Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland
Inhoudsopgave MEDEWERKERS IN BEELD... 3 PERSONEELSBESTAND... 3 FORMATIE EN LEEFTIJD... 3 LEEFTIJDSOPBOUW... 4 VERHOUDING MANNEN/VROUWEN... 4 WELZIJN... 5 MOBILITEIT... 6 PERSONEELSBEHEER... 7 FUNCTIONERINGSGESPREKKEN... 7 DIVERSE ONDERWERPEN... 8 OPLEIDINGEN... 8 ZIEKTEVERZUIM... 8 ARBO... 8 ORGANISATIE EN FUNCTIEHUIS... 9 ONDERNEMINGSRAAD... 9 TELEWERKEN... 9 2
MEDEWERKERS IN BEELD Personeelsbestand Personeelsbestand 120 Aantal medewerkers 100 80 60 40 20 0 Fulltimers Parttimers MDWH In is het personeelsbestand van de Milieudienst West-Holland gegroeid. De belangrijkste reden hiervoor was de toetreding van Kaag en Braassem. Eind had de Milieudienst in totaal 111 medewerkers in dienst waarvan 65,7% in deeltijd werkzaam is. De verhouding tussen mannen en vrouwen binnen de Milieudienst is bijna gelijk (52% tegenover 48%). Formatie en leeftijd Formatie en leeftijd 100,0 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 Fte Gem. leeftijd De omvang van de Milieudienst is, zoals eerder genoemd, gegroeid door de toetreding van Kaag en Braassem. In fte s steeg de Milieudienst naar 99,1fte ten opzichte van 93,2 fte in. De gemiddelde leeftijd steeg van 42,9 jaar in naar 43,4 in. Vanaf is de gemiddelde leeftijd bijna constant gebleven. 3
Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 45 40 Aantal medewerkers 35 30 25 20 15 10 5 0 <35 35-44 45-54 >55 De stijging in het aantal medewerker is te verklaren door de toetreding van Kaag en Braassem. De stijging in de categorieën 45-54 en >55 is groter dan de jongere categorieën. Dit is een aandachtspunt voor de komende jaren. Verhouding mannen/vrouwen Verhouding mannen/vrouwen 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Mannen Vrouwen De verhouding tussen mannen en vrouwen binnen de Milieudienst is de afgelopen jaren vrijwel gelijk gebleven. Opmerkelijk is het aantal vrouwen in de hogere functies. Vier van de vijf leidinggevende posities zijn bezet door vrouwen. 4
WELZIJN Het welzijn van de medewerkers stond ook in hoog op de agenda. Zo neemt de helft van de medewerkers deel aan het fitnessprogramma bij een sportschool. Iedere medewerker mag per week één uur onder werktijd sporten. Om het onderlinge contact te bevorderen is ervoor gekozen gezamenlijk te sporten. Hiervoor zijn twee mogelijkheden per week. Buiten het bovengenoemde uur mogen alle deelnemers in eigen tijd onbeperkt gebruik maken van de sportfaciliteiten. De deelname aan het fitnessprogramma in lag hoger, namelijk 53%. Deze lichte daling is te verklaren doordat een aantal medewerkers zich heeft afgemeld vanwege langdurige revalidatieactiviteiten. In is door vier medewerkers (drie mannen en één vrouw) gebruik gemaakt van de regeling Ouderschapsverlof. De Milieudienst beschikt ook over een feestcommissie. In was er grote afwisseling in de aangeboden activiteiten. Het enthousiasme voor de activiteiten is groot. 5
MOBILITEIT Mobiliteit 60 Aantal medewerkers 50 40 30 20 10 0 Instroom Uitstroom Doorstroom Mobiliteit % De mobiliteit binnen een organisatie wordt beschouwd als de graadmeter voor de gezondheid van een organisatie op het gebied van ontplooiing en kennisoverdracht. De totale in-, door- en uitstroom bij de Milieudienst ligt op 26,1%. Het percentage is vooral hoog door het aantal mensen die zijn ingestroomd als gevolg van de eerder genoemde groei. In totaal zijn twee medewerkers doorgestroomd naar een andere functie. Bij één collega gaat het om een andere functie binnen dezelfde afdeling, de andere collega is benoemd op een andere afdeling. 6
PERSONEELSBEHEER Functioneringsgesprekken Gevoerde functioneringsgesprekken 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Milieudienst West-Holland Het voeren van jaarlijkse functionering- en beoordelingsgesprekken met alle medewerkers is een belangrijke P&O instrument. De Milieudienst streeft ernaar om met iedere medewerker jaarlijks een functioneringsgesprek te voeren. Bovenstaande tabel geeft het percentage gevoerde functioneringsgesprekken aan. Dit jaar is het percentage aanzienlijk gestegen wat betreft het voorgaande jaar en is uitgekomen op 75%. In vergelijking met was er meer rust en meer tijd voor het voeren van de functioneringsgesprekken. 7
DIVERSE ONDERWERPEN Opleidingen Met ingang van is het opleidingsniveau vastgesteld op 3% van de salarislasten. Bij de afsluiting van het jaar bleek de werkelijkheid niet hoger dan 2,2% te zijn. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn ziekte, uitval en annulering van cursussen bij te weinig aanmeldingen of een tijdsgebrek. Alle wensen voor opleidingen zijn gehonoreerd. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim binnen de Milieudienst is al jaren laag. In vergelijking met was er bovendien sprake van een lichte daling van 4,21% naar 4,17%. In was één persoon langdurig ziek. Een beperkt aantal collega s was enkele maanden ziek bijvoorbeeld door rugklachten of door een operatie. In geen enkel geval was er sprake van arbeidsgerelateerd langdurig verzuim. Ook de gemiddelde verzuimduur is nagenoeg gelijk aan en bedroeg in ongeveer 4,6 dagen. Ziektecijfers 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Ziekteverzuim (%) Meldingsfrequentie (aantal) Arbo Alle werkplekken zijn conform de Arbo-normen ingericht. In hebben er meerdere werkplekonderzoeken plaatsgevonden. De reden hiervoor zijn vaak klachten en/of ziekteverzuim. 8
Organisatie en functiehuis Het functiehuis is in gegroeid. In kende het functiehuis 33 functies, in zijn dit er 39. Zo heeft bijvoorbeeld de afdeling Leefmilieu er twee coördinerende functies bij gekregen. Dit vanwege de grootte van de afdeling. Verder zijn er bij de afdeling Bedrijfsbureau en Bodem ook nieuwe functies ontstaan. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad bestond in uit drie medewerkers. De eventuele toetreding van de provincie Zuid-Holland is een veel besproken onderwerp door de Ondernemingsraad. De Ondernemingsraad heeft vanwege deze toekomstplannen een commissie opgericht. Enkele andere belangrijke onderwerpen besproken door de Ondernemingsraad zijn: de Wabo, een nieuwe Arbodienst, het verzuimprotocol en de ontwikkeling van de afdeling Bedrijven. Verder heeft de Ondernemingsraad op diverse onderwerpen instemming gegeven, voorbeelden hiervan zijn: instemming op programma van eisen betreft de nieuwe arbodienst en het opleidingsplan voor 2010. Telewerken Medewerkers van de Milieudienst beschikken allemaal over een eigen werkplek. Hier is bewust voor gekozen. Dit wil niet zeggen dat er geen mogelijkheden zijn om thuis te werken. Met toestemming van de leidinggevende kunnen de medewerkers in de gelegenheid worden gesteld om thuis te werken. Op dit moment hebben negentig medewerkers toestemming. Dit is gelijk aan circa 75% van het personeelsbestand. Iedereen kan wel zonder toestemming thuis via webmail zijn mail inzien. 9