Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Groot erfgoedcomplex Sint-Catharinadal te Oosterhout, investeringsvoorstel Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van ons voornemen om 2.700.000 in de vorm van een lening te investeren in het behoud en de ontwikkeling van het klooster Sint-Catharinadal te Oosterhout. Deze kennisgeving doen wij onder voorbehoud van instemming van PS met het Beleidskader Erfgoed 2016-2020 (zie verder onder Bevoegdheid ). Aanleiding Het investeringsprogramma Grote Erfgoedcomplexen is van start gegaan met het Statenbesluit PS 78/10 van 10 december 2010 en via het Statenbesluit PS 49/11 van 9 december 2011 nader uitgewerkt. Hoofddoelstelling van dit investeringsprogramma is duurzame instandhouding van gezichtsbepalende erfgoedcomplexen door herontwikkeling. Die herontwikkeling geschiedt met de provincie in een partnerrol. Specifiek aangaande Catharinadal: de zusters van Sint-Catharinadal hebben sinds een aantal jaren te maken met teruglopende inkomsten en een negatieve exploitatie. Zij hebben zich bezonnen op hun toekomst en plannen ontwikkeld om het teruglopen van hun reserves tegen te gaan. In 2014 hebben zij een beroep op de provincie gedaan om via het investeringsprogramma erfgoedcomplexen revolverend te investeren in de herontwikkeling van het kloostercomplex. Dit is in de periode juli-sept. 2015 uitgemond in een definitieve investeringsaanvraag. Bevoegdheid De investeringsaanvraag betreft het verzoek om 2,7 miljoen in de vorm van een lening tegen een rentepercentage van 3,65% ter beschikking te stellen. Zo n lening is juridisch gesproken een subsidie. Het nemen van een subsidiebesluit is een bevoegdheid van GS. Aan PS werden volgens eerdere kaderstellende procesafspraken investeringsvoorstellen in het kader van het investeringsprogramma Grote Erfgoedcomplexen voorgelegd. Dit om hen in staat te stellen hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken aan Gedeputeerde Staten alvorens GS een definitief besluit nemen.
Echter, in het lopende dossier Beleidskader Erfgoed 2016-2020 is het voorstel opgenomen om investeringsvoorstellen tot 5 miljoen niet langer ter instemming aan PS voor te leggen. Wij nemen pas een definitief subsidiebesluit wanneer u als PS (dit onderdeel van) het nieuwe beleidskader heeft vastgesteld. Kernboodschap 1. Sint-Catharinadal is een Rijksmonument met hoge cultuurhistorische waarde, een must, een beeldbepalend gebouw binnen de verhaallijn Religieus Brabant (in termen van het Beleidskader Erfgoed 2016-2020) - Het complex is aangewezen als Rijksmonument. De grotere helft van het gebouwencomplex dateert uit de jaren van circa 1400 tot 1940; in dit deel bevinden zich de hoge en positieve monumentwaarden. Het hart van het complex wordt gevormd door het vijftiende eeuws kasteeltje De Blauwe Camer. Zie voor meer informatie bijlage 1. - De kloostergemeenschap van de priorij Sint-Catharinadal is in Nederland de oudste (uit de dertiende eeuw stammende) kloostergemeenschap die onafgebroken op Nederlands grondgebied is blijven voortbestaan en kent ook overigens een bijzondere geschiedenis met onder andere vervolging in de tijd van de strijd tussen de Nederlanden en Spanje én speciale bescherming door het Huis van Oranje-Nassau. Zie bijlage 2 voor meer cultuurhistorische informatie. - Het complex maakt onderdeel uit van De Heilige Driehoek, drie dicht bij elkaar liggende kloostercomplexen. Deze concentratie van drie kloostergemeenschappen met hun gebouwen en omliggende terreinen is uniek voor Nederland. - Op 3 april 2006 is het gebied De Heilige Driehoek door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De Heilige Driehoek is (volgens het vigerend bestemmingsplan) van groot architectuurhistorisch, historischgeografisch, stedenbouwkundig, archeologisch en sociaal-ruimtelijk belang. 2. De kloostergemeenschap Sint-Catharinadal kampt met negatieve exploitatieresultaten en teert als gevolg daarvan in op de materiële reserves. De toekomst van de kloostergemeenschap en van het gebouwencomplex staan op het spel. - Traditioneel zijn het kunstatelier (restauratie van antieke boeken, kalligrafie en moderne leerbewerking), het verpachten van de gronden en de AOW belangrijke inkomstenbronnen voor het 2/7
klooster. De opbrengsten hiervan zijn echter teruggelopen. Dat heeft de laatste jaren geleid tot negatieve exploitatieresultaten. - Het onderhoud van het enorme complex vormt een steeds grotere last voor de zusters. Op dit moment is het complex nog prima onderhouden, maar het vergt wel permanent onderhoud. Er zijn onlangs zogenaamde BRIM-gelden toegekend (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten) als subsidie voor de instandhouding van dit Rijksmonument. Maar die vereisen wel dat de zusters uit eigen middelen 50% mede-financieren en de werkzaamheden binnen vijf jaar uitvoeren. Voor die delen van het complex die niet als rijksmonument zijn aangewezen zijn op dit moment geen subsidies mogelijk, maar ook die gebouwdelen moeten worden onderhouden en gerestaureerd. Die kosten komen volledig voor rekening van de zusters. De kosten van de restauraties moeten verdiend worden uit de opbrengst van datgene waarvoor de provinciale investeringsbijdrage wordt gevraagd. 3. De nieuwe plannen dragen bij aan het financieel gezondmaken van de kloostereconomie en sluiten aan bij de cultuurhistorie van het kloostercomplex. - De nieuwe plannen bestaan uit aanleg en beheer van een wijngaard, aanleg en beheer van een groententuin ( vergeten groenten ), de inrichting van een taveerne (annex vergaderlocatie) en winkel, de uitbreiding van het gastenverblijf en het benutten van het complex als trouwlocatie. - Meest in het oog springend bij de nieuwe plannen is de wijngaard en de daarvan afgeleide activiteiten (de taveerne waarin de eigen kloosterwijn wordt geproduceerd en geserveerd en de winkel waarin onder andere de eigen wijn wordt verkocht). Deze activiteit past cultuurhistorisch goed als agrarische activiteit met deze specifieke invulling. Contemplatieve kloosters zoals dat van Catharinadal hebben (anders dan de zogenaamde actieve kloosters) traditioneel landerijen in gebruik voor het eigen levensonderhoud van de contemplatieven: deels productie voor eigen gebruik, deels ter vermarkting. Specifiek voor Catharinadal geldt dat al eerder wijnbouw heeft plaatsgevonden. Dit gebeurde zowel in de fase waarin de zusters in Breda gevestigd waren (in de zestiende eeuw), als in de fase waarin ze in Oosterhout op de huidige locatie gevestigd raakten (in de zeventiende eeuw. Zie bijlage 1 voor nadere informatie). 4. De gemeente Oosterhout werkt van harte mee aan de realisatie van de plannen. 3/7
- Er is eerder dit jaar een intentie-overeenkomst afgesloten tussen Sint- Catharinadal, gemeente en provincie. Die overeenkomst was gericht op het verkennen van de haalbaarheid van een plan gericht op het behoud en de ontwikkeling van Sint-Catharinadal. Die verkenning mondt nu dus uit in onder andere ons investeringsbesluit en deze Statenmededeling. Bijgaand treft u de intentie-overeenkomst aan (bijlage 3.1 en 3.2) alsmede het gezamenlijke persbericht van de drie betrokken partijen naar aanleiding daarvan (bijlage 3.3). - De gemeente Oosterhout participeert in de vorm van het voor eigen rekening voeren van de RO- en WABO procedures. Hoewel er op dit moment in de nabijheid van Catharinadal mogelijkheid tot parkeren bestaat, is de gemeente voornemens deze parkeergelegenheid uit te breiden en op te knappen. Op deze wijze kan naar het oordeel van de gemeente worden voldaan aan de gewenste parkeerbehoefte (als gevolg van grotere bezoekersaantallen) en een kwaliteitsimpuls aan het gebied worden gegeven. 5. Ook de Konferentie van Nederlandse Religieuzen (KNR) participeert mee in de plannen van Catharinadal, zodat de resterende investeringsbehoefte 2,7 miljoen bedraagt. - De totale investeringsbehoefte van Sint-Catharinadal is 3,2 miljoen. De KNR heeft zich bereid verklaard 0,5 miljoen in de vorm van een gift voor de verbouw van het gastenverblijf te verstrekken onder de voorwaarde dat het gastenverblijf vijftien jaar lang deze bestemming blijft houden. Bovendien gaat de KNR er hierbij van uit dat de provincie de gevraagde investeringsbijdrage levert. Consequenties 1. Honorering van de aanvraag van 2,7 mln. leidt tot een vermindering van het Investeringskrediet Grote Erfgoedcomplexen met 2,2 mln. en van het krediet van het Ontwikkelbedrijf met 0,5 mln. Overzicht van de tot nu toe voor grote erfgoedcomplexen gereserveerde bedragen per project, inclusief dit nieuwe voorstel: Project Ontwikkelbedrijf Budget Investeringskrediet cultuurhistorisch erfgoed 4/7
Totaal budget 60.000.000,00 (NB budget met 20 mln gekort via bestuursakkoord 2015-2019) 37.500.000,00 Mariadal Roosendaal 5.906.104,00 Dongecentrale Geertruidenberg 0,50 1.200.000,00 Oisterwijk: KVL 11.901.424,00 4.852.614,00 CHV-terrein Veghel 5.600.000,00 2.100.000,00 Moederhuis Franciscanessen Dongen 3.300.000,00 Bergoss-terrein Oss 1.308.000,00 592.000,00 Restant budget 31.984.471,50 28.755.386,00 Nieuw: De Ploeg Bergeijk 2.500.000,00 Catharinadal Oosterhout (in procedure) 500.000,00 2.200.000,00 Mariënburg (in procedure) 15.000.000,00 1.500.000,00 Restant budget 16.484.471,50 22. 555.386,00 2. De lening aan de zusters wordt verstrekt met een recht van erfpacht als onderpand. Een provinciale bijdrage zal worden verstrekt bij wege van subsidie in de vorm van een geldlening. Het vestigen van een hypotheekrecht op de gebouwen en gronden is voor de kloostergemeenschap niet acceptabel, omdat het zelf eigenaar zijn van de gebouwen en gronden als een wezenlijk onderdeel van de kloostertraditie beschouwd wordt. Tot zekerheid van de nakoming van de terugbetaling van de lening en alle andere verplichtingen uit de lening wordt een recht van hypotheek gevestigd op het recht van erfpacht van de stichting. Dit recht geeft de provincie de mogelijkheid om het recht van erfpacht, dat wil zeggen het daarin vervatte recht van gebruik van de gronden en gebouwen uit te winnen ingeval de stichting haar verplichtingen uit de lening niet nakomt. De provincie wordt weliswaar geen eigenaar van de gronden en de gebouwen of het daarop rustende recht van erfpacht maar is in staat om het recht van erfpacht, dat wil zeggen het daarin vervatte gebruiksrecht te (laten) verkopen aan een derde en haar vordering op de stichting uit de koopsom te voldoen. Indien nuttig en nodig kunnen aanvullend andere zekerheidsrechten worden gevestigd. De zekerheidsrechten zullen in nader overleg met de Stichting Sint- Catharinadomein en de kloostergemeenschap Sint-Catharinadal - zo worden vormgegeven, dat het contemplatieve kloosterleven van de zusters gewoon doorgang kan vinden, indien de zekerheidsrechten ingeroepen zouden gaan worden. Dit zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid tot voortzetting van de wijnbouw- en wijnproductieactiviteiten. De verplichting tot vestiging van deze rechten zal worden opgenomen in de subsidiebeschikking c.q. de 5/7
leningsovereenkomst. De zekerheden worden vervolgens bij daartoe bestemde (notariële) akte(n) gevestigd. Europese en internationale zaken De lening aan de stichting Sint-Catharinadomein wordt verstrekt tegen een rentepercentage dat niet marktconform is. Een deel van het leningsbedrag ( 34.208,-, dus relatief beperkt ten opzichte van het totale investeringsbedrag) wordt als staatssteun aangemerkt. De steun komt ten goede aan het erfgoedcomplex. Omdat het deel van de lening dat wordt aangewend voor de wijnbouwactiviteiten staatsteun (rentevoordeel) bevat, maken we gebruik van de staatssteunvrijstelling voor cultuur- en erfgoed. De wijnbouwactiviteiten zijn immers integraal onderdeel van het erfgoed. Mocht blijken dat niet alle kosten in aanmerking komen voor de staatssteunvrijstelling, dan wordt een alternatief scenario toegepast. In dat scenario betaalt de stichting Sint-Catharinadal een marktconforme rente aan de provincie. Omdat hierdoor een groter beroep moet worden gedaan op de Priorij Sint-Catharinadal, zal aan de Priorij een subsidie worden verstrekt ten behoeve van investeringen en exploitatie voor uitgaven die wel onder de vrijstelling voor steun t.b.v. erfgoed vallen. Communicatie Een persbericht wordt voorbereid samen met de partners in dit dossier: de zusters van Sint-Catharinadal en de gemeente Oosterhout. Vervolg Eind nov. 2015: GS-besluit over subsidie (incl. concrete subsidievoorwaarden) aan Sint-Catharinadal na vaststelling Beleidskader Erfgoed 2016-2020 door PS. In de reguliere rapportages (P&C-cyclus, voortgangsrapportages provinciaal Ontwikkelbedrijf) zal over uitgaven en inkomsten gerapporteerd worden. Bijlagen 1.Verkenning Sint Catharinadal (o.a. cultuurhistorisch, ruimtelijk en functioneel), 2014 2. Cultuurhistorische verkenning: priorij Sint-Catharinadal Oosterhout 3.1 Intentieovereenkomst provincie Noord-Brabant, gemeente Oosterhout en Sint-Catharinadal 3.2 Actualisatie intentieovereenkomst 3.3 Het gezamenlijke persbericht van drie partijen naar aanleiding van de intentie-overeenkomst 6/7
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger Opdrachtgever: mevr. I. Orbon, iorbon@brabant.nl, Cluster Cultuur en Samenleving en Afdeling Cultuur Opdrachtnemer: E. de Groot, edgroot@brabant.nl, Cluster Projecten en Vastgoed en Afdeling Integraal Project-Management 7/7