Opbrengsten 2014 Schutte s Bosschool Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet) speciaal onderwijs. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Elk schooljaar verantwoorden wij ons over de opbrengsten van ons onderwijs in relatie tot de vastgestelde ontwikkelingsperspectieven. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit : op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde en sociale competenties in het bijzonder. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. Aangezien die er op dit moment niet zijn, vergelijken we de behaalde opbrengsten op grond van school-eigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties wij aan de uitkomsten van de evaluatie verbinden voor de inrichting van ons onderwijs. Verantwoording 1. Totale uitstroom In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiele plaats bekostiging (RP*) plaatsvindt. Het gaat hier dus (nog) niet om de verblijfsduur op de onderwijskundige eenheid. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 103 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) 0 Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 103 Totaal aantal leerlingen dat de school dit schooljaar heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de school dit jaar verlaten heeft (RP) 0 Aantal leerlingen dat langer dan twee jaren aanwezig was op de school en de school verlaten heeft Aantal leerlingen dat korter dan twee jaren aanwezig was op de school en de school verlaten heeft *RP: bij OCR geldt ten aanzien van het benoemen van RP-leerlingen een uitzondering: op OCR worden alleen de leerlingen uit de kliniekklas hieronder geschaard. Dit vanwege het vaak zeer langdurige karakter van de overige RP-leerlingen in het onderwijs op OCR. 21 20 1 1
2. Uitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven Hier wordt het aantal leerlingen bedoeld dat langer dan 2 schooljaren op de school verbleef, onderscheiden in einduitstroom en tussentijdse uitstroom. Onder tussentijdse uitstroom wordt verstaan leerlingen die in het SO hebben verlaten, voordat ze op normaal gesproken rond hun 12 e jaar zouden instromen in een van de leerroutes van het V(S)O. Uitstroom uit een van de scholen voor JRK is daarom altijd tussentijdse uitstroom. Einduitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven: a. Uitstroombestemming (UB): N=16 UB Aantal leerlingen Percentages VSO DB 1 6,25% VSO AGL 2 12,5% VSO b/k 2 12,5% VSO g/t 2 12,5% VSO havo/vwo 0 0% BUITENLAND 0 0% ONBEKEND 0 0% PRO 2 12,5% VMBO b/k 6 37,5% VMBO g/t 1 6,25% HAVO/VWO 0 0% ZORG zonder ond. 0 0% THUIS 0 0% ANDERS 0 0% Totaal 16 100% b. Uitstroomniveau UN Aantal leerlingen Percentages < eind groep 5 1 6,25% Eind groep 5 4 25% Eind groep 6 8 50% Groep 7 en hoger 3 18,75% Totaal 16 100% c. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen (N=16) 130.. 85-99 6 Geschat 35-54.. 115-129.. 70-84 6 Geschat <35.. 100-114 1 55-69 2 Onbekend 1 2
Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 5 Tussentijdse uitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven: d. Uitstroombestemming: N=4 UB Aantal leerlingen Percentages BAO 1 25% SBO 1 25% SO 1 25% BUITENLAND 1 25% ONBEKEND 0 0% ZORG zonder ond. 0 0% THUIS 0 0% ANDERS 0 0% Totaal 4 100% e. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen percentages < eind groep 5 2 50% Eind groep 5 0 0% Eind groep 6 1 25% Groep 7 en hoger 1 25% Totaal 4 100% f. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. 130 0 85-99 1 Geschat 35-54 0 115-129 0 70-84 1 Geschat <35 0 100-114 0 55-69 2 Onbekend 0 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 0 3
3. Uitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven Einduitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven: g. Uitstroombestemming: UB Aantal leerlingen Percentages VSO DB 0 0% VSO AGL 0 0% VSO b/k 0 0% VSO g/t 1 100% VSO havo/vwo 0 0% BUITENLAND 0 0% ONBEKEND 0 0% PRO 0 0% VMBO b/k 0 0% VMBO g/t 0 0% HAVO/VWO 0 0% ZORG zonder ond. 0 0% THUIS 0 0% ANDERS 0 0% Totaal 1 100% h. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen Percentages < eind groep 5 0 0% Eind groep 5 0 0% Eind groep 6 0 0% Groep 7 en hoger 1 100% Totaal 1 100% i. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. >130.. 85-99.. Geschat 35-54.. 115-129.. 70-84.. Geschat <35.. 100-114 1 55-69.. Onbekend.. Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 0 4
Tussentijdse uitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven: j. Uitstroombestemming: UB Aantal leerlingen Percentages BAO 0 0% SBO 0 0% SO 0 0% BUITENLAND 0 0% ONBEKEND 0 0% ZORG zonder ond. 0 0% THUIS 0 0% ANDERS 0 0% Totaal 0 0% k. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen Percentages < eind groep 5 0 0% Eind groep 5 0 0% Eind groep 6 0 0% Groep 7 en hoger 0 0% Totaal 0 0% l. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. NVT >130.. 85-99.. Geschat 35-54.. 115-129.. 70-84.. Geschat <35.. 100-114.. 55-69.. Onbekend.. Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): nvt 5
4. Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP dat twee jaren voor uitstroom vastgesteld is, in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Wanneer een leerling tussentijds is uitgestroomd en dit niet het oorspronkelijke OPP was, wordt dit tweeërlei geïnterpreteerd: positief indien de uitstroom hoger is dan het oorspronkelijke OPP, negatief indien de uitstroom is naar een leerroute lager dan het OPP. Heeft een leerling de school korter dan twee jaren bezocht, dan wordt het oudste OPP bekeken. Resultaat Aantal leerlingen Percentages Lager dan OPP 1 4,76 % OPP behaald 19 90,48% Hoger dan OPP 1 4,76% Totaal 21 100% 5. Analyse van de opbrengsten Bij de leerling die lager is uitgestroomd dan in het OPP werd aangegeven, bleek de doelstelling achteraf te ambitieus. Op grond van de toetsgegevens was er wel twijfel over deze uitstroombestemming, maar door hoge verwachtingen te stellen en de betreffende leerling veel te stimuleren, wilden we graag diplomagericht onderwijs behalen. Door de geringe prestatie-motivatie, beperkte gerichtheid op het schoolse leren naast beperkte leermogelijkheden, heeft deze leerling de doelen voor eind groep 6 niet kunnen halen. De leerling die hoger uitgestroomd is dan aangegeven in het OPP, kan vermeld worden dat het gaat om een schoolbezoek van slechts 1 jaar, na 7 jaar regulier basisonderwijs. Deze leerling heeft in het afgelopen jaar zijn zelfvertrouwen herwonnen en kon zich door de medische ondersteuning bij ons op school weer veel beter richten op het onderwijs. Hierdoor heeft hij de geringe leerachterstand in kunnen halen. 6. Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Bovenstaande analyse vraagt niet om een directe wijziging van ons beleid. Toch vinden wij het onwenselijk om in het laatste schooljaar de uitstroombestemming naar beneden bij te moeten stellen. Door specifiek aandacht te besteden aan de leerlijn Leren Leren en door gebruik te maken van een gestandaardiseerd meetinstrument t.a.v. de sociaal emotionele ontwikkeling, zulle leraren meer en meer door dezelfde bril kijken naar kinderen en doelbewuster activiteiten t.a.v. deze aspecten creëren. Op deze wijze verwachten wij de uitstroombestemming nog beter vast te kunnen stellen. Om de opbrengsten van onze school te verhogen, is de school gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de instructie. We passen het IGDI-model toe. Leerlingen worden geplaatst op didactische leeftijd. Door te werken met groepsplannen hebben de leraren een instrument in handen dat hen houvast biedt bij het aanbod en differentiatie per vakgebied. 6
Verder worden activiteiten die niet direct gerelateerd zijn aan het onderwijs (dus aan leerlijnen) zoveel mogelijk beperkt. Zo heeft de school de keuze gemaakt om met ingang van 1 augustus 2014 niet meer deel te nemen aan het schoolzwemmen. Naast het feit dat het niet meer verantwoord te begeleiden is, kost het ook veel onderwijstijd (inclusief reistijden en vermoeidheid van de kinderen enkele uren per week). Ook zijn er afspraken gemaakt omtrent het lesrooster t.a.v. het aantal uren/minuten per vak per week en op welk moment van de dag welk vak op het rooster staat. Door zo effectief mogelijk om te gaan met de tijd dat de leerlingen op school zijn, hopen wij het maximale uit onze leerlingen te halen. 7. Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit. Als school spannen we ons in om er voor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Na 1 oktober van ieder jaar wordt navraag gedaan bij de vervolgbestemming van de leerlingen die het jaar voor het afgelopen schooljaar plus het jaar daarvoor de school hebben verlaten. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. Dit doen wij door bij alle betreffende scholen waar leerlingen toe uitgestroomd zijn, schriftelijk de benodigde informatie op te vragen. Indien er geen reactie komt op ons schrijven, worden scholen telefonisch benaderd. Deze informatie verschaft ons inzicht in hoe leerlingen in het vervolgonderwijs presteren en de kwaliteit van onze verwijzing. In onderstaande tabellen staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om cohorten van voorgaande jaren. Bestendiging leerlingen 1 schooljaar geleden: schooljaar 2012-2013. Aantal Nog op de uitstroombestemming (incl. verhuizing) 19 95% Niet meer op de vervolgbestemming (incl. opstroom qua niveau en of schooltype) 1 5% Onbekend / anders 0 0% Totaal 20 100% Percentages Bestendiging leerlingen 2 schooljaren geleden: schooljaar 2011-2012. Aantal Percentages Nog op de uitstroombestemming (incl. verhuizing) 21 80,77% Niet meer op de vervolgbestemming (incl. opstroom qua niveau en of schooltype) 5 19,23% Onbekend / anders 0 0% Totaal 26 100% 7
8. Analyse van de bestendiging Over het algemeen kunnen we zeggen dat de adviezen voor het vervolgonderwijs in goed overleg plaatsvindt met ouders en de vervolgschool. Er vindt zowel schriftelijke als mondelinge overdracht plaats, waarbij m.n. de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen centraal staan. Desondanks kan niet altijd worden voldaan aan verwachtingen van ouders t.a.v. bijv. de medische zorg aan een leerling. Dit is in de groep schoolverlaters van 2012 bij 2 leerlingen gebleken. Bij één van deze 2 leerlingen is gekozen voor de overstap meer thuisnabij. Tevens is bij die overstap gekozen voor instap op een lager niveau (van PRO naar VSO-ZML), vanwege de stagnerende ontwikkeling. Bij de andere leerling bleek de thuisnabije setting toch onvoldoende ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van de medische verzorging. Verder speelde bij 1 leerling het niveau van de medeleerlingen in de VSO-groep mee; ouders waren van mening dat hun kind te weinig uitdaging vond binnen deze groep leerlingen en hebben derhalve gekozen voor een andere VSO-setting. De leerlingen die naar een OPDC zijn uitgestroomd, zijn het 3 e jaar gestart binnen een reguliere VMBO-school, waarbij bij één van deze 2 sprake is van een leerwerktraject. Deze leerling was op basis van proefplaatsing toegelaten tot VMBO-BBL binnen een OPDC. Leerlingen die aan het eind van het schooljaar 2012-2013 onze school verlaten hebben, volgen allen onderwijs binnen dezelfde setting. Van 1 leerling is bekend dat er aanvankelijk, vanuit motieven op sociaal emotionele gronden, is gekozen voor een overstap in het VSO op een lager niveau (PRO). Deze leerling maakt nu, na het eerste jaar VSO, zoals voorspeld, de overstap naar VMBO-BBL binnen dezelfde speciale setting. Van de leerlingen die tussentijds zijn uitgestroomd, heeft 1 leerling in deze periode de leeftijd van 12 jaar bereikt en de overstap van SBO naar het VMBO gemaakt. De overige tussentijds uitgestroomde leerlingen volgen allen nog onderwijs op dezelfde bestemming. 9. Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Om te voorkomen dat een leerling in het V(S)O alsnog een overstap moet maken, vindt er vanaf het schooljaar 2013-2014 structureel en al vroegtijdig in het jaar overleg plaats met de zorgcoördinatoren van de regionale school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (OCR). De meeste leerlingen van onze school, die zijn aangewezen op VSO, gaan n.l. naar deze school. De leden van het zorgteam van de Schutte s Bosschool benaderen daarnaast actief scholen voor VO in de hele regio, waar mogelijk leerlingen aangemeld zullen worden. Door onze regionale functie zijn er elk jaar nieuwe contacten met scholen die tot dusver nog geen leerlingen van onze school ontvangen hebben. Op deze wijze groeit ons netwerk aan contacten in het VO, worden lijnen korter en vindt er nauwere afstemming plaats. Vanaf het schooljaar 2014-2015 zullen de Samenwerkingsverbanden in onze regio betrokken worden t.a.v. de overstap naar het V(S)O. 8