Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek: Onderzoeksplan
Inleiding In deze bijlage volgen de feedforward- en beoordelingsformulieren voor het afstudeeronderzoek. De drie opvolgende formulieren vormen een gefaseerde begeleidings- en beoordelingslijn. De fasen zijn gebaseerd op de verschillende activiteiten tijdens een onderzoeksproces (zie bv Van der Donk & Van Lanen, 2012). Algemene toelichting - De student is zelf verantwoordelijk voor de inhoud van het onderzoeksverslag; - Voor de feedforward op het onderzoeksplan en voor de beoordeling van het onderzoeksverslag gelden ontvankelijkheidseisen. Voorafgaande aan de feedforward of de beoordeling wordt gecheckt of hieraan voldaan wordt. Indien voldaan dan wordt de feedforward of de beoordeling voorgezet, niet voldaan betekent dat de feedforward of de beoordeling wordt gestaakt; - Examinatoren zijn docenten van de opleiding of van de school; - De beoordeling van het onderzoeksverslag vindt door twee door de Examencommissie ILS-HAN benoemde examinatoren onafhankelijk van elkaar plaats; - De feedforward op het onderzoeksplan en de beoordeling van het onderzoeksverslag vindt onafhankelijk van de begeleiding plaats door minimaal één van de examinatoren. Deze bijlage bestaat uit drie formulieren: a. Feedforward Onderzoeksvoorstel b. Feedforward Onderzoeksplan c. Beoordeling Onderzoeksverslag a. Feedforward onderzoeksvoorstel Basis voor de feedforward is een onderzoeksvoorstel. Dit voorstel wordt gezien als de opbrengst van het uitvoeren van de onderzoeksactiviteit oriënteren. De student krijgt een positief advies wanneer de probleemverkenning, de doelstelling(en) en mogelijke onderzoeksvragen richting geven voor het uitwerken van het onderzoeksplan. b. Feedforward onderzoeksplan Basis voor de feedforward is een onderzoeksplan. Dit plan wordt gezien als de opbrengst van het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten oriënteren, richten en plannen. Het plan wordt van een feedforward voorzien door twee examinatoren die later het onderzoeksverslag gaan beoordelen. De student krijgt een postief advies wanneer de onderzoeksopzet, in het licht van de (waar nodig aangescherpte) probleemverkenning, de doelstelling(en) en onderzoeksvraag, voldoende is uitgewerkt om het onderzoek uit te voeren. Beide examinatoren vullen gezamenlijk één feedforwardformulier in. c. Beoordeling onderzoeksverslag Basis voor deze beoordeling is het definitieve onderzoeksverslag. Dit verslag wordt gezien als het resultaat van de activiteiten zoals vermeld bij het onderzoeksplan, aangevuld met de activiteiten data verzamelen, (ontwerpen), analyseren, concluderen, rapporteren en presenteren. Spelregels cijfertoekenning: - Iedere indicator wordt becijferd met gebruikmaking van hele cijfers in een range van 1 tot 5 punten (1, 2, 3, 4 of 5 punten),
1= onvoldoende, 2= matig, 3= voldoende, 4=ruim voldoende, 5=goed, - De cesuur voor het behalen van een voldoende ligt bij 6,0 (39 van de 65 punten behaald) én alle knock-outcriteria voldaan. Specifiek voor de beoordeling van het onderzoeksverslag: De beoordeling van het onderzoeksverslag moet eerst door twee examinatoren onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd (elke examinator vult een eigen beoordelingsformulier in: formulier examinator 1, respectievelijk formulier examinator 2). Vervolgens overleggen de examinatoren over hun bevindingen en het voorlopige eindresultaat, met als doel hierin overeenstemming te vinden. Zijn zij het eens over de beoordeling dan wordt de totstandkoming van het eindcijfer verantwoord op het daartoe bestemde deel op het beoordelingsformulier van examinator 1. Bij een beoordeling die uitkomt tussen de 6,0 en de 6,5 wordt een derde examinator ingeschakeld. Deze checkt de totstandkoming van de beoordeling. Elke beoordeling wordt bekrachtigd door ondertekening door beide examinatoren op het beoordelingsformulier van examinator 1. Indien er sprake is van een derde examinator, ondertekent deze ook het beoordelingsformulier van examinator 1. De 1 e examinator controleert het geheel, verwerkt de uitkomst, communiceert de uitkomst naar de student (de student krijgt dus zowel het beoordelingsformulier van examinator 1 als 2) en draagt zorg voor archivering van de beoordelingen met toebehoren. Indien de beide onafhankelijke examinatoren na onderling overleg niet tot een eensluidende afstemming komen, wordt een derde examinator geraadpleegd. De derde examinator verstrekt uiteindelijk een bindend advies aan examinatoren. Een extra check op de totstandkoming van het oordeel bij het onderzoeksverslag vindt periodiek plaats door de Examencommissie ILS-HAN.
Feedforwardformulier onderzoeksplan Naam student: E-mailadres student: Studierichting (vak + vt/dt): Studentnummer: Naam school: Naam begeleider school: Naam begeleider ILS HAN: Naam studieloopbaanbegeleider: Naam 1 e examinator: Naam 2 e examinator: (Werk)Titel afstudeeronderzoek: Datum: Gelegenheid: Ontvankelijkheidseis: De omvang van het onderzoeksplan voldoet aan de eisen (5-8 A4) In orde / niet in orde
Voldoende Goed Feedforward Bronvermeldingen Taaleisen Ethiek Kennisdisseminatie De wijze waarop verwezen wordt naar bronnen is volgens APA-richtlijnen. Het onderzoeksvoorstel voldoet aan de taaleisen zoals deze gelden voor hboeindniveau. De student houdt zich aan de gedragscode/ eisen vanuit de wet op persoonsgegevens. Over de opzet van het onderzoek is de student een open dialoog aangegaan met betrokkenen. Student laat overwegingen van ethiek en onafhankelijkheid expliciet meewegen bij alle stappen van het onderzoek.
1.Probleemverkenning Voldoende Goed Feedforward 1.1 Aanleiding en context 1.2 Theoretisch kader: begrippen 1.3 Theoretisch kader: bespreking van perspectieven De aanleiding en context geven duidelijk aan vanuit welke handelingsverlegenheid / praktijkprobleem en context het onderzoek tot stand is gekomen. Het probleem wordt helder beschreven Met behulp van literatuur zijn de begrippen die gebruikt worden duidelijk beschreven en/of gedefinieerd. De probleemverkenning is een samenhangend logisch betoog. Er zijn relevante en actuele bronnen gebruikt om het probleem te verkennen. Mogelijke oorzaken van en oplossingsrichtingen voor het probleem worden vanuit verschillende perspectieven verkend: zowel vanuit de literatuur als vanuit de onderzoekscontext (praktijksituatie). De student maakt op basis van theorie en praktijk een onderbouwde keuze voor één van de perspectieven of een combinatie daarvan, die leidt tot de onderzoeksvragen. Er wordt minimaal één wetenschappelijk artikel gebruikt. 1.4 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag wordt onderbouwd door de probleemverkenning en doelstelling. In hoofd- en eventuele deelvragen is duidelijk naar welke informatie of inzichten wordt gezocht. Deze vragen zijn via onderzoek te beantwoorden. Eventuele deelvragen leveren noodzakelijke gegevens op voor het beantwoorden van de hoofdvraag. De deelvragen hangen onderling samen. De beschrijving is kernachtig geschreven. Diverse interpretaties van begrippen in de literatuur worden tegen elkaar afgewogen om tot een werkdefinitie te komen. De gebruikte bronnen zijn ook internationaal georiënteerd en geven inzicht in en overzicht over de diverse (toonaangevende) opvattingen ten aanzien van het probleem en mogelijke oplossingen. Theoretische- en praktijkopvattingen worden vanuit een kritische distantie besproken. Het betoog is beknopt en precies. Er worden twee of meer wetenschappelijke artikelen gebruikt. De formulering van de hoofd- en deelvragen is specifiek en eenduidig. Duidelijk is hoe de vragen in samenspraak met belanghebbenden (bijv. opdrachtgever) tot stand zijn gekomen.
2.Uitvoering van het onderzoek Voldoende Goed Feedforward 2.1 De onderzoeksgroep 2.2 Onderzoeksmethode De (selectie van) onderzoeksgroep(en) is beschreven en onderbouwd. Daarbij is aandacht voor de kenmerken van de onderzoeksgroep(en) in relatie tot de onderzoeksvraag en/of het onderzoeksdoel. De te volgen onderzoeksmethode(n) is navolgbaar beschreven en passend om de onderzoeksvraag te beantwoorden. De gemaakte keuzes in en voor de methode(n) zijn onderbouwd. 2.3 Instrumenten De in te zetten instrumenten zijn duidelijk beschreven. De student onderbouwt hoe hij een bewuste keuze heeft gemaakt uit meerdere instrumenten. De samenhang tussen de onderzoeksinstrumenten is duidelijk. 2.4 Dataverzameling De wijze waarop en de mate waarin de dataverzameling gaat plaats vinden wordt navolgbaar beschreven evenals mogelijke knelpunten in de uitvoering. Uit de beschrijving van de werkwijze van dataverzameling wordt duidelijk dat de student de gegevens systematisch en doelgericht gaat verzamelen. 2.5 Analyse van verzamelde gegevens De opzet voor data-analyse is navolgbaar beschreven en verantwoord. Uit de beschrijving van de (werkwijze van) analyse wordt duidelijk dat de student de gegevens systematisch gaat analyseren. De (selectie van) de onderzoeksgroep(en) is verantwoord vanuit criteria zoals representativiteit en betrouwbaarheid. Er is daarbij aandacht voor de beperkingen van de gekozen werkwijze. Validiteit en betrouwbaarheid van instrument(en) ten aanzien van de onderzoeksvraag zijn overtuigend en kritisch belicht. Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaarheid van de opzet worden expliciet besproken. Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaarheid van de (wijze van) analyse worden expliciet besproken.
Advies: Positief: in het onderzoeksplan is de onderzoeksopzet, in het licht van de (waar nodig aangescherpte) probleemverkenning, de doelstelling(en) en de onderzoeksvraag, voldoende uitgewerkt om het onderzoek verder uit te voeren. Negatief (zie feedforward). Toelichting Datum en paraaf Examinator 1 Datum en paraaf Examinator 2