs groot is. Onderwijs waarin kennis, vaardigheden en een sterke persoonlijke levenshouding bepalend zijn voor de mate waarin mensen kansen krijgen in deze maatschappij. De complexiteit van de samenleving wordt bovendien groter onder invloed van secularisering, globalisering en technologisering op allerlei terreinen, gekoppeld aan een groeiende hang naar individualisme en materialisme. Vanuit deze samenleving is er een groeiend appèl op het onderwijs merkbaar in relatie tot opvoedingstaken die voorheen tot het domein van het gezin werden beschouwd. Kernwaarden die eens als vast werden beschouwd, zijn om ons heen minder als zodanig herkenbaar geworden. Het christelijk onderwijs dat vanouds haar positie inneemt in de drieslag gezin, kerk en school, heeft in sterke mate te maken met veranderende opvattingen over relatie en gezin. 5

Strategische verkenning De school staat midden in de samenleving en heeft direct of indirect te maken met maatschappelijke ontwikkelingen. In het voorjaar van 2013 hebben we voor de school geïnventariseerd welke interne en externe factoren van invloed (kunnen) zijn op de invulling van ons onderwijs zoals beschreven in de missie en visie en het vervolg van dit beleidsplan. Interne factoren (SWOT-analyse) De interne factoren zijn in kaart gebracht met een SWOT-analyse. SWOT staat voor strengths, weaknesses, opportunities en threats. De uitwerking staat hieronder. Sterke punten: Farel basis voor later/meer dan leren Ambitieus en ondernemend Pedagogische interesse op individueel niveau Veiligheid Aantrekkelijk gebouw Onderwijsconcept, verlengde lestijd in relatie tot leerstijlen Profilering school door het TTO- en Bètaaanbod naast het gewone curriculum Geaccrediteerd als opleidingsschool Zwakheden: rendement en kwaliteit Onvoldoende uitvoering geven aan `ruimte geven en verantwoording vragen Ontbreken van een stabiel rendement Onvoldoende gedragen concept (eigenaarschap) Te grote verschillen in mogelijkheden van docenten Kansen: Professionalisering op alle niveaus Bedreigingen: terugval naar familiaire cultuur Permanente en daadkrachtige vernieuwingen Kwaliteitsverhoging van de pedagogische en didactische kwaliteit van de lessen Collegiale visitatie/intervisie als middel voor de lerende organisatie Sturing van de schoolleiding op basis van duidelijke rollen Matrixorganisatie met evenwichtig horizontale en verticale sturing De school wordt expert in het specifieke TTO- en Bèta- aanbod en trekt leerlingen uit de hele regio Vrijblijvendheid Relatie gaat boven professionaliteit Zwakke school op kaart inspectie met als gevolg onaantrekkelijkheid 6

Externe factoren (DEPEST-analyse) De belangrijkste ontwikkelingen van buitenaf zijn beschreven aan de hand van de DEPEST-analyse. De afkorting duidt op de categorieën waarin de ontwikkelingen zijn ondergebracht: demografisch, ecologisch, politiek, economisch, sociaal en technologisch. De uitwerking staat hieronder. Demografisch Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt binnen de Meerwegen scholengroep is de afgelopen jaren steeds toegenomen. De komende zes à zeven jaren zullen leerlingaantallen blijven stijgen. Daarna wordt een daling voorzien. Dat is een prognose op basis van de demografische ontwikkeling in Amersfoort en omgeving. Er zijn steeds meer verschillen in de gezinssituaties van leerlingen en daarnaast wordt de achtergrond van leerlingen complexer. Er zijn meer leerlingen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Ecologisch Binnen de Meerwegen scholengroep onderzoeken we in hoeverre het ecologisch perspectief kan bijdragen aan de vorming van onze leerlingen. In de komende beleidsperiode willen we onderzoeken welke kleine stappen gezet kunnen worden ter vergroting van dit bewustzijn. Het voorbeeld wordt daarbij gevormd door Ecoschools, een mondiale beweging met slechts enkele scholen in Nederland. Dit thema wordt in samenhang met de Meerwegen scholengroep onderzocht. Politiek De locale regelgeving wordt strakker toegepast in relatie tot onderwijshuisvesting. Voor het Farel College is ondanks de groei van de afgelopen twee jaar op dit moment geen financiële ruimte voor nieuwbouw aangezien er de nodige vierkante onderwijsmeters leeg staan. We zullen als school moeten uitzien naar aanvullende accommodatie op het bestaande gebouw aan de Paladijnenweg. Dit brengt wel degelijk risico s met zich mee, aangezien de grote afstand noodzaakt tot oplossingen op maat. Om het aantal pendelbewegingen tegen te gaan, denken we aan groepen leerlingen die een volledige dag hier door gaan brengen. Economisch De landelijke crisis dwingt tot nadenken over de organisatie van het primaire proces. Het is onzeker in hoeverre de huidige bekostiging in stand blijft. De leerling leraar ratio is de afgelopen jaren naar boven bijgesteld met als gevolg dat er minder handen voor de klas beschikbaar zijn. Tevens is er onder invloed van het economisch denken een eenduidige richting aan het ontstaan die het primaat bij enkele vakken legt ten koste van een algemene brede vorming. Sociaal Ouders leggen de lat hoog ten aanzien van ons onderwijs. Ze kijken kritisch naar het onderwijs dat op een school geboden wordt voordat ze een keuze maken voor een school voor hun kind. Tevens willen ouders meer betrokken worden bij en inspraak hebben in diverse zaken die het onderwijs betreffen. Daarnaast is de school in toenemende mate een setting geworden waarbij de opvoedkundige taken sterk aan betekenis hebben gewonnen. De economische factor die dit mede heeft veroorzaakt is gelegen in het gezin waar noodzakelijkerwijs ouders tweeverdieners zijn. Dit vertaalt zich weer in een grote hang naar directe communicatie; hierbij moeten we denken aan e-mail, Twitter en Facebook. Ook onze school zal zich rekenschap moeten geven van deze bij tijd en wijle gespannen focus op informatiebehoefte. Tevens is duidelijk dat de profilering van de school leerlingen uit een veel grotere regio trekt dan voorheen het geval was. De denominatie speelt hierbij nauwelijks nog een rol. Dit brengt een veranderende kwestie van mobiliteit met zich mee. 7

Technologisch De ontwikkeling van technologie gaat zeer snel. Het gebruik van digitale media zal een steeds grotere rol gaan spelen in het onderwijs. De traditionele verhouding tussen docent en methode staat op gespannen voet met de altijd en overal aanwezig zijnde informatie. Dit leidt voor de school tot een heroverweging van de kerntaak van het docentschap. Technologie biedt een grote kans om hierin verder te ontwikkelen. De opvatting over een les moet `op de helling geeft aan dat leerlingen ook buiten het lokaal kunnen leren. De keerzijde van het inbrengen van technologische ontwikkelingen in het onderwijs kan een verregaande individualisering zijn. Hiervoor zullen we als school oog moeten hebben en voor moeten waken. Samenvattend Kijkend naar de ontwikkelingen die intern en extern op ons afkomen, moeten we de komende jaren een goede balans zien te vinden tussen drie belangrijke factoren: - De inhoud en organisatie van ons onderwijs - De kwaliteitseisen vanuit de maatschappij en de overheid - Teruglopende financiële middelen Het volgende hoofdstuk beschrijft hoe we hier de komende vier jaar mee om willen gaan. Strategische speerpunten Veel is de afgelopen jaren op het gebied van onderwijs in beweging gezet. Ons onderwijs rondom het centrale thema Meer dan leren heeft vorm gekregen en vraagt de komende jaren om uitbreiding en borging van het concept. Het gaat hierbij met name om vergroting van het eigenaarschap bij personeel en leerlingen. Op enkele interne en externe invloeden hebben we geen invloed. Wel kunnen we invloed uitoefenen op het onderwijs en de ondersteunende processen binnen de school, uiteraard binnen de grenzen van wet- en regelgeving. Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven verzorgen, gaan we het onderwijsproces innoveren en efficiënter en moderner maken. Daarbij zijn de volgende vier speerpunten leidend. Speerpunt 1: Identiteit, authenticiteit en burgerschap ontwikkelen Speerpunt 2: Onderwijskwaliteit verhogen Speerpunt 3: Samenwerking uitbreiden Speerpunt 4: Medewerkers professionaliseren In het vervolg van dit document zullen de speerpunten verder uitgewerkt en onderverdeeld worden. 8

Speerpunt 1: Identiteit, authenticiteit en burgerschap ontwikkelen De identiteit raakt aan medewerkers, leerlingen en ouders. In de komende vier jaren zien wij het als een belangrijk uitgangspunt om onze protestants christelijke traditie meer operationeel te maken binnen de organisatie. Daartoe willen we de kernwaarden van de school intern onderzoeken en bespreken. Van medewerkers wordt verwacht dat zij hierin participeren, evenals dit voor ouders en leerlingen geldt. Voor leerlingen moet herkenbaar zijn dat zij op een open christelijke school onderwijs ontvangen en dat zij in de vormgeving van hun persoonlijke leven op basis van de levensovertuiging die ze voorgeleefd krijgen, een bewuste keuze kunnen maken voor deze levensovertuiging. In het verlengde van identiteit maken we werk van burgerschapsvorming. Leerlingen merken in toenemende mate dat ze onderdeel uitmaken van een samenleving waarin bepaalde democratische waarden worden gekoesterd. Via het studium generale, het regelmatige debat, bezoeken aan openbare instanties en instellingen e.d., wordt werk gemaakt van burgerschap. Dit komt in de komende jaren neer op een geïntegreerde aanpak van lessen over burgerschap en de maatschappelijke stage. Ondanks de teruglopende bekostiging van de maatschappelijke stage vinden we dit als school van groot belang voor de vorming van onze leerlingen. Al deze ervaringen die leerlingen opdoen, worden gekoppeld aan hun portfolio. Speerpunt 2: Onderwijskwaliteit verhogen Om de kwaliteit van het onderwijs blijvend te verhogen is het noodzakelijk dat bestaande concepten verder worden uitgewerkt en geborgd en dat er innovatie plaats zal vinden. We verwachten dat we met de doorontwikkeling naar ons nieuwe concept ons in toenemende mate kunnen onderscheiden binnen de Meerwegen scholengroep. Tevens verwachten we daarmee een unique selling point te zijn binnen Amersfoort. In de borging van het huidige concept en de ontwikkeling van een nieuw concept staat het bieden van maatwerk aan leerlingen en het efficiënter inrichten van onderwijs centraal. o Gedifferentieerde uitstroom De innovatie die we in het onderwijs willen bewerkstelligen is die van gedifferentieerde uitstroom. Binnen dit model vormen de talenten van het kind het uitgangspunt, op basis waarvan hij naar een zo hoog mogelijk niveau wordt gebracht binnen de school. De beweging die we in de komende jaren willen inzetten, is die van de leerling volgt het onderwijs naar het onderwijs volgt de leerling. In jaarplannen geven wij aan welke stappen we hiervoor zullen zetten. Het portfolio is het format waarbinnen de keuzes van een leerling beschreven worden en waar reflectie op gemaakte keuzes en handelingen plaatsvindt. Het werken met een portfolio als leidraad kleurt in sterke mate de pedagogische relatie tussen leerling en docent. Om leerlingen keuzes te kunnen bieden zal werk gemaakt worden van excellentieprogramma s. In samenwerking met het MBO, HBO en WO willen we deze programma s vorm geven. Kenmerkend voor de programma s zal zijn dat zij de leerling uitdagen een stap verder te kijken dan het reguliere onderwijsaanbod en zo extra bagage mee te nemen naar het vervolgonderwijs. Werken met leerlingen op basis van de hier verwoorde visie en missie brengt met zich mee dat ruimte om te werken, ruimte om samen te werken als ook ruimte om te experimenteren aandacht vragen. In het huidige gebouw is niet voldoende ruimte om de innovatie vorm te geven. Deze specifieke programma s willen we daarom mede gestalte geven in een ander gebouw, waarbij afdelingen ieder enkele dagdelen op een nevenlocatie verblijven. 9

Om het werk van een leerling op waarde te kunnen schatten en zitten blijven niet meer te laten voorkomen, overwegen we te experimenteren, naast het huidige systeem, met een beoordelingssysteem op levels (A-E) dan wel puntensysteem. We streven ernaar dat deze nieuwe vorm van beoordelen helderheid geeft aan de leerling over de verwachte prestaties. Tevens onderzoeken we in hoeverre deze vorm van beoordelen bijdraagt aan een prestatie op een hoger niveau. In het kader van het efficiënter inrichten van onderwijs en het voorbereiden van de leerling op vervolg onderwijs zullen we docenten aanmoedigen om hun lessen in collegevorm te geven aan grotere groepen leerlingen. Daarbij willen we echter ook oog blijven houden voor het maatwerk aan leerlingen en ondersteuningsmomenten opzetten naar gelang de behoefte van leerlingen. De pedagogische relatie vraagt ook in dit kader om herbezinning waarbij het portfolio van groot belang is. Voor alle hiervoor genoemde innovaties die van belang zijn voor gedifferentieerde uitstroom geldt dat er ontwikkelgroepen samengesteld zullen worden die de onderwerpen verder zullen uitwerken. Het einddoel van alle beschreven innovaties is gedifferentieerde uitstroom in de volle breedte van het onderwijs, waarbij de lesinhoud volledig gericht is op de gedifferentieerde uitstroom van leerlingen. o Tweetalig onderwijs In onze samenleving ligt de nadruk al meer en meer op het goed kunnen spreken van de Engelse taal. Om leerlingen hierop voor te bereiden bieden wij hen tweetalig onderwijs aan. Dit betekent dat 30% van de lessen in het Engels wordt gegeven en hier ook Engels wordt gesproken door de leerlingen. Het TTO-onderwijs wordt in de komende jaren uitgebreid naar de bovenbouw van de Havo. Tevens onderzoeken we de mogelijkheid om een TTO-traject te starten op de Mavo. Daarnaast willen we ons nog duidelijker onderscheiden als TTO-school. Hiervoor zullen (kleine) aanpassingen in de school gedaan worden, waarbij te denken valt aan het inrichten van TTO-lokalen en het aanzetten van BBC nieuws in de aula. Hoewel de focus dient te blijven liggen op het Nederlands en wiskunde onderwijs, zal ook onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheid om Engels als voertaal te verbreden op school. Daarnaast zal het TTO-onderwijs dienen als good practice voor het integreren van Nederlands in alle vakken. Tevens wordt de invoering van Chinees onderzocht o Bètaplus onderwijs De doelstelling van de prestatiemonitor is dat in 2015 35% van de leerlingen techniek als uitstroom kiest en vervolgens een technische opleiding op HBO of WO gaat volgen. Om hieraan bij te dragen, worden diverse bètavakken aangeboden. In de onderbouw worden de vakken technologie en science gegeven en in de bovenbouw ligt de nadruk op het actiever en zelfstandiger maken van leerlingen. In de komende jaren willen we toenadering zoeken tot het bedrijfsleven en tevens stimuleren dat leerlingen zelf onderzoek doen binnen de bèta-branche. Ondersteund door gelden uit de prestatiebox zal het U-talent programma verder vorm krijgen. o Projectonderwijs onderbouw Er is reeds een aantal jaren geëxperimenteerd met projectonderwijs. Om de overlap van lesstof over verschillende vakken terug te dringen, onderzoeken we in de komende jaren in hoeverre leerinhouden geïntegreerd kunnen worden bij diverse vakken. Hiervoor zullen onderdelen van diverse vakken op een gelijke wijze worden aangeboden op basis van de kerndoelen voortgezet onderwijs. Naast deze vier concepten zien we een grotere rol weggelegd voor ICT binnen het onderwijs en gezien de wettelijke vereisten zullen we vanaf augustus 2014 werk moeten maken van passend onderwijs. 10

o ICT Door de snelle ontwikkeling van ICT verandert het leerproces van leerlingen; ICT biedt bovendien didactische mogelijkheden om onze gedifferentieerde uitstroom te realiseren. Er is via ICT altijd toegang tot informatie. Tevens vraagt de maatschappij van het onderwijs om goed toegerust te worden voor het gebruik van ICT. We willen gebruik maken van ICT als middel en niet als doel. Vandaar dat we in lijn met de gedifferentieerde uitstroom wij ICT zien als een belangrijk ondersteunend middel om dit te kunnen realiseren. Ondanks dit gegeven blijven de persoonlijke contacten in de klas tussen leerling en docent en leerlingen onderling op de eerste plaats staan. Leerlingen wordt geleerd om op een verantwoorde wijze om te gaan met de veelheid aan informatie die de moderne media hen bieden. Docenten spelen in op de behoefte van de leerling en ondersteunen hun lessen waar mogelijk met digitale middelen. Daarnaast hebben zij op het gebied van ICT een duidelijk begeleidende en coachende rol ten opzichte van de leerling. o Passend onderwijs We staan middenin de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. In de regio Eemland is overeen gekomen dat alle scholen het basisarrangement + aanbieden, wat inhoudt dat leerlingen die extra zorg behoeven bij iedere school in de stad onderwijs kunnen volgen. Dit heeft tot gevolg dat het Farel College werk zal moeten maken van dit basisarrangement +, waarbij docenten worden toegerust voor het lesgeven aan deze doelgroep. Deze toename van het aantal zorgleerlingen vraagt van docenten pedagogische wendbaarheid en didactische competenties die zij zullen moeten gaan ontwikkelen. De schoolontwikkelprofielen leiden tot een intern scholingstraject van medewerkers en specialisten. Hiertoe zullen zorgkaders opgesteld worden die helderheid verschaffen aan alle betrokkenen. Speerpunt 3: Samenwerking uitbreiden Om het onderwijs efficiënter te maken, aantrekkelijk te laten zijn, dit alles op basis van een sluitende begroting, willen we samenwerking zoeken met andere scholen binnen de Meerwegen scholengroep. Tevens vinden we het voor de samenhang binnen Meerwegen van belang om samen te werken op basis van onze visie en missie. Te denken valt aan het samenvoegen van groepen leerlingen die een vak willen volgen waar slechts een klein aantal leerlingen per school aan wil deelnemen. Daarnaast zien we mogelijkheden in het aanbod van excellentieprogramma s aan leerlingen afkomstig van diverse scholen. Het Farel College wil als good practice dienen voor andere scholen als het gaat om de pedagogische relatie. Allereerst zal in kaart gebracht worden wat de verschillende scholen te bieden hebben, waarna concrete plannen gerealiseerd kunnen worden. Speerpunt 4: Medewerkers professionaliseren Goed onderwijs kan alleen worden bereikt met de volledige inzet van de mensen die het onderwijs verzorgen en de randvoorwaarden faciliteren. Het onderwijzend personeel werkt in teams en vakgroepen, waarin ieder lid zijn of haar bijdrage levert vanuit de eigen expertise. Gezamenlijk zijn de medewerkers verantwoordelijk voor de kwaliteit en het rendement van het onderwijs. Daartoe wordt van medewerkers gevraagd dat zij in staat zijn tot het opbrengstgericht werken. Van medewerkers wordt, mede door wijzigingen in wet- en regelgeving en noodzakelijke bijsturing binnen de school, steeds meer gevraagd. De school stelt vanwege haar missie en visie eisen aan de houding, competenties en vaardigheden waarmee haar medewerkers de taken uitvoeren. Het Farel College zorgt voor een goede werkomgeving waarin ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling. 11

Medewerkers die hun vak verstaan zijn van levensbelang voor de school. Hieronder verstaan we dat medewerkers bewust met hun beroep bezig zijn, vakbekwaam zijn en verantwoord omgaan met hun verantwoordelijkheden. Daarnaast dienen werknemers zich te conformeren aan de visie en missie van de school en de gedragscode van de Meerwegen scholengroep. Alle medewerkers van het Farel College worden geacht zich in het kader van een leven lang leren zich te ontwikkelen op het gebied van pedagogisch wendbaar en didactische competenties. Daarnaast vinden we het van belang dat de collegae in de bovenbouw in het bezit raken van een master. Dit betekent dat naast individuele scholing er ruimte is voor scholing om de diversiteit van groepen leerlingen tegemoet te kunnen komen. Tevens houdt dit in een focus op maatwerk aan ieder type kind waarbij het portfolio een belangrijke onderlegger vormt. We verwachten van de docent dat hij inspirerend onderwijs wil bieden dat aansluit bij de belevingswereld van het kind. Daarbij werkt hij vanuit de christelijke waarden en normen die de school nastreeft. Daarnaast werkt hij mee aan innovatieprogramma s en de uitbouw van de onderwijsconcepten zoals onder speerpunt 2 beschreven. Dit laatste houdt tevens in dat het taakbeleid zal worden heroverwogen met betrekking tot bepaalde taken van de afgelopen jaren. Hierbij zal worden gestreefd naar relevante taken die noodzakelijk zijn voor de realisatie van speerpunten vanuit het meerjarenbeleidsplan. 12