De ontdekking van de informatieruimte

Vergelijkbare documenten
.ego. De informatieruimte. D o o r : J a a p v a n Re e s

Korte inleiding in het informatiekundig denken.

jadewerkwijze voor particuliere opdrachtgevers

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Kernachtig communiceren

Meetkunst. Les 2 Van kunst naar ruimte. Weergeven op schaal en in perspectief

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

plan facilitators Werkvorm: problemen verbinden

HUIS 20X3 - projectdocumentatie. Inzending ARC 16 - Innovatie Award

TEUNISBLOEM UDENHOUT VRIJSTAANDE VILLA

Een project, weet waar je aan begint!

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Datum: 5 september 2014

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Raamwerk offerte. Voorblad

Interieur kantoorruimte te Tubbergen

Werkplekbeveiliging in de praktijk

Inhoud. Wenken voor een evenwichtig leven 7. Over Epictetus 69. Nawoord De filosofie van de stoa 73. Bibliografische notitie 83 [5]

Introductie tot de cursus

Leergang Deelnemeradministraties

Auteurs: Martin Liebregts en Haico van Nunen

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Stadswoning Spoorpunt, Rotterdam

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

[VER]BOUWwijzer. voor het particuliere woonhuis

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl

DRAAIBOEK VERANDERING BINNENUIT. voor. van

Het beste idee van Nederland

Het beste idee van Nederland

T R A I N I N G B O O S T J O U W D R O O M B E D R I J F

Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst

ling van die eigenschap binnen het model geldt. In het bijzonder bij het wiskundig modelleren van een programma kan een eigenschap met wiskundige zeke

de krijtlijnen van de leegte

Inhoud. Introductie tot de cursus

Latijn: iets voor jou?

Analyse & Voorstel 'Terminologie Versterken'

Food for Soul Change & development

Inhoud. 11 Verkoopondersteuning. Ontdek je huis. Licht+lampen. Meubels. Kleuren. Materialen. Bakstenen en dakpannen. Stoffering. website.

Zelftraining Waarden. Herman en Ernie Beuker

Onderzoek aanpasbaar bouwen

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM

Omgevingspsychologie en ontwerpen. Boekpresentatie 8 november 2013

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Interieur jaren 30 woning

Brochure. 's-hertogenbosch van Noremborghstraat 108. Inhoud : ca. 360 m 3 Bouwjaar : 1936 Woonoppervlak : ca. 115 m 2

lesmateriaal Taalkrant

III. Schakelen tussen communciatieniveaus

Een kasteel in de buurt bezoeken

Kan ik het wel of kan ik het niet?

hoe woondromen uitkomen...

Overzicht HvA > V1 > IA 2008 /2009

Zingeving & Psychische Gezondheidszorg

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Vervolgcursus Rekenen Vierde bijeenkomst woensdag 9 april 2014 vincent jonker & monica wijers

De sociale top 2018 in Utrecht. 25 juni 2018

Interieur met potlood of met de computer tekenen?

Samen bouwen in Diepenveen

Er moet iets zijn als we inslapen we gingen liggen en sliepen in

ROUTE ROOD 1. Van klagen naar kracht

Masterclass. Business Model Canvas gebruiken bij communicatie. Een visueel hulpmiddel om de brug tussen IT en business te slaan

Meetkunst Les 4 Spelen met perspectief

verbouwing RvB KPN, Den Haag

Liefdevol kraken zetten in vastgeroeste patronen. Maak het verschil!

In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat

Functieprofiel Young Expert

Effectief feedback geven. Mart Calff, medisch psycholoog

Vervolgcursus Rekenen Vierde bijeenkomst woensdag 25 maart 2015 vincent jonker & monica wijers

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

Artikel / Parametrisch ontwerpen en rekenen. Een hype of de toekomst?

Meldpunt Discriminatie Gooi en Vechtstreek

Nieuwe huisstijl in Tubbergen

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie

Context Informatiestandaarden

Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest.

Eindexamen vwo filosofie II

Wat maakt je zo boos?

Een gebouw ontwerpen en dan.

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

math inside Model orde reductie

STICKY STORY DE NIEUWE MANIER OM EEN ELEVATOR PITCH TE MAKEN DIE BLIJFT HANGEN

UW DROOMWONING IN TIEN STAPPEN. Waar woonwensen werkelijkheid worden

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN CREATIVITEIT

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Persoonlijkheidsvragenlijst OPQ32i. > Persoonlijk rapport. Naam: de heer Piet Hollander

Feedback. Wat is feedback?

om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel

Interieurontwerp te Amsterdam

Bepaal uw toekomstige competenties

Vragenlijst persoonlijke onderhandelingsstijlen: de samenwerker, de vechter en de analyticus

M3H Werkwijzer Het bouwen

Interview Alexander Fehling over Im Labyrinth des Schweigens

Begrippenlijst Inzicht in de wereld van big data, marketing en analyse

Eerste verdieping Slaapkamer met voldoende ruimte voor een 2 persoons bed en kasten.

Juridische aspecten outsourcing onder architectuur 25 september Polo van der Putt Partner Vondst Advocaten

Avondcursus kennismaken met NLP

INTERIEUR WONEN IN DE STAD. op het water PRODUCTIE, STYLING & TEKST: EMMY VAN DANTZIG - FOTOGRAFIE: JANSJE KLAZINGA

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL

POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk. Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) GG

Transcriptie:

De ontdekking van de informatieruimte Een eerste inleiding Jaap van Rees Jaloers was ik op de bouwkundig architecten, toen ik inzag dat zij in hun plattegrond van een gebouw de cultuur van een organisatie kunnen weerspiegelen. Alternatieven voor de indeling van de fysieke ruimten op zoek naar een indeling, die past bij de cultuur van de organisatie. Het resultaat van de zoektocht, die ik daarna begon naar vergelijkbare schema's voor de inrichting van de informatievoorziening van een organisatie heeft geleid tot het begrip informatieruimte. In dit artikel vindt u naast een inleiding tot het begrip informatieruimte en de schematechniek, de achtergronden van deze nieuwe manier van denken en mogelijke toepassingen in bijvoorbeeld SOX-projecten. 1. De witte vlakken en de zwarte strepen Tijdens het bouwen van ons huis ging ik regelmatig op de bouwplaats kijken. Op een dag zag ik, tot mijn verbazing, een metselaar twee kamerhoge muren bouwen, op een plek waar ik slechts muurtjes tot kniehoogte had verwacht. Al snel bleek dat de tekeningen op dit punt niet duidelijk waren. Dat leidde tot er toe dat ik die zelfde avond nog samen met de aannemer en de architect gebogen stond over de bouwtekeningen. In die discussie viel mij op dat zij de tekening op geheel verschillende manieren bekeken. De aannemer keek naar de zwarte strepen, die staan voor de muren en vloeren die hij moest bouwen. De architect echter keek vooral naar de witte vlakken, waarmee hij had weergegeven welke ruimten hij voor ons had ontworpen. Denkend vanuit de ruimtelijke beschouwing van de architect waren de kamerhoge muren onmogelijk, een volledige vervorming van de ruimte. Hij had daarom niet eens de moeite genomen om een aanzicht te tekenen, waarin duidelijk werd dat de muurtjes slechts tot kniehoogte waren bedoeld. Deze ervaring was voor mij aanleiding om op zoek te gaan naar een vergelijkbare beschouwingswijze voor de inrichting van de informatievoorziening, want ik werd mij er van bewust dat we in de IT slechts tekeningen maken van onze bouwmaterialen, van wat er in de computer gebeurt. Voor mensen is in die tekeningen geen plaats en als we het werk van de mens wel gaan beschrijven in A.O. of procesbeschrijvingen, dan behandelen we de mensen als of zij computers zijn. 2. De fysieke ruimte ("Ruimte is lucht", zei de aannemer en hij dacht daarbij "en dat kost niks") Het begrip ruimte is ook in de fysieke wereld niet eenvoudig. Je kan een ruimte niet vastpakken. Ruimte is wat 'overblijft' tussen de bouwmaterialen waaruit het gebouw bestaat. Toch is het creëren van de geschikte ruimten de reden waarom een gebouw wordt gebouwd. Het bouwmateriaal is slechts een hulpmiddel voor het creëren van die ruimten. Ik stel voor om op deze manier ook eens te www.via-nova-architectura.org October 2006 1

kijken naar de bouwmaterialen van de IT en naar de ruimte die daartussen ontstaat. De Engelse taal kent twee woorden voor het Nederlandse woord ruimte: space en room. Space is een oneindige, niet begrensde ruimte. Room staat voor een afgesloten, begrensde ruimte, een kamer. Maar verder is er over de fysieke ruimte heel veel discussie mogelijk. Want wat doen we met een raam? Een glazen ruit begrenst de ruimte wat sommige aspecten betreft, luchtstroom e.d., maar het zicht blijft open. "Door een groot venster trek je de tuin bij de woonkamer", zegt de architect. De kast staat in de ruimte van een kamer. Waar de kast staat is geen ruimte meer, maar in de kast is er weer ruimte. Kortom over het fysieke ruimte begrip valt nog aardig door te filosoferen. Toch kunnen we er mee werken en is het een nuttig begrip. Wees dus niet verbaasd als iets dergelijks ook geldt voor het nieuwe begrip informatieruimte. Bij informatieruimte denk ik overigens meer aan het Engelse room dan aan space. Cyberspace is dan ook iets geheel anders dan het begrip informatieruimte, dat ik in dit artikel beschrijf. Essentieel voor het begrip ruimte is, denk ik, het element van bewegingsvrijheid dat het impliceert. Ruimte staat voor mogelijkheden, vrijheid, en uiteindelijk autonomie. Het hebben van ruimte betekent dat je zelf kan beslissen, bijvoorbeeld over hoe je wilt zitten. Dat lijkt meestal vanzelfsprekend, maar in de economy class in een vliegtuig en in sommige concertzalen is dat niet het geval en na verloop van tijd wordt het gebrek aan ruimte steeds knellender. Dat geldt in woon- en werksituaties, zowel fysiek als informatisch, voor andere vormen van bewegingsvrijheid, voor andere vrijheidsgraden. De architect ontwerpt de ruimten in een boeiend spanningsveld. Enerzijds willen we in de ruimten die we krijgen zo veel mogelijk vrijheid en anderzijds willen we dat de elke ruimte voldoet aan specifieke functies. Denk aan het verschil tussen een keuken en een slaapkamer. De specifieke ruimte, b.v. een keuken, moeten faciliterend zijn voor de keukenfuncties, maar tegelijkertijd zo min mogelijk invloed uitoefenen op ons gedrag, ons zoveel mogelijk vrijheid laten. Wanneer je mag koken in het huis van iemand anders loop je hier tegen aan. Door andere gewoonten en ander gedrag van de eigenaar liggen de keukengereedschappen op plaatsen waar je ze niet verwacht. Vergelijkbare ervaringen heb je wanneer je de computer van iemand anders mag gebruiken. Bij het ontwerpen van informatieruimten ontstaat een vergelijkbaar spanningsveld tussen toegespitst zijn op specifieke functies en maximale vrijheid in gedrag. 3. Het begrip informatieruimte Het ontstaan van de informatieruimte in 7 stappen. De ervaring leert dat het begrip informatieruimte het best kan worden verduidelijkt door het ontstaan ervan te beschrijven in een aantal stappen. Sommige van deze stappen hebben in werkelijkheid in de ontwikkeling van de IT plaatsgevonden. Andere stappen zijn eigenlijk paradigmaveranderingen: we beschouwen dezelfde situatie, maar op een andere manier, met een andere bril op. Ik nodig u uit mij met een open mentale instelling te volgen. Stap 1. De traditionele situatie: systeem met gebruikers Dit is de manier van beschouwen, die zich eind van de jaren zestig en begin van de jaren zeventig ontwikkelde. We waren ons er van bewust geworden, dat het bouwen van systemen niet alleen bestond uit het maken van computerprogramma's en -bestanden, maar ook de gebruiker een essentiële rol vervulde. Zonder gebruikershandleiding en opleidingen was de www.via-nova-architectura.org October 2006 2

programmatuur nutteloos. Veel gebruikers hadden toen te maken met maar één geautomatiseerd systeem. Stap 2. Gebruiker van verschillende systemen In de loop van de tijd kwamen er steeds meer systemen en ontstonden er situaties waarin gebruikers te maken hadden met verschillende systemen. Soms zelfs fysiek met twee of drie toetsenborden en beeldschermen op een werkplek. Gebruiker zijn van systeem A was echter niet helemaal hetzelfde als gebruiker zijn van systeem B. De systemen verschilden van elkaar. Niet alleen de gebruikersinterface, maar het begrippenkader, de tijdselementen, zoals afsluitperiode en actualiteit, kwamen niet overeen. De gebruikersrollen pasten niet naadloos op elkaar. Vaak is daarom een volledig geautomatiseerde koppeling niet haalbaar en de vertalende en interpreterende rol van de mens noodzakelijk. Er zit dus ruimte tussen de systemen. Stap 3. De mens in verschillende gebruikersrollen Mensen bewegen zich in de ruimte tussen de systemen. Na een inwerkperiode, zijn zij in staat om bijna ongemerkt over te schakelen van de ene gebruikersrol naar de andere. Na verloop van tijd worden die mensen zich bewust van de ruimte die zij hebben en gaan daarvan gebruik maken. Gegevens uit het ene systeem worden niet altijd op precies dezelfde manier ingevoerd in het andere systeem. De mensen, die dat doen, betrekken in de vertaling hun eigen oordeel, ervaring en belangen. Afhankelijk van de nog resterende budgetten boeken ze uitgaven op de ene of op de andere kostensoort, een kwestie van interpretatie. De organisatiecultuur dringt, juist in de informatieruimten, door in de informatievoorziening. www.via-nova-architectura.org October 2006 3

Stap 4. De ruimte tussen de systemen. We kunnen dit dus beschouwen als ruimte tussen de systemen waarin de mens zijn werk verricht. Dit is de informatieruimte. De informatische bewegingsmogelijkheden die mensen hebben tussen het beeldscherm van het ene systeem en het toetsenbord van het andere systeem. Stap 5. Mensen in hun informatieruimten Eigenlijk kunnen we de systemen beschouwen als hulpmiddelen die verbindingen tussen informatieruimten faciliteren. Een organisatie bestaat dan uit informatieruimten en verbindingen daartussen. Stap 6. De geautomatiseerde systemen "transparant" Wanneer we in ons denken de informatieruimten centraal willen stellen kunnen we in de tekening de blokken van de systemen beter vervangen door punten. Dan krijgen we beter zicht op de informatieruimten en de relaties daar tussen. Maar dan ontstaat de vraag of het www.via-nova-architectura.org October 2006 4

nog wel relevant is via welk systeem de relatie tussen twee informatieruimten wordt gerealiseerd. Het is net als met de telefoon. In de begin tijd moest je precies weten via welke centrales en lijnen de verbinding tot stand kwam. Nu weet niemand dat meer. Het gaat er om wie met wie praat. De onderliggende technologie is niet relevant in deze beschouwing. Stap 7. De feitelijke relaties tussen de informatieruimten Wat nu overblijft in onze beschouwing is een schema, waarin we zien welke informatieruimten er zijn en welke relaties er zijn tussen de informatieruimten. Voor wie in lagen denkt over de informatievoorziening zouden we kunnen zeggen dat we een laag hebben toe- of tussengevoegd aan/in de bestaande lagenmodellen. 4. De relaties tussen de informatieruimten We willen nu de relatie tussen de twee informatieruimten, geheel los van de technische realisatie, verder beschrijven. Je zou kunnen zeggen dat een persoon in informatieruimte A (IR A) de mogelijkheid heeft om in informatieruimte B te kijken. Maar ook andersom kan je zeggen dat een persoon in IR B de mogelijkheid heeft om iets aan een persoon in informatieruimte A te tonen. Kijken en tonen gaat via vensters: kijkvensters en toonvensters. De onderliggende systemen bieden de mogelijkheden om te kijken en te tonen. Persoon 1 in IR A kijkt in via kijkvenster in IR B en ziet datgene wat persoon 2 in IR B wil tonen. Een relatie tussen twee informatieruimten bestaat dus altijd uit een kijkvenster aan een kant en een toonvenster aan de andere kant. (Tussen twee IR'n kunnen meerdere relaties bestaan, zodat wederzijds kan worden getoond en gekeken.) Voor het kijken heb ik een rondje (O) als symbool gekozen. Dat staat voor een kijkgat, een vergrootglas of een verrekijker. Voor het toonvenster dacht ik in eerste instantie aan een invulformulier. Een rechthoek met drie horizontale strepen erin. Later heb ik de rechthoek weggelaten en bleven de drie horizontale streepjes over. Deze drie streepjes hebben naast het invulformulier een associatie met horizontale lamellen. En dat is, denk ik, heel essentieel. Het benadrukt dat toonvensters slechts dat laten zien wat de personen in de betreffende informatieruimte bereid zijn te tonen. De toonvensters fungeren als lamellen, die meer of minder open kunnen staan. Dit is essentieel, want hiermee komt de discussie op het gebied van de organisatiecultuur. De spanning tussen wat de personen in informatieruimte A in het kijkvensters naar informatieruimte B willen zien en wat de personen in informatieruimte B bereid zijn te tonen, raakt de kern van de relatie tussen informatievoorziening en organisatiecultuur. Het basisschema van deze theorie ziet er dus als volgt uit: www.via-nova-architectura.org October 2006 5

5. Het reële venster. Naast het kijken in andere informatieruimten kunnen personen in een informatieruimte ook kennis verwerven (beelden vormen) door zelf in de werkelijkheid waarnemingen te doen. Om deze waarnemingen te kunnen beschrijven heb ik een symbool toegevoegd. Het reële venster, dat bestaat uit een kijkvenster, dat niet is verbonden met een andere informatieruimte, maar met een oog-op-de-werkelijkheid. De psychologen en filosofen leren ons overigens dat bij het kijken naar de werkelijkheid ook sprake is van een soort lamellen, die meer of minder open staan. Sommige definities van het begrip cultuur gaan hier zelfs van uit: mensen horen tot dezelfde cultuur als zij gebeurtenissen in de werkelijkheid op dezelfde manier interpreteren. Het is dus relevant te weten met welk oog de waarneming wordt gedaan. 6. De schematechniek. Samenvattend kent de schematechniek dus de volgende symbolen: Een voorbeeld van drie informatieruimten met kijk- en toonvensters en een reëel venster. www.via-nova-architectura.org October 2006 6

7. Tijdregistratie als voorbeeld. Tijdregistratie is in veel organisaties een mooi voorbeeld van de wijze waarop informatievoorziening en organisatiecultuur in elkaar grijpen. En dus een mooi voorbeeld voor de toepassing van de theorie over informatieruimten. De chef van een afdeling wil weten hoe medewerkers hun tijd besteden. Dat klinkt in eerste instantie eenvoudig. Maar iedereen weet dat er in de praktijk "gevoeligheden'" zijn rond de tijdregistratie. We worden rechtstreeks geconfronteerd met een belangrijk element van zowel organisatiecultuur als maatschappelijke cultuur, namelijk de autonomie van medewerkers, afdelingen en individuen. De discussie over inrichting van de informatieruimten en de kijk- en toonvensters kan in een concrete situatie deze discussie in een vroeg stadium verhelderen. In bovenstaand schema zien we dat de chef en de medewerker elk hun eigen informatieruimte hebben. De tijdregistratie bestaat uit toonvensters van de medewerkers en kijkvensters van de chef. De discussie zal nu gaan over de vraag wat de chef in zijn kijkvenster wil zien en wat de medewerkers bereid zijn in hun toonvensters te tonen. Hoe ver de lamellen open zullen staan. De medewerker heeft een reëel venster. Dat zijn de waarnemingen die de medewerker zelf doet aan zijn eigen tijdbesteding. De informatieruimte van de medewerker bestaat uit de interpretatie van die waarnemingen en de wijze waarop hij dat voor de chef in het toonvenster, b.v. een tijdregistratieformulier, weer geeft. De 'informatiekundige onderhandeling' tussen de chef en de medewerkers, die uit eindelijk moet leiden tot het ontwerp van de vensters, is in feite een nadere specificatie en concretisering van de organisatiecultuur. In deze onderhandeling zou de chef kunnen beginnen met zijn wens om real-time inzicht (een televisiecamera gericht op elke medewerker) en het beginbod van de medewerker om een keer per maand op halve dagen nauwkeurig een overzicht te geven. Op dit soort punten voert een bouwkundig architect vergelijkbare en wellicht zelfs complementaire discussies: iedereen zijn eigen kamer of met z'n allen in een kantoortuin. Wordt gekozen voor de kantoortuin dan is de televisiecamera natuurlijk niet meer nodig. Dit is slechts een eerste voorbeeld. Het zal echter duidelijk zijn dat de discussie nog veel boeiender wordt wanneer we de informatieruimte van de chef van de chef er bij gaan betrekken, want dan komen er vragen als: Kijkt de chef van de chef rechtstreeks in de IR'n van de medewerkers of heeft de chef van de chef slechts een kijkvenster in de IR van de chef? Of kijkt de chef van de chef in een nieuwe informatieruimte, die de IR'n van de medewerkers en de chef omvat? 8. Ontwerpen met IR-schema's. Om te laten zien hoe ik mij het gebruik van de IR-schema's (u mag ze ook "van Rees schema's" noemen) voorstel, volgen nu drie verschillende plattegronden van de informatieruimten van een project. Eigenlijk spreken de plaatjes voor zich, zoals de plattegronden van een gebouw. Drie verschillende opvattingen over de samenwerking tussen de verschillende functies in een project. Van een sterk individuele, bureaucratische www.via-nova-architectura.org October 2006 7

projectcultuur in Plattegrond 1 tot een open, op gemeenschappelijke beeldvorming gerichte, projectcultuur in Plattegrond 3. Plattegrond 1. De bureaucratische projectcultuur Plattegrond 2. Bestruring door een projectbureau. www.via-nova-architectura.org October 2006 8

Plattegrond 3. Het project als een team. De verschillende opvattingen over de projectcultuur leiden tot verschillen in informatievoorziening en dus tot verschillen in de indeling in en de onderlinge relaties tussen de informatieruimten. Het zal intuïtief duidelijk zijn dat een projectmanagementsysteem dat voor opvatting 1 is gemaakt in de omgeving van opvatting 3 als hinderlijk zal worden ervaren en andersom. 9. Het mensbeeld achter de theorie over informatieruimten. In de discussies, die ik de afgelopen jaren over deze inzichten heb gevoerd is mij duidelijk geworden dat ik zelf impliciet een aantal aannames had gemaakt. Om te beginnen is er de stap van systeem-centrisch denken naar mens-centrisch denken. Het mens-centrisch denken is een noodzakelijk verandering van gezichtshoek om de informatievoorziening te kunnen inrichten met de mensen en de menselijke maat als uitgangspunt. Maar binnen het menscentrisch denken blijken er nog veel verschillende opvattingen mogelijk. In zijn boek "The inmates are running the asylum" maakt Allan Cooper onderscheid tussen de Homo Sapiens en de Homo Logicus. De laatste staat voor de typische IT-er, die de neiging heeft om mensen te behandelen als of het computers zijn. De volgende denkfout is typerend voor de Homo Logicus, die ieder IT-er, in meer of mindere mate, in zich heeft. Zodra je de waarde en mogelijkheden van het concept Informatieruimte ziet en je zelf je eerste schema hebt getekend, ontstaat de neiging om het algoritme, of het proces, binnen die informatieruimte in detail te beschrijven. Je wilt immers dat het allemaal consistent wordt. Alle toonvensters moeten logisch, volgens een algoritme, kunnen worden afgeleid uit kijkvensters en reële vensters. Dit nu is een denkfout, die in feite haaks staat op het ruimte-aspect van de informatieruimte. Een informatieruimte is faciliterend. Het ontwerpen van informatieruimten verhoudt zich tot het beschrijven van de processen, die in die ruimte worden uitgevoerd, zoals het ontwerpen van een keuken zich verhoudt tot het schrijven van een kookboek. Natuurlijk moet de ontwerper van een keuken een goed beeld hebben van wat koken is en wat daarvoor nodig is. Deze inzichten bereikt men eerder door goed naar de koks te luisteren en hen tijdens hun werk zorgvuldig waar te nemen, dan - soms zonder zelf ooit te hebben gekookt - een nieuw kookboek te schrijven. Uiteindelijk heb ik gemerkt dat de theorie over informatieruimten, die ik probeer te ontwikkelen gebaseerd is op en wordt geïnspireerd door een mensbeeld. Daarover zou een afzonderlijk artikel of zelfs een boek kunnen worden www.via-nova-architectura.org October 2006 9

geschreven. Hier wil ik volstaan met een puntsgewijze opsomming die hoop ik voldoet voor uw eerste beeldvorming. Het mensbeeld achter de theorie over informatieruimten bevat de volgende elementen: elk mens is uniek en wil als zodanig worden behandeld mensen streven naar een niveau van autonomie, dat zij zelf kunnen bepalen en hen in staat stelt zichzelf te zijn mensen vormen beelden. Die beelden vormen de basis voor hun handelen die beelden worden gevormd door het bewust, maar vooral ook onbewust combineren van aanwezige beelden (ervaringen), eigen waarnemingen en ontvangen gegevens (kijkvensters) de beelden die mensen vormen hebben een analoog karakter. Waarnemingen en gegevens worden aangevuld tot een complex, analoog totaalbeeld. ook de gegevens die mensen produceren (toonvensters) zijn gebaseerd op en vereenvoudigingen en selecties van beelden die zij hebben gevormd mensen en computers zijn op deze punten zo verschillend, dat elke vergelijking van een mens met een computer, hoe impliciet ook, bij mensen leidt tot vervreemding en ontkoppeling van de resultaten van het werk mensen kunnen slechts dan optimaal presteren wanneer zij zicht hebben op het doel van hun werk en binnen de gemaakte afspraken, doelen en middelen naar eigen inzicht mogen combineren mensen hebben recht op erkenning van hun beperkte voorstellingsvermogen kennis van mensen ontstaat in belangrijke mate uit falsificatie-processen. Rechtstreekse onmiddellijke terugkoppeling is daarom essentieel voor het functioneren. om zich zelf te kunnen zijn, hebben mensen, als informatieverwerkers, behoefte aan en recht op ruimte, informatieruimte, interpretatieruimte Ik word mij er steeds meer van bewust dat dit mensbeeld ook ten grondslag ligt aan mijn intuïtieve weerstand tegen de praktijk van het procesdenken en het rigide volgen van methoden: De methode doet het niet! 10. Informatieruimten en SOX. Als ik CEO was van een beursgenoteerd bedrijf en onder de nieuwe regels van de Sarbanes- Oxley wetgeving in de VS mijn handtekening zou moeten zetten onder de jaarstukken, dan zou ik een overzicht willen hebben van de interpretatiestappen, die liggen tussen de waarnemingen van feitelijke processen en de geconsolideerde rapporten, die ik moest ondertekenen. Ik zou zo een goed beeld willen krijgen van de interpretatiemogelijkheden en van de personen in wie ik, door het zetten van die handtekening, impliciet mijn vertrouwen uitspreek. De geautomatiseerde systemen worden getest en zijn omgeven met al of niet geprogrammeerde controles, maar tussen de systemen... daar zitten medewerkers met allerlei belangen en creatieve ideeën over het omgaan met budgetten en rapportages. Vooral als hun beloning daarvan afhankelijk is. Tussen de systemen zitten de informatieruimten. Maar informatieruimte is interpretatieruimte en informatieruimte is dus ook manipulatieruimte. Via welke tussenstappen, informatieruimten, vorm ik eigenlijk mijn beeld van de werkelijke processen in mijn organisatie? Uit ervaring weet ik dat veel CEO's zullen schrikken als zij het complexe schema gepresenteerd krijgen van informatieruimten, waardoor hun jaarstukken uiteindelijk worden voortgebracht. Geen reden natuurlijk om zo'n schema niet te presenteren. 11. Verdere interessante discussies rond informatieruimten. Dit artikel is bedoeld als eerste inleiding ter kennismaking met het begrip en de manier van denken. Voor wie geïnteresseerd is geraakt in het onderwerp, maar het gevoel heeft dat het nog niet helemaal duidelijk is, heb ik een, op ervaring gebaseerd, advies: Zelf doen! Niet www.via-nova-architectura.org October 2006 10

beginnen met theorie maar eerst een paar plaatjes tekenen. Zoals de bouwkundig architect begint met een plattegrond zonder het ruimte begrip uit te leggen. "Als dit de omtrek van het huis is, dan zou ik hier de woonkamer,... hier de slaapkamers en de badkamer willen maken...en hier de keuken..." En de eerste schets van een mogelijke indeling van de ruimten staat op papier. Zo moet u ook omgaan met de eerste schetsen van de informatieruimten. Gewoon beginnen. Daaruit ontstaat het begrip en daarna zult u ontdekken dat er nog veel meer vragen zijn en dus behoefte aan theoretische ontwikkeling. Op www.informatieruimte.nl staan nog andere voorbeelden en een lijst met antwoorden op Veel Voorkomende Vragen, die tot nu toe werden gesteld. Maar er zijn ook nog veel interessante onderwerpen te verkennen, zoals: het aanzicht van een informatieruimte. Informatieruimten kunnen andere informatieruimten bevatten. Een organisatie als geheel is voor een klant een informatieruimte. Voor veel organisaties heeft de website de rol gekregen die vroeger de voorgevel van het gebouw had: de eerste indruk voor een klant. Een website wordt tegenwoordig opgezet als een portaal, de ingang van de informatieruimte. Maar ook op het niveau van een individuele medewerker bestaat de behoefte om iets van de eigen identiteit te laten zien. Zoals dat in een kantoor gebeurt (of gebeurde) met foto's, posters e.d. op de werkplek. Systemen als Skype bieden de mogelijkheid om een soort individueel portaal te maken en aan degene die jou wil bellen iets van je zelf te laten zien. Dit zal zich verder ontwikkelen en op deze manier ontstaat er een geheel van geneste informatieruimten. Van de organisatie als geheel tot de individuele medewerker, met elk hun eigen portaal. Men zou kunnen zeggen dat een informatieruimte op deze manier een aanzicht krijgt, naast de kijk- en toonvensters. de kwaliteit van de inrichting van informatieruimten. Een ander gebied waarop nog heel veel onderzoek en ontwikkeling kan plaatsvinden is het gebied van de kwaliteit van de inrichting van de informatieruimten. In navolging van Chistopher Alexander, die met vele anderen een patroontaal ontwikkelde voor de inrichting van fysieke ruimten, van wereldschaal tot kinderkamer, moet wij op zoek naar patronen, inrichtingsprincipes, die wij kunnen gebruiken om informatieruimten zo in te richten dat zij als menswaardig, levend, worden ervaren. Op www.informatieruimte.nl en www.jaapvanrees.nl vindt u een eerste aanzet voor deze patronen. 12. De terminologie. Tot slot een paar opmerkingen over de terminologie. In november 1980 introduceerde ik, bij de oprichting van mijn adviesbureau, de term Informatiekunde. Informatiekunde was eigenlijk een verkorte term voor Informatiesysteembouwkunde, de bouwkunde van informatiesystemen. Informatiekunde, zo was toen mijn betoog, verhoudt zich tot informatica (IT) zoals de diëtiste zich verhoudt tot de horeca, de verkeerskunde zich verhoudt tot de autotechniek of de bouwkundig architect (Bouwkundig ingenieur) zich verhoudt tot de constructeur (Civiel ingenieur). Binnen twee jaar nadat ik met de term Informatiekunde was begonnen kon ik als toehoorder in een zaal een avond bijwonen met sprekers die kwamen uitleggen wat informatiekunde was. Tot mijn verbazing deden zij allen pogingen om het binnen het domein van de informatica te plaatsen, zoals "de theoretische grondslagen van informatica". De term informatiekunde was niet langer onderscheidend. Sommigen beschouwen het nu zelfs als een synoniem voor informatica of IT, verwijzend naar synoniemen als fysica en natuurkunde. Omstreeks 1992 begon ik de term Informatie-architect te gebruiken, in een nieuwe poging om het vakgebied, waarin de mens centraal staat, te onderscheiden van de IT. "Onderscheid architecten en aannemers!" was toen mijn betoog. Tien jaar later werd de term architect in de IT vooral gebruikt voor het werkterrein van de aannemer / constructeur en was ik de eerste die besloot die titel niet langer te gebruiken. In het licht van de theorie, die in dit artikel is gepresenteerd, wil ik een nieuwe poging doen om het vakgebied Informatiekunde te definiëren vooral om het te onderscheiden van IT (informatica). www.via-nova-architectura.org October 2006 11

Informatiekunde is: Het vakgebied dat zich bezig houdt met het inrichten van de informatieruimten van een organisatie, vanaf de relaties met externe informatieruimten tot de gedetailleerde vormgeving en persoonlijke aanpassing van de informatieruimten van medewerkers, gebruikmakend van de mogelijkheden van informatietechnologie Het woord informatieruimte bestond al in de Nederlandse taal. Ik heb lang getwijfeld of ik dat woord kon gebruiken. Uiteindelijk besloot ik dat wel te doen. De belangrijkste overweging was dat de bestaande betekenis, een ruimte waarin men informatie kan vinden over b.v. het natuurgebied De Biesbos, eigenlijk heel dicht ligt bij wat ik er mee bedoel. Men kan zich fysiek bewegen tussen de informatiedragers die staan uitgestald en een eigen beeldvormen van het onderwerp. Het alternatief was een volledig nieuw woord, bijvoorbeeld infostiva. La stiva is in het Italiaans het ruim van een schip. Dat zou toch ook even moeten wennen. Ik houd het voorlopig maar op informatieruimte, maar de ervaring leert dat de IT-wereld in Nederland creatief is in het vervormen van de betekenis, vooral als het commercieel interessant blijkt. (Hoofdstelling van Van Rees: De IT-wereld in Nederland heeft een oneindige capaciteit om elke poging om een nieuwe manier van denken te introduceren zodanig te vervormen dat het in hun oude denkpatroon past). U kunt binnenkort dus op andere plaatsen vernemen dat Informatieruimte een ander, meer mensvriendelijk woord is voor: database, datawarehouse, cubus, informatiesysteem, website, het internet...de mens staat immers centraal. Jaap van Rees Adviesbureau van Rees jaanvanrees@euronet.nl www.via-nova-architectura.org October 2006 12