Opbrengsten VSO OCR Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet) speciaal onderwijs. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Elk schooljaar verantwoorden wij ons over de opbrengsten van ons onderwijs in relatie tot de vastgestelde ontwikkelingsperspectieven. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit : op het gebied van Nederlandse taal, Rekenen en wiskunde en sociale competenties in het bijzonder. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. Omdat die er op dit moment niet zijn, vergelijken we de behaalde opbrengsten op grond van school-eigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties wij aan de uitkomsten van de evaluatie verbinden voor de inrichting van ons onderwijs. Verantwoording Voor de verantwoording van het onderwijs op Onderwijscentrum het Roessingh verwijzen we graag naar het schoolprofiel dat ook op deze site te vinden is (klik op de home pagina van onze website op De school en daarna op het woord schoolprofiel ) Bovendien geeft bijgaand overzicht aan naar welke uitstroombestemmingen de verschillende leerroutes leiden. Voor de M- en A afdeling gaan we uit van de kerndoelen voor basisonderwijs en voor de B afdeling van de kerndoelen voor speciaal onderwijs. De C afdeling hanteert de Plancius- en CED leerlijnen. We hebben de mogelijkheid om te werken volgens het vastgestelde toetsingssysteem ( Cito). Op de afdelingen A, M, B en VSO DG is dit volgsysteem in gebruik. Voor de afdeling VSO praktijkgericht onderwijs ontwikkelt Cito toetsen. De afdeling participeert in een pilot van het CITO door proeftoetsen af te nemen. 1
1. Totale uitstroom In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiële plaats bekostiging (RP*) plaatsvindt. Het gaat hier dus (nog) niet om de verblijfsduur op de onderwijskundige eenheid. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 130 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) 4 Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 126 Totaal aantal leerlingen dat de school dit 47 schooljaar heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de school dit 8 jaar verlaten heeft (RP) Aantal leerlingen dat langer dan twee jaren 35 aanwezig was op de school en de school verlaten heeft Aantal leerlingen dat korter dan twee jaren 4 aanwezig was op de school en de school verlaten heeft 2. Uitstroom van kortverblijf leerlingen In deze paragraaf worden gegevens opgenomen over kort verblijf leerlingen. Hierbij gaat het om leerlingen die op basis van plaats bekostiging geplaatst waren op de school (Residentiele Plaatsen, RP). Plaats van herkomst van de uitgestroomde leerlingen: BAO THUIS 2 SBO ANDERS SO PRO MBO 1+2 VSO DB VMBO b/k 2 MBO 3+4 VSO AGL 1 VMBO t/l 2 ARBEID VSO b/k HAVO/VWO 1 SOC WVZ VSO g/t VSO h/vso ZORG zonder onderwijs Waar zijn de leerlingen naartoe uitgestroomd? ATC Arbm. DB Actg. DB Bel.g.DB Thuis,niet lpl THUIS lpl. PRO ANDERS 2 VSO DB VMBO b/k 1 MBO 1+2 VSO AGL 1 VMBO g/t 2 MBO 3+4 1 VSO b/k HAVO/VWO 1 ARBEID VSO g/t ZORG zonder onderwijs SOC WVZ ATC Arbm. DB VSO h/vwo Bel.g. DB Actg. DB 2
Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. >130 85-99 2 Geschat 35-54 115-129 70-84 Geschat <35 100-114 55-69 Onbekend 6 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van VIQ minimaal 15 punten): 0 Hoe lang verbleven de leerlingen op de onderwijskundige eenheid voor kortverblijf? 0 tot 1 maand 1 1 tot 3 maanden 1 3 tot 6 maanden 5 6 maanden tot 1 jaar 1 1 tot 2 jaar Onbekend 3. Uitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven Hier wordt het aantal leerlingen bedoeld dat langer dan 2 schooljaren op de school verbleef, onderscheiden in einduitstroom en tussentijdse uitstroom. Onder tussentijdse uitstroom wordt verstaan leerlingen die in het VSO hebben verlaten voordat ze een van de drie leerroutes hebben afgerond en klaar waren voor de schakeling naar de vervolgbestemming Dagbesteding, Arbeid of Vervolgonderwijs. Einduitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven: a. Uitstroombestemming (UB): UB Aantal leerlingen Percentages ZORG zonder ond. THUIS niet leerpl. 1 3,3% THUIS wel leerpl. ANDERS MBO 1+2 5 16% MBO 3+4 3 9,6% HBO 1 3,3% ARBEID 1 3,3% SOC WVZ 3 9,6% Arbm. DB 6 19,4% Actg. DB 10 32,2% Bel.g. DB 1 3,3% Totaal 31 100% 3
b. Uitstroomniveau (UN, geformuleerd in 1F, 2F (VSO DG en praktijdgericht)of in citoscores (B-C afdeling) of functioneringsniveau afgemeten aan de CED leerlijnen (C afdeling) ) UN Aantal leerlingen Percentages CED2 1 3,3% E2 6 19,4% E3 3 9,6% E4 1 3,3% <1F 3 9,6% 1F 6 19,4% 2F 10 32,1% 3F 1 3,3% Totaal 31 100% c. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen >130 85-99 2 Geschat 35-54 5 115-129 70-84 8 Geschat <35 6 100-114 2 55-69 2 Onbekend 6 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van VIQ minimaal 15 punten): 3 Tussentijdse uitstroom van leerlingen die langer dan 2 schooljaren op de school verbleven: d. Uitstroombestemming: UB Aantal leerlingen Percentages VSO DB VSO AGL VSO b/k VSO g/t VSO havo/vwo PRO 1 25% VMBO b/k 2 50% VMBO g/t 1 25% HAVO/VWO ZORG zonder ond. THUIS niet leerpl. THUIS wel leerpl. ANDERS Totaal 4 100% e. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen percentages <1F 1 25% 4
1F 3 75% Totaal f. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. >130 85-99 2 Geschat 35-54 115-129 70-84 Geschat 100-114 55-69 Onbekend 2 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van VIQ minimaal 15 punten): 1 4. Uitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven Einduitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven: g. Uitstroombestemming: UB Aantal leerlingen Percentages PRO ZORG zonder ond. THUIS niet leerpl. THUIS wel leerpl. ANDERS MBO 1+2 MBO 3+4 ARBEID SOC WVZ ATC Arbm. DB 1 100% Actg. DB Bel.g. DB Totaal 1 100% h. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen Percentages E4 1 100% Totaal 1 100% 5
i. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. >130 85-99 Geschat 35-54 1 115-129 70-84 Geschat <35 100-114 55-69 Onbekend Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van VIQ minimaal 15 punten): 0 Tussentijdse uitstroom van leerlingen die korter dan 2 schooljaren op de school verbleven: j. Uitstroombestemming: UB Aantal leerlingen Percentages VSO DB VSO AGL VSO b/k 2 66,7% VSO g/t VSO havo/vwo PRO VMBO b/k VMBO g/t HAVO/VWO ZORG zonder ond. 1 33,3% THUIS niet leerpl. THUIS wel leerpl. ANDERS Totaal k. Uitstroomniveau: UN Aantal leerlingen Percentages E4 1 33,3% 1F 66,7% Totaal l. Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen. >130 85-99 Geschat 35-54 1 115-129 70-84 1 Geschat 100-114 55-69 1 Onbekend 6
Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van VIQ minimaal 15 punten): 0 5. Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP dat twee jaren voor uitstroom vastgesteld is, in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Wanneer een leerling tussentijds is uitgestroomd en dit niet het oorspronkelijke OPP was, wordt dit tweeërlei geïnterpreteerd: positief indien de uitstroom hoger is dan het oorspronkelijke OPP, negatief indien de uitstroom is naar een leerroute lager dan het OPP. Heeft een leerling de school korter dan twee jaren bezocht, dan wordt het oudste OPP bekeken. Resultaat Aantal leerlingen Percentages Lager dan OPP 1 3,3% OPP behaald 27 87,1% Hoger dan OPP 3 9,6% Totaal 31 100% 6. Analyse van de opbrengsten en de consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs In het schooljaar 2014-2015 gaat het OCR werken met schoolstandaarden voor de verschillende afdelingen. Aan deze schoolstandaarden zijn groepsstandaarden gekoppeld. De toets resultaten van de groepen worden in een groepsbespreking besproken en getoetst aan de groepsstandaarden. Eventueel wordt het lesaanbod bijgesteld. Ons lesaanbod is afgestemd op de voor de groep vastgelegde leerroute. Ons streven is dat minimaal 90% van onze leerlingen het OPP behaald. 7. Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit. Als school spannen we ons in om er voor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Na 1 oktober van ieder jaar wordt navraag gedaan bij de vervolgbestemming van de leerlingen die het jaar voor het afgelopen schooljaar plus het jaar daarvoor de school hebben verlaten. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. Sinds twee jaar vragen we middels bestendigingsfomulieren de gegevens op bij de vervolgscholen. Ook de ouders en de schoolverlaters zelf worden bevraagd naar bestendiging en de beleving bij de overgang. 7
In onderstaande tabellen staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om cohorten van voorgaande jaren. Bestendiging leerlingen 1 schooljaar geleden: Aantal Percentages schooljaar 2012-2013 Nog op de uitstroombestemming (incl. verhuizing) 21 84% Niet meer op de vervolgbestemming (incl. opstroom 4 16% qua niveau en of schooltype) Onbekend / anders Totaal 25 100% Bestendiging leerlingen 2 schooljaren geleden: Aantal Percentages schooljaar..-.. Nog op de uitstroombestemming (incl. verhuizing) 23 62% Niet meer op de vervolgbestemming (incl. opstroom 13 35% qua niveau en of schooltype ) Onbekend / anders 1 3% Totaal 37 100% 8. Analyse van de bestendiging en consequenties voor de inrichting van ons onderwijs Bij navraag blijkt dat van de leerlingen die niet meer op de uitstroomplek zitten het merendeel heeft gewisseld van opleiding. Dus de uitstroom is naar onderwijssoort gelijk gebleven aar in studierichting veranderd. Dat heeft ons doen besluiten om nog meer aandacht te gaan besteden aan studiekeuze. Middels een vast curriculum krijgen leerlingen lessen daarin. De tussentijdse uitstromers zijn nu doorgestroomd naar de te verwachten vervolgopleiding. 8