Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 30 januari 2014 Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op www.papendrecht.nl 0. Aanwezig: Dhr. R.V. van Engelen (Voorzitter). De heer L. Fijnekam (PAB), de heer F. den Hartog (PAB), de heer A. Stremler (PAB), de heer M. de Roo (VVD), mevrouw K.E. Middelkoop - van den Adel (CDA), de heer E.B.A. Lichtenberg (CDA), mevrouw M. den Hartog de Jong (PvdA), de heer G.J.A. Klein Hofmeijer (PvdA), de heer C. de Ruijter (ChristenUInie), de heer S. Suijker (D66) en mevrouw J. Vos (GroenLinks). Mevrouw J.R. Reuwer Verheij, portefeuillehouder De heer H. Nieuwstraten, portefeuillehouder De heer M.G.J. Smit, plaatsvervangend griffier De heer E. Peereboom (programmamanager decentralisatie Jeugdzorg) De heer P. van Hattum (programmamanager Wmo) Afwezig met kennisgeving: de heer A. de Graaf (VVD) en de heer E. Schotting (PvdA) 01. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 20.05 uur en heet alle aanwezigen van harte welkom. De voorzitter merkt op dat de heren de Graaf en Schotting met kennisgeving afwezig zijn. De voorzitter geeft aan te zullen streven naar afronding van de vergadering om 22.00 uur. Deze avond zijn de twee decentralisaties (Jeugdzorg en Wmo) aan de orde. (Opmerking griffier, in overleg met de voorzitter: Gezien de importantie van de vanavond toe te lichten ontwikkelingen, is een verslag vervaardigd in plaats van een korte besluitenlijst). 02. Decentralisatie Jeugdzorg De heer Peereboom leidt het onderwerp decentralisatie Jeugdzorg in. De voorzitter geeft de gelegenheid tot het stellen van vragen. Mevrouw Den Hartog: In het veld is veel verzet tegen de wijze van werken zoals voorgesteld (met name door te weinig kennis van de problematiek en te weinig specialisme). De heer Peereboom geeft aan dat in het model men intensief samenwerkt met andere bedrijven/uitvoeringsorganisaties. Hij kent de geluiden/kritiek zoals verwoord heel goed. De GGZ heeft een trekkende rol in het domein. Op het niveau ZHZ worden zware specialismen ingezet. De zorgverzekeraar wenst niet op een lager niveau taken over te dragen. In het dossier moet ruimte worden gegeven aan de positie van de GGZ. Zij vinden dat zij niet bij jeugdhulp horen, maar kiezen primair voor een meer medische invalshoek. Bij de decentralisatie Jeugdzorg is het tussenniveau Drechtsteden niet meer in beeld. Veel wordt lokaal en regionaal afgehandeld. 1
Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 Gezinnen en kinderen kunnen op alle niveaus zorg krijgen. Dat impliceert dat we verticaal moeten sturen via de serviceorganisatie. Verticale organisatie specifiek voor de jeugdzorg en combinaties zoeken met andere invalshoeken. Efficiency speelde bij deze keuze ook een rol. De organisatie is minder zichtbaar. De heer Klein Hofmeijer: U noemt niet het subsidiëren van onderdelen. De heer Peereboom geeft aan dat onder inkoop ook het subsidiëren kan worden verstaan. De heer Klein Hofmeijer: In hoeverre hebben de samenwerkende gemeenten nog inspraak over de inrichting van de serviceorganisatie? De heer Peereboom antwoordt dat de exacte invulling van de serviceorganisatie nog met de raden wordt gedeeld. De heer Klein Hofmeijer: Klopt het dat de invloed van de serviceorganisatie via budgetbeheer groot is? De heer Peereboom merkt op dat de serviceorganisatie alleen mandaat heeft om te signaleren wanneer sprake is van budgetoverschrijding. De gemeente is verantwoordelijk voor de budgetoverschrijding. In de driehoek kan dan worden bijgestuurd. De heer Fijnekam: Hoe krijgen we het voor elkaar dat de juiste specialismen worden ingekocht en subsidies worden aangevraagd? Hoe weet men waarom subsidie wordt aangevraagd. Datzelfde geldt voor de boekhouding. Hoe kan de serviceorganisatie als spin in het web dat doen? De heer Peereboom merkt op dat aandacht besteed wordt aan het bemensen van de serviceorganisatie met mensen die goed ingevoerd zijn. Vervolgens worden eerst de vragen geinventariseerd. De heer De Ruijter: Wat is de rol van de huisarts in dit geheel? De gemeente staat financieel onder druk. Hoe wordt dat spel gespeeld ten opzichte van de jeugdteams? Op langere termijn monitoren is onduidelijk. Wat is de rol van de zorgverzekeraar? Hebben we voldoende inzicht wat de jeugdzorg zal vragen? De heer Klein Hofmeijer: Gepraat wordt over 17 gemeenten. Hoe staat het met de financiële solidariteit? In hoeverre is de aansluiting met passend onderwijs geregeld? Hoe ver is men met het opstellen van criteria om tot gebiedsanalyses te komen? Hoe sluit de budgettering daarbij aan? Mevrouw Vos wil graag toelichting over verschil tussen gedwongen en vrijwillige hulpverlening? Ook wil zij graag meer over het punt van de huisarts weten? Vooral de gebezigde term budget pikken wil zij graag verduidelijkt hebben? 2
Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 Mevrouw Middelkoop: Hoe groot wordt het gebied dat een jeugdteam krijgt? Wat gebeurt er als halverwege het jaar het geld op is. Hoe gaan we daar mee om? De heer Lichtenberg: Waarom de keuze voor ZHZ en niet voor de subregio Drechtsteden? Hoe wordt de verbinding gelegd tussen de decentralisatieoperaties. Zijn daar al gedachten over? De heer Den Hartog: Het budget voor onze gemeente is EUR 5.000.000. Over hoeveel jeugdigen gaat het dan? Is de serviceorganisatie bepalend ten aanzien van het budget? Wat zijn zwaar gespecialiseerde medewerkers? Hoe gaan degenen die zorg nodig hebben de weg vinden? Mevrouw Den Hartog: Privacy speelt ook heel erg in de dossiers. Wordt daar beleid op ontwikkeld hoe daarmee om te gaan? In algemene zin worden de volgende antwoorden gegeven: Mevrouw Reuwer: De budgetverantwoordelijkheid behoort bij het jeugdteam. Men wordt daarin ondersteund door de serviceorganisatie. Daaraan voorafgaand is sprake van budgetanalyse. De heer Peereboom: Ten aanzien van de budgetten moeten we er bovenop zitten en proberen te sturen. Maar ook de jeugdteams en professionals moeten keuzen maken binnen de budgetten. De gemeente heeft uiteindelijk een voorzieningenplicht. Zeker voor zwaardere vormen van ondersteuning en hulp. Ten aanzien van het verschil tussen voorziening en zorgplicht is het zo dat nu zorg moet worden verleend, als men een indicatie heeft. De gemeente moet in de toekomst een voorziening bieden. In de serviceorganisatie worden inkopers ingevlogen, dus kennis wordt naar binnen gebracht. Met de zorgverzekeraar is minder contact geweest. Recent ligt er een voorstel dat gemeenten zelf gaan inkopen en ondersteund worden door de zorgverzekeraar. De huisarts zien de ontwikkelingen als wenselijk. Nu is het heel ondoorzichtig wat er gebeurt. Contact met een jeugdteam is goed. De term pikken uit budget is niet de juiste term. Het gaat erom dat de huisarts mag doorverwijzen, maar da dit van het budget van het zorgteam afgaat. De heer De Ruijter: We hebben een budget, maar hoe houd je daar sturing op? Hoe zijn de gesprekken met de huisartsen? Mevrouw Den Hartog: Met de huisartsen zouden we afspraken moeten maken om de doorverwijzing te melden, anders lekken de financiën weg zonder dat we daar grip op hebben. Het is heel goed daar een format voor te maken. Dit moet regelmatig worden gecheckt. Mevrouw Reuwer: We hopen dat we daar een wettelijk kader voor krijgen. 3
Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 De heer Peereboom: Ten aanzien van de lange termijn monitoring worden in het beleidsplan richtingen aangegeven. De lange termijn doelstellingen zijn geformuleerd. Op dit moment is nog sprake van discussie over het macrobudget. Er zijn nog gesprekken met het rijk gaande. In het beleidsplan worden de cijfers op Papendrechts niveau weergegeven. Met financiële solidariteit wordt het afdekken van financiële risico's bedoeld. Dat willen we tenminste op het subregioniveau formuleren. We onderzoeken om het collectief op te pakken. Vraag is of ZHZ stevig genoeg is om fluctuaties op te vangen? De heer Klein Hofmeijer: Wat is het verschil tussen ZHZ en Drechtsteden niveau. Mevrouw Reuwer: De drie subregio's gaan daar onderling mee aan de slag. Nu wordt gekozen voor de schaal die we kennen. De heer Klein Hofmeijer geeft aan dat het niet waarschijnlijk is dat na 3 jaar nog teruggekomen kan worden om e.e.a. beter op te pakken. De heer Peereboom: Met passend onderwijs zijn veel gesprekken gevoerd. De ideeën lijken aardig te passen. Het beleidsplan wordt ondersteund. De gebiedsanalyse wordt de eerste jaren vooral gebaseerd op de historische cijfers. Er is een verschil tussen gedwongen en vrijwillige hulpverlening. Ten aanzien van de gedwongen hulpverlening gaat het vooral over het veld rondom de veiligheid. Het idee is niet om teveel drang en dwang in het jeugdteam te plaatsen. Papendrecht heeft het niveau voor 1 jeugdteam. Het gaat dan om circa 10 tot 12 mensen die daarin functioneren. De regio ZHZ heeft een gezamenlijk eigenaarschap op dit dossier. Als we dat op drechtstedenniveau doen, dan komen andere gebieden in een soort hostingssituatie die één op één is. Mevrouw Reuwer merkt op dat eerst jeugdzorg wordt uitgewerkt en dat daarna wordt getracht te zwaluwstaarten met andere decentralisaties. Verder geeft zij aan dat er ook voordelen zijn. Het wordt voor de client gemakkelijker. Jeugdzorg krijgt 1 gezicht. Het wordt transparanter. De heer Peereboom: Privacy speelt op dit moment als onderwerp in de eerste kamer. Voor ons wordt afgewacht wat er voor landelijke richtlijnen komen. 03. Decentralisatie Wmo De heer Van Hattum leidt het onderwerp decentralisatie wmo in. De voorzitter geeft de gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Klein Hofmeijer geeft aan dat hem bijstaat dat nieuwelingen in 2015 onder het nieuwe regime vallen en de oude 4
cliënten pas in 2016. Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 De heer Van Hattum geeft aan dat dit inderdaad in de wet is geregeld. Dat laat onverlet dat contracten worden gesloten met nieuwe aanbieders. Wel wordt gekeken of onderdelen anders kunnen worden afgesproken. Zo wordt gezocht naar mogelijkheden om administratieve lasten te verlichten. De heer Klein Hofmeijer geeft aan dat als dat zo is, er geen nieuwe toetredingen komen in het extramurale deel. De heer Van Hattum merkt op dat gekozen is voor het Zeeuwse model. Nieuwe aanbieders zijn ook welkom. Het wetsontwerp is in de kern een open eind regeling. De heer Fijnekam vraagt naar voorbeelden van efficiency. De heer Van Hattum geeft aan dat efficiency vooral moet worden gezocht in overhead, salaristarieven. Vermeden moet worden te komen aan de mensen die ondersteuning bieden. Dit is een zoektocht met aanbieders. Mevrouw Den Hartog: Door differentiatie wordt een en ander lastiger. De heer Van Hattum geeft aan dat vaste prijsafspraken moeten worden gemaakt. Als partijen bij elkaar komen kan nog meer efficiency ontstaan. Daar wordt aan de voorkant echter niet op gestuurd. De heer Lichtenberg: Het gaat hier om een Individuele afweging. Is daar bezwaar en beroep bij mogelijk? De heer Van Hattum merkt op dat het een procedure is met alles erop en eraan, dus ook bezwaar en beroep. Er moet echter wel een formele aanvraag zijn gedaan. De indicatiestelling is weg, maar het bovenstaande komt ervoor terug. De heer De Ruijter: Zijn we gehouden aan Europese aanbesteding? De heer Van Hattum merkt op dat dit altijd het geval is. De heer Van Hattum merkt op dat sprake is van een Papendrechtse pilot, de wijk in regie. Daar zijn veel partijen aan tafel. Voor 2014 is het tijd om te gaan doen. Dit is het moment van uitvoering. Het is een experimenteerjaar. Soms zal dat goed gaan en soms ook niet. Ook moeten verbindingen worden gelegd tussen de verschillende pilots. Voor de zomer volgt een eerste tussenrapportage. Innovatieagenda loopt echter door na 1 januari 2015. Mevrouw Middelkoop: Komt de serviceorganisatie in de SDD en vormt die een aparte cluster? Het is nu al een probleem om een goed oordeel te krijgen over SDD. De heer Van Hatuum antwoordt bevestigend. Mevrouw Middelkoop: 5
Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 Er is dus alleen sprake van betrokkenheid via de Drechtraad? De heer Van Hattum antwoordt wederom bevestigend. De heer Lichtenberg: Waarom werken we alleen samen met VGZ, terwijl het kabinet juist concurrentie wil met zorgverzekeraars? Blijft er een indicatieorgaan over? In de Drechtraad is een vraag gesteld over de programmering. Is het wel of niet verstandig om tot delegatie van bevoegdheden over te gaan? Is hier regionale coördinatie niet een beter instrument? Zijn er bestuurlijke richtingen in samenwerking met dagbesteding en wsw? De heer Den Hartog: Is de situatie rond de zorgverzekeraars reden voor de stellingname nee, tenzij...? Wanneer vinden onderhandelingen met zorgverzekeraars plaats? Waarom alleen met VGZ? De heer Klein Hofmeijer: Je zult maar verzeild raken in de molen, hoe gaan we dat doen? Alles wat met de burger te maken heeft, die graag iets wil, hoe loopt dat? De heer Van Hattum: VGZ is de grootste zorgverzekeraar en heeft het zorgkantoor. Zij voeren AWBZ uit. Wat doen de andere verzekeraars? CZ heeft bijvoorbeeld de deur nog niet opengedaan. Zij hebben te maken met 409 gemeenten en derhalve is sprake van een groot vraagstuk in hun organisatie. Zij sluiten eerst aan bij zogenaamde speerpuntgemeenten. De toegang loopt nu via een centraal indicatieorgaan. De SDD bepaalt dat in eerste instantie, maar niet zoals het CIZ dat heeft gedaan. Wij bekijken welke voorziening goed is, omdat we ook een sturingsmogelijkheid willen hebben. De keuze voor delegatie heeft vooral te maken met het feit dat beleid en uitvoering dicht bij elkaar worden gebracht. Dat laat zien dat een uitvoeringsorganisatie directer kan sturen (Is een beleidstheorie). De andere situatie levert een veel grotere complexiteit op. Ten aanzien van de afstemming 3D is duidelijk dat daar nog over moet worden besloten. Wel zijn er pogingen om een en ander samen te brengen. De financiële solidariteit gaat vooral over risicodekking. Als we de definitieve budgetten hebben, kunnen we daar meer over afspreken. Het bezwaar en beroep is iets heel ingewikkelds. Dit ligt vast in de wet. Soms is ook een gang naar de rechter een mogelijkheid. We voelen veel voor lokale ondersteuning van cliënten in de vorm van cliëntondersteuning. Mevrouw Den Hartog wil graag een meer specifieke uitleg. De heer van Hattum geeft aan dat lokaal verder vorm en inhoud krijgt. B.v. via MEE-client ondersteuning. De middelen komen 6
Verslag Commissie Samenleving van 30 januari 2014 naar ons toe, maar daar moeten we dan invulling aan geven. Dat kan ook bijvoorbeeld via een welzijnsorganisatie. Het is aan lokaal om dat in te regelen. Nabijheid, dichtbij organiseren, is daarbij van belang. De heer Nieuwstraten: We staan aan de vooravond van een heel mooi begin in Papendrecht. We moeten cliënten naar betaalde arbeid brengen, maar ook vormen van dagbesteding zijn mogelijk. Staat nog aan het begin = pilot leerwerkbedrijf. De heer Lichtenberg: In de vorm van regionale coördinatie wordt beleid en uitvoering ook samengebracht via mandaat. Dat is ook een mogelijkheid? De heer van Hattum: Technisch klopt dat, bestuurskundig niet. Bij delegatie wordt beleid uit handen gegeven. De heer Lichtenberg: Er is ook een pilot in Alblasserdam. Het gaat dan om de wijze van denken over dagbesteding en de uitvoering van de participatiewet. Een optie is Iedereen in een uitkering. Een ander model is het verdienvermogen er uit halen. Nu is sprake van pilots, waar nog niet bestuurlijk over is gesproken. Wellicht keuzes die niet zijn afgedicht. De heer Van Hattum merkt op dat het niet de bedoeling is om vooruit te lopen. Nu zijn er teveel locaties voor dagbesteding. We zoeken naar bundeling. Ook voor de onderkant SW-ers. 04. Sluiting De voorzitter merkt op dat de presentaties via de portefeuillehouders aan de commissieleden worden verstrekt. Hierna sluit hij de vergadering om 22.00 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadscommissie Samenleving op 03 april 2014, dhr. A.P.M.A.F. Bergmans (griffier) dhr. R.V. van Engelen (voorzitter). ACTIEPUNTENLIJST COMMISSIE SAMENLEVING (zoals deze luidt na de vergadering van 30-01-2014) Nr. Cie-datum Omschrijving Status 7
Jeugdhulp Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid
Jeugdgezondheidszorg gemeentelijke opgroei- en opvoedondersteuning. Gesloten jeugdzorg Provinciale jeugdzorg Jeugdbescherming jeugdreclassering Jeugd - ggz Jeugd vb Begeleiding Persoonlijke verzorging Wettelijke taken Gemeenten: Alle Alle ondersteuning, ondersteuning, hulp hulp en en zorg zorg bij bij opgroei-, opgroei-, opvoedings-, opvoedings-, en en psychische psychische problemen problemen en en stoornissen stoornissen (preventie, (preventie, jeugdhulp, jeugdhulp, jeugdbescherming jeugdbescherming en en jeugdreclassering) jeugdreclassering)
Terugblik Gezamenlijk visie zorg voor jeugdigen Intentionele schaalkeuze Beleidsbrief Sturing transitiearrangement Beleidsplan
Visie We willen dat jeugdigen kansen krijgen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving Eigen Kracht Integrale Aanpak Maatwerk
Uitgangspunten Zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. Gemeentelijke regievoering, handelingsvrijheid professional Beleidsvrijheid Sturen op prestatie
Bewust of onbewust, direct of indirect, iedereen vervult een rol bij de opvoeding van een kind.
Jeugdhulp
Opbrengst lokale sessies Eén aanspreekpunt voor de basisvoorzieningen: Het CJG. Grensverkeer mag geen belemmering zijn. Coachende rol van het jeugdteam is een belangrijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie; Er blijft een zorgaanbod op basis van identiteit beschikbaar; Meer samenwerking tussen organisaties is nodig.
Centrum Jeugd en Gezin de voordeur Eind 2011 is het Centrum Jeugd en Gezin Papendrecht geopend. De voorbereidingen voor de invoering van de Jeugdwet zijn al gestart in 2012: Doorontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin Samenwerking is gezocht met andere sectoren, zoals GGZ en LVG. In de pilot, die in alle Drechtsteden gemeenten is gestart, worden de voorbereidingen getroffen om te komen tot de invulling van het jeugdteam. Gestart is met de afstemming van de aanmeldprocedures (werkwijze). Vanaf eind 2013 is ook Bureau Leerplicht partner in het Centrum Jeugd en Gezin.
Opvoeden begint voor ons in de samenleving. Kern van de visie
Vooruitblik Gemeenteraad stelt beleidsplan vast Gemeenteraad stelt beleidsrijk transitiearrangement, sturingsnotitie, serviceorganisatie en verordening vast College van B&W stelt uitvoeringsprogramma 2015 vast
1 serviceorganisatie voor Zuid-Holland Zuid Lokaal Jeugdteam Bijvoorbeeld: gebiedsanalyse Regionaal Zorgmarkt & Diagnostiek Advies Netwerk Bijvoorbeeld: inkoopformulering
Jeugdzorgopgaven Lokaal Regionaal Preventie signalering & vroeg interventie U, B I, VB Generalistische ambulante ondersteuning U, B I, VB Specialistische ambulante ondersteuning U, (B) I, (V)B Residentiële hulp U I, B Gezinsvervanging U I, B Crisisdienst U I, B AMHK U I, B JB/JR U I, B Toeleiding uitvoering (U) beleid (B) inkoop (I) voorwaardenstellend beleid (VB)
Waarom is er gekozen voor deze oplossing? 1. Kind en gezin laten zich niet vangen in een schaalkeuze. 2. Effectieve besteding publieke middelen.
Wat doet de Service Organisatie? Inkoop, contracteren/ subsidiëren van alle vormen van jeugdhulp monitoring en informatievoorziening faciliteren van het jeugdteam voor budgetbeheersing bezwaar en beroep administratieve organisatie Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet.
Wat doet de Service Organisatie NIET? Geen klantcontacten Geen toegangsplek Geen moloch Geen directe invloed met lokaal jeugdbeleid Balans tussen regionaal en Lokaal. De gemeente als belangrijkste klant
Stand van zaken decentralisatie AWBZ / Wmo Gemeente Papendrecht, programmateam Wmo, 30 januari 2014
Landelijke ontwikkelingen: Stand van zaken Wettekst Wmo 2015 Raad van State (augustus 2013) Begrotingsakkoord (oktober 2013) Persoonlijke Verzorging naar Zvw (november 2013) Onderhandelingsresultaat VNG/VWS (november 2013) Aanbieding nieuwe wet Tweede Kamer (januari 2014) Besluitvorming Eerste/Tweede Kamer: maart 2014 (?)
Mijlpalen Wmo 2015 tot nu toe Visie AWBZ/Wmo Innovatieagenda Wmo Plan van aanpak Extramuralisering Beleidsbrief Wmo 2015 Wmo conferentie: samen bouwen aan de nieuwe Wmo Voorstel serviceorganisatie Wmo Voorbereiding beleidsplan Wmo Samenwerkingsmodel: Afstemming- en overlegstructuur met zorgaanbieders, Wmo raden, cliëntenraden; Convenant met zorgverzekeraar/zorgkantoor VGZ Afspraken dienstverlening CIZ en VGZ Samenwerking SDD en SCD
Transitie en Transformatie Transitie: gericht op stabiele overdracht; Continuïteit van zorg en ondersteuning; Per 1 januari 2015 moet 'de winkel' open; Inregelen uitvoering Wmo maatwerkvoorzieningen; Ondersteuning door VGZ en CIZ. Transformatie: meerjarige veranderopgaven WMO; Geleidelijke aanpassing van systeem en product; Ontwikkeling sterke lokale sociale infrastructuur; Innovatieagenda Wmo.
Beleidsbrief Wmo 2015 STURINGSKADER Wmo 2015 (Drechtsteden): 1.Ontwikkeling cliëntondersteuning, bevorderen bewoner-en cliëntparticipatie 2.Samenwerking met aanbieders 3.Gemeente neemt verantwoordelijkheid voor de toegang (bij aanvang) 4.Ontwikkeling resultaatsturing 5.Financiële solidariteit is uitgangspunt 6.Integrale aanpak alleen inzetten waar nodig 7.Versobering is noodzakelijk om de korting te realiseren 8. Schaalkeuze: Wmo algemene voorzieningen lokaal / Wmo maatwerkvoorziening Drechtsteden Sturingsprincipes in relatie tot financiën en bezuinigingen: innovatie efficiency (tariefkorting) pakketversobering budgetbeheersing
Overzicht huidige Wmo cliënten peildatum: 31 december 2013 Huishoudelijke ondersteuning 555 Huishoudelijke ondersteuning - plus 112 DrechtHopper 1.589 Individuele vervoersvoorzieningen (o.a. scootmobiel) 221 Rolstoel 320 Woonvoorziening/-aanpassingen (o.a. trapliften) 206
Overzicht huidige AWBZ cliënten peildatum: 1 juli 2013 Collegebrief van 7 januari 2014: Omvang kwetsbare groepen Aantal cliënten met een AWBZ-indicatie: 1.115 inwoners - waarvan met Begeleiding: 290 inwoners - waarvan met ZZP 1 t/m 4: 100 inwoners (behouden hun indicatie tot intramurale zorg)
Wmo 2015: indicatieve budgetten Papendrecht Gemeente Budget nieuwe Budget nieuwe Budget Totaal taken voor alle taken voor bestaande gemeenten centrumgemeenten taken IU Wmo/HV Alblasserdam 3.080.006 0 1.499.936 Papendrecht 3.473.901 0 2.172.128 Sliedrecht 3.390.059 0 2.234.453 Dordrecht 16.755.865 26.192.192 9.436.804 HI Ambacht 3.064.258 0 1.471.956 Zwijndrecht 6.670.576 0 3.874.184 36.434.666 26.192.192 20.689.461 83.316.320 Procent 43,73 31,44 24,83 100
Ontwerp Wmo 2015 Drechtsteden
Papendrechtse pilot De Wijk in regie Innovatieagenda AWBZ: diverse pilots in de Drechtsteden in het kader van de decentralisatie AWBZ en convenant VGZ Samenwerkende partners: BWI Papendrecht, Rivas, Waardeburgh, MEE en de gemeente Doel: vernieuwing op gang brengen, verbeteren van de samenwerking en afstemming tussen welzijn en zorg Thema s: samenwerking met de huisarts, eenzaamheid, mantelzorgondersteuning en dementie
Bestuur en uitvoering (I) Ontwerp Wmo 2015: Lokale sturing en uitvoering: Wmo algemene voorzieningen Regionale sturing en uitvoering: Wmo maatwerkvoorzieningen Serviceorganisatie/uitvoeringsorganisatie: Sociale Dienst Drechtsteden Keuze voor uitvoering SDD: Wmo uitvoering in 1 hand (oude en nieuwe taken) Benutten bestaande expertise (aangevuld met nieuwe expertise) Benutten bestaande organisatie en processen Bewezen professionele en kosten efficiënte organisatie Samenhang tussen 'werk en inkomen en 'zorg en ondersteuning'
Bestuur en uitvoering (II) Schaalvoordelen: een professionele uitvoeringsorganisatie voor zes gemeenten bundelen van capaciteit en deskundigheid inkoopmacht een stevige administratieve organisatie gemeenschappelijke ICT systemen Bestuurlijke randvoorwaarden: rol en betrokkenheid van gemeenteraden borgen rol en betrokkenheid van lokale wethouders borgen integrale verantwoordelijkheid voor inhoud en geld volwaardige positie van het cluster zorg & ondersteuning binnen de SDD aansluiting tussen lokale en regionale Wmo beleidsopgaven lokale wethouders ondersteunen bij lokale Wmo vraagstukken
Mijlpalen bestuurlijke planning December 2013 - Januari 2014: Beleidsbrief Wmo Voorstel serviceorganisatie Wmo April 2014 - Mei 2014: Beleidsplan Wmo (vanwege verlate, definitieve besluitvorming in Eerste en Tweede Kamer over de Wmo in februari 2014 en maart 2014, lokale besluitvorming in colleges en raden na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014) Mei 2014 - Juni 2014: Inrichtingsplan serviceorganisatie Wmo (incl. financieel kaderstelling) Verordening Wmo Aanpassing gemeenschappelijke regeling, delegatie besluit / ontvangst besluit nieuwe taken Wmo Transformatieplan Wmo