(Meerjaren)begroting , Waterschap Peel en Maasvallei - 2 -

Vergelijkbare documenten
(Meerjaren)begroting onderweg naar morgen

(meerjaren)begroting

Rapport: Rapport: (meerjaren)begroting bouwen aan morgen * *

(Meerjaren)begroting Zeg wat je doet en doe wat je zegt

Toetsingskader Rechtmatigheid 2013 Waterschap Peel en Maasvallei

WET HOF EN MOGELIJKHEDEN RESERVE-INZET

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

ARCHIEF i.a.a. uw kenmerk: ons kenmerk: uw brief van: datum: 7 september 2010 verzonden: Aan de leden van het algemeen bestuur

Nota Reserves en Voorzieningen

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Toelichting begroting 2014

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Onderwerp: Meerjarenraming en ontwerpbegroting 2017 WBL

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

TARIEVENNOTA november 2018

2e wijziging programmabegroting

Portefeuillehouder: J. de Hoon. Datum: 28 april Vergaderingnummer: Agendapunt: Voorstel

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 8 november 2016

Hoofdstuk 4: Begroting naar kosten- en opbrengstensoorten

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Financiële begroting 2016

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Memo van het College van B&W

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Toelichting begroting 2015

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Voorbereiding begroting oktober 2015

Kaders Financieel gezond Brummen

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

B2014/u186 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder W. Stegeman M.J.L.A. Langeslag- Linssen Opsteller/indiener

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

: Nieuw belastingstelsel

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

BIEO Begroting in één oogopslag

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

(pagina 3) (pagina 6)

Voorstel aan algemeen bestuur

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

PROGRAMMABEGROTING

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Voorstel raad en raadsbesluit

Samenwerking/fusie. Waterschap Vallei & Eem en. Waterschap Veluwe. Steenbokstraat 10 Postbus AC Apeldoorn [T] (055) [F] (055) 527

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

UITGANGSPUNTEN BEGROTING

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

Illllll Hill II I! 11 III III

Financiële begroting 2015 samengevat

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf

Analyse schuldpositie gemeente Bloemendaal. * * Bedrijfsvoering. Leden van de gemeenteraad Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Jaarrekening/-verslag Zeg wat je doet en doe wat je zegt

Nota reserves en voorzieningen

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Voorstel aan het AB * * Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/ Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015

Formulier ten behoeve van het indienen van vragen als bedoeld in artikel 4.27 van het Reglement van Orde VV en commissies Delfland

PROGRAMMABEGROTING

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Themaraad financiën 3 april

Kerngegevens (boekwerk pagina 14, website pagina 4)

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

BEGROTING 2017 PRESENTATIE

Voorstel raad en raadsbesluit

Programma 10. Financiën

Voorstel raad en raadsbesluit

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Transcriptie:

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 2 -

Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 1 Aanbieding van de begroting 2013... 9 1.1 Bestuurlijke samenvatting... 9 1.2 Financiële samenvatting... 12 2 Begroting 2013 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie... 24 2.1 Begroting 2013 naar kosten- en opbrengstensoorten... 24 2.2 Waterschapsbelastingen... 33 2.3 Weerstandsvermogen... 41 2.4 Financieringsparagraaf... 45 2.5 Risicoparagraaf... 47 3 Programma Waterkering... 53 3.1 Wat willen we bereiken?... 53 3.2 Wat gaan we ervoor doen?... 55 3.3 Wat mag het kosten?... 61 4 Programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik... 64 4.1 Wat willen we bereiken?... 64 4.2 Wat gaan we ervoor doen?... 70 4.3 Wat mag het kosten?... 79 5 Programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen... 82 5.1 Wat willen we bereiken?... 82 5.2 Wat gaan we ervoor doen?... 87 5.3 Wat mag het kosten?... 92 6 Programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid... 94 6.1 Wat willen we bereiken?... 94 6.2 Wat gaan we ervoor doen?... 98 6.3 Wat mag het kosten?... 102 7 Programma Bedrijfsvoering... 105 7.1 Wat willen we bereiken?... 105 7.2 Wat gaan we ervoor doen?... 106 7.3 Wat mag het kosten?... 113 8 Programma concern- / administratieve posten... 116 9 Meerjaren investeringsprogramma 2013-2017... 121 9.1 Inleiding... 121 9.2 Investeringsprojecten in het watersysteem en de waterkering... 121 9.3 Investeringen 2013-2017... 122 10 Overige paragrafen begroting 2013... 127 10.1 Verbonden partijen... 127 10.2 Uitgangspunten en normen... 127 10.3 EMU-saldo... 128 10.4 Kostentoerekening... 130 Bijlagen... 133 (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 3 -

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 4 -

Leeswijzer Voor u ligt de meerjarenbegroting 2013-2017 van Waterschap Peel en Maasvallei. Deze begroting is opgesteld conform de in de Voorjaarsnota 2012 geschetste kaders, uitgangspunten en inhoudelijke ontwikkelingen. Samenvatting In hoofdstuk 1 vindt u onze visie op deze begroting en de meerjarenraming. Verder geven wij u samengevat inzicht in de financiële situatie van ons waterschap. Begroting 2013 naar kosten en opbrengsten In hoofdstuk 2 brengen wij, conform de wettelijke voorschriften, de begroting naar kostensoorten en de vermogenspositie van het waterschap in beeld. Het hoofdstuk eindigt met een aantal risico s, dat wij op ons af zien komen. Begroting 2013 naar programma s In de hoofdstukken 3 tot en met 7 geven wij per programma weer waar ons waterschap inhoudelijk voor staat en welke projecten en producten wij in 2013 gaan leveren. Ieder hoofdstuk is op dezelfde wijze opgebouwd. Als eerste schetsen wij een beeld van wat wij als waterschap willen bereiken. U vindt de opgave waarvoor wij staan, het effect dat wij maatschappelijk gezien willen bereiken en de doelen die wij nastreven. Vervolgens geven wij aan, binnen welke kaders wij moeten werken en welke concrete beleidsvoornemens, projecten en producten wij in 2013 willen gaan uitvoeren. Tot slot maken wij inzichtelijk welke kosten gepaard gaan met de uitvoering van ons werk en geven wij inzicht in de meerjarige kostenontwikkeling die wij verwachten. Op deze manier krijgt u een transparant beeld van de wijze waarop en de middelen waarmee wij onze doelen realiseren. Het programma opgenomen in hoofdstuk 8 geeft alle lasten en baten van het waterschap weer, die niet direct in verband kunnen worden gebracht met de programma s beschreven in hoofdstuk 3 tot en met 7. Investeringsprogramma Per programma is een overzicht opgenomen van de geplande investeringen in de periode 2013-2017. Wij hebben een groot aantal projecten onder handen om onze waterkeringen en ons watersysteem op orde te brengen. In dit hoofdstuk zijn alle investeringen opgenomen in de begroting nog eens samengevat. Verplichte paragrafen Hoofdstuk 10 bevat diverse paragrafen die volgens wettelijke voorschriften in de begroting opgenomen moeten worden en die nog niet in eerdere hoofdstukken aan de orde zijn gekomen. Bijlagen Tot slot is er nog een aantal (wettelijk verplichte) bijlagen opgenomen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 5 -

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 6 -

Aanbieding van de begroting 2013 (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 7 -

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 8 -

1 Aanbieding van de begroting 2013 Waterschap Peel en Maasvallei is waterautoriteit in Noord- en Midden-Limburg. Samen met partners brengen wij, via Nieuw Limburgs Peil, balans in het vasthouden en afvoeren van water, saneren en herinrichten wij beken, keren wij Maashoogwater en zuiveren wij afvalwater. Ook in 2013 vertaalt ons waterschap deze missie weer in tal van maatregelen. Welke dat zijn en welke financiële gevolgen ze hebben, kunt u lezen in deze (meerjaren)begroting. 1.1 Bestuurlijke samenvatting Inleiding In de aanloop naar de begroting 2012 hebben bestuur en ambtelijke organisatie een koers afgesproken die enerzijds moet leiden tot een krachtige waterschapsorganisatie met ruimte voor innovatie en ontwikkeling en anderzijds tot een gematigde toename van de lastendruk voor onze ingezetenen. Om die hoofddoelen te bereiken en onze waterschapsfinanciën structureel op orde te houden, hebben we met elkaar een duidelijke strategie afgesproken. Een strategie die ook stabiliteit en continuïteit waarborgt in een tijd dat ontwikkelingen zich in hoog tempo opvolgen. Een strategie die werkt! Wij zijn dan ook zeer verheugd u een solide (meerjaren)begroting te kunnen voorleggen, die ons inziens leidt tot een zeer gematigde lastenontwikkeling; die past in deze tijd met economische tegenspoed; die maatschappelijk en politiek-bestuurlijk verantwoord is; die recht doet aan de uitgangspunten van het Bestuursakkoord Water; en die past binnen de afgesproken koers en begrotingsdiscipline. Koers meerjarenraming 2013-2017 In 2011 hebben bestuur en ambtelijke organisatie veel energie gestoken in het voorbereidingsproces van de (meerjaren)begroting, hetgeen geresulteerd heeft in een (meerjaren)begroting met een zoveel mogelijk gematigde lastenstijging voor onze burger. Ook in 2012 is die lijn doorgetrokken. We hebben ons doel onder andere bereikt door: het voeren van een bestuurlijke (taken)discussie; de introductie van een drietrapsraket voor matiging van de kostenontwikkeling bestaande uit een drietal maatregelen te weten: 1. het oormerken van de bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) als investering en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten ten laste van de exploitatie te brengen; 2. het compenseren van dat deel in de gematigde stijging van de watersysteemheffing als gevolg van de HWBP-bijdrage. Dit willen we realiseren door het zo veel als mogelijk inverdienen in de afvalwaterketen (opdracht voor het waterschapsbedrijf en de samenwerkende partijen in de (afval)waterketen); 3. het niet in de begroting opnemen van budgetten voor nieuw beleid. Eventueel benodigde begrotingsruimte en claims voor nieuw beleid, moeten op basis van een businesscase eerst hard worden gemaakt. De benodigde ruimte zoeken we vervolgens eerst binnen de bestaande waterschapsbegroting. Daarnaast hebben we als organisatie de opdracht op ons genomen met concrete ombuigingen te komen. Dat heeft geresulteerd in een drietal vastgestelde besparings-/ombuigingspakketten, die een nadere (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 9 -

uitwerking en aanvulling zijn op de drietrapsraket. Pakket 1 hebben we ingezet om de tarieven meerjarig gematigd te laten stijgen. Pakket 2 zetten we in om ruimte te maken voor nieuw beleid en ontwikkeling van onze taak (nieuw voor oud) zonder dat een en ander leidt tot extra kosten voor de waterschapsbegroting en daarmee voor de burgers. Pakket 3 hebben we ingezet om vermogen vrij te maken. Met de voorgaande maatregelen slagen we er ons inziens in invulling te geven aan de uitgangspunten van het Bestuursakkoord Water. Tegelijkertijd blijven we op een verantwoorde wijze onze taken uitvoeren en vergroten we daar waar mogelijk en noodzakelijk onze slag- en daadkracht. Nieuw beleid Op grond van de reeds gerealiseerde ombuigingen/bezuinigingen in 2012 is in de voorliggende begroting rekening gehouden met een post voor structurele taakontwikkeling van 400.000 (0,7% van het begrotingstotaal). Deze post leidt niet tot extra kosten voor de waterschapsbegroting en dus voor de ingezetenen. Voor incidentele taakontwikkeling is zo n 247.000 (0,4% van het begrotingstotaal) beschikbaar. Met deze ruimte voor nieuw beleid kunnen we invulling geven aan innovatie en ontwikkeling om een krachtig waterschap te blijven dat ontwikkelingen het hoofd kan bieden. De afweging over invulling van die ruimte is aan uw bestuur waarbij u wordt ondersteund door businesscases die wij u in een integraal af te wegen kader zullen aanbieden. Daarom hebben de beschreven ontwikkelingen die in deze begroting in verband worden gebracht met de post nieuw beleid, op dit moment niet meer dan de status van een wens of denkrichting. Er zijn hiervoor nog geen budgetten geraamd. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) Om de eurocrisis te beteugelen, zijn eind 2011 de Europese afspraken voor beheersing van de EMU-saldi (voor financieringstekort en schuld van de overheid) aangescherpt. Deze afspraken eisen dat het kabinet verdergaande afspraken maakt met medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) over de beheersing van het Nederlandse EMU-saldo en deze in regelgeving vastlegt. De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) gaat deze regels bevatten. De laatste stand van zaken is dat het kabinet een dezer dagen het wetsvoorstel gaat indienen bij de Tweede Kamer. De Wet Hof zal geen betrekking hebben op 2013. Mede omdat de prognoses 2013 van de Nederland B.V. voor 2013 geen aanleiding geven tot vrees voor overschrijding van de Europese afspraken. In 2013 kan wel ervaring worden opgedaan met het beheersmechanisme zoals vastgelegd in de wet. Het dilemma in de hele casus blijft dat de afspraken over beheersing van het EMU-saldo op een ander verantwoordingsstelsel (kasstelsel) zijn gebaseerd dan de decentrale overheden wettelijk verplicht hanteren (lasten en batenstelsel). Het feit dat we een solide financieel beleid voeren, de afgelopen jaren ons investeringsvolume in het watersysteem hebben teruggebracht en onze begroting op basis van het lasten en batenstelsel structureel op orde hebben gebracht zonder inzet van reserves, levert een zeer grote bijdrage aan het binnen de individuele referentiewaarde blijven van ons waterschap. Het volgen van het geadviseerde scenario, uitgewerkt in deze begroting, zorgt ervoor dat we die situatie voorlopig handhaven en dat het EMU-saldo over de jaren bezien redelijk constant is. Op grond van het voorgaande verwachten we daarom dat we voorlopig geen aanvullende maatregelen hoeven te nemen. We blijven de ontwikkelingen natuurlijk op de voet volgen. Beperkte kostengroei 2013 Door het solide financiële beleid is de toename van de bruto exploitatiekosten 2013 ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012 beperkt tot 2,22%. Overigens wordt hiervan zo n 0,55% veroorzaakt door (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 10 -

het opvoeren van een aantal nieuwe incidentele posten, waardoor de werkelijke stijging van structurele budgetten ten opzichte van 2012 eerder uitkomt op bijna 1,7%. We hebben in de begroting de stijging van de btw niet doorgerekend in de btw gevoelige exploitatie- en/of investeringsbudgetten. Gematigde toename lastendruk 2013 en verder In het Bestuursakkoord Water is de wens uitgesproken om de lokale lasten gematigd te laten stijgen zonder exact aan te geven wat onder gematigd wordt verstaan. Gelet op de opdracht waarvoor de waterschappen aan de lat staan en de te realiseren besparingen in de afvalwaterketen zijn landelijke afspraken gemaakt over wat een gematigde lastenontwikkeling is. Die afspraken komen er voor de waterschappen op neer dat de totale belastingopbrengsten (watersysteem- en zuiveringsheffing) in de periode 2010 t/m 2020 niet meer dan 2,7% per jaar (exclusief inflatie) mogen stijgen. Op basis van de voorliggende begroting en ons voorstel stijgt het totale belastingvolume in 2013 met in totaal 1,9% ten opzichte van 2012. Hiermee blijven we ruim binnen de afspraak. In aanvulling hierop willen we er voor uw beeldvorming nog op wijzen dat stijging van het belastingvolume niet hetzelfde is als tarief- of lastendrukstijging. In termen van lastenverzwaring in euro s, volgens de uitgewerkte rekenvoorbeelden in hoofdstuk 2, gaat een huishouden tussen de 0,11 minder (één- en meerpersoonshuishouden, huurder) en de 0,88 meer (meerpersoonshuishouden, eigen woning 250.000) op jaarbasis betalen. De bedrijfskosten van een agrarisch bedrijf (25 hectare, waarde bedrijfsruimte 500.000 met 3 vervuilingswaarden) daalt in het rekenvoorbeeld met afgerond 88. Voor eenzelfde agrarisch bedrijf met 40 hectare daalt de lastendruk met zo n 141. Hierbij zijn we in alle voorbeelden uitgegaan van 3 vervuilingseenheden. Door met name het tariefsbeleid ten aanzien van de zuiveringsheffing, blijft de wijziging van de lastendruk onder de lijn zoals voorspeld in de voorjaarnota 2012. Binnen de categorie ongebouwd is er door verruiming van de tariefsdifferentiatie wegen en overig ongebouwd, bovendien nog sprake van een extra gunstig effect voor grondeigenaren die vallen onder de categorie overig ongebouwd zoals bijvoorbeeld agrarische bedrijven met landbouwgronden. Voorstel Gelet op voortzetting van de afgesproken koers en het voeren van een verantwoord strategisch financieel beleid van ons waterschap, stellen wij voor de voorliggende begroting overeenkomstig ons voorstel vast te stellen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 11 -

1.2 Financiële samenvatting 1.2.1 De meerjarenraming 2013-2017 De meerjarenraming is de belangrijkste indicator om inzicht te krijgen in hoe de ontwikkeling in de jaren (trend) is van de structurele lasten ten opzichte van de structurele baten (de meerjarige Verlies- en Winstrekening). Niet meer en niet minder. De nauwkeurigheid dient daarom gerelativeerd te worden. De wetgever schrijft voor dat er sprake moet zijn van een structureel sluitende meerjarenraming (structurele exploitatielasten = structurele exploitatiebaten) en, als dat niet zo is, moeten we aangeven hoe we denken het evenwicht te herstellen. De provincie heeft in dit verband een toezichthoudende taak. Voorjaarsnota 2012 Op basis van de gemaakte afspraken en uitgezette financiële koers bij de Begroting 2012 en de Voorjaarsnota 2012 kwamen we tot de volgende ontwikkeling van het belastingvolume. Voor de duidelijkheid: met belastingvolume wordt niet bedoeld het tarief. Het belastingvolume is onderdeel van het dekkingsplan van de begroting dat uiteindelijk leidt tot een bepaald belastingtarief om de dekking van de begroting te waarborgen. Ontwikkeling structureel te dekken kosten 2012-2016/belastingvolume (x 1.000) 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Zuiveringstaak 28.206 28.496 28.790 29.087 29.401 p.m. % stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar -0,14% 1,03% 1,03% 1,03% 1,08% p.m. Watersysteemtaak 23.935 24.612 25.285 26.300 26.932 p.m. % stijging watersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar 7,95% 2,83% 2,73% 4,01% 2,40% p.m. Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2011-2016 52.141 53.108 54.075 55.387 56.333 p.m. % stijging t.o.v. voorgaande jaar 3,42% 1,85% 1,82% 2,43% 1,71% p.m. Op grond van de Meerjarenbegroting 2012-2016 en de Voorjaarsnota 2012 hebben we aangegeven dat het totale belastingvolume voor 2013 zou stijgen met ongeveer 1,85%. Dit ligt ruim binnen de marge die op grond van het Bestuursakkoord door de Unie van Waterschappen is aangegeven. Van een gematigde stijging is sprake wanneer over de periode 2010-2020 de totale belastingomvang met maximaal 2,7% (exclusief inflatie!) gemiddeld per jaar is gestegen. We zagen echter dat voor met name de watersysteemtaak de percentages van jaar tot jaar verschillen. In de paragrafen hierna gaan we verder in op de ontwikkelingen naar taak. Zuiveringstaak Uw bestuur heeft bij de behandeling van de ontwerpbegroting van het Waterschapsbedrijf Limburg (juni 2012) aangegeven dat u zich kunt vinden in de uitgangspunten van het financiële beleid die wij hanteren als het gaat om de zuiveringsheffing. Die uitgangpunten zijn: aan het einde van de planperiode (2022) een structureel kostendekkend zuiveringstarief; aan het einde van de planperiode zo min mogelijk reserves en gedurende de planperiode alleen reserves opbouwen om het tarief gelijkmatig te kunnen laten stijgen over de jaren; een gematigde stijging van de zuiveringsheffing om de kostenstijging van het watersysteem te compenseren. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 12 -

Onze inzet is het tarief voor de zuiveringsheffing tot en met 2015 gelijk te houden aan het tarief 2012. Uitgaande van een structureel sluitende begroting op de zuiveringstaak in 2022 zal het belastingvolume van 28,3 miljoen in 2015, naar afgerond 31 miljoen in 2022 moeten stijgen. Met de inzet van een tariefsegalisatiereserve zouden we dat met een jaarlijkse stijging van het belastingsvolume van afgerond 1,4% per jaar kunnen bereiken. De stijging is hiermee lager dan wanneer we het belastingvolume met het jaarlijkse inflatie zouden ophogen. Alle uitgewerkte scenario s die hierna volgen zijn gebaseerd op een gelijkblijvend zuiveringstarief 2012-2015 met een beperkte stijging in de jaren daarna. Om dat ook op basis van de juridische financiële grondslag voor bepaling van de belastingomvang mogelijk te maken, nemen wij voor het jaar 2013 (afgerond 1,793 miljoen) en 2014 ( 1,376 miljoen) een uitgavenpost Kosten taakontwikkeling zuiveringsbeheer op. Deze post is geoormerkt en niet feitelijk in te zetten en dient alleen om de afgesproken lijn met betrekking tot de zuiveringstarieven mogelijk te maken. Op basis van de jaarrekening zal de niet gebruikte ruimte via resultaatbestemming in een bestemmingsreserve tariefsegalisatie zuiveringsheffing worden gestort. Bijkomend effect is dat, in de jaren waarin naar verwachting nog uitdrukkelijk de focus zal liggen op beheersing van het EMU-saldo (2013 en 2014), deze lijn een positieve bijdrage levert aan beheersing van het EMU-saldo van ons waterschap (en ook alle waterschappen). Hiermee wordt de kans op mogelijke sancties verkleind. Watersysteemtaak Als wij goed geluisterd hebben naar uw algemeen bestuur bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2012, heeft uw algemeen bestuur ons dagelijks bestuur een verzoek gedaan. Namelijk om te zoeken naar een scenario waarbij er sprake is van een meer evenwichtigere groei van het belastingvolume met betrekking tot de watersysteemheffing. Op grond daarvan willen wij u een tweetal scenario s voorleggen. Uitgangspunt is en blijft dat we aan het eind van de meerjarenperiode de structurele lasten ook structureel afgedekt zijn door structurele baten. Scenario I Structurele kosten te dekken uit belastingvolume (x 1.000) 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Zuiveringstaak 28.206 28.438 28.376 28.302 28.693 29.090 % stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar 0,82% -0,22% -0,26% 1,38% 1,38% Watersysteemtaak 23.935 24.638 25.362 26.107 26.874 27.665 % stijging watersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar 2,94% 2,94% 2,94% 2,94% 2,94% Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2012-2017 52.141 53.076 53.738 54.409 55.567 56.755 % stijging t.o.v. voorgaande jaar 1,79% 1,25% 1,25% 2,13% 2,14% Opgenomen posten watersysteemtaak in scenario I 2013 2014 2015 2016 2017 Nieuw beleid watersysteem Incidentele taakontwikkeling watersysteem 165 165 165 165 165 Structurele taakontwikkeling watersysteem 426 286 280 89 84 Ontwikkeling belastingvolume Belastingvolume zuiveringsheffing 28.438 28.376 28.302 28.693 29.090 Belastingvolume watersysteemheffing 24.638 25.362 26.107 26.874 27.665 Dit scenario is feitelijk het uitgevlakte scenario zoals opgenomen in de voorjaarsnota. Bij de voorjaarsnota hadden we echter 2017 nog niet in beeld en dus hadden we voor dat betreffende jaar nog geen rekenkundige referentie. Om dit scenario te kunnen realiseren, hanteren we de post structurele (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 13 -

taakontwikkeling watersysteem (post nieuw beleid ) als aansluitingspost en is vrijgemaakte ruimte impliciet ten goede gekomen van het belastingvolume 2017. In dit scenario fluctueert de post structurele taakontwikkeling watersysteem erg sterk (van 400.000 in 2013 tot 84.000 in 2017). Dit bemoeilijkt de beleidsmatige en financiële sturing, omdat een stuk continuïteit of stabiliteit ontbreekt. Dit vraagt extra aandacht en inzet om in control te blijven. Scenario II We sloten bij het vorige scenario af met de stelling dat de omvang van het budget voor structurele taakontwikkeling watersysteem geen continuïteit of stabiliteit biedt. Daarnaast doet scenario I ons inziens niet volledig recht aan de afgesproken koers en begrotingsdiscipline. Een groot gedeelte van de gecreëerde ruimte voor nieuw beleid (ombuigingenpakket II) is in scenario I impliciet ten gunste gekomen van het belastingvolume watersysteemheffing 2017. We hadden namelijk - zoals eerder benoemd - nog geen referentiekader voor 2017. Om duidelijkheid te scheppen voor onze organisatie en recht te doen aan de gemaakte afspraken ( nieuw voor oud o.b.v. pakket II ombuigingen) stellen wij daarom voor het volgende scenario te volgen. Mede met het oog op innovatie en ontwikkeling, zonder dat dit leidt tot extra maatschappelijke kosten. Structurele kosten te dekken uit belastingvolume (x 1.000) 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Zuiveringstaak 28.206 28.438 28.376 28.302 28.693 29.090 % stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar 0,82% -0,22% -0,26% 1,38% 1,38% Watersysteemtaak 23.935 24.694 25.478 26.286 27.120 27.981 % stijging watersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar 3,17% 3,17% 3,17% 3,17% 3,17% Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2012-2017 52.141 53.132 53.854 54.588 55.813 57.071 % stijging t.o.v. voorgaande jaar 1,90% 1,36% 1,36% 2,24% 2,25% Opgenomen posten watersysteemtaak Scenario II 2013 2014 2015 2016 2017 Stelposten Nieuw beleid Incidentele taakontwikkeling watersysteem 247 167 224 100 165 Structurele taakontwikkeling watersysteem 400 400 400 400 400 Ontwikkeling belastingvolume Belastingvolume zuiveringsheffing 28.438 28.376 28.302 28.693 29.090 Belastingvolume watersysteemheffing 24.694 25.478 26.286 27.120 27.981 Zoals eerder aangegeven, is het opstellen van een meerjarenbegroting geen exacte wetenschap en kan de dynamiek groot zijn. Vandaar dat we van jaar tot jaar blijven toetsen of de gekozen strategie nog wel aansluit bij de werkelijkheid of wat maatschappelijk gewenst is. Wij zijn van mening dat we met scenario II een scenario in handen hebben dat leidt tot een lastenontwikkeling: die past in deze tijd met economische tegenwind; die maatschappelijk en politiek-bestuurlijk verantwoord is; die recht doet aan het uitgangspunt van het Bestuursakkoord Water; die past binnen de afgesproken koers en begrotingsdiscipline. Voorstel dagelijks bestuur: Het voorgaande in overweging genomen, stelt ons dagelijks bestuur voor in te stemmen met scenario II. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 14 -

Gelet op het voorstel van ons dagelijks bestuur en praktische redenen, vormt scenario II de basis voor de verdere uitwerking van deze begroting. Meerjarenbegroting 2013-2017 De afgelopen periode hebben we op basis van de meest recente ontwikkelingen de meerjarenraming opnieuw opgebouwd en aangepast. De meerjarenraming is geen statisch instrument maar een dynamisch instrument. De dynamiek kan door allerlei ontwikkelingen groot zijn waardoor aanpassing of bijsturing van het strategisch financieel beleid gewenst of zelfs noodzakelijk is. Uitgaande van het voorstel van ons dagelijks bestuur om uit te gaan van scenario II, ziet de actuele meerjarenraming er uit als volgt: Meerjarenraming (x 1.000) Raming Raming Raming Raming Raming Raming Raming (incl. wijz) 2012 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Lasten Programma Waterkering Programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen 2.870 3.051 2.963 3.245 3.524 3.845 4.106 14.095 14.313 14.259 14.578 14.802 15.204 15.444 30.703 30.693 29.013 29.543 31.694 32.629 33.177 Programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid 5.126 5.085 4.905 4.969 5.042 5.119 5.208 Programma Bedrijfsvoering (*) 0 0 0 0 0 0 0 Programma Concern-/administratieve posten 2.503 2.579 5.386 4.967 3.722 3.675 3.790 Totaal lasten (A) 55.297 55.721 56.526 57.302 58.784 60.472 61.725 Baten Programma Waterkering 0 0 0 0 0 0 0 Programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik 425 575 532 532 532 532 532 Programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen 50 50 50 50 50 50 50 Programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid 138 199 303 303 303 303 303 Programma Bedrijfsvoering (*) 0 0 0 0 0 0 0 Programma Concern-/administratieve posten (exclusief belastingen 2.304 2.568 2.145 2.183 2.505 2.537 2.547 jaar x) Totaal baten (B) 2.917 3.392 3.030 3.068 3.390 3.422 3.432 Te dekken kosten/saldi meerjarenraming (A-B) 52.380 52.329 53.496 54.234 55.394 57.050 58.293 Waarvan: Te dekken kosten zuiveringstaak 28.206 28.206 28.438 28.376 28.762 29.602 30.084 Te dekken kosten watersysteemtaak 24.174 24.123 25.058 25.858 26.632 27.448 28.209 Dekking: Dekking uit specifieke bestemmingsreserves 239 188 364 380 806 1.237 1.222 Dekking uit bestemmingsreserve tariefsegalisatie 0 0 0 0 0 0 0 Dekking uit belastingen 52.141 52.141 53.132 53.854 54.588 55.813 57.071 Totaal 52.380 52.329 53.496 54.234 55.394 57.050 58.293 (*) = de bruto lasten en baten van het programma Bedrijfsvoering maken, via een doorverdeling naar de overige programma s, al onderdeel uit van de gepresenteerde kosten per programma. Wanneer deze afzonderlijk vermeld zouden worden, is er sprake van een dubbeltelling. In de meerjarenraming is rekening gehouden met de uitgezette koers en gemaakte begrotingsafspraken bij de behandeling van de Begroting 2012. In de meerjarenraming hebben wij gerekend met een loon- en prijsontwikkeling van 2%. Deze inschatting vormt een risico in de meerjarenraming. Geen rekening hebben wij gehouden met groei van het accres of met verhoging van budgetten vanwege de stijging van de btw per 1 oktober 2012. De opgenomen budgetten voor nieuw beleid zijn vrijgemaakt binnen de bestaande waterschapsbudgetten (o.a. ombuigingspakket II) en leiden niet tot extra lasten voor de waterschapsbegroting. Een en ander in lijn met de gemaakte afspraken. Daarnaast hebben wij wel rekening gehouden met de meerjarige lasten van het investeringsplan voor zowel de afschrijvingslasten als de financieringslasten. Hierin begrepen: een investeringsvolume van 3 miljoen (netto) per jaar in projecten watersystemen om de dekking van die investeringen te garanderen en gelijkmatig door te berekenen in de tarieven; de te betalen jaarlijkse bijdrage aan de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), die we aanmerken als een jaarlijkse investering. De bijdrage van ons waterschap aan (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 15 -

het HWBP is het gevolg van het gesloten Bestuursakkoord Water. Een en ander om de Rijksbegroting structureel met 181 miljoen te verlichten. In onze meerjarenraming is rekening gehouden met een bijdrage 2011-2013 van 1,85 miljoen, 2014 2,99 miljoen oplopend tot jaarlijks 4,13 miljoen met ingang van 2015. Met ingang van 2017 hebben wij rekening houden met de invoering van een eigen projectgebonden bijdrage waardoor het bedrag volgens onze huidige berekeningen oploopt tot zo n 5,3 miljoen. De te dekken kosten in de periode 2013-2017 lopen op van 52,4 miljoen in 2012, naar 58,3 miljoen in 2017 (+ 5,9 miljoen = +11,6%). Dit is een gemiddelde stijging over vijf jaar van zo n 2,25% per jaar. Dit is op basis van het huidig inzicht. De te dekken structurele lasten nemen volgens ons op basis van voortschrijdend inzicht en risico s eerder toe dan af. Het strategisch financieel beleid dient daarom periodiek heroverwogen te worden. Te dekken kosten uit belastingen Om de begroting structureel sluitend te houden zou het totale belastingvolume in ons gebied van 52,1 miljoen in 2012, moeten stijgen naar 57,1 miljoen in 2017. Dit een stijging van 5 miljoen over een periode van vijf jaren. De stijging van de lastendruk in ons gebied zou hiermee uitkomen op gemiddeld zo n 1,9%. Afgezet tegen de landelijke opvatting over wat een gematigde stijging is (2,7% gemiddeld per jaar exclusief inflatie en btw-correctie) voldoen we ruimschoots aan het verwachtingspatroon. De uitsplitsing van de structureel te dekken kosten vanaf 2013 naar taak, gecorrigeerd voor de incidentele kosten in de exploitatie die we uit de reserves halen (2013 364.000), is als volgt: Structurele kosten te dekken uit belastingvolume (x 1.000) 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Zuiveringstaak 28.206 28.438 28.376 28.302 28.693 29.090 % stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar 0,82% -0,22% -0,26% 1,38% 1,38% Watersysteemtaak 23.935 24.694 25.478 26.286 27.120 27.981 % stijging watersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar 3,17% 3,17% 3,17% 3,17% 3,17% Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2012-2017 52.141 53.132 53.854 54.588 55.813 57.071 % stijging t.o.v. voorgaande jaar 1,90% 1,36% 1,36% 2,24% 2,25% Om de begroting structureel sluitend te houden in 2013, zou het totale belastingvolume 2013 (watersysteem- en zuiveringsheffing) met 1,9% moeten stijgen. De stijging van de totale lastendruk in ons gebied is lager, omdat met name de stijging van het belastingvolume van de zuiveringstaak wordt gecompenseerd door een stijging van het aantal vervuilingseenheden, waardoor het belastingtarief zuiveringsheffing hetzelfde blijft. Omdat gegeven het Bestuursakkoord de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing niet los van elkaar gezien moeten worden (als ook andere heffingen in de afvalwaterketen), is er ons inziens sprake van een gematigde stijging van de lastendruk in ons gebied voor zover die door onszelf direct beïnvloedbaar is. Binnen de scope van de huidige meerjarentermijn voldoen we hiermee aan het uitgangspunt van het Bestuursakkoord Water. De kosten die we structureel dekken uit het belastingvolume van de zuiveringsheffing stijgen met 0,82% ten opzichte van 2012. Dit komt doordat wij op basis van de afgesproken verdeelsleutel met Waterschap Roer en Overmaas (verhouding vervuilingseenheden) meer kosten van het Waterschapsbedrijf voor onze rekening krijgen. Hier staat tegenover dat het aantal vervuilingseenheden hoger is dan we tot op heden hebben aangenomen, hetgeen gunstig is voor de berekening van het tarief zuiveringsheffing per (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 16 -

vervuilingseenheid. Rekening houdend met een gelijkblijvend tarief voor de zuiveringsheffing in de periode 2012-2015, is het nodig om vanaf 2016 het belastingvolume jaarlijks met zo n 1,4% te verhogen. Dit om de begroting van de zuiveringstaak op termijn (2022) sluitend te houden. Om de begroting van de watersysteemheffing op termijn structureel sluitend te houden (scenario II) is het nodig om het belastingvolume van de watersysteemheffing jaarlijks met 3,17% te laten stijgen vanaf 2013. 1.2.2 Dekkingsplan 2013-2017 Waterzuiveringstaak Wij stellen voor het belastingvolume van de zuiveringsheffing 2013 te verhogen van 28.206.197 in 2012 naar 28.437.937 in 2013, een stijging van 0,82%. De structurele lasten en baten zijn zo in evenwicht. Watersysteemtaak In 2011 en 2012 heeft uw algemeen bestuur een solide financiële basis gelegd voor de ambitie en taakuitvoering van het waterschap. Om deze lijn door te trekken stellen wij voor het belastingvolume voor de watersysteemtaak met 3,17% te laten groeien van 23.934.635 in 2012 naar 24.694.024 in 2013. Hierdoor blijft onze begroting structureel in evenwicht. Samenvatting dekkingsvoorstel begroting 2013 Op grond van het voorgaande stellen wij voor: het belastingvolume 2013 voor de zuiveringsheffing vast te stellen op 28.437.937; het belastingvolume 2013 voor de watersysteemheffing vast te stellen op 24.694.024; de resterende nog niet gedekte incidentele kosten watersysteem ( 364.479), te halen uit de specifiek daarvoor gevormde bestemmingsreserves. Het totale belastingvolume 2013 (zuiverings- en watersysteemheffing) komt hiermee op 53.131.961. Wat dit betekent voor de tarieven en voor de belastingdruk, is uitgewerkt in paragraaf 2.2 Waterschapsbelastingen. 1.2.3 De begroting van kosten- en opbrengstensoorten 2013 Kostensoorten: de lasten (x 1.000) Rekening Begroting Begroting Begroting (incl. wijz) 2011 2012 2012 2013 Cat. Lasten 41 Totaal rente en afschrijvingen 5.739 7.095 7.050 7.162 42 Totaal personeelslasten 12.565 12.562 12.375 12.940 43 Totaal goederen en diensten derden 12.060 6.500 6.847 7.131 43a Totaal goederen en diensten WBL en BsGW 28.575 28.300 28.239 27.793 44 Totaal bijdrage aan derden 1.940 81 94 91 45 Totaal toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien 987 757 1.116 1.409 Totaal Lasten 61.866 55.295 55.721 56.526 (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 17 -

Opbrengstsoorten: de baten (x 1.000) Cat. Baten Rekening Begroting Begroting Begroting (incl. wijz) 2011 2012 2012 2013 81 Totaal financiële baten 1.785 594 858 673 82 Totaal personele baten 90 0 0 0 83 Totaal goederen en diensten aan derden 683 475 686 747 84 Totaal bijdragen van derden 895 0 0 0 85 Totaal waterschapsbelastingen 51.663 52.170 52.170 52.851 86 Totaal interne verrekeningen 1.985 1.817 1.819 1.891 Totaal Baten 57.101 55.056 55.533 56.162 Saldo baten minus lasten/te dekken kosten -4.765-239 -188-364 Dekking uit specifieke bestemmingsreserves 239 188 364 De totale lasten 2013 stijgen ten opzichte van de (primitieve) begroting 2012 met 1.231.000 (2,22%). De stijging is beperkt en is tot stand gekomen door: een stijging van de kapitaallasten ( 67.000) als gevolg van uitvoering van het investeringsplan. Inbegrepen het opvoeren van de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2013; een stijging van de totale personeelslasten met in totaal 378.000, waarvan 138.000 als gevolg van maatregelen in de bedrijfsvoering. Die kosten brengen we, via resultaatbestemming, ten laste van de bestemmingsreserve bedrijfsvoering en berekenen we dus niet door in de tarieven. De resterende stijging, naast een ombuiging, is vooral het gevolg van de indexering met 2% van de personeelslasten (afgerond 250.000) overeenkomstig de Voorjaarsnota 2012; een stijging van de kosten van goederen en diensten geleverd door derden met 631.000. Een bedrag van 120.000 heeft betrekking op de regulier doorgerekende prijsinflatie 2013 (2%). De overige stijging is voornamelijk het gevolg van wijziging van de geldstroom naar Intertek (laboratorium). Deze verliep tot op heden, vanwege het privatiseringscontract met Intertek, via de begroting van en bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. In 2013 loopt het contract af en gaan die kosten onderdeel uitmaken van onze eigen budgetten. Rekening houdende met de ombuigingen stijgen de kosten hierdoor met 375.000. Daarnaast stijgt de vergoeding ( 39.000) die waterschappen aan gemeenten betalen om gebruik te maken van Woz-gegevens ten behoeve van de aanslagoplegging. Ook is het budget voor ICT-beheer op basis van het vastgestelde informatiebeleid in 2009 met een laatste tranche verhoogd met 69.000. De overige budgetten stijgen per saldo met 28.000. Een en ander binnen de bestaande budgetten; een daling van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf vanwege een andere financieringsstroom ten aanzien van het laboratorium Intertek (was 400.000). Deze daling wordt deels gecompenseerd door een stijging van de bijdrage doordat we op basis van de afgesproken verdeelsleutel tussen Waterschap Roer en Overmaas en ons waterschap (verhouding vervuilingseenheden), relatief meer moeten gaan bijdragen. De structurele bijdrage aan de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) zal ook in 2013 verder dalen ten opzichte van de primitieve begroting 2012. Vanwege de verwachte toetreding van een achttal gemeenten per 1 januari 2013 houden we rekening met een daling van 197.000. Tezamen met de stijging van de bijdrage door verhoudingsgewijze toename van ons aandeel in het Waterschapsbedrijf Limburg komt de totale daling uit op zo n 507.000; op grond van de afgesproken financiële koers en begrotingsdiscipline introduceren we een tweetal nieuwe begrotingsposten te weten de posten incidentele taakontwikkeling watersysteem en structurele taakontwikkeling watersysteem. Deze posten hebben de omvang van de gerealiseerde ombuigingen ten behoeve van nieuw beleid medio 2012. Op basis van het (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 18 -

voorgaande bedragen deze posten 247.000 respectievelijk 400.000. Pas wanneer het algemeen bestuur een besluit over de inzet van deze posten neemt, gaan we de budgetten vrijgegeven; overige per saldo een stijging van 15.000. De totale baten 2013, exclusief belastingvolume 2013, zijn met 113.000 gestegen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012 ten gevolge van: de hogere bespaarde rente eigen financieringsmiddelen ( 78.000 voordeel) vanwege het meer ter beschikking hebben van eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen); het (her)invoeren van de legesverordening waardoor de inkomsten met 150.000 jaarlijks hoger zijn (voordeel); het vervallen van de vergoeding ( 43.000 nadeel) voor opname van peilen ten behoeve van de Provincie; de verhoging van het kwijtscheldingsbedrag/oninbaarheid belastingheffing 2013 met 310.000 (nadeel) op grond van de ervaringen van de afgelopen jaren; extra inkomsten (2013-2018) vanwege te ontvangen entreegelden 165.000 van nieuwe toetreders tot de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen; de verhoging baten vanwege te activeren kosten met 74.000 als gevolg van de kosten (inclusief overhead) die we kunnen doorberekenen ten laste van de te verwachten subsidies en watersysteemprojecten. Een en ander overeenkomstig de bestaande gedragslijn. Voor meer gedetailleerde cijfers met toelichting verwijzen we naar het hoofdstuk van de kostensoorten. Begroting 2013 naar kostensoort 0% 2% 13% 23% 49% 13% Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten derden Bijdrage aan Waterschapsbedrijf Limburg en BsGW Bijdrage aan derden Toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 19 -

0% Procentuele verdeling lasten programma's 2013 10% 5% 9% 25% 51% Programma Waterkering Programma watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen Programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid Programma bedrijfsvoering Programma concernposten/administratieve posten 1.2.4 Vermogenspositie Weerstandsvermogen In juli 2005 heeft uw bestuur de nota Reserves en voorzieningen vastgesteld. In deze nota zijn normen opgenomen voor de hoogte van onze algemene reserves. De algemene reserves worden geacht aan de maat te zijn, wanneer deze een omvang hebben van minimaal 5% en maximaal 10% van de structurele netto kosten van een taak. Het streefniveau is 7,5%. Op basis van de begroting 2013 bedraagt het percentage van het weerstandsvermogen afgezet tegen de structurele kosten van de watersysteemtaak 7,59% en die van de zuiveringstaak 7,92%. Het eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves) bedraagt per einde 2013 circa 11,3 miljoen op een verwacht balanstotaal van ongeveer 68 miljoen (16,6% van het verwachte balanstotaal). 1.2.5 Conclusie ten aanzien van de financiële positie De financiële positie moet in samenhang worden gezien met de ontwikkeling van structurele lasten en baten (meerjarenraming), de vermogenspositie en de mogelijkheden tot kostenbeheersing in relatie tot taakuitvoering. De meerjarenraming is de belangrijkste indicator. De meerjarenraming is een prognose van de meerjarige Verlies- en Winstrekening. Een exploitatie die structureel op orde is, is de beste garantie voor de continuïteit (ook in politiek bestuurlijke zin) van een overheidsbedrijf. Een structureel sluitende meerjarenraming en het eventueel nemen van maatregelen om het evenwicht te herstellen, worden onderschreven/geëist door de wetgever. Enerzijds vanwege het streven naar een structureel financieel gezonde overheid, anderzijds vanwege het nakomen van afspraken op Europees niveau (Economische en Monetaire Unie (EMU)). We verwachten dat invoering van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) ons niet dwingt tot het nemen van extra maatregelen. Uit de analyse van de meerjarenraming maken wij op dat we onze kosten, voor zover door ons zelf beïnvloedbaar, beheersen en dat de totale lastendrukstijging voor de inwoners in ons gebied de komende jaren gematigd is. Als maatstaf hanteren we dan de landelijke opvatting dat gematigd inhoud, dat de stijging van het totale belastingvolume in de periode 2010-2020 niet meer bedraagt dan gemiddeld 2,7% per jaar exclusief inflatie. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 20 -

Met het doorvoeren van een pakket ombuigingen/bezuinigingen waarmee we in 2012 zijn gestart, is de totale lastenontwikkeling in de komende jaren beperkt. De uitgezette koers om nieuw beleid te bekostigen uit besparingen door herziening van oud beleid levert hieraan een positieve bijdrage. Tezamen met de overige maatregelen, die we treffen om een krachtige waterautoriteit te blijven, zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet en is er een solide financiële basis om onze taken en ambitie uit te voeren. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 21 -

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 22 -

Begroting 2013 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 23 -

2 Begroting 2013 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie 2.1 Begroting 2013 naar kosten- en opbrengstensoorten Kostensoorten (de lasten) Rekening 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 (incl wijzigingen) Begroting 2013 Categorie Lasten ( ) ( ) ( ) ( ) 41 Rente en afschrijvingen 4101 Externe rentelasten 1.194.033 2.250.175 1.850.175 2.179.319 4102 Interne rentelasten 986.628 554.327 817.527 632.653 4103 Afschrijvingen van activa 3.558.729 4.290.825 4.382.394 4.350.232 Totaal 5.739.389 7.095.327 7.050.096 7.162.204 42 Personeelslasten 4201 Salarissen huidige personeel en bestuurders 8.874.903 9.349.281 9.253.651 9.380.794 4201 Salarissen team dijkverbetering 0 211.298 211.298 202.955 4202 Bedrijfsvoeringsmaatregelen 0 0 0 115.585 4202 Sociale lasten 1.900.225 1.808.753 1.789.627 1.816.542 4202 Sociale lasten team dijkverbetering 0 41.916 41.916 39.512 4202 Bedrijfsvoeringsmaatregelen 0 0 0 22.709 Totaal Totaal 4204 Overige personeelslasten 630.231 640.809 565.809 599.149 4205 Personeel van derden 1.041.464 128.000 130.500 130.750 4206 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders 118.016 138.000 138.000 138.000 Structurele loon- en prijsontwikkeling 2012 (2%) 0 244.306 244.306 244.306 Structurele loon- en prijsontwikkeling 2013 (2%) 0 0 0 249.747 12.564.839 12.562.363 12.375.107 12.940.049 43 Goederen en diensten van derden 4301 Duurzame gebruiksgoederen 510.286 432.083 481.083 418.083 4302 Overige gebruiks- en verbruiksgoederen 309.855 426.835 363.835 358.489 4303 Energie 489.515 379.948 442.948 380.948 4304 Huur en pachten 486.935 474.388 486.388 491.388 4307 Verzekeringen 156.034 165.811 172.811 167.711 4308 Belastingen 41.859 61.785 61.785 47.285 4309 Onderhoud door derden 6.438.018 1.758.675 1.905.479 1.870.109 4310 Overige diensten door derden 3.627.415 2.554.968 2.686.683 3.151.103 Prijsontwikkeling tm 2011 0 119.822 119.822 0 Prijsontwikkeling 2012 0 125.851 125.851 125.851 Prijsontwikkeling 2013 0 0 0 119.822 12.059.917 6.500.166 6.846.685 7.130.789 43a Waterschapsbedrijf Limburg en Belastingsamenwerking BsGW 4310a Bijdrage Waterschapsbedrijf 26.275.939 26.338.091 26.338.091 24.235.475 4310a Kosten taakontwikkeling zuiveringsbeheer 0 0 0 1.792.990 4310b Verevening kosten WBL met Ws Roer en Overmaas 215.366 0 0 0 4310c Bijdrage Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen 2.083.535 1.961.509 1.900.832 1.764.593 Totaal 28.574.840 28.299.600 28.238.923 27.793.058 44 Bijdrage aan derden 4402 Aan overheden 1.923.794 54.000 54.000 60.500 4403 Aan overigen 15.873 27.000 39.500 30.250 Totaal 1.939.667 81.000 93.500 90.750 45 Toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien 4501 Aan voorzieningen 986.650 536.000 536.000 536.000 4502 Onvoorzien 0 222.000 401.168 226.440 4502 Incidentele taakontwikkeling watersysteem 0 0 0 247.000 4502 Structurele taakontwikkeling watersysteem 0 0 178.500 400.000 Totaal 986.650 758.000 1.115.668 1.409.440 Totaal Lasten 61.865.303 55.296.456 55.719.979 56.526.290 (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 24 -

Opbrengstensoorten (de baten) Rekening 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 (incl wijzigingen) Begroting 2013 Categorie Baten ( ) ( ) ( ) ( ) 81 Financiële baten 8101 Externe rentebaten 13.374 40.000 40.000 40.000 8102 Interne rentebaten 986.628 554.327 817.527 632.653 8103 Dividenden en bonusuitkeringen 785.067 0 0 0 Totaal 1.785.070 594.327 857.527 672.653 82 Personeel baten 8201 Baten salarissen / sociale lasten 73.766 0 0 0 8202 Uitlening personeel 16.050 0 0 0 Totaal 89.816 0 0 0 83 Goederen en diensten aan derden 8301 Verkoop grond 109.524 50.000 50.000 50.000 8302 Verkoop duurzame goederen 9.520 0 0 0 8303 Verkoop overige goederen 5.129 0 0 0 8304 Opbrengsten uit grond en water 826 0 0 0 8306 Diensten voor derden 558.126 424.600 635.600 696.600 Totaal 683.125 474.600 685.600 746.600 84 Bijdragen van derden 8401 Van overheden 100.000 0 0 0 8402 Van overigen 795.241 0 0 0 Totaal 895.241 0 0 0 85 Waterschapsbelastingen 8501 Opbrengst waterssyteemheffing gebouwd 12.726.000 13.359.874 13.359.874 13.872.027 8502 Opbrengst watersysteemheffing ingezetenen 6.731.000 7.188.226 7.188.226 7.318.101 8503 Opbrengst watersysteemheffing ongebouwd 2.874.000 3.332.262 3.332.262 3.447.896 8504 Opbrengst watersysteemheffing natuur 58.000 54.273 54.273 56.000 8506 Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven 8.931.000 8.614.247 8.614.247 8.685.600 8507 Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens 19.687.000 19.591.950 19.591.950 19.752.337 4503/04 Kwijtschelding en oninbaarverklaring -1.086.000-771.000-771.000-1.081.420 8507 Belastingopbrengsten voorgaande jaren 1.741.870 800.000 800.000 800.000 Totaal 51.662.870 52.169.832 52.169.832 52.850.541 86 Interne verrekeningen 8601 Onttrekkingen aan voorzieningen 181.415 138.000 138.000 138.000 8603 Geactiveerde lasten 1.803.654 1.680.810 1.680.810 1.754.017 Totaal 1.985.069 1.818.810 1.818.810 1.892.017 Totaal Baten 57.101.192 55.057.569 55.531.769 56.161.811 Saldo baten minus lasten (resultaat) -4.764.111-238.887-188.210-364.479 Dekking uit specifieke bestemmingsreserves 4.764.111 238.887 188.210 364.479 In de tabellen vergelijken we (conform de voorschriften) de jaarrekening 2011, de begroting 2012, de gewijzigde begroting 2012 en de begroting 2013 met elkaar. In de begroting 2013 zijn de ontwikkelingen tot en met medio 2012 verwerkt. De bruto lasten stijgen ten opzichte van de (oorspronkelijke) begroting 2012 van 55.296.500 naar 56.526.000 (+2,22%). Zo n 300.000 is het gevolg van incidentele verhogingen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 25 -

2.1.1 Toelichting op de kostensoorten (de lasten) Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de soorten kosten binnen onze exploitatiebegroting. Rente en afschrijvingen De kosten van rente en afschrijving bedragen 7.162.204 (begroting 2012: 7.095.327). De kosten van rente en afschrijving hebben betrekking op de in het verleden gedane investeringen en geplande investeringsprojecten 2013 (meerjaren investeringsprogramma (MIP)). De afschrijvingskosten bedragen 4.350.232 en de rentekosten 2.811.972. Een groot gedeelte van het investeringsprogramma is gebaseerd op de projecten van ons Integraal Waterbeheerplan (vanaf 2012 3 miljoen per jaar). Bij uitvoering van projecten nemen de jaarlijkse kapitaallasten sneller toe dan de vrijval uit oude projecten is. Met het oog op kostenbeheersing en kostenbeperking hebben we het investeringsvolume in watersysteemprojecten gefaseerd afgebouwd van 5 miljoen in 2010, naar 4 miljoen in 2011 en 3 miljoen vanaf 2012. De jaarlijkse stijging van de kapitaallasten zet in de toekomst door. Dit komt doordat we elk jaar opnieuw investeren en dat tegelijkertijd de vrijvallende kapitaallasten uit oude investeringen gering zijn. Ook de jaarlijks te betalen bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma vanaf 2011 heeft een verhogend effect op de kapitaallastenontwikkeling. In de voorjaarsnota 2012 zijn we uitvoerig ingegaan op de kapitaallastenontwikkeling op lange termijn. Afschrijvingen De afschrijvingskosten 2013 stijgen ten opzichte van 2012 vanwege de doorberekening van de lasten van de investeringsplanning die hoger zijn dan de vrijval van afschrijvingen uit oude investeringen. De stijging is lager dan normaal. Dit komt met name door drukkend effect van de vrijval van kapitaallasten van de investering in de bestuursverkiezingen zonder dat daar een herinvestering tegenover staat. Rente Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien. In de begroting 2013 hebben we er rekening mee gehouden dat de externe financieringsbehoefte vanwege gepleegde en nieuwe investeringen circa 34,5 miljoen bedraagt. De laatste keer dat we een langlopende geldlening ( 20 miljoen) hebben aangetrokken was in januari 2005. In de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. Daarnaast hebben we nog nadere regels gesteld ten aanzien van het risicogedrag in de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Peel en Maasvallei 2009. Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten. De financieringsbehoefte neemt afhankelijk van de omvang van het meerjaren investeringsprogramma jaarlijks toe. Daarnaast stijgen de externe rentelasten door de verwachte afname van de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). Dit als gevolg van de besteding van de reserves naar aanleiding van besluitvorming door het algemeen bestuur op 6 oktober 2010 (inzet vrij aanwendbare deel van de reserves). Hierdoor moeten we meer met geldleningen gaan financieren. Ofschoon de financieringsbehoefte ten opzichte van 2012 toeneemt, nemen de rentelasten af. De externe rentelasten zijn lager geraamd omdat we verwachten dat we aan te trekken geldleningen goedkoper uit de kapitaalmarkt kunnen halen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 26 -

Interne rentelasten De interne rentelasten betreffen een fictieve rentevergoeding aan de reserves en voorzieningen op basis van de verwachte stand op 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. Hierbij houden we rekening met het verwachte rekeningsaldo van het lopende jaar. De verwachte omvang per 1 januari 2013 waarover de interne rentelast is berekend, bedraagt afgerond 15,8 miljoen. Op basis van een rentepercentage van 4,0% rekenen we circa 632.653 toe aan onze reserves en voorzieningen, als ware het externe financieringsmiddelen. Dit is afgerond 78.000 hoger dan het bedrag voor 2012. Per saldo heeft het voorgaande geen invloed op de begroting, omdat we de berekende fictieve rentekosten weer volledig als bespaarde rente (vanwege het hebben van eigen financieringsmiddelen) terugsluizen naar de exploitatie als fictieve batenpost (zie interne rentebaten). Het opnemen van deze posten is een wettelijke verplichting. Personeelslasten De geraamde bestuurs- en personeelslasten betreffen alle lasten die verband houden met het huidige en voormalige bestuur en personeel. Hierbij horen het salaris met vaste toelagen van het personeel en bestuur, de uitkeringen en pensioenen ten behoeve van voormalig personeel en de daarop betrekking hebbende sociale lasten. Ook horen hierbij de uitgaven die voortvloeien uit diverse vergoedingsregelingen. We ramen de personeelslasten 2013 op totaal 12.940.049 (2012: 12.562.363). Dit is een stijging van 377.686 waarvan 138.294 incidenteel vanwege te nemen maatregelen in de bedrijfsvoering. Die kosten gaan we, via het resultaat, ten laste brengen van de bestemmingsreserve bedrijfsvoering. Die kosten worden dus niet doorberekend aan onze ingezetenen. Rekening houdende met het voorgaande bedraagt de feitelijke stijging van de reguliere personeelsgerelateerde kosten daarom 239.392 en komt nagenoeg overeen met de afgesproken indexering van 2% vanwege verwachte loonen prijsstijging ten opzichte van 2012. Salarissen huidig personeel en bestuurders De salarissen en vergoedingen van personeel en bestuur worden in 2013 geraamd op 9.380.794. In 2012 was dat aanvankelijk 9.349.281. De stijging bedraagt afgerond 30.000. Deze stijging bestaat uit: een stijging van ca. 60.000 vanwege de doorgroei in de functieschalen voor dat deel van de personeel dat nog niet op het maximum van de schaal zit. Dit is een stijging die boven op de jaarlijkse indexering komt en eveneens past binnen de gemaakte CAO afspraken. Dit is in lijn met uitgangspunten zoals verwoord in de voorjaarsnota 2012; een daling van de kosten vanwege onder andere het doorvoeren van een aantal besparingsmaatregelen. In 2013 is de formatie, exclusief team dijkverbetering (3 fte), geraamd op 174,91 fte (2012: 173,51). Op grond van bezuinigingsafspraken is 2,6 fte over verschillende disciplines komen te vervallen. Daar tegenover staat dat werkelijke benodigde capaciteit die eerder wel al financieel was geraamd maar nog niet in de formatie, nu ook op formatie is gezet vanwege het structurele karakter. Daarnaast hebben we structureel een senior medewerker HRM informatievoorziening aangesteld. Omdat alleen die laatste nog niet eerder financieel was vertaald, is het financiële effect van het voorgaande beperkt Salarissen team dijkverbetering Om de kosten van dijkverbetering transparant te maken hebben wij ervoor gekozen de kosten die ten laste komen van de subsidie van het Rijk ( de 42 miljoen ) afzonderlijk zichtbaar te maken. De geraamde (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 27 -

kosten 2013 hebben betrekking op 3 fte, die het team dijkverbetering vormen binnen de afdeling Projecten en Veiligheid. De kosten worden niet doorgerekend in de waterschapstarieven. Sociale lasten De sociale werkgeverslasten zijn een afgeleide van de berekende bruto loonkosten en overige vergoedingen waarover we sociale werkgeverslasten zijn verschuldigd. De sociale werkgeverslasten van de structurele formatie ramen we ongeveer op hetzelfde niveau als in 2013. Sociale lasten team dijkverbetering Hier zijn de sociale werkgeverslasten opgenomen die betrekking hebben op het team dijkverbetering. Overige personeelslasten De daling van het budget 2013 is het gevolg van de herschikking van een budget voor het oefenen met demontabele waterkeringen binnen de totale begroting. Onder deze post zijn kosten geraamd van bijvoorbeeld werving en selectie, opleidingen, seminars, arbo-maatregelen, geneeskundige dienst en exploitatie van het bedrijfsrestaurant. Personeel van derden Het geraamde budget heeft met name betrekking op personeel van derden bij het uitvoeren op onderdelen van het ICT beheer. Voor vervanging van personeel bij (langdurige) ziekte, zwangerschapsverlof en dergelijke, hebben wij geen vervangingsbudget geraamd (bedrijfsrisico). Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Dit betreft de verwachte kosten van wachtgeld- en pensioenverplichtingen voormalig bestuur. Deze worden afgedekt uit een speciaal daarvoor gevormde voorziening (verplicht). Stelpost loon- en prijsontwikkeling In de voorjaarsnota 2012 is aangegeven dat we rekening houden met een structurele loon- en prijsstijging op de personeelslasten van 2% ten opzichte van 2012. De indexering is niet alleen bedoeld voor dekking van de stijging van kosten van het bruto loon uit hoofde van het nieuwe CAO akkoord 2012, maar ook voor stijging van kosten als uitwerking van secundaire arbeidsvoorwaarden en sociale lasten. Hierdoor is er sprake van een geringe stijging van de totale personeelslasten. Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen 7.130.789 (2012: 6.500.166). Dit is afgerond 631.000 hoger dan in 2012. De kosten van goederen en diensten die we afnemen van derden bestaan onder andere uit: energiekosten, belastingen, verzekeringen, huren en pachten; onderhoudskosten: het uitbestede onderhoud van waterlopen en waterkeringen, onderhoud waterschapshuis en loodsen, werkmaterieel, pompen en dergelijke; overige diensten door derden, zoals juridische en technische advisering door derden, maar ook contributies, lidmaatschappen en bijdragen aan verenigingen (Stichting Toegepast Waterbeheer (STOWA) en Unie van Waterschappen). (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 28 -

Naast verschuivingen tussen de kostensoorten is de wijziging ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012 het gevolg van: het opvoeren van een hogere bijdrage van 605.000 (2012: 566.000) als vergoeding voor de afname van Woz gegevens van gemeenten ten behoeve van de aanslagoplegging. Die bijdrage was voorheen opgenomen in de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. Door de oprichting van de BsGW en een wijziging van voormalige geldstromen naar het Waterschapsbedrijf, betalen we deze voortaan zelf rechtstreeks aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Het Ministerie betaalt de vergoeding van de waterschappen vervolgens door aan de gemeenten; opname van een bedrag voor bemonstering/analyse door een extern laboratorium 375.000. Tot en met 2012 was een bedrag van 400.000 opgenomen in de te betalen bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg die overeenkomstig in 2013 is verlaagd. Rekeninghoudende met de ombuigingsdoelstelling 2013 is dit bedrag vervolgens met 25.000 verlaagd; een verhoging van het budget voor het onderhoud aan geautomatiseerde systemen met 69.000. Dit is uitvoering van het besluit met betrekking tot het informatiebeleidsplan (algemeen bestuur van 4 maart 2009) en de voorjaarsnota 2009 (22 april 2009); een opname van de stelpost voor prijscompensatie (afgerond 120.000) vanwege de verwachte prijsstijging 2013. Dit is exclusief het effect van de verhoging van de btw per 1 oktober 2012 van 19% naar 21%; overige per saldo 28.000 hoger. Goederen en diensten Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Bijdrage Waterschapsbedrijf Limburg Op basis van de begroting 2013 van het Waterschapsbedrijf, bedraagt de te betalen bijdrage aan het Waterschapsbedrijf 24.235.475. In de begroting 2012 was een bedrag geraamd van 26.338.091. Ten opzichte van de begroting 2012 daalt de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf met circa 2,1 miljoen. Dit is een daling van afgerond 8%. Enerzijds is deze daling het gevolg van het vervallen van een andere financieringsstroom (bijdrage 400.000 laboratorium Intertek). Anderzijds vanwege een betere financiële planning en kostenreductie. De daling had nog wat groter kunnen zijn ware het niet dat ons aandeel in kosten van het waterschapsbedrijf is toegenomen (van 36,17% naar 36,48%) op basis van de afgesproken verdeelsleutel tussen de waterschappen. De totale bijdrage 2013 aan het waterschapsbedrijf heeft volledig betrekking op de zuiveringstaak. Kosten taakontwikkeling zuiveringsbeheer Deze post is opgenomen op basis van de gemaakte begrotingsafspraken en -discipline. Ook maakt deze post het mogelijk (in 2013 en 2014) invulling te geven aan de wens om het zuiveringstarief tot en met 2015 gelijk te houden met een kleine stijging in de jaren daarna. Bijdrage Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Met ingang van 2011 is de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen opgericht. De oprichting is er op gericht zoveel mogelijk financiële en maatschappelijke voordelen te behalen door samenwerking op het gebied van belastingheffing en invordering. Bij de oprichting zijn we er van uitgegaan dat we een structurele besparing realiseren van 254.000 in 2012, oplopend tot 358.000 in 2015. De structurele besparing waarmee in 2013 rekening is gehouden (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 29 -

bedraagt ruim een 0,5 miljoen structureel (!) ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2011. Hiermee zijn de financiële doelen bij de oprichting van de belastingsamenwerking al in 2013 ruimschoots gehaald. Bijdragen aan derden Op deze kostensoort worden bijdragen geraamd die we verstrekken aan derden. Er zijn bijdragen geraamd ten behoeve van: het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water ( 15.000); de financiering van de landelijke beverrattenbestrijding ( 30.000); het project Deltaplan Hoge Zandgronden ( 30.500); de bijdrage op basis van een bestuurlijk convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu ( 12.000); overige ( 3.250.) Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien Voorzieningen De toevoeging aan de voorziening ad 536.000 bestaat uit de toevoegingen aan: de voorziening onderhoud waterschapskantoor voor de instandhouding van het waterschapskantoor ( 136.000); de voorziening beheer en onderhoud waterkeringen ( 400.000). Onvoorzien In de begroting is verder een post ter grootte van 226.440 opgenomen ter dekking van onvoorziene kosten (verplicht). Conform de voorjaarsnota bedraagt deze post circa 0,4% van de totale begroting. Binnen de post onvoorzien is een bedrag van 50.000 geoormerkt om invulling te geven aan innovaties. De exacte invulling van dit bedrag is op dit moment nog niet bekend. Het oormerken heeft tot doel om te waarborgen dat er budgetruimte beschikbaar is voor het onderzoeken of ten uitvoer brengen van innovaties. Incidentele en structurele taakontwikkeling watersysteem Op basis van de afgesproken financiële koers en begrotingsdiscipline, als ook om invulling te geven aan het gekozen meerjarige dekkingsscenario, bedraagt het incidentele en structurele budget voor de taakontwikkeling watersysteem 247.000 respectievelijk 400.000. In het incidentele budget zijn ook opgenomen de 165.000 als gevolg van de te ontvangen entreegelden BsGW 2013-2018. 2.1.2 Toelichting op de opbrengstensoorten (de baten) Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de soorten opbrengsten binnen onze exploitatiebegroting. Financiële baten We ramen de financiële baten 2013 op 672.653 (2012: 594.327). Met ingang van 2012 hebben geen dividenduitkering van de Waterschapsbank meer geraamd. Wel hebben we nog een opbrengst geraamd van 40.000 uit externe rentebaten. De overige financiële baten betreffen de bespaarde rente vanwege het kunnen aanwenden van reserves en voorzieningen voor de financiering van onze activiteiten. Zie hiervoor ook de toelichting onder het kopje interne rentelasten van de vorige paragraaf. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 30 -

Goederen en diensten aan derden In de oorspronkelijke begroting 2012 hadden we rekening gehouden met 474.600. In de begroting 2013 gaan we uit van 746.600. Deze stijging van 272.000 is het gevolg van: het (her) invoeren van de legesverordening waardoor de inkomsten jaarlijks 150.000 hoger zijn (voordeel); Het vervallen van de vergoeding ( 43.000 nadeel) voor opname van peilen ten behoeve van de Provincie; extra inkomsten (2013-2018) vanwege te ontvangen entreegelden 165.000 van nieuwe toetreders tot de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Bijdragen van derden De raming 2013 bedraagt evenals in 2012 0. De in 2011 verantwoorde bedragen betroffen bijdragen van derden in de saneringskosten Tungelroysebeek. Waterschapsbelastingen Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren hebben wij een inschatting gemaakt ten aanzien van een structurele post voor extra/nagekomen belastingbaten. Met ingang van de begroting 2009 hebben wij daarom een post opgenomen van 600.000. Als onderdeel van de door te voeren ombuigingsmaatregelen (pakket I) hebben wij die raming op basis van ervaringscijfers met ingang van 2012 verhoogd tot 800.000. Het geraamde bedrag voor kwijtschelding en oninbaar hebben wij op basis van ervaringscijfers van de laatste jaren voor 2013 verhoogd tot 1.081.420. Uitgaande van een stijging van het belastingvolume van de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing van 3,17% respectievelijk 0,82%, groeit de opbrengst uit belastingen van 52.140.832 naar 53.131.961. De verdeling van watersysteemheffing en zuiveringsheffing naar categorie ziet er uit als volgt. Opbrengst watersysteemheffing 2013 naar categorie 30% 0% 56% 14% Opbrengst watersysteemheffing gebouwd Opbrengst watersysteemheffing Ingezeten Opbrengst watersysteemheffing ongebouwd Opbrengst watersysteemheffing Natuur (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 31 -

Herkomst opbrengst Zuiveringsheffing 2013 31% 69% Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven In de afzonderlijke paragraaf waterschapsbelastingen gaan wij nader in op de belastingen, de belastingtarieven en de belastingdruk. Interne verrekeningen Onttrekkingen aan voorzieningen De kosten van de wachtgeld- en pensioenverplichtingen (2013: 138.000) halen we uit een specifiek daarvoor gevormde en verplichte voorziening. Geactiveerde lasten Hier verantwoorden we de inzet van personeel op investeringsprojecten. Voor 2013 gaat het om een bedrag van 1.754.017 (2012: 1.680.810) In de doorberekening is rekening gehouden met het team Dijkverbetering waarvan we de kosten ten laste brengen van de te verwachten subsidie (ca. 42 miljoen) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor prioritaire dijkverbeteringen. Een en ander overeenkomstig het besluit van het algemeen bestuur (15 december 2010). De door te berekenen organisatiekosten worden berekend op basis van een voorgecalculeerd integraal (afdelings)uurtarief. In dit uurtarief zijn ook de organisatiekosten opgenomen. Een en ander overeenkomstig de bestaande gedragslijn die we volgen bij reguliere watersysteemprojecten. 2.1.3 Incidentele baten en lasten Er zijn in de begroting budgetten voor incidentele kosten opgenomen. Het betreft kosten voor: te nemen maatregelen in de bedrijfsvoering waarvan de kosten ( 138.000) ten laste komen van de bestemmingsreserve bedrijfsvoering; incidentele investeringen die worden afgedekt door incidentele inzet van de reserves ( 196.000) conform eerdere besluitvorming; een projectbijdrage (tot en met 2014) voor het project Deltaplan Hoge Zandgronden (2013: 30.500), die ten laste wordt gebracht van de reserves conform eerdere besluitvorming. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 32 -

Daarnaast is een (nieuwe)begrotingspost opgenomen voor incidentele taakontwikkeling watersysteem van 247.000 vanwege het onder andere beschikbaar hebben van incidentele middelen vanwege te ontvangen entreegelden uit de gemeenschappelijke regeling BsGW. 2.2 Waterschapsbelastingen 2.2.1 Inleiding De waterschapsbelastingen en de daarmee gepaard gaande wijzigingen, spelen een belangrijke rol binnen onze begroting. Vandaar dat wij hierna uitvoerig ingaan op de op te brengen belastingen. De uiteindelijke tariefontwikkeling wordt bepaald door twee factoren. Enerzijds is dit de ontwikkeling van de kosten en anderzijds is dit de ontwikkeling in de belastinggrondslagen. In de voorgaande paragrafen zijn we in gegaan op de kostenontwikkeling, dus ligt in deze paragraaf de nadruk op de ontwikkeling van de belastingopbrengsten, belastinggrondslagen en belastingcategorieën. 2.2.2 Belastingopbrengsten 2013 Doel van het belastingstelsel is de bekostiging van waterschapstaken. Waterschappen zijn voor de structurele dekking van de kosten voor uitvoering van de waterschapstaken bijna volledig afhankelijk van de opbrengst uit belastingen. Sinds 2009 kennen we de watersysteemheffing, verontreinigingsheffing (directe lozingen op ons watersysteem) en zuiveringsheffing (indirecte lozingen). Op de verontreinigingsheffing wordt verder niet ingegaan, omdat de opbrengsten onderdeel uitmaken van de totale watersysteemtaak en de opbrengsten verwaarloosbaar zijn omdat de gemeentelijke overstorten zijn vrijgesteld. Rekening houdende met het halen van 364.479 uit de bestemmingsreserves, stijgt het totale belastingvolume (watersysteem- en zuiveringstaak) van 52,141 miljoen in 2012 naar 53,132 miljoen in 2013. Dit is een stijging van 1,9%. Volgens de ontwerpbegroting 2013 wordt 24,694 miljoen gedekt uit de belastingopbrengsten van de watersysteemheffing. In 2012 was dat 23,935 miljoen. Dit is een stijging van 3,17%. Nadat de direct toe te rekenen kosten aan de betreffende categorieën zijn toegerekend, dient volgens de geldende kostentoedelingsverordening daarvan te worden opgebracht: 30,0% door ingezetenen; 55,5% door gebouwd; 14,3% door ongebouwd; 0,2% door natuur. Het op te halen belastingbedrag van de zuiveringsheffing 2013, zijnde 28,438 miljoen, wordt omgeslagen over het aantal vervuilingseenheden in ons verzorgingsgebied. Gebaseerd op de kostenverdeling en kaders zoals vastgelegd in de kostentoedelingsverordening zijn de opbrengsten naar belastingcategorie als volgt: (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 33 -

Ontwikkeling opbrengsten Rekening Begroting Begroting Stijging 2013 t.o.v. 2012 2011 2012 2013 Watersysteemheffing ( ) ( ) ( ) Categorie Gebouwd 12.726.000 13.359.874 13.872.027 3,83% Categorie Ongebouwd 2.874.000 3.332.262 3.447.896 3,47% Categorie Ingezetenen 6.731.000 7.188.226 7.318.101 1,81% Categorie Natuur 58.000 54.273 56.000 3,18% Totaal w atersysteemheffing 22.389.000 23.934.635 24.694.024 3,17% Zuiveringsheffing Categorie Huishoudens 19.687.000 19.591.950 19.752.337 0,82% Categorie Bedrijven 8.931.000 8.614.247 8.685.600 0,83% Totaal zuiveringsheffing 28.618.000 28.206.197 28.437.937 0,82% Totaal opbrengsten belastingen 51.007.000 52.140.832 53.131.961 1,90% De stijgingspercentages per categorie voor de watersysteemheffing verschillen als gevolg van wijziging van de kosten die we per categorie direct toerekenen zoals verkiezingskosten naar de categorie ingezetenen. Een en ander veroorzaakt daardoor verschillen ten opzichte de stijging van het totaal van de belastingopbrengsten watersysteemheffing van 3,17%. Maar wat een en ander nu feitelijk betekent voor de tarieven 2013 en nog belangrijker de lastendruk, is in de volgende paragrafen uitgewerkt. Dekkingspercentage structurele kosten door belastingopbrengsten De structureel te dekken kosten 2013 (na correctie van de incidentele posten ten laste van de reserve) bedragen in totaal 53.131.961. Hiervan heeft een bedrag van 24.694.024 betrekking op te dekken kosten watersysteembeheer en 28.437.937 op zuiveringsbeheer. Gelet op de totaal te dekken structurele kosten 2013 en het dekkingsvoorstel, bedragen de dekkingspercentages van de belastingen voor het watersysteembeheer 100% en het zuiveringsbeheer 100%. Bestemmingsreserve tariefsegalisatie De bestemmingsreserve tariefsegalisatie is bedoeld om in te zetten voor een evenwichtige en gelijkmatige tariefsontwikkeling. Omdat in 2013 de structurele lasten ook structureel worden afgedekt, is inzet van deze reserve voor het doel zoals hiervoor beschreven niet nodig. Kwijtscheldingsbeleid Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd door de BsGW en zijn gebaseerd op het rapport Financiële gevolgen Kwijtscheldingsbeleid Limburgse Waterschappen van maart 2001. Het geraamde kwijtscheldingsbedrag voor 2013 bedraagt 844.780 (2012: 539.000). Dit bedrag is hoger dan de aangekondigde 1% van de waarde van de op te leggen aanslagen zoals gemeld in de voorjaarsnota 2012. We hebben het bedrag in 2013 aangepast om meer de ervaringscijfers van voorgaande jaren te volgen voor wat betreft de zuiveringsheffing. Huishoudens die de waterschapsbelastingen niet kunnen betalen, kunnen aanspraak maken op de kwijtscheldingsregeling. De kwijtscheldingsregeling is in wezen een vangnet voor de financieel minder bedeelden. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 34 -

Belastingtarieven 2013 Nadat we per categorie het op te brengen belastingbedrag hebben bepaald op basis van de kostentoedelingsverordening, wordt het tarief bepaald aan de hand van een wiskundige breuk: Tarief = belastingvolume categorie aantal eenheden / waarde Uit de formule kan worden afgeleid dat wanneer we de kosten beheersen, dit niet hoeft te betekenen dat we het tarief beheersen. De kosten (en daarmee indirect het belastingvolume) zijn beïnvloedbaar, echter externe ontwikkelingen die de omvang in het onderste deel van de formule bepalen niet (bijvoorbeeld aantal ingezetenen, WOZ-waarde). Wanneer het belastingvolume (de teller) van het ene op het andere jaar hetzelfde blijft, maar bijvoorbeeld het aantal ingezetenen (de noemer) daalt, is er toch sprake van een tariefstijging door externe factoren. De gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen verstrekt jaarlijks de gegevens met betrekking tot de verwachte ontwikkeling van het aantal ingezetenen, WOZwaarde, vervuilingseenheden en dergelijke. Dit wordt afgeleid uit het register van belastingplichtigen (cohier) van het lopend belastingjaar. Van bekende ontwikkelingen wordt een inschatting gemaakt van het effect op de meerjarige ontwikkeling van de belastingmaatstaven. Die gegevens dienen vervolgens als basis om te komen tot de uiteindelijke tariefvaststelling (decembervergadering algemeen bestuur). Om te komen tot een prognose van de voorlopige tarieven 2013 gaan we uit van de volgende grootheden of uitgangspunten: het aantal te belasten woonruimten stijgt met 3.300 ten opzichte van 2012; de totale WOZ-waarde van gebouwd neemt ten opzichte van het werkelijke cohier 2012 ( 48 miljard) af tot 47,4 miljard. In de waarde is een 2,4% daling verdisconteerd als gevolg van dalende marktprijzen van huizen en gebouwen gedurende 2011 (waardepeildatum 1 januari 2012) en een beperkte stijging van 0,25% vanwege toename van het gebouwenbestand. Het percentage van de dalende marktprijzen is gebaseerd op van de gemeenten ontvangen gegevens; het aantal hectares per deelcategorie wegen, overig ongebouwd en natuurterreinen handhaven we op het niveau van 2012. Dit doen we zolang de huidige kostentoedelingsverordening voor wat betreft de toedelingpercentages ongewijzigd blijft. 250% tariefsdifferentiatie binnen de categorie ongebouwd In de volgende tabel zijn de gehanteerde uitgangspunten voor berekening van de belastingtarieven samengevat. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 35 -

Omvang belastingmaatstaven (aantal x 1000) Rekening Prognose Prognose Categorie Ingezetenen 2011 2012 2013 Watersysteem Watersysteem Watersysteem Maatstaf Aantal ingezetenen 160,6 161,0 164,3 Categorie Gebouw d Maatstaf Belastbare Woz-w aarde (x 1 mrd) 49,1 47,3 47,4 Categorie Ongebouw d Maatstaf Hectares w egen 8,6 8,7 8,7 Maatstaf Hectares overig ongebouw d 66,8 72,5 72,5 Categorie Natuur Maatstaf Hectares natuur 28,0 24,1 24,1 Wanneer we het uiteindelijke tarief gaan bepalen, rekenen we met niet-afgeronde getallen. Ontwikkeling vervuilingseenheden (aantal x 1000) 2011 2012 2013 Vervuilingseenheden zuiveringshef f ing Categorie Huishoudens Maatstaf Vervuilingseenheden 398,0 397,0 400,3 Categorie Bedrijven Maatstaf Vervuilingseenheden 177,0 174,5 176,0 Op grond van de geactualiseerde prognoses van de BsGW verwachten we ten opzichte van de ramingen 2012 voor zowel de huishoudens als de bedrijven, een toename van het aantal vervuilingeenheden. De aannames zijn onder andere gebaseerd op onderzoeken naar bevolkingsontwikkeling, de vastgestelde Provinciale Woonvisie 2010-2015, het vestigingenregister Limburg (VRL), het Programma Werklocaties Limburg 2008-2020 als uitwerking van het POL 2006. Op basis van het voorgaande komen we tot de volgende voorlopige tarieven voor de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Tarieven watersysteemheffing 2012-2013 2012 2013 Categorie Ingezetenen Maatstaf Per ingezetene 44,65 44,54 Categorie Gebouwd Maatstaf % van Woz-waarde 0,0282 0,0293 Categorie Ongebouwd Maatstaf Hectares wegen 74,06 117,08 Maatstaf Hectares overig 37,03 33,45 Categorie Natuur Maatstaf Hectares 2,25 2,32 Het vervallen van directe toerekening van verkiezingskosten naar de categorie ingezetenen, en het hoger aantal ingezetenen ten opzichte van 2012, zorgt ervoor dat het tarief per ingezetene daalt voor 2013. Omdat de verkiezingskosten in verleden 100% volledig ten laste zijn gebracht van de categorie (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 36 -

ingezetenen, hebben zij als categorie nu ook alleen het voordeel van het vervallen van die kosten. De daling van de WOZ-waarde heeft weliswaar een verhogend effect op het tarief voor gebouwd (ten opzichte van de groei van het belastingvolume), maar door de daling van de WOZ-waarde op de aanslag wordt dit effect deels geneutraliseerd. Omdat we bij de tarievenberekening voor gebouwd uitgaan van een gemiddelde daling over heel Noord- en Midden-Limburg, kunnen er echter door afwijkingen in individuele gemeenten toch verschillen ontstaan. Bij de definitieve tariefvaststelling 2013 in december 2012 (door het algemeen bestuur), gaan we uit van de meest recente prognose van de WOZ-waarde. Tarieven zuiveringsheffing 2012 2013 Zuiveringsheffing Zuiveringsheffing Categorie Huishoudens M aatstaf Per vervuilingseenheid 49,35 49,35 Categorie Bedrijven M aatstaf Per vervuilingseenheid 49,35 49,35 Ondanks de stijging van het totale belastingvolume van de zuiveringsheffing in 2013, blijft het tarief per vervuilingseenheid hetzelfde als in 2012. Dit komt omdat de stijging van het aantal belastbare vervuilingseenheden relatief even groot is de groei van het belastingvolume. Lastendruk Als gevolg van wijziging van de belastingtarieven 2013, verandert ook de lastendruk voor belastingplichtigen ten opzichte van 2012. Diegene die de lasten niet kunnen dragen kunnen gebruik maken van het vangnet (de kwijtscheldingsregeling). Om een beeld te kunnen vormen van wat een en ander betekent voor de lastendruk, hebben we een aantal voorbeelden uitgewerkt. Een en ander onder voorbehoud van veranderingen in de persoonlijke situatie en afwijkingen in individuele gemeenten ten opzichte van de gemiddelde verwachte daling van de WOZ-waarde in ons hele gebied. Voorbeeld 1: huishouden bestaande uit meerdere personen; waarde eigen woning per 1 januari 2011 250.000 (belastingjaar 2012); waarde eigen woning per 1 januari 2012 244.000 (belastingjaar 2013). Vanwege de verwachte waardedaling van de marktprijzen met gemiddeld 2,4%, is de waarde van de eigen woning gedaald. De lastendruk 2012/2013 ziet er uit als volgt. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 37 -

Lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing: Gebouwd (*) 70,50 71,49 Ingezetenen 44,65 44,54 Zuiveringsheffing: Meerpersoons huishouden 3ve 148,05 148,05 Totaal van de heffingen 263,20 264,08 Toename t.o.v. 2012 0,88 Toename % t.o.v. 2012 0,33% (*) Woz belastingjaar 2012 250.000 Woz belastingjaar 2013 -/- 2,4 % t.o.v. 2012 244.000 De totale toename in 2013 is in dit voorbeeld 0,88 op jaarbasis, een stijging van de lastendruk van 0,33% ten opzichte van 2012. Voorbeeld 2: agrarisch bedrijf met 25 hectare landbouwgrond; waarde bedrijfsruimte en ondergrond 1 januari 2011 500.000 (belastingjaar 2012); waarde bedrijfsruimte en ondergrond 1 januari 2012 488.000 (belastingjaar 2013); Berekening lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing agrarisch bedrijf: Gebouwd (*) 141,00 142,98 Watersysteemheffing ongebouwd (25 ha.) 925,75 836,25 Zuiveringsheffing agrarisch bedrijf: Zuiveringsheffing 3ve 148,05 148,05 Totaal van de heffingen 1.214,80 1.127,28 Afname t.o.v. 2012 87,52 Afname % t.o.v. 2012 7,20% (*) Woz belastingjaar 2012 500.000 Woz belastingjaar 2013 -/- 2,4 % t.o.v. 2012 488.000 Door verruiming van de tariefsdifferentie binnen de categorie ongebouwd tussen wegen en overig ongebouwd, daalt het aanslagbedrag 2013 in dit voorbeeld 87,52 op jaarbasis, een daling van de lastendruk van 7,20%. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 38 -

Voorbeeld 3: agrarisch bedrijf met 40 hectare landbouwgrond; waarde bedrijfsruimte en ondergrond 1 januari 2011 500.000 (belastingjaar 2012); waarde bedrijfsruimte en ondergrond 1 januari 2012 488.000 (belastingjaar 2013); Berekening lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing agrarisch bedrijf: Gebouwd (*) 141,00 142,98 Watersysteemheffing ongebouwd (40 ha.) 1.481,20 1.338,00 Zuiveringsheffing agrarisch bedrijf: Zuiveringsheffing 3ve 148,05 148,05 Totaal van de heffingen 1.770,25 1.629,03 Afname t.o.v. 2012 141,22 Afname % t.o.v. 2012 7,98% (*) Woz belastingjaar 2012 500.000 Woz belastingjaar 2013 -/- 2,4 % t.o.v. 2012 488.000 Door verruiming van de tariefsdifferentie binnen de categorie ongebouwd tussen wegen en overig ongebouwd, daalt het aanslagbedrag 2013 in dit voorbeeld 141,22 op jaarbasis, een daling van de lastendruk van 7,98%. Voorbeeld 4: huishouden bestaande uit meerdere personen; huurder. Berekening lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing: Ingezetenen 44,65 44,54 Zuiveringsheffing: Meerpersoons huishouden (3ve) 148,05 148,05 Totaal van de heffingen 192,70 192,59 Afname t.o.v. 2012 0,11 Afname % t.o.v. 2012 0,06% De afname van het aanslagbedrag 2013 is in dit voorbeeld 0,11 op jaarbasis, een daling van 0,06%. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 39 -

Voorbeeld 5: huishouden bestaande uit 1 persoon; huurder. Berekening lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing: Ingezetenen 44,65 44,54 Zuiveringsheffing: Éénpersoons huishouden (1ve) 49,35 49,35 Totaal van de heffingen 94,00 93,89 Afname t.o.v. 2012 0,11 Afname % t.o.v. 2012 0,12% De afname van het aanslagbedrag 2013 is in dit voorbeeld 0,11 op jaarbasis, een daling van 0,12%. Voorbeeld 6: eenpersoonshuishouden waarde eigen woning per 1 januari 2011 250.000 (belastingjaar 2012); waarde eigen woning per 1 januari 2012 244.000 (belastingjaar 2013). Lastendruk Lastendruk Lastendruk 2012 2013 Watersysteemheffing: Gebouwd (*) 70,50 71,49 Ingezetenen 44,65 44,54 Zuiveringsheffing: Eenpersoons huishouden 1ve 49,35 49,35 Totaal van de heffingen 164,50 165,38 Toename t.o.v. 2012 0,88 Toename % t.o.v. 2012 0,53% (*) Woz belastingjaar 2012 250.000 Woz belastingjaar 2013 -/- 2,4 % t.o.v. 2012 244.000 De toename van het aanslagbedrag 2013 is in dit voorbeeld 0,88 op jaarbasis, een stijging van 0,53%. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 40 -

2.3 Weerstandsvermogen In juli 2005 heeft uw bestuur de nota Reserves en voorzieningen vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen hebben we in de begroting 2006 geïmplementeerd en actualiseren we van jaar tot jaar. 2.3.1 Algemene reserves We kennen twee algemene reserves, te weten: een algemene reserve watersysteem (geraamde stand 1 januari 2013: 1,875 miljoen positief); een algemene reserve waterzuivering (geraamde stand 1 januari 2013: 2,251 miljoen positief). Verkorte staat reserves en voorzieningen (x 1.000) Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december Verkorte staat reserves en voorzieningen 2013 2013 2013 2013 Eigen vermogen Algemene reserve watersysteem 1.875 0 0 1.875 Algemene reserve waterzuivering 2.251 0 0 2.251 Bestemmingsreserve tariefsegalisatie 1.039 1.272 31 2.281 Bestemmingsreserves met specifieke bestemming 9.897 0 5.012 4.885 Totaal eigen vermogen (a) 15.062 1.272 5.043 11.292 Voorzieningen (b) 2.170 536 1.038 1.668 Totaal reserves en voorzieningen (a+b) 17.232 1.808 6.081 12.960 In de nota Reserves en voorzieningen hebben we normen opgenomen voor de gewenste hoogte van de algemene reserves. Streefniveau is een hoogte van 7,5% van de netto kosten per taak, waarbij het minimum niveau is bepaald op 5% en het maximum niveau op 10%. Toetsing algemeen weerstandsvermogen ( x 1000) Algemene reserve (weerstandsvermogen) Watersysteem Zuivering Netto structurele kosten in begroting 2013 24.694 28.438 Toetsing: Streefniveau is 7,5% van netto structurele kosten zijnde 1.852 2.133 Geraamde stand 31 december 2013 1.875 2.251 Afwijking ten opzichte van streefniveau (7,5%) in geld 23 118 Bandbreedte op basis van begroting 2013: Minimaal niveau 5 % van netto structurele kosten 1.235 1.422 Maximaal niveau 10 % van netto structurele kosten 2.469 2.844 Geraamde stand 31 december 2013 1.875 2.251 Op basis van het voorgaande concluderen we dat de omvang van het weerstandsvermogen voor het watersysteem 7,59% bedraagt en die voor de zuivering 7,92% van de netto structurele kosten 2013. Deze uitkomsten passen binnen de afgesproken normen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 41 -

2.3.2 Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves (x 1.000) Stand per 1 januari 2013 Stand per 31 december 2013 Bestemmingsreserves Tariefsegalisatie 1.039 2.281 Saneringskosten Tungelroyse beek 1.022 0 Hoogwaterbestrijding 400 400 Stimulering verbetering watersystemen 2.000 200 Mobiliteit 940 440 Floriade 314 0 Innovatieprojecten KenA 36 0 Dekking kapitaallasten 2.885 2.446 Bedrijfsvoering 2012 en verder 2.300 1.399 Totaal bestemmingsreserves 10.936 7.166 Directe onttrekkingen of toevoegingen aan reserves mogen volgens de voorschriften niet plaatsvinden. Dit betekent dat de kosten die uit een bestemmingsreserve worden gedekt, eerst in de exploitatie (Verlies- en Winstrekening) verantwoord moeten worden. Daarna moet het rekening/begrotingssaldo worden bepaald. En dan pas wordt via resultaatbestemming de inzet van de bestemmingsreserves zichtbaar gemaakt. Voor de beeldvorming met betrekking tot het verwachte verloop van de reserves, houden wij in deze paragraaf toch rekening met de inzet van de reserves. Bestemmingsreserve Tariefsegalisatie Deze reserve vindt haar oorsprong in de jaarrekening 2005. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om, indien de algemene reserves aan de maat zijn, rekening-/begrotingoverschotten in te storten. Deze kunnen we op een later moment inzetten om de tarieven te egaliseren en/of om deze minder hard en/of gelijkmatiger te kunnen laten stijgen in de toekomst. In feite is er sprake van een instrument waarmee we een evenwichtiger tarievenbeleid kunnen voeren of waarmee we incidentele uitgaven kunnen bekostigen. De gelden die in deze reserve zitten zijn nodig om de te volgen scenario s zoals in deze begroting voorgesteld te volgen, te kunnen realiseren. Bestemmingsreserve Saneringskosten Tungelroysebeek Als achtervang voor de kosten van de bodemsanering Tungelroysebeek hebben we een bedrag gereserveerd. De kosten in enig jaar moeten volgens de regels voor verslaglegging, als kosten/verlies in de exploitatie verantwoord worden. De te verwachten subsidie over de gemaakte kosten moet als inkomst verantwoord worden. Het verschil is het bedrag dat wij als waterschap voor onze rekening nemen en via het jaarrekeningbesluit verrekenen met deze bestemmingsreserve. We verwachten dat na verwerking van het rekeningsresultaat 2012, deze reserve eind 2013 opgebruikt is. Bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding De bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding is bedoeld om de variabele kosten bij een hoogwatergolf te dekken. Conform eerder gemaakte afspraken hebben we de noodzakelijke omvang bepaald op 400.000. Weliswaar hebben we begin 2012 een hoogwatergolf gehad die voor extra kosten heeft gezorgd, het aanspreken van deze bestemmingsreserve gebeurd wanneer alle andere waterschapsbudgetten geen soelaas bieden. Een en ander zal via de jaarrekening 2012 definitief zijn beslag krijgen. Op dit moment gaan we er nog vanuit dat de kosten uit andere waterschapsbudgetten betaald kunnen worden. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 42 -

Bestemmingsreserve stimulering verbetering watersystemen Deze reserve is ingesteld om mogelijkheden te creëren om derden te stimuleren maatregelen te nemen die leiden tot verbetering van het watersysteem. In de voorjaarsnota 2008 hebben we aangekondigd dat we gemeenten willen stimuleren om de gemeentelijke overstorten op ons watersysteem aan te pakken. In de begroting 2009 hebben we hiervoor in totaal een bedrag vrijgemaakt van 3 miljoen. Als onderdeel van het pakket 3 om ruimte te creëren binnen onze begroting, hebben we in 2012, een bedrag van 1 miljoen van deze reserve afgeroomd. We verwachten dat op basis van declaraties 2012 en 2013 er eind 2013 nog 200.000 resteert om dan nog lopende subsidietoezeggingen na te komen. Bestemmingsreserve mobiliteit De mens is de belangrijkste productiefactor voor een organisatie. Het is daarom van belang dat de kennis en vaardigheden van de mensen kwalitatief op peil blijven. Dat kan alleen wanneer we in mensen blijven investeren. Als dat niet gebeurt vermindert de waarde, net als bij een ander kapitaalgoed. Daarnaast is het zo dat wanneer er discrepanties zijn in de organisatie, er ruimte moet zijn om deze aan te pakken. Met de vorming en het kunnen beschikken over deze reserve, kunnen we de mobiliteit van het personeel bevorderen/stimuleren. Bij concrete inzet zal (eventueel achteraf) een begrotingswijziging gemaakt worden (kosten moeten eerst in exploitatie verantwoord worden). Bestemmingsreserve Floriade Bij besluit van 6 oktober 2010 heeft het algemeen bestuur besloten deel te nemen aan de Floriade. De kosten van deelname worden eerst in de exploitatie verantwoord, waarna via het bestemmingsbesluit van het rekeningsaldo we de werkelijke kosten met deze bestemmingsreserve verrekenen. We verwachten dat na de financiële afwikkeling van de kosten 2012, deze reserve leeg zal zijn. Na de financiële afwikkeling gaan we deze bestemmingsreserve opheffen. Bestemmingsreserve Innovatieprojecten KenA Deze bestemmingsreserve wordt gebruikt voor het afdekken van kosten voor innovatieprojecten van de afdeling Kennis en Advies. Na verrekening van de kosten 2012 verwachten we deze reserve leeg is en opgeheven kan worden. Bestemmingsreserve dekking kapitaallasten Op basis van de nieuwe voorschriften voor de waardering en afschrijving van investeringen op de balans, mogen bestemmingsreserves niet meer rechtstreeks in mindering worden gebracht op de investering of andersom. De bestemmingsreserve en de bruto investering blijven zichtbaar op de balans waarbij de bestemmingsreserve evenredig via resultaatbestemming vrijvalt ten gunste van dekking van het rekening/begrotingssaldo. Een en ander als gevolg van door het algemeen bestuur genomen besluiten. Voor 2013 houdt dit in dat in totaal 196.000 vrij valt ten gunste van het begrotingssaldo voor de dekking van de kapitaallasten van deze investeringen. Bestemmingsreserve bedrijfsvoering 2012 en verder Deze reserve zullen we onder andere inzetten om (organisatie)wijzigingen als gevolg van beleidswijzigingen uit besparings-/ombuigingspakket 2, te kunnen realiseren. Daarnaast willen we met deze reserve de kwetsbaarheid van de organisatie verminderen. We hebben het niet alleen over te treffen maatregelen 2012, maar ook de jaren daarna. Bij concrete inzet zal (eventueel achteraf) een begrotingswijziging worden gemaakt (kosten moeten eerst in exploitatie verantwoord worden). Afhankelijk van hoe een en ander zich de komende jaren ontwikkelt, kan in principe altijd een heroverweging plaatsvinden ten (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 43 -

aanzien van het bestedingsdoel van deze reserve. Dat geldt dan voor dat deel van deze reserve, waarop geen financieel/juridische verplichtingen rusten. Ten aanzien van op dit moment bekende te treffen maatregelen, valt afgerond 138.000 vrij ter dekking van het begrotingssaldo 2013. 2.3.3 Voorzieningen Voorzieningen (x 1.000) Stand per 1 januari 2013 Stand per 31 december 2013 Voorzieningen Wachtgeld-/pensioenverplichtingen vm bestuur 430 292 Onderhoud waterschapskantoor 225 261 Beheer en onderhoud waterkeringen 500 600 Natschade peilopzet Maas 1.015 515 Totaal voorzieningen 2.170 1.668 Voorziening Wachtgeld-/pensioen verplichtingen Met ingang van 2006 moeten we voor wachtgeld- en pensioenverplichtingen voor voormalige bestuurders een voorziening vormen ter grootte van de verwachte toekomstige verplichting. De toekomstige verplichting wordt jaarlijks bij het opmaken van de jaarrekening opnieuw berekend. Dan vindt ook eventuele bijstorting of vrijval plaats ten laste respectievelijk ten gunste van de exploitatie (Verlies- en Winstrekening). Voor het afdekken van de geraamde kosten 2013 halen we een bedrag van 138.000 uit de voorziening Wachtgelden en pensioenverplichtingen voormalig bestuurders. Voorziening Onderhoud waterschapskantoor Met ingang van 2007 hebben we een voorziening ingesteld voor het onderhoud van het waterschapskantoor Venlo. De jaarlijkse storting bedraagt, op basis van het beheerplan voor het waterschapshuis, 136.000. Voor het uitvoeren van diverse onderhoudswerkzaamheden in 2013 hebben we naar verwachting 100.000 nodig en halen we dit uit de voorziening. Voorziening Beheer en onderhoud waterkeringen Met ingang van 2011 hebben we een voorziening ingesteld voor het beheer en onderhoud van waterkeringen. De jaarlijkse storting in de voorziening is begroot op 400.000. Voor het uitvoeren van het onderhoud verwachten we in 2013 een bedrag van 300.000 nodig te hebben uit de voorziening. Voorziening Natschade peilopzet Maas Dit is een voorziening voor claims van ingezetenen en bedrijven. In 2010 hebben wij een bedrag ontvangen van Rijkswaterstaat ter grootte van 1.526.234 ter afhandeling van schadeclaims die het gevolg kunnen zijn van de verhoging van het peil van de Maas (traject Sambeek-Grave). Het waterschap heeft een bestuursakkoord met Rijkswaterstaat om deze claims af te handelen. Het gaat hier om het treffen van een voorziening voor aanwezige risico s en te verwachten verplichtingen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. In 2014 vindt evaluatie plaats met Rijkswaterstaat. In 2013 houden we rekening met een uitgave ten laste van deze voorziening van 500.000. 2.3.4 Prognose balans 2013 Als basis voor de berekening van de kapitaallasten, die voortvloeien uit de in het verleden gedane investeringen, hebben we de staat van vaste activa begroting 2013 genomen. Daarin hebben we ook de investeringsprogramma s tot en met 2012 verwerkt. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 44 -

2.4 Financieringsparagraaf Vermogensbehoefte 2013-2017 Als gevolg van onze dagelijkse activiteiten is er continu een ingaande en uitgaande geldstroom via onze rekening courant. Via de rekening courant doen we niet alleen reguliere uitgaven (bijvoorbeeld salarissen) maar ook investeringsuitgaven. Uitgaande van een sluitende jaarbegroting zorgen de investeringsuitgaven ervoor dat er een vermogensbehoefte (financieringsbehoefte) op lange termijn bestaat. In de bedrijfseconomie wordt als vuistregel gehanteerd dat reguliere uitgaven (exploitatie-uitgaven) met kort geld gefinancierd mogen worden (zoals bijvoorbeeld de rekening courant) en investeringsuitgaven met lang geld (looptijd geldlening langer dan één jaar). Het doel is de financieel-economische kwetsbaarheid te minimaliseren en de continuïteit op langere termijn te waarborgen (solvabiliteit). Op grond van het voorgaande kan de financieringsstructuur van een organisatie op hoofdlijn worden afgelezen aan de verhouding tussen de afschrijvingen op investeringen en de aflossingen op geldleningen. Wanneer deze verhouding nagenoeg (structureel) 1:1 is, zou men kunnen concluderen dat investeringen zijn gefinancierd met vaste geldleningen met een looptijd die nagenoeg aansluit bij de investerings- en kapitaalbehoefte op langere termijn. Voor een (semi-) overheidsorganisatie geldt echter een uitzonderlijke situatie, omdat financieringsbeslissingen naast het wettelijke kader vooral worden geleid door het kostenaspect. De continuïteit staat niet of nauwelijks ter discussie. Als we kijken naar de verhouding tussen afschrijvingen en aflossingen in de begroting 2013, dan is die verhouding ongeveer 3:1 ( 4.350.231 : 1.350.756). Hieruit kunnen we concluderen dat we tot op heden de gepleegde investeringen veelal met kort geld en interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) hebben gefinancierd. De wettelijke kaders geven tot op zekere hoogte de ruimte voor deze benaderingswijze. Wij maken maximaal gebruik van die ruimte zolang de rentetarieven voor kort geld voordeliger zijn en een stijging van de lange rente niet te verwachten is. Op deze wijze houden we de financieringskosten voor ons waterschap zo laag mogelijk. Dit zolang we ons binnen de gestelde kaders van de Wet Fido (de renterisico-norm en de kasgeldlimiet) begeven. Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. De rentelasten dekken we in de begroting door de rentecomponent in de kapitaallasten van investeringen. Wanneer we namelijk een nieuwe investering in het investeringsprogramma opnemen, ramen we kapitaallasten die bestaan uit een afschrijvingskostencomponent en een rentekostencomponent. Door deze laatste in de begroting als last op te nemen, hebben we de financieringskosten voor de investering afgedekt. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien of rentepercentages hoger zijn. In de begroting 2013 hebben we de financieringsbehoefte voor eind 2013 berekend op afgerond 34,5 miljoen. In de Wet Fido staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. De externe financieringsbehoefte op lange termijn neemt op basis van de verwachte beschikbaarheid van interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen), de aflossingen op de huidige geldleningen en het meerjaren investeringsprogramma, met zo n 4 tot 5 miljoen per jaar toe. Renteontwikkeling 2013-2017 in relatie tot de meerjarenraming De onrust op de financiële markten levert onzekerheden op ten aanzien van de renteontwikkeling. Naar verwachting zal de rente, vanwege krapte op de internationale kapitaalmarkt en onder invloed van economisch herstel, de komende jaren stijgen. Met ingang van 2013 hebben we het rentepercentage waarmee we rekenen structureel met een 0,5% verlaagd. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 45 -

rentepercentage van 4,0% voor 2013 en 2014, en 4,5% voor 2015 en 5% vanaf 2016. Een en ander conform de Voorjaarsnota 2012. Reserves en voorzieningen Het bedrag van de reserves en voorzieningen wenden we aan voor de financiering van investeringen. Dit levert een besparing op ten aanzien van de rentelasten. Indien we reserves en/of voorzieningen gaan besteden betekent dit een stijging van de externe rentelasten. We moeten dan namelijk vreemd geld (in de vorm van een geldlening) aantrekken, waarvan de rentekosten volledig ten laste van de exploitatie komen. Rentegevoeligheid Zoals eerder aangegeven, houden we in de meerjarenraming rekening met de financieringslasten van investeringen. De rentegevoeligheid van onze begroting hangt af van hoe de rente zich ontwikkeld ten opzichte van de begrote rentepercentages. De rentegevoeligheid moet in relatie worden gezien met de nieuw af te sluiten geldleningen voor de te plegen investeringen of herfinancieringen. De rentegevoeligheid van de huidige leningportefeuille is nihil, omdat we over de hele looptijd vaste percentages hebben afgesloten. We kunnen rentegevoeligheid meetbaar maken door te berekenen wat het betekent als de rente 1% hoger uitvalt dan geraamd. Uitgaande van de financieringsbehoefte van 34,5 miljoen eind 2013 en een jaarlijks gemiddelde oplopende financieringsbehoefte van circa 5,0 miljoen in 2014-2017, zouden de rentelasten in 2017 zo n 0,5 miljoen hoger zijn dan wat nu is geraamd in de meerjarenraming. De Kasgeldlimiet en renterisico-norm Op 1 januari 2001 is de Wet Fido in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Financiering lagere overheden (Wet Filo), die sinds 1987 van kracht was. De Wet Fido heeft kort gezegd tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Om die doelstelling te kunnen toetsen, hanteert de wet twee instrumenten: de kasgeldlimiet t.b.v. de beperking van het renterisico op korte financiering ( 1 jaar); de rente-risiconorm t.b.v. de beperking van het renterisico op lange financiering (> 1 jaar). Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met korte middelen mogen financieren. Een en ander om de renterisico s te beperken. Voor waterschappen is die limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Elk kwartaal wordt de gemiddelde kort geld -schuld van de betreffende maanden getoetst aan de limiet. Voor ons waterschap betekent dit voorschrift dat in 2013 de kort geld -schuld gemiddeld per kwartaal maximaal afgerond 13.001.000 (23% van 56.526.290) mag bedragen. Als we twee kwartalen de kasgeldlimiet overschrijden, moeten we de kort geld -schuld omzetten in een langlopende financiering. We ramen de financieringsbehoefte in 2013 op circa 34 miljoen. We financieren zo lang mogelijk vanuit de rekening courant, vanwege de lage kosten voor rood staan. Hoe lang we hiermee doorgaan, hangt af van de (verwachte) renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 46 -

Renterisico-norm Uitgangspunt voor het invoeren van een renterisico-norm is het streven naar een spreiding van looptijden van lang geld -leningen met het oog op een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossingen en het leningsbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening mogen in het betreffende jaar de renterisico-norm niet overschrijden. Voor waterschappen is de wettelijke renterisico-norm bepaald op 30% van het begrotingstotaal (voorheen 23% van de vaste schuld per 1 januari). 30% van het begrotingstotaal 2013 komt neer op een bedrag van 16.958.000. Het op vaste geldleningen af te lossen bedrag in 2013 is 1.350.756 en blijft ruim binnen de renterisico-norm van 16.958.000. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord was opgenomen dat met ingang van 2013 ook de decentrale overheden worden verplicht tot schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Door een (verrassende) publicatie in de Staatscourant van 4 juni 2012 is dat feitelijk al met ingang van die datum het geval zonder dat er enig zicht is op de precieze regeling dan wel dat er een deugdelijke wettelijke basis ligt. In feite is schatkistbankieren een mechanisme waarmee de centrale overheid de staatsschuld collectief wil verlagen door tekort- en overschotposities met elkaar te verrekenen waarbij zij op termijn ook de rente-uitgaven van de collectieve overheid te kunnen verlagen. Het werkt ongeveer als volgt (precieze regeling ontbreekt nog). Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen al hun liquide middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën. Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. Decentrale overheden (zoals waterschappen) hebben de mogelijkheid om termijndeposito s aan te houden. Over de aangehouden middelen wordt een voor de Staat marktconforme rente vergoed, dat wil zeggen een rente die gelijk is aan de rentes waartegen de Staat zich financiert op de financiële markten. Omdat exacte regelingen en producten op dit moment nog ontbreken kunnen we op dit moment de impact nog niet inschatten. Alleen in geval van overtollige liquide middelen worden we verplicht tot schatkistbankieren. Op het moment is het zo dat hoofdzakelijk rood staan en onze financieringsbehoefte als gevolg van te plegen investeringen, alleen maar toeneemt. Risicogedrag Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten en zo laag mogelijk renterisico. Gezien het feit dat we de vaste geldleningen voor langere tijd zijn aangegaan zonder de mogelijkheid tot renteherziening gedurende de looptijd, lopen we een laag renterisico. 2.5 Risicoparagraaf Nationaal waterveiligheidsbeleid Het nationale waterveiligheidsbeleid wordt geactualiseerd (project Waterveiligheid in de 21 e eeuw). Dit beleid kent drie speerpunten; voorkomen van overstromingen en van gevolgen (pro-actie en preventie); voorbereiden van maatregelen bij overstromingen (preparatie en respons); herstel van schade (nazorg). Wat de uitkomst voor ons waterschap zal betekenen, is nog onvolledig bekend. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 47 -

De commissie Veerman heeft in de afgelopen jaren met betrekking tot de hoogwaterbescherming geadviseerd om zoveel mogelijk rekening te gaan houden met de klimatologische ontwikkelingen in Nederland. Met name duurzame maatregelen, waarbij de beschikbare ruimte voor de rivieren optimaal wordt benut, zijn daarbij onderstreept. Vanaf 2020 zal het Deltaprogramma invulling geven aan de hoogwaterbescherming. Door middel van zogenoemde regioprocessen zullen de mogelijkheden worden verkend. In deze regioprocessen wordt mogelijk een bijdrage van ons waterschap gevraagd. Belangrijk daarbij vinden wij het onderscheid van de korte termijn opgave (de dijkverbeteringen ten behoeve van een veilig Maasdal conform de politieke belofte uit de jaren 90) en de lange termijn (Deltaprogramma om klimatologische ontwikkelingen op te kunnen vangen). Ook vinden wij belangrijk dat de regioprocessen van het Deltaprogramma eenduidige en helder communiceren over de korte en lange termijn opgave, zodat in de regio geen verwarring ontstaat of verkeerde verwachtingen worden gewekt. Waterkeringstaak Voor het uitvoeren van onze wettelijke taak op het gebied van de waterkering, is het noodzakelijk om te beschikken over een actueel en gevuld beheerregister. Veel gegevens van onze waterkeringen zijn nog onbekend. Dit heeft zijn oorsprong met name in het feit dat de 1/50 e keringen in 1996 zijn aangelegd met een tijdelijk perspectief en in een zeer hoog tempo. Toentertijd was er, nog afgezien van het feit dat de dijken geen primaire status hadden, geen reden om een beheerregister hiervoor op te stellen, omdat de dijken binnen afzienbare tijd overbodig zouden worden. Wij beschouwen de nog uit te voeren dijkverbeteringen hét moment om een actueel beheerregister van deze dijken te gaan opbouwen en beschouwen dit ook als onderdeel van de dijkverbeteringen. Alle 1/50 e waterkeringen voldoen niet aan de wettelijk norm en zullen in de komende jaren moeten worden verbeterd. Dat betekent dat de tijdelijke dijken uit 1996 langer moeten functioneren dan waarop ze destijds zijn ontworpen. Uit een indicatief onderzoek blijkt ca. 10% van deze tijdelijke dijken mogelijk niet meer in staat is de waterstanden uit 1993 en 1996 te keren. Dit vraagt om extra maatregelen tijdens het hoogwater, maar mogelijk ook extra beheerkosten in de toekomst. Deze eventuele extra beheerkosten zijn niet opgenomen in de begroting. Uit waarnemingen van het hoogwater van 2011 en het voornoemde indicatieve onderzoek is gebleken dat de waterkering bij Maashoek (Steijl) niet voldoet. Hier zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. Door de vele aanwezige leidingen en de beperkte ruimte is deze situatie erg complex. Wij zullen de mogelijkheden en bijbehorende kosten verder uitwerken in een projectplan. De waterkeringen die door Maaswerken in de afgelopen jaren zijn aangelegd, zullen worden getoetst in de verlengde 3 e toetsing (oplevering 2013). Mogelijk zijn op basis van de toetsresultaten aanvullende beheermaatregelen nodig. Ook deze maatregelen zijn niet voorzien in de begroting. Vrijwillige dijkwachten Het waterschap maakt gebruik van een groot aantal vrijwillige dijkwachten. De gemiddelde leeftijd van deze dijkwachten is vrij hoog en op termijn wordt verwacht dat een groot aantal dijkwachten door de leeftijd zal stoppen. Bovendien is bij het inzetten van vrijwilligers altijd sprake van een onzekerheid over de inzet. Een maatschappelijke trend is daarnaast dat het vinden van vrijwilligers steeds moeilijker wordt. Al deze factoren tezamen vraagt een nadere analyse van de toekomstige dijkwacht/dijkwachtorganisatie. Uit deze analyse volgen diverse keuzemogelijkheden, met bijbehorende financiële consequenties, voor het waterschap. De resultaten van deze analyse worden in 2013 verwacht. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 48 -

Directe of indirecte verkiezingen In de begroting 2013 hebben we gelet op de landelijke ontwikkelingen en het bestuursakkoord, rekening gehouden met het vervallen van de directe verkiezingen. We hebben in de meerjarenbegroting daarom rekening gehouden met een structurele kostenbesparing. Omdat over de wijziging verkiezingen nog geen definitieve landelijke politieke besluitvorming heeft plaatsgevonden, kan het zijn dat de indirecte verkiezingen geen doorgang vinden. In dat geval wordt de besparing waarmee rekening we rekening houden, niet gerealiseerd. Nagekomen belastingbaten Op basis van ervaringscijfers houden we in de begroting 2013 en verder rekening met structurele nagekomen belastingbaten van 800.000. Naarmate de kwaliteit van de prognoses met betrekking tot de belastingmaatstaven (aantal ingezeten, waardeontwikkeling Wet Woz, vervuilingseenheden en dergelijke) hoger wordt, zullen de nagekomen belastingbaten lager worden. Landelijk vereveningsfonds Hoogwaterbeschermingsprogramma (2011 81 miljoen, 2014 131 miljoen, 2015 181 miljoen) Bij de berekening van de bijdragen 2014, 2015 en verder voor ons waterschap, gaan wij er van uit dat dezelfde verdeelsleutel wordt gehanteerd als voor de 1 ste tranche van 81 miljoen in 2011. Als men uiteindelijk voor een andere verdeelsleutel kiest, kan het bedrag voor ons waterschap hoger of lager uitvallen dan de 4,13 miljoen die we nu in 2015 ramen. Vanaf 2017 hebben wij rekening gehouden met de invoering van de project gebonden eigen bijdrage. Dit leidt tot een verlaging van het basis bedrag van 4,13. Wij hebben in onze begroting rekening gehouden dat wij in de periode 2017-2024 jaarlijks zo n 20 miljoen per jaar investeren in onze dijken (totaal 160 miljoen) waarvan 10% in aanmerking komt als eigen project bijdrage voor ons waterschap. Vanaf 2017 hebben wij op basis van het voorgaande rekening gehouden met een jaarlijks bedrag van 5,3 miljoen. Landelijk uitgangspunt is dat de meerkosten gecompenseerd worden door te realiseren besparingen door een doelmatiger en rationeel waterbeheer in de afvalwaterketen. In het voorstel van de Unie is in de totale (afval)waterketen uitgegaan van een budgettair neutrale actie. De bijdrage merken we aan als een jaarlijkse investering waarvan de kapitaallasten ten laste van de watersysteemtaak komen. Meerjarenraming 2013-2017 In de meerjarenraming zijn we uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 2% per jaar. Dit zonder rekening te houden met nieuw beleid, areaalgroei of andere ontwikkelingen. Ook hebben wij geen rekening gehouden met een stijging van kosten als gevolg van de btw verhoging van 19% naar 21% per 1 oktober 2012. De meerjarenraming is een momentopname en is geen statisch instrument. De meerjarenraming is een meerjarige indicator van de meerjarige ontwikkeling van onze exploitatielasten en -baten. Niet meer en niet minder. De ervaring leert dat door allerlei ontwikkelingen in de omgeving waarin wij acteren, de groei in de structurele kosten meestal hoger uitvalt dan we op enig moment voorzien. Sociale lasten In de begroting zijn wij uitgegaan dat de wettelijke sociale werkgeverslasten zo n 20% bedragen van de belaste vergoedingen en bruto lonen. Het blijkt dat het percentage de afgelopen jaren in werkelijkheid is gestegen naar zo n 27%. Toch zijn wij de afgelopen jaren door vacatureruimte met het budget voor sociale lasten goed uitgekomen. Wij handhaven daarom het budget voor sociale lasten op het huidige niveau. Echter met het invullen van de vacatures lopen we het risico dat het budget overschreden gaat (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 49 -

worden. Een en ander zal in de jaarrekening tot uitdrukking komen. Dit kan aanleiding zijn om het geraamde meerjarige budget ter dekking van de sociale lasten te herzien. Kwijtschelding 2013-2017 In de begroting 2013 hebben wij rekening gehouden met een totaal bedrag aan kwijtschelding 2013 van 844.000 (ca 1,6% van de bruto op te leggen heffingen). De afgelopen jaren is een opwaartse trend te signaleren als gevolg van onder andere de economische situatie en koppeling van kwijtschelding aan de gemeentelijke kwijtschelding. Ook zijn er meer mensen zich bewust van de mogelijkheid tot het aanvragen van kwijtschelding en vinden ook makkelijker de (digitale) weg waardoor de realisatie de voorbije jaren hoger uit is gevallen dan de raming. We hebben daarom het kwijtscheldingsbedrag voor in ieder geval 2013 en 2014 (mede gelet op de crisis) met 295.000 verhoogd ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen. Op basis van voortschrijdend inzicht blijven we monitoren of die lijn ook na 2014 doorgezet moet worden. In de huidige meerjarenraming hebben we daar geen rekening mee gehouden. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 50 -

Begroting 2013 naar programma s (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 51 -

(Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 52 -

3 Programma Waterkering Elke dag kunnen we in Noord- en Midden-Limburg genieten van de Maas. Daartegenover staat dat de Maas af en toe haar grillige en gevaarlijke kant laat zien. In dit programma staat welke doelen en maatregelen wij willen realiseren om de Maas veiliger te maken en te houden. Deze activiteiten komen voornamelijk voort uit het beheerplan waterkeringen. Verantwoordelijke portefeuillehouder(s) (bestuurlijk) Rein Dupont (portefeuille waterkeringen); Toine Gresel (portefeuille handhaving); Joop de Hoon (portefeuille grondbeleid). Programma-eigenaar (ambtelijk) Enno Kuipers Prestatie-indicator Doel eind 2013 waterkeringen beoordeeld conform de Voorschriften Toetsen op 100% Veiligheid afronding 1 ste tranche dijkverbetering 100% 3.1 Wat willen we bereiken? Opgave De opgave waarvoor wij ons gesteld zien, is het beschermen van de bevolkingsconcentraties langs de Maas tegen hoogwaters. We willen op realistische wijze invulling geven aan deze opgave, zodat de inwoners in ons gebied zich veilig voelen en zo weinig mogelijk overlast ondervinden van eventueel hoog water. Parallel hieraan gaan wij onze inwoners bewust maken van de risico s van het wonen langs het water en gaan we eveneens hun zelfredzaamheid stimuleren voor de situatie dat er onverhoopt toch iets mis mocht gaan. Want ondanks onze inspanningen kan het toch misgaan en kunnen zich ook andere incidenten zoals waterverontreiniging, wateroverlast, watertekort, droogte of het technisch falen van installaties voordoen. Dit zijn voorbeelden van risico s die wij het hoofd moeten kunnen bieden. Als beheerder van de waterkering zijn wij een belangrijke partner bij de verdere invulling van waterveiligheid in het Maasdal. Door o.a. het uitvoeren van geprogrammeerd en ongeprogrammeerd onderhoud aan de waterkeringen, het inwinnen van gegevens, het verder opleiden en trainen van onze medewerkers geven wij een impuls aan onze taak als beheerder. Met name het geprogrammeerd onderhoud willen wij, samen met de benodigde training en opleiding, vanaf 2013 tot uitvoering brengen. Niet alleen het beheer van de waterkering, maar ook het uitvoeren van de noodzakelijke dijkverbeteringen is een taak van het waterschap. In ons beheergebied kan de totale opgave worden verdeeld in: afronden 1 ste tranche dijkverbetering; uitvoeren 2 e tranche dijkverbetering, prioritaire dijkverbeteringen; uitvoeren dijkverbeteringen in gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum; uitvoeren nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma. Onze ultieme doelstelling is het realiseren van een veilig Maasdal uiterlijk in 2020 met een bescherming tegen hoogwater met een 1/250 e overschrijdingskans. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 53 -

Beoogd effect de burger voelt zich veilig en heeft vertrouwen in ons waterschap als waterkerende en waterbeherende instantie. de beschermde gebieden kunnen tijdens hoogwater van de Maas zo normaal mogelijk functioneren en ondervinden zo weinig mogelijk (over)last en/of schade van het hoogwater. Randvoorwaarden we beheren en onderhouden de waterkeringen en de gegevens daarvan efficiënt. we zadelen de burger zo weinig mogelijk op met regelgeving en beperkingen, maar wijzen wel op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Doelstellingen Wij geven op realistische wijze invulling aan de bescherming tegen hoogwater op de Maas, zodat inwoners in ons gebied zich veilig voelen en zo weinig mogelijk overlast ondervinden. we hebben de taak zoals die volgt uit ons waterschapsreglement en de provinciale Omgevingsverordening Limburg helder en eenduidig binnen het waterschap in uitvoering genomen. we hebben ons waterkeringbeleid eenduidig en transparant vastgelegd in het beheerplan waterkeringen en erover gecommuniceerd. onze Keur, Legger en Beheerregister waterkeringen voldoen aan de vereisten van de Waterwet en de provinciale Omgevingsverordening Limburg. we hebben activiteiten van derden met betrekking tot de dijken door middel van adequate vergunningen en handhaving gereguleerd. we bewaken overige ontwikkelingen in het Maasdal die direct/indirect effect kunnen hebben op de waterkeringstaak aan de voorzijde door participatie in projecten. We stimuleren hierbij rivierverruimende maatregelen. de nog te realiseren dijkverbeteringen uit de 2 e tranche, inclusief de te verbeteren trajecten uit de Toetsing op Veiligheid, zijn in 2020 afgerond. we streven naar een professionele en kwalitatief goede calamiteitenbestrijding. ons hoogwaterbestrijdingsplan is actueel. Wij maken de inwoners in ons gebied bewust van overstromingsrisico s en stimuleren zelfredzaamheid. we communiceren met inwoners over risico s en wat zij hiertegen kunnen doen. als waterpartner werken wij samen in de veiligheidsregio. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 54 -

3.2 Wat gaan we ervoor doen? Beleidskaders Nr Omschrijving Vastgesteld Periode* 1 Beheerplan Waterkeringen 2009-2013 2009 2009-2013 2 Beleidsregels vergunningen waterkeringen 2009 Geen termijn 3 Keur 2009 Geen termijn 4 Bestuursovereenkomst uitvoering 2 e tranche dijkverbetering 2010 2010-2020 5 Legesverordening 2011 Geen termijn 6 Legger waterkeringen 2008/2010 Geen termijn * Zolang geen nieuw beleid is vastgesteld, blijven genoemde beleidslijnen gelden (ook als periode is overschreden) Projecten Nr Naam project Omschrijving project 1 1 ste Tranche dijkverbeteringen Voorbereiden en uitvoeren van de restpunten uit de 1 ste tranche dijkverbetering Activiteiten Het afronden van de dijkverbeteringen in Venlo, Gennep, Mook en Middelaar als restopgave van de projectorganisatie Maaswerken Beoogde resultaten Met Rijkswaterstaat hebben wij in 2011 een overeenkomst gesloten om de resterende werkzaamheden binnen de opdracht van de projectorganisatie Maaswerken in Venlo, Gennep, Mook en Middelaar af te ronden. De werkzaamheden worden in 2013 uitgevoerd. De kosten komen ten laste van de beschikbare middelen ( 5,3 miljoen), zoals vastgesteld in de bestuursovereenkomst. 2 2 e Tranche dijkverbetering Voorbereiden en uitvoeren van de 2 e tranche dijkverbetering Activiteiten Het voorbereiden en uitvoeren van de prioritaire dijkverbeteringen uit de 2 e tranche dijkverbetering Beoogde resultaten Met het Rijk is een Bestuursovereenkomst Planstudie Sluitstukkaden in 2010 gesloten. Op basis van deze overeenkomst vindt de uitwerking van de planstudie en de voorbereidingen van de uitvoering van de prioritaire dijkverbeteringen plaats. De kosten komen ten laste van de beschikbare middelen ( 42 miljoen) zoals vastgesteld in de bestuursovereenkomst. In 2012 is opdracht verstrekt voor een pakket van drie dijkringen, op basis waarvan de planstudie wordt uitgewerkt in 2012 tot 2014. In 2013 wordt de opdracht verstrekt voor het tweede pakket van drie dijkringen en vervolgens in de periode 2013 tot 2015 wordt de planstudie afgerond. De uitvoering van de dijktracés zal afhankelijk van de afronding van de planstudies gefaseerd plaats (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 55 -

vinden in de periode 2014 tot 2017 met een maximale uitloop tot 2020 conform einddatum van de bestuursovereenkomst. 3 Ooijen-Wanssum Voorbereiden en uitvoeren van de 2 e tranche dijkverbetering Activiteiten Het voorbereiden en uitvoeren van de prioritaire dijkverbeteringen uit de 2 e tranche dijkverbetering 4 Hoogwaterbeschermingsprogramma Activiteiten Het voorbereiden en uitvoeren van de dijken in kader van het nieuwe Hoogwaterberschermingsprogramma (nhwbp) Beoogde resultaten De doelstelling van het waterschap is een trekkersrol te vervullen wat betreft de dijkverbeteringen in het gebiedsontwikkelingsplan Ooijen-Wanssum. Over de taken en verantwoordelijkheden moeten nog concrete afspraken worden gemaakt. In 2013 zullen wij waarschijnlijk een actieve bijdrage leveren, waarbij wij uitgaan van financiering uit het integrale project. Voorbereiden op de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2017 e.v. Beoogde resultaten Op basis van de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas brengen wij de resterende dijktracés op orde. In 2017 en volgende jaren is 20 miljoen gereserveerd vanuit het nhwbp. In de periode van 2013 tot 2017 pakken wij binnen de spelregels van het nhwbp de projectvoorbereiding op. Na vaststelling van het projectplan worden de kosten vergoed vanuit het nhwbp. Met de beschikbare middelen en de grootte van de opgave in acht genomen, verwachten wij een doorlooptijd tot 2025. 5 Beheerregister Geotechnisch en constructief onderzoek en vastleggen gemaakte afspraken Activiteiten Geotechnisch en constructief onderzoek Vastleggen gemaakte afspraken Beoogde resultaten In 2011 zijn wij gestart met het inwinnen van gegevens van de 1/50 e dijken die nu niet worden meegenomen in de geprioriteerde dijkverbeteringen. Op basis van deze gegevens is het kerend vermogen vastgesteld. Daarnaast bleek uit de evaluatie van het hoogwater dat er een aantal verdachte locaties is die nader onderzocht moet worden. In 2013 zal naar verwachting nog beperkt aanvullend onderzoek nodig zijn op de reeds uitgevoerde onderzoeken. Deze gegevens dienen tevens weer als input voor ons beheerregister en eventueel noodzakelijke dijkverbeteringen. De doelstelling is de gemaakte afspraken tussen Maaswerken en de omwonenden nabij de waterkering bij de recente dijkverbeteringen vast te leggen in het beheerregister. Tevens is onze doelstelling per gemeente een overeenkomst uit te werken met afspraken over beheer/onderhoud en het testen van de afsluitmiddelen en dit vast te leggen in het beheerregister. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 56 -

6 Professionaliseren organisatie Extra impuls door opleiding en training Activiteiten Extra impuls door opleiding en training Beoogde resultaten Wij vinden dat noodzakelijke kennis voor het vervullen van onze wettelijke taken op het gebied van beheer en onderhoud van de waterkeringen niet beperkt moet blijven tot een kleine groep medewerkers. In 2013 wordt gericht aandacht besteed aan het inspecteren van kunstwerken en het sturen op kwaliteit in het beheer en onderhoud van de waterkeringen. 7 Toetsen op Veiligheid Regulier toetsen van de waterkering conform de Voorschriften Toetsen op Veiligheid Activiteiten Verlengde 3 e toetsing Beoogde resultaten Een aantal trajecten van onze waterkeringen heeft geen oordeel gescoord in de uitgevoerde toetsing op veiligheid. Landelijk is afgesproken om het aandeel geen oordeel te minimaliseren om de meerjaren opgave in het Hoogwaterbeschermingsprogramma zo concreet mogelijk te maken. In 2013 zullen wij een oordeel geven over de betreffende dijkvakken, om daarmee een claim te leggen op het hoogwaterbeschermingsprogramma en als beheerder een zo volledig mogelijk beeld te hebben van de actuele veiligheidssituatie in ons beheergebied. Beleidsproducten Nr Naam beleidsproduct Omschrijving beleidsproduct 1 Eigen plannen waterkeringen Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema s en/of gebieden. Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 1.1 Beheerplan waterkeringen Inspectie en onderhoudsplan Op basis van de ontwikkelde en vastgestelde plannen zullen wij onze onderhoudsstrategie voor onze waterkeringen in de diverse onderhoudsprogramma s operationaliseren. Met het doorlopen van de plan-do-check-act cyclus zullen we de programma s ook in de komende jaren verder gaan optimaliseren. Het volgen van ruimtelijke ordening ontwikkelingen in het Maasdal Uitvoering wettelijke taak. Wij stellen ons daarbij in eerste instantie op als adviserend partner. In de uitvoering van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn we actief betrokken als uitvoeringspartner voor de planvorming van de dijkversterking binnen deze gebiedsopgave. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 57 -

Beleidsontwikkeling van derden Wij volgen de landelijke en provinciale beleidsontwikkeling op het gebied van de waterkering en zullen, waar noodzakelijk en mogelijk, op een proactieve wijze onze bijdrage leveren dan wel onze eigen beleidsdoelstellingen aanpassen. Een belangrijke beleidsontwikkeling voor de toekomst is de verdere ontwikkeling van een nieuwe veiligheidsnormering van de waterkeringen. We participeren landelijk in het project Veiligheid in Nederland op Kaart (VNK). Tevens volgen we actief de ontwikkelingen in het Deltaprogramma en zijn we alert op de verbinding van lopende programma s (zoals de dijkversterking) met de lange termijn programma s (zoals het Deltaprogramma). 1.6 Calamiteitenplannen We houden ons hoogwaterbestrijdingsplan jaarlijks actueel en zoeken de samenwerking met gemeenten op de onderdelen noodkeringen en evacuatie. 3 Beheerinstrumenten waterkeringen Beheerproduct Voorbereiding, op- en vaststelling en het actueel houden van de legger en het beheerregister, met bijbehorende kaarten, waarin de ligging, richting, vorm, constructie en overige kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand van de waterkeringen en de daarin gelegen kunstwerken is aangegeven. Activiteit met beoogd resultaat 3.1 Legger waterkeringen Beheer voeren op basis van nieuwe legger. We houden de legger actueel. Aandachtspunt hierbij is het verwerken van de uitkomsten van initiatieven van derden (gemeenten) na oplevering. In 2013 worden de gegevens van diverse projecten in Venlo (Maasboulevard) verwerkt. 3.2 Beheerregister waterkeringen 3.3 Veiligheidstoetsing waterkeringen Actualisatie en beheer van gegevens van de waterkering en objecten in en nabij de waterkering ten behoeve van de toetsing op veiligheid, draaiboek hoogwater en beheer en onderhoud van de waterkering. We geven in 2013 verder uitvoering aan het project verlengde derde toetsing. Daarna verwachten we dat jaarlijks een beperkte update van de gegevens nodig is en de verdere toetsingscyclus van een maal per zes jaar naar een maal per twaalf jaar verschuift. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 58 -

4 Aanleg en onderhoud waterkeringen Beheerproduct 4.1 Aanleg en verwerving primaire waterkeringen 4.2 Onderhoud primaire waterkeringen Het tot stand brengen, vernieuwen, overnemen en uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden van keringen en de bij het waterschap in beheer zijnde kunstwerken, inclusief het verwerven van de ondergrond. Activiteit met beoogd resultaat Aanleg en verbeteren waterkeringen Ons doel is een veilig Maasdal. Dit willen wij realiseren via de volgende sporen: afronden 1 ste tranche dijkverbetering; uitvoeren 2 e tranche dijkverbetering, prioritaire dijkverbeteringen; uitvoeren dijkverbeteringen in gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum; uitvoeren Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het uitvoeren van geprogrammeerd onderhoud aan grijze en groene dijken en waterkerende kunstwerken. Waterkering voldoet aan de gestelde veiligheids- en functieeisen. Jaarlijkse storting van 400.000 in de voorziening en uitvoering van geprogrammeerd onderhoud. In 2013 starten we de onderhoudscyclus van geprogrammeerd preventief onderhoud van de kunstwerken in de 1/250 e keringen. Het uitvoeren van noodzakelijk ongeprogrammeerd onderhoud aan grijze en groene dijken en waterkerende kunstwerken. We richten ons hierbij in 2013 en 2014 met name op het verbeteren van de taluds op enkele probleemlocaties en het verwijderen van de meest risicovolle beplanting op de keringen. Voor 2013 is, zoals in de voorjaarsnota is opgenomen, een bedrag van circa 125.000 nodig voor het verwijderen van de meest risicovolle beplanting van de keringen. Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging van alle voorstellen e/o wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. Inspecties waterkeringen Door middel van gerichte inspecties van zowel de groene dijken als de kunstwerken, houden wij zicht op het goed functioneren van de kering. Tevens wordt deze taak gecombineerd met toezicht op keur, begeleiding van de onderhoudsbestekken en de vergroting van het bewustzijn bij burgers aan de waterkering. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 59 -

5 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding waterkeringen Beheerproduct 5.1 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding Het plan- en doelmatig bewaken van waterkeringen in bedreigende situaties en het treffen van maatregelen om de waterkerende functie te waarborgen. Activiteit met beoogd resultaat Het laten functioneren van de dijkwachtorganisatie Adequate dijkbewaking tijdens hoogwaters. Het laten functioneren van de hoogwaterbestrijdingsorganisatie Adequaat optreden tijdens hoogwaters. Onderhoud en beheer van hoogwaterbestrijdingsmaterieel Goed functionerend en betrouwbaar materieel. Het periodiek inspecteren van de afsluiters voor het hoogwaterseizoen. Het houden van een jaarlijkse schouw van alle afsluitmiddelen. Het actueel houden van het calamiteitenbestrijdingsplan hoogwater Maas. Actueel bestrijdingsplan aanpassen n.a.v. dijkverbeteringen en evaluaties. Voorafgaand aan het hoogwaterseizoen verspreiden onder de betrokkenen en waar noodzakelijk op onderdelen geoefend. Het periodiek testen en plaatsen van hoogwaterbestrijdingsmaterieel Essentieel in de hoogwaterbestrijding is het tijdig en volledig opbouwen van het hoogwaterbestrijdingsmaterieel. Een jaarlijkse oefening ten behoeve van voldoende ervaring en routine, ook bij derden (m.n. aannemers) die vanuit de waakvlamconstructies een belangrijke bijdrage leveren in het realiseren van de hoogwaterbescherming. Voor 2014 is de doelstelling een grootscheepse oefening te organiseren met/voor de veiligheidsregio. Het streven is een en ander te combineren. We communiceren met inwoners over risico s en wat zij hiertegen kunnen doen. Het onderzoeken van de mogelijkheden van nieuwe media en dit toepassen ten behoeve van een grotere zelfredzaamheid. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 60 -

3.3 Wat mag het kosten? Programma Waterkering Categorie Lasten Rekening 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 (incl.wijz.) Begroting 2013 ( ) ( ) ( ) ( ) 43 Goederen en diensten van derden 1.015.496 457.667 564.667 532.667 44 Bijdragen aan derden 1.858.408 0 0 0 45 Toevoegingen aan voorzieningen 400.000 400.000 400.000 400.000 50 Kapitaallasten 231.537 577.911 640.368 625.979 51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringskosten 2.031.075 1.437.923 1.445.483 1.404.477 Totaal Lasten 5.536.516 2.873.501 3.050.518 2.963.123 Baten ( ) ( ) ( ) ( ) 83 Goederen en diensten aan derden 480 0 0 0 Totaal Baten 480 0 0 0 Saldo lasten minus baten 5.536.036 2.873.501 3.050.518 2.963.123 Toelichting lasten 43 Goederen en diensten van derden De stijging van de raming 2013 ten opzichte van de oorspronkelijke raming 2012 komt doordat we een budget van 75.000 voor het oefenen met demontabele waterkeringen rechtstreeks ten laste brengen van dit programma. Voorheen was dit budget opgenomen in het - algemene - afdelingsbudget. Kosten die we rechtstreeks en zuiver toe kunnen rekenen aan een eindproduct willen we ook rechtstreeks toerekenen om een zo zuiver mogelijk beeld te geven van de kostprijs van een programma. 45 Toevoegingen aan voorzieningen Op basis van het onderzoeksrapport van Arcadis (beheer en onderhoud waterkeringen) en de bestuurlijke besluitvorming naar aanleiding daarvan, ramen we met ingang van 2011 jaarlijks bedrag van 400.000 voor te plegen onderhoud aan waterkeringen. Dit bedrag storten we in een onderhoudsvoorziening. Dit met het oog op gelijkmatige spreiding van meerjarige cyclische kosten in de exploitatie. 50 Kapitaallasten De toename in 2013 is het gevolg van de doorrekening van de kapitaallasten van de geplande investeringen voor dit programma. De voor dit programma geplande investeringen zijn opgenomen in het overzicht Investeringen 2013-2017 dat bij dit programma is opgenomen. Een gedeelte van de kapitaallasten wordt via bestemming/dekking van het resultaat ten laste gebracht van de bestemmingsreserve kapitaallasten. In de kapitaallasten is rekening gehouden met de te betalen bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Die bedraagt voor ons waterschap 1.850.000 per jaar die we aanmerken als een investering waarvan de kapitaallasten ten laste van de exploitatie worden gebracht. Dit is de uitvoering van het besluit genomen door het algemeen bestuur op 27 april 2011. 51 t/m 59 Organisatie- en bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld, waarna op basis van het aantal direct productieve uren een integraal uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2013 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma s. Overigens zijn de kosten van het team (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 61 -

dijkverbetering zijn niet op dit programma opgenomen omdat deze ten laste van de te verwachten projectsubsidie worden gebracht. Productramingen Programma Waterkering ( ) Begroting Begroting Begroting Begroting Producten Lasten 2012 Lasten 2013 Baten 2012 Baten 2013 Calamiteitenplannen 210.329 208.744 0 0 Beheersinstrumenten waterkeringen 573.445 576.666 0 0 Aanleg en onderhoud van waterkeringen 1.695.239 1.733.727 0 0 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding 394.488 443.986 0 0 Totaal ( ) 2.873.501 2.963.123 0 0 Saldo lasten minus baten 2.873.501 2.963.123 Investeringen 2013-2017 Investeringen meerjarenperiode (x 1.000) Nr Cat. Afschr. termijn Raming Raming Raming Raming Raming 2013 2014 2015 2016 2017 Bijdrage landelijk vereveningsfonds HWBP 1. A 30 jaar 1.850,0 2.990,0 4.130,0 4.130,0 3.304,0 Project gebonden eigen bijdrage HWBP 2. B 30 jaar 2.000,0 Geotechnisch en constructief onderzoek voorfinanciering waterkeringen 3. A 75,0 75,0 75,0 Periodieke veiligheidstoetsing waterkeringen 4. A 5 jaar 300,0 335,0 Totaal 2.225,0 3.065,0 4.205,0 4.130,0 5.639,0 Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2013 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2013. Meerjarenraming 2013-2017 Meerjarenraming ( x 1.000) Raming Raming Raming Raming Raming 2013 2014 2015 2016 2017 Lasten 2.963 3.245 3.524 3.845 4.106 Baten 0 0 0 0 0 Saldo 2.963 3.245 3.524 3.845 4.106 In de meerjarenraming zijn alle kosten van geplande investeringen doorgerekend. Daarnaast is rekening gehouden met de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Verder is rekening gehouden met: de stijging van lonen en prijzen met 2% per jaar; de opname van een jaarlijkse uitgavenpost vanwege de bijdrage aan het landelijke vereveningsfonds voor uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Deltaprogramma, een en ander naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water. De jaarlijks te betalen bijdragen merken we als investering aan waarvan de kapitaallasten ten laste van de exploitatie worden gebracht; de structurele verhoging van de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma in 2014 en 2015 van 1.850.000 in 2012 naar 4.130.000 in 2015 vanwege extra rijksbezuinigingen (landelijk + 50 miljoen in 2014 en nog eens + 50 miljoen in 2015). We zijn bij de berekening van de bijdragen 2014 er van uit gegaan dat de dezelfde verdeelsleutel wordt gehanteerd als bij de bijdrage 2011/2012, namelijk 50% via de verhouding van ingezetenen en 50% via de verhouding van de Woz waarde. De waterschappen nemen vanaf 2015 landelijk 181 miljoen van de financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor hun rekening; (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 62 -

De invoering van de nieuwe verdeelsystematiek HWBP bijdragen met de projectgebonden eigen bijdrage HWBP in 2017. We verwachten dat de vaste bijdrage daalt van 4,13 miljoen naar 3,304 miljoen. Op grond van het gesloten convenant met het Rijk over het toekennen van prioritering van de Limburgse dijken op het HWBP programma 2017 en verder, hebben we aanvullend rekening gehouden met een projectgebonden eigen bijdrage van 2 miljoen per jaar op basis van een bruto investering van 20 miljoen per jaar ( 160 miljoen totaal in periode 2017-2024). (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 63 -

4 Programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Een vitale landbouw, mooie natuurgebieden en vertier aan het water in de zomermaanden. Allemaal herkenbare maatschappelijke functies die dagelijks vragen om zorgvuldig waterbeheer: niet te weinig water (verdroging van natuur), niet teveel (wateroverlast) en niet te vies (bacteriën en blauwalgen). Als waterschap beheren wij het watersysteem zodanig dat deze omliggende maatschappelijke functies optimaal tot hun recht komen. In dit programma leest u wat wij daarvoor doen. Verantwoordelijke portefeuillehouder(s) (bestuurlijk) Jan Classens (portefeuille waterbeheer landelijk gebied); Toine Gresel (portefeuille handhaving); Paul de Lange (portefeuille stedelijk waterbeheer). Programma-eigenaar (ambtelijk) Alfred Paarlberg Prestatie-indicator Doel eind 2013 streefpeilenplan vastgesteld aanwijzen tien locaties die representatief zijn voor realisatie streefpeilenplan vastgesteld opgeloste knelpunten WB21 40% 4.1 Wat willen we bereiken? Opgave De opgave is de watersystemen zodanig in te richten, te onderhouden en te beheren dat de waterhuishoudkundige voorwaarden worden geschapen voor de watergerelateerde grondgebruikfuncties. De komende jaren zien we ons voor de volgende opgaven gesteld: we voeren voor het hele gebied Nieuw Limburgs Peil in. Onder andere door veerkrachtige systemen te creëren waarbij het grondgebruik zich waarnodig en mogelijk voegt naar de eisen die het watersysteem stelt. we onderhouden en beheren watergangen op een zo efficiënt mogelijke wijze en we zorgen voor voldoende drooglegging. Tevens met een zo groot mogelijke doelrealisatie voor peilbeheer, waterconservering en ecologisch herstel. we lossen alle vastgestelde wateroverlastknelpunten (Waterbeheer 21 e eeuw) op. Bovendien laten wij iedere burger weten op welk beschermingsniveau hij/zij kan rekenen, ondersteund door een afdoende calamiteitenorganisatie (zie programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid). we bereiden ons zo goed mogelijk voor op de verwachte klimaatveranderingen en zullen zo nodig en waar mogelijk in samenwerking met partners de gevolgen in beeld brengen en plannen voor de toekomst ontwikkelen. we leggen het voorgestane beleid vast in een beheersplan en eventuele beleidsnotities en beleidsregels. We voldoen daarbij aan de Europese Kaderrichtlijn Water, Zwemwaterrichtlijn, Grondwaterrichtlijn, enzovoorts. We spreken andere uitvoerende overheden aan op het integreren van waterschapsbeleid in hun eigen beleid. Dit doen we door de samenwerking te zoeken met deze collega-overheden. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 64 -

we stellen niet meer regels aan de burgers en bedrijven dan strikt noodzakelijk is. Dit doen we door een adequate uitwerking en toepassing van de Keur. De regels die noodzakelijk zijn handhaven we consequent. ondanks minder regels, vooral in het secundaire en tertiaire systeem, oefenen we meer invloed uit in de zogenaamde haarvaten. Dit doen we door intensivering van een op stimulering gericht beleid en coaching van betrokkenen. we beschikken over een monitoringssysteem dat niet alleen gericht is op het bewaken van de toestand van het watersysteem, maar ook op de implementatie en evaluatie van beleid en uitgevoerde plannen. We doen dit nadrukkelijk zo efficiënt mogelijk zonder dat de kosten van onderzoek en monitoring de komende jaren zullen stijgen. De monitoringresultaten zijn optimaal beschikbaar voor de samenleving via het internet. het model IBRAHYM wordt continu verbeterd, breed gedragen en kosteneffectief toegepast. De continuïteit wordt gegarandeerd. Wet- en regelgeving Het terrein van wet- en regelgeving van het Rijk wijzigt in behoorlijk tempo. In het kader van de totstandkoming van wet- en regelgeving van Rijk en provincie laten wij een eigen geluid horen, al dan niet via de Unie van Waterschappen. Essentieel is daarbij bij te dragen aan realisatie van doelstellingen en niet meer dan nodig. Met de Keur beschikken wij over een instrument om inhoud te geven aan wet- en regelgeving. Dit instrument hanteren wij alleen als hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de realisatie van de gestelde doelen. Wij stellen niet meer regels dan nodig zijn. Het aantal vergunningsplichtige situaties is sterk beperkt. Indien mogelijk, is volstaan met algemene regels (al dan niet voorzien van meldingsplicht) of geen regels. Op basis van ervaringen in de praktijk bekijken wij of verdere vereenvoudiging van de gestelde regels mogelijk is. Aan de invoering van nieuwe regels gaat gerichte communicatie met de doelgroep vooraf. Nationaal bestuursakkoord Water-Waterbeheer 21 e eeuw Uit toetsing van ons systeem is gebleken dat sprake is van 49 knelpunten. Dit betekent dat we investeren in maatregelen om al deze knelpunten, uiterlijk in 2015, op te heffen, dan wel dat we het risico op schade accepteren waar de maatregel maatschappelijk niet verantwoord is. Op grond van de afspraken uit het hernieuwde Nationaal Bestuursakkoord Water, streven wij ernaar om in 2015 een nieuwe toetsingsronde uitgevoerd te hebben. Daarbij worden ondermeer de nieuwste KNMIklimaatscenario s uit 2013 betrokken, en getoetst zal gaan worden volgens een landelijk vastgestelde systematiek. Deze toetsing zal gezamenlijk met WRO worden uitgevoerd onder de regie van één gezamenlijke projectleider. In 2013 zullen na het verschijnen van de nieuwe klimaatscenario s de berekeningen worden uitgevoerd en doorlopen tot 2014. De hernieuwde toetsing zal worden meegenomen in het nieuwe beheerplan van het waterschap. Of door deze nieuwe toetsing veel wijzigt aan de huidige lijst met knelpunten wordt niet verwacht. Echter de effecten van het toekomstig te verwachten klimaat op de langere termijn kan wel extra aandachtspunten opleveren. De toetsing vindt deels plaats in eigen beheer. Afhankelijk van de gezamenlijke aanpak met WRO zijn mogelijk extra, niet begrote, middelen nodig. Hiervoor zal te zijner tijd een voorstel gedaan worden om te putten uit Nieuw beleid. Klimaatakkoord/Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Het door de Unie van Waterschappen namens de waterschappen ondertekende klimaatakkoord met het Rijk is de komende jaren o.m. leidend om bij de eigen bedrijfsvoering (en die van het WBL) meer rekening (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 65 -

te houden met klimaateffecten. Welke financiële consequenties het klimaatakkoord alsmede het streven naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zal hebben voor onze organisatie, wordt in 2012 onderzocht. Hierin past het buitenlandbeleid voor zover zich dit richt op het verstrekken van (technische) hulp aan het buitenland. De ontwikkelingen bij andere waterschappen, Unie van Waterschappen en het Rijk geven een druk om onze buitenlandse contacten en werkzaamheden (Turkije-projecten, e.d.) te intensiveren. We werken dit, o.a. financieel, nader uit. Overigens kan een bredere oriëntatie op het buitenland ook gezien worden in het licht van de competentieontwikkeling van medewerkers, kwaliteitsverbetering van onze eigen product en kostenbesparing in de toekomst. Klimaatontwikkeling Op basis van het project Deltaplan Hoge Zandgronden (DHZ) dat we sinds 2010 samen met onze Noord- Brabantse partners uitvoeren, hebben wij in 2011 steeds meer inzicht gekregen in de consequenties van de verschillende klimaatscenario s voor de regio. In de loop van 2012 zullen ook de eerste contouren zichtbaar worden van een gezamenlijke strategie voor de lange termijn die in 2013/2014 volledig uitgewerkt moet zijn. Hieruit zullen dan ook de (o.m. financiële) consequenties volgen waar we rekening mee moet houden om ons waterbeheer klimaatproof te krijgen. Ook de rol van wateraanvoer maakt daar onderdeel van uit. De samenwerking in DHZ-verband levert de komende jaren namens de regio de voornaamste input voor het Delta-deelprogramma Zoetwater van het Rijk. Hierin wordt het beleid voor de Nederlandse zoetwatervoorziening op lange termijn vastgelegd in een zgn. Deltabeslissing in 2015. Grensoverschrijdende activiteiten Wij zijn voor ons beheer voor een belangrijk gedeelte afhankelijk van wat er in het aangrenzende deel van onze stroomgebieden in het buitenland (Duitsland, België en Noord-Brabant) gebeurt. Het beleid van WPM aangaande het buitenland beperkt zich momenteel tot het participeren in een aantal INTERREGprojecten met Duitsland en Vlaanderen. Samenwerking met het aangrenzende buitenland neemt aan belang toe om eigen doelen te realiseren. Ook geeft het mogelijkheden om aanvullende subsidies te verwerven. We werken dit, o.a. financieel, nader uit. Wateraanvoer We constateren dat het budget met betrekking tot de wateraanvoer te laag is. We willen met ingang van 2013 het budget aanpassen tot het juiste niveau. Dit betekent een verhoging van het budget met 30.000. Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging van alle voorstellen e/o wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. Onderhoud watergangen Het onderhoud vindt plaats ten dienste van de functie van de watergangen. In 2012 is de beheervisie Waterlopen vastgesteld. Belangrijke doelen hierbij zijn voldoende drooglegging voor landbouwgronden en bebouwing, en bestrijden van verdroging van natuur en landbouwgronden. Hierbij geven wij ook de ecologische functie van waterlopen inhoud en ondersteunen we recreatief medegebruik van de waterlopen. Uitgangspunt is dat hoofdwatergangen schoon moeten zijn. Op basis van ervaringscijfers hebben we vastgesteld dat de kosten van het onderhoud door derden gekoppeld aan de huidige taakstelling jaarlijks 100.000 hoger zijn dan tot op heden geraamd. Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging van alle voorstellen e/o (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 66 -

wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. Levensduurverlengend onderhoud watersystemen Ten behoeve van het inregelen van de beek na herinrichting, hebben we in de Voorjaarsnota gevraagd om een bedrag van 100.000 jaarlijks met ingang van 2013. We willen een voorziening vormen waarin we jaarlijks dat bedrag storten ten laste van de exploitatie. Om meer invulling te geven aan groot onderhoud worden hiervoor onderhoudsplannen opgesteld. Denk hierbij aan groot onderhoud zandvangen en infrastructureel onderhoud (profielherstel). Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging van alle voorstellen e/o wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. Muskus- en beverrattenbestrijding De muskus- en beverrattenbestrijding wordt op een dusdanige wijze uitgevoerd dat er voor wat betreft de muskusratten een beheersbare populatie achterblijft. Hierdoor zullen de vangsten in de toekomst minimaal blijven zodat hierdoor het minste dierenleed ontstaat. In 2012 is circa 1.250 minder aan vangsturen ingezet. Deze vermindering van vangsturen zal doorgezet worden in 2013. Hierdoor zal de garantie van een verantwoorde restpopulatie wel verder onder druk komen staan. Voor wat betreft de beverrattenbestrijding is er alleen nog sprake van grensbewaking. Het doel is deze situatie te handhaven. Omgaan met bevers De beverpopulatie gedijt goed in ons beheergebied. De keerzijde daarvan is dat de inzet voor het beheersen van de effecten daarvan, met name voor het peilbeheer, toeneemt. Legger Eind 2012 is de nieuwe legger vastgesteld. De komende jaren vindt een verdere verdieping plaats. Ontsluiting van de legger via intranet is voorzien. Ook de legger biedt onze klanten duidelijkheid. In- en extern ontsluiten van informatie De digitale overheid stelt eisen aan het extern ontsluiten van informatie (o.a. omgevingsloket Water, Verdrag van Aarhus). Deze informatie betreft geografische gegevens, onderhoudsgegevens, meetgegevens, enzovoort en moet zo laagdrempelig mogelijk verstrekt worden. Dit vraagt om de mogelijkheid om interactief via internet onze databases te bevragen. Deze informatie is intern nu reeds redelijk benaderbaar. Externe beschikbaarstelling vraagt ingrijpende ICT-voorzieningen, met name t.a.v. de veiligheid. De komende jaren moeten hier flinke slagen worden gemaakt. Vergunningen Als een bepaalde situatie vergunningplichtig is dan zetten wij ons in om de lasten voor de klant tot een minimum te beperken. Project gebiedsgericht standstill Via het project gebiedsgericht standstill is de basis gelegd voor vereenvoudiging van de gestelde regels op het terrein van grondwateronttrekkingen. Met dit project wordt ingespeeld op de behoefte van de klant. Tevens kunnen de resultaten van een evaluatie van het grondwaterbeleid leiden tot een aanpassing van het juridisch kader. De uitvoering van dit project ( labellen pompen ) is verlaat door eerst (in 2012) de (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 67 -

evaluatie van het grondwaterbeleid uit te voeren. Vrijgeven pompcapaciteit binnen het standstill beleid is voorzien voor het beregeningsseizoen 2013. Toezicht en handhaving Bestuurlijk relevant is niet de vraag of maar de mate waarin invulling gegeven wordt aan toezicht en handhaving. Via het handhavingprogramma wordt jaarlijks vooraf inzicht gegeven in de inspanningen op het terrein van toezicht en handhaving in enge zin. Het systeem van risicobepaling en prioritering, dat wij op het terrein van toezicht en handhaving hanteren, gaat uit van toezicht aan de voorkant om normconform gedrag te bewerkstelligen. Door de ombuigingen, die de afgelopen jaren op het terrein van handhaving zijn doorgevoerd, vindt op dit terrein een verschuiving plaats van toezicht aan de voorkant naar toezicht aan de achterkant. Sprekend voorbeeld is in dit verband de controlefrequentie bij bedrijven waarop het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij van toepassing is. De controlefrequentie, die in 2008 nog één keer per vijf jaar bedroeg, bedraagt dit jaar één keer per vijftien jaar. Wij hebben ons systeem van risicobepaling en prioritering aangepast. Wij zijn actief op het terrein van Vernieuwing toezicht. Onze inzet richt zich hierbij op terugdringen van de administratieve lasten (en zo mogelijk bestuurlijke lasten) bij tenminste een gelijkblijvend naleefgedrag. Ook anderszins zoeken wij actief de samenwerking met andere handhavingpartners (oog- en oorfunctie ontwikkelen, kennis delen, over en weer inzetten capaciteit/expertise). Kwaliteitseisen vergunningen en handhaving Landelijk worden eisen gesteld aan de kwaliteit van vergunningen en handhaving. De kwaliteiteisen zien met name op robuustheid van de organisatie, kennis van de medewerkers en ervaring op specifieke taakonderdelen. Het voldoen aan de kwaliteiteisen is een punt van aandacht. Door het maken van concrete afspraken met collega-overheden kan hieraan - ondanks beperkte middelen - invulling worden gegeven. IBRAHYM De samenwerking tussen de regionale en landelijke partijen op het vlak van modellering is een belangrijke ontwikkeling, waarbij veel winst te behalen is. Meer specifiek richt de intensivering van de samenwerking zich met name op WRO en de landelijke samenwerking rond het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (NHI). In 2012 is onderzocht in hoeverre de rekentaken van WPM en WRO geconcentreerd kunnen worden bij WPM. De consequenties daarvan zullen in 2013 zichtbaar zijn. Tevens wordt de samenwerking van het IBRAHYM-consortium (WPM, WRO, Provincie en WML) verstevigd door het opstellen van een visie en het ondertekenen van een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst. Ontwikkelen BOS-systeem OMAR Beslissingondersteunende systemen (BOS) helpen om het operationele en strategische waterbeheer te optimaliseren. Deze systemen geven op basis van de actuele waterstanden en de weervoorspelling voor een aantal dagen vooruit een snelle voorspelling voor ondermeer de waterstanden. Een BOS assisteert waterbeheerders bij de inzet van maatregelen om bijvoorbeeld wateroverlast en hieruit voortkomende schade te voorkomen of in omvang te beperken, droogteschade te beperken, maaitijdstippen te optimaliseren etc.. Het te ontwikkelen BOS OMAR (Operationeel Model voor Anticiperend waterbeheer op Regionale schaal) richt zich op het voorspellen van hoogwatersituaties in het regionale systeem, het ondersteunen van het (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 68 -

maaibeheer en het optimaliseren van de wateraanvoer en de waterverdeling. Eerst zullen een businesscase en een definitiestudie worden uitgewerkt. Ook bij Waterschap Aa en Maas leven ideeën om een BOS voor ondersteuning bij het dagelijkse waterbeheer te ontwikkelen. Er wordt dan ook verkend of dit project gezamenlijk kan worden opgezet. Monitoring Bij het verder ontwikkelen van de beleidsevaluaties worden verschillende beleidssporen gecombineerd. Naast het WBP worden met name ook de voortgang van de KRW en NLP gevolgd. We zetten hiervoor de komende jaren bij voorkeur in op gebruik en verbreding van het door STOWA ontwikkelde KRW-volg- en stuursysteem. Hiervoor maken we een businesscase. Als dit niet haalbaar blijkt, ontwikkelen wij (bij voorkeur samen met anderen) een alternatief gestoeld op ons huidige dataverwerkings- en validatiesysteem Delft-FEWS. Afhankelijk van de ICT-mogelijkheden binnen WPM streven wij ernaar om alle digitaal beschikbare monitoringsdata benaderbaar te maken via het internet. Grondwatermetingen Vanaf 1 februari 2012 heeft de Provincie Limburg het contract beëindigd voor opname van het primaire grondwaterstandmeetnet vanwege automatisering van deze activiteiten. Wel moeten wij vanaf 2012 kosten blijven maken om de geautomatiseerd ingewonnen data te kunnen raadplegen en te verwerken, en voor opname van eigen WPM-buizen. Beoogd Effect Een met de regio afgestemd grond- en oppervlaktewaterregime dat duurzaam de functies in het gebied bevordert en daarmee een bijdrage levert aan de economische dynamiek. we geven invulling aan onze taken conform de Waterwet, inclusief het opmaken van een nieuwe legger. we zijn goed voorbereid op de klimaatverandering die komen gaat: we kennen de gevolgen en hebben een strategie hoe hierop te anticiperen. we hebben een heldere en gedragen waterclaim in de beekdalen ter ondersteuning van de realisatie van doelen van Nieuw Limburgs Peil. de doorontwikkeling en toepassing van IBRAHYM worden geborgd in de organisatie. het actief peilbeheer is transparant en inzichtelijk voor onze ingelanden. natschadeklachten worden adequaat en snel behandeld. onze monitoring is afgestemd op de behoeften van de organisatie en is optimaal beschikbaar voor de samenleving. Randvoorwaarden we vinden oplossingen bij voorkeur via het creëren van veerkrachtige watersystemen. we houden bij onze oplossingen zoveel mogelijk rekening met verwachte klimaatveranderingen. we zadelen burgers en bedrijven zo weinig mogelijk op met regelgeving, beperkingen en toezicht. Doelstellingen Wij realiseren een optimaal gebiedsgericht waterpeil we streven ernaar dat er in 2020 sprake is van een op het Nieuw Limburgs Peil gebaseerde inrichting van het watersysteem. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 69 -

in 2015 zijn alle bestaande wateroverlastknelpunten duurzaam opgelost. De WB21-normen zijn verankerd en alle informatie over de knelpuntsituaties is voorhanden en de grootste knelpunten worden met voorrang aangepakt. de Keur met de daaraan verbonden algemene regels en beleidsregels zorgt op een transparante wijze voor een optimale bescherming van onze watersystemen. Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn wat betreft professionaliteit op voldoende niveau. Wij zijn klantgericht, meedenkend en betrouwbaar zowel Nieuw Limburgs Peil, als de maatregelen uit de Kaderrichtlijn Water en de Waterbeheer 21 e eeuwnormen en -knelpunten worden, na vaststelling in een integraal gebiedsproces, uitgevoerd conform afspraken. degene, tot wie gestelde regels zich richten (algemene regels of vergunning), is hiervan op de hoogte en accepteert de inhoud van de gestelde regels. we ontsluiten informatie actief via internet. we komen gemaakte afspraken met Rijk/Provincie over de wijze waarop wij onze rol invullen in het kader van de Waterwet na. vergunningverlening, toezicht en handhaving functioneren efficiënt en worden meer gericht op het optimaliseren van het (milieu)rendement. de gestelde regels ter bescherming van de watersystemen handhaven wij consequent. 4.2 Wat gaan we ervoor doen? Beleidskaders Nr Omschrijving Vastgesteld Periode* 1 Stedelijk waterbeheer 2005 2005-2009 2 Legger 2006 2006-2015 3 Beregeningsbeleid 2008 2008-2015 4 Waterbeheerplan 2009 2010-2015 5 Algemene regels Keur 2009 Geen termijn 6 Beleidsregels vergunningen watersysteem 2009 Geen termijn 7 Keur 2009 Geen termijn 8 Nieuw Limburgs Peil 2010 2010-2020 9 Legesverordening 2011 Geen termijn 10 Buitenlandbeleid 2012 2012-2015 11 Beheervisie waterlopen 2012 2012-2015 * Zolang geen nieuw beleid is vastgesteld, blijven genoemde beleidslijnen gelden (ook als periode is overschreden) (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 70 -

Projecten Nr Naam project Omschrijving project 1 Ontwikkeling BOS-OMAR Een model dat in staat is om het operationele waterbeheer te ondersteunen op basis van kennis van de actuele situatie en een voorspelling van de (nabije) toekomst. Activiteiten Opstellen businesscase Opstellen definitiestudie Start ontwerp en realisatiefase Beoogde resultaten Het te ontwikkelen BOS OMAR (Operationeel Model voor Anticiperend waterbeheer op Regionale schaal) ondersteunt het waterbeheer. De businesscase zal inzicht geven in de te verwachten kosten, baten en risico s. In de definitiestudie beschrijven we o.m. in detail wat het systeem moet kunnen en globaal hoe dat technisch gerealiseerd moet/kan worden. Op basis van deze definitiestudie kan besloten worden hoe het systeem ontwikkeld moet worden en door en/of in samenwerking met wie. Hierin specificeren we de kosten. Dit levert uiteindelijk een goed werkend systeem op. Naar verwachting en afhankelijk van de definitiestudie vindt oplevering in 2013 of 2014 plaats. Tussentijds zullen wel deelproducten opgeleverd worden. We voeren de werkzaamheden tot en met de definitiestudie (waarschijnlijk) in eigen beheer en binnen de bestaande financiële kaders uit. Voor de ontwerp- en realisatiefase is geen budget beschikbaar. Daarover vindt te zijner tijd besluitvorming plaats in het kader van nieuw beleid. 2 2 e toetsing WB21 Uitvoeren van een nieuwe WB21-toetsing op basis van verbeterde modellen en betrouwbaardere klimaatvoorspellingen. Activiteiten Uitvoering toetsing Beoogde resultaten Deze toetsing zal gezamenlijk met WRO worden uitgevoerd onder de regie van één gezamenlijke projectleider, geleverd door WRO. In 2013 zullen na het verschijnen van de nieuwe klimaatscenario s de berekeningen worden uitgevoerd en doorlopen tot 2014. De hernieuwde toetsing zal worden meegenomen in het nieuwe beheerplan van het waterschap. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 71 -

Beleidsproducten Nr Naam beleidsproduct Omschrijving beleidsproduct 1 Eigen plannen Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema s en/of gebieden. Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 1.2 Waterbeheersplan Opstellen van een gebiedsdekkende gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) / Nieuw Limburgs Peil De uitvoering van Nieuw Limburgs Peil is vanaf 2011 verankerd in het Meerjareninvesteringsprogramma. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met aanvullende maatregelen, NLP maatregelen voor herstel van het watersysteem. Omdat deze laatste betrekking hebben op het herstel van het watersysteem, zijn deze ondergebracht onder het programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen. Het gaat hierbij om een jaarlijks investeringsbedrag van 300.000 voor de duur van 5 jaar. In 2013 hebben we een mid-term review met een tussenstand van de uitvoering van het Integraal waterbeheerplan. 1.5 Thema- en gebiedsgerichte plannen Opstellen beleidsnotities, -uitwerkingen en -onderzoeken Actuele beleidsvraagstukken hebben wij uitgewerkt tot notities en plannen. Dit betreft onder andere de uitwerking beekherstel. Recreatief medegebruik We zoeken in 2013 meer samenwerking met partners op het gebied van recreatief medegebruik. Om die samenwerking te bevorderen verwachten wij een structureel budget van 25.000 nodig te hebben (voor gezamenlijke plannen en maatregelen). Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging van alle voorstellen e/o wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. In de beheervisie waterlopen hebben wij aangegeven dat extra middelen à 14.000 (maaionderhoud) voor recreatief medegebruik nodig zijn. En in de beheervisie groene dijken hebben wij een budget gelabeld à 9.800 voor recreatie. Het totale budget voor recreatief medegebruik komt dan op ca. 50.000. Deelname aan INTERREG-IVa-project Duurzaam Verbinden Dit INTERREG programma is bedoeld als kwaliteitsimpuls voor het leefmilieu in het Kempenbroek en de grensregio. In dit project werken de Gemeente Weert, Natuurmonumenten, Provincie Limburg, het waterschap en verschillende Vlaamse projectpartners samen aan duurzaam verbinden. Het projectbureau Kempenbroek draagt zorg voor de projectcoördinatie en (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 72 -

wij voeren de beekherstelprojecten Leukerbeek en Meilossing uit. Buitenlandse projecten In samenwerking met de partners zowel aan Vlaamse als aan Duitse kant zoeken we in 2013 actief naar mogelijkheden om nieuwe INTERREG-projecten te starten met als doel om grensoverschrijdende kennisontwikkeling te bevorderen èn om extra financiering voor uitvoeringsprojecten te krijgen De inspanningen op het gebied van samenwerking met de Derde Wereld zal in 2013 op basis van de in 2012 verschenen nota Buitenlandbeleid een nieuwe impuls krijgen. De bestaande relatie met Turkije is in 2012 verder uitgediept. Ondersteuning daar vindt in principe kostenneutraal plaats. Klimaatontwikkeling Op basis van de in 2012 opgestelde Positioning Paper Klimaatverandering hebben we in 2013 plannen ontwikkeld om de klimaatverandering binnen WPM verder op de kaart te zetten. 2 Plannen van derden Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van het waterschap Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 2.1 Plannen van derden Participeren in de beleidsvorming van hogere en andere overheden, waaronder de organisatie/deelname waterpanels van de provincie Wij hebben kennis van het beleid van derden ten behoeve van de eigen planvorming. Ons waterschapsbeleid heeft een plaats in de plannen van anderen. Beoordelen en beïnvloeden van plannen van derden (o.a. Gemeentelijke Rioleringsplannen) Wij bewaken de rioleringsinspanningen van de gemeenten via de Gemeentelijke Rioleringsplannen en via accountmanagement. Advisering bij ruimtelijke plannen Voor grote plannen en plannen die liggen in een aandachtsgebied voor water(keringen) hebben we wateradvies gegeven. Wij zitten bij belangrijke plannen zo vroeg mogelijk aan tafel bij de initiatiefnemer. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 73 -

6 Beheersinstrumenten watersystemen Beheerproduct Het opstellen en actualiseren van de legger met de juridische grenzen van de beheersobjecten en het beheersysteem, waarin we ook de werkelijke situatie inclusief vergunninggegevens bijhouden. Activiteit met beoogd resultaat 6.2 Waterakkoorden Afronding en/of afsluiting van WATAK en vastleggen beheerdertaken en verantwoordelijkheden. 6.3 Legger waterlopen en kunstwerken 6.4 Beheerregister waterlopen en kunstwerken Actualiseren legger Eind 2012 is de nieuwe legger vastgesteld. De komende jaren vindt een verdere verdieping plaats. Ontsluiting van de legger via intranet is voorzien. Gedeeltelijk vullen van beheerregister (converteren) met gegevens van WB21-inventarisatie. Doel is een actuele databank met gegevens over de waterlopen, onderhoudspaden, kunstwerken en andere objecten en zones waarop de Keur van toepassing is. Toepassing streefpeilenplan Het streefpeilenplan is een middel om invulling te geven aan transparante afrekenbare overheid. In 2012 hebben we het streefpeilenplan ontwikkeld. In 2013 communiceren we het besluit hierover en we operationaliseren het. 7 Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen Beheerproduct Uitvoering en onderhoudswerkzaamheden aan de waterlopen en kunstwerken en het houden van toezicht op werkzaamheden wanneer deze zijn uitbesteed. Uitvoering van inspecties voor het vaststellen van de onderhoudsstaat van de waterlopen en de daarin gelegen kunstwerken. Bovendien uitvoering van, of bijdrage aan derden voor, de bestrijding van muskusratten en andere schadelijke graaf- en knaagdieren. Activiteit met beoogd resultaat 7.2 Onderhoud waterlopen Onderhoud van de watergangen De gewenste (norm)waterpeilen realiseren wij door het in stand houden van het watergangprofiel en de daarin gelegen nietwaterregulerende kunstwerken. Het doorstroomprofiel en het bergend vermogen voldoen aan de waterhuishoudkundige randvoorwaarden. De ecologische ontwikkelmogelijkheden van de waterlopen benutten wij optimaal zonder afbreuk te doen aan de hydraulische randvoorwaarden. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 74 -

7.4 Onderhoud kunstwerken en passieve waterbeheersing Onderhoud van de niet-waterregulerende kunstwerken gelegen in de watergangen De gewenste (norm)waterpeilen realiseren wij door het in stand houden van de in de watergangen gelegen niet-waterregulerende kunstwerken. Het doorstroomprofiel en het bergend vermogen voldoen aan de waterhuishoudkundige randvoorwaarden. De ecologische ontwikkelmogelijkheden van de waterlopen benutten wij optimaal zonder afbreuk te doen aan de hydraulische randvoorwaarden. Uitvoeren inspecties Consolideren technische infrastructuur. 7.6 Voorzieningen verwante belangen watersystemen Inspecties, technisch onderhoud, in stand houden kwaliteitsbeeld Functionele en in goede staat van onderhoud verkerende voorziening aanverwante belangen (zoals naam- en infoborden). 7.7a Muskusrattenbestrijding Muskusrattenbestrijding Vangsten muskusratten < 0,25 vangsten per uur en grensbewaking (verspreiding vanuit het buitenland voorkomen). Graafschade aan waterschapsobjecten hebben wij voorkomen. 7.7b Beverrattenbestrijding Beverrattenbestrijding Vangsten beverratten < 0,06 vangsten per uur en grensbewaking (verspreiding vanuit het buitenland voorkomen). Graafschade aan waterschapsobjecten hebben wij voorkomen. 9 Beheer hoeveelheid water Het aansturen en onderhouden van kunstwerken die direct regulerende invloed uitoefenen op de hoeveelheid water, het waterpeil en kwaliteit van het water. Ook de benodigde energie en alle andere handelingen die voor de gewenste beïnvloeding van het watersysteem nodig zijn. Beheerproduct 9.2 Onderhoud kunstwerken actieve waterbeheersing Activiteit met beoogd resultaat Onderhoud waterregulerende kunstwerken Door het in stand houden van de actieve sturingsmiddelen realiseren wij de vastgestelde waterpeilen. Uitvoeren inspecties Consolideren technische infrastructuur. 9.3 Bediening kunstwerken actieve waterbeheersing Uitvoeren instelwerkzaamheden Het bereiken van de vastgestelde waterpeilen en de waterkwaliteitsdoelstellingen op het gebied van watervoerendheid binnen de invloedssfeer van een waterregulerend kunstwerk door actieve sturing met de beschikbare middelen zoals stuwen en gemalen. De peilen zijn zodanig dat de oppervlaktewateren aan (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 75 -

de aan hen toegekende functies kunnen voldoen, waarbij het grondgebruik en de waterhuishouding van het stroomgebied bepalend zijn. Coachen participanten De Stuwende Kracht Realiseren waterconservering in de haarvaten. 11 Monitoring watersystemen Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen. Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 11.0 Monitoring algemeen Stroomlijnen van de datastromen binnen beleidsproduct Verdere implementatie van Delft-FEWS, onder meer met internetpublicatie van de meetgegevens en het verder ontwikkelen van secundaire validatie. Uitbrengen van diverse rapportages Onder meer de doorlopende onderzoeksrapportage Blik op het watersysteem op internet en de thermometer. Verder verschijnt in 2013 een mid-termreview met een tussenstand van de uitvoering van het Beheerplan. In 2015 gebeurt dat in de vorm van een beleidmonitor waarin de fysieke doelen geëvalueerd worden, in 2013 blijft dit beperkt tot de monitoring van de uitgevoerde maatregelen. Strategische monitoring Integrale evaluaties uitgevoerde beekherstel en verdroging- en bestrijdingsprojecten IBRAHYM Uitvoering van het in 2011 opgestelde onderhouds- en beheersplan is gestart in 2011 en loopt door tot 2014. Op basis van een aantal in 2012.afgeronde pilotstudies (o.m. project calamiteiten inlaat water en waterkwaliteitsmodel en -balansstudie Loobeek) is eind 2012 duidelijk op welke wijze uitbreiding met waterkwaliteit nodig en mogelijk is. De rekencentrumfunctie alsmede het beheer en onderhoud functioneren optimaal in 2013, waarbij structureel ook werkzaamheden uitgevoerd worden voor WRO. Het samenwerkingsproject met het Niersverband heeft in 2012 tot aanzienlijke verbetering van het model aan de oostelijke grens geleid. In 2013 zullen we de bestaande samenwerking met het Niersverband continueren. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 76 -

De samenwerking op landelijk niveau met andere waterschappen en het Rijk (via NHI) zal verder gecontinueerd worden. 11.1 Monitoring waterkwantiteit Uitvoeren specifiek (monitorings)onderzoek Ondermeer doorlopend onderzoek in de pilot Tungelroysebeek naar weerstandsgestuurd onderhoud. Vergaren van de benodigde gegevens Database met gegevens van de routinematige meetnetten, waaronder het hydrologische oppervlaktewatermeetnet. Beheer en onderhoud databaseprogramma s en rekensoftware Betrouwbare en actuele rekensoftware voor verwerking (databases) en analyse (modellen) van monitoringgegevens. 11.3 Monitoring grondwater In 2013 beschikken wij online over de volledig telemetrisch ingewonnen grondwaterstandgegevens van de Provincie Limburg. Opnames t.b.v. het primaire meetnet in opdracht van de provincie, zullen niet meer plaatsvinden. 22 Keur Voorbereiding, op- en vaststelling en het onderhoud van de verordening waarin de ge- en verbodsbepalingen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik door derden van de waterstaatkundige infrastructuur zijn opgenomen en ook de beleidsuitwerking in beleidsregels. Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 22.1 Keur Onderhoud Keur Eind 2009 hebben wij een nieuwe Keur vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met de bij of krachtens de Waterwet gestelde regels, inclusief een algemeen toetsingskader. Ter uitwerking hiervan heeft het dagelijks bestuur algemene regels en beleidsregels voor vergunningverlening vastgesteld. Indien nodig vindt onderhoud plaats; dit is een doorlopend proces. 23 Vergunningen en keurontheffingen Beheerproduct 23.1 Vergunningen en melding Waterwet Het reguleren via onder andere besluiten op aanvragen voor vergunningen en behandelen van meldingen, op basis van de bij of krachtens de Waterwet gestelde regels, inclusief de Keur Activiteit met beoogd resultaat Vergunningen verlenen Reguleren van activiteiten, inclusief aanpassingen aan de natte infrastructuur op basis van geldende wettelijke regelingen, met inachtneming van het vastgestelde beleid. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 77 -

Vergunningenbestand Plan van aanpak om te komen tot een adequaat en actueel vergunningenbestand is in uitvoering. Werkafspraken met Rijk en Provincie Limburg De gemaakte afspraken met Rijk en Provincie Limburg over de taakverdeling komen we na. Professionalisering Proces vergunningverlening is gecertificeerd. 23.2 Advies Wabo Advisering gemeenten/provincie Reactieve rolinvulling: de adviesrol vullen we in beginsel niet in. 24 Handhaving Het uitvoeren van toezicht gericht op de naleving van de bij of krachtens de Waterwet gestelde regels, inclusief de Keur Beheerproduct Activiteit met beoogd resultaat 24.1 Toezicht Waterwet Programmatisch handhaven Wij bepalen jaarlijks vooraf prioriteiten, handhaven programmatisch en rapporteren de voortgang via bestuursrapportages. Toezicht We zien toe op de naleving van de bij of krachtens de Waterwet gestelde regels, inclusief de Keur, om normconform gedrag te bewerkstelligen. Onderzoeken illegale situaties Wij voeren jaarlijks 1 à 2 gerichte onderzoeken naar illegale situaties (themagericht en/of gebiedsgericht) uit. Werkafspraken met Rijk en Provincie Limburg De gemaakte afspraken met Rijk en Provincie Limburg over de taakverdeling komen we na. Professionalisering handhaving Handhaving watersystemen beantwoordt aan de wettelijke kwaliteitscriteria die worden gehanteerd in het kader van de professionalisering. Proces handhaving is gecertificeerd. Vernieuwing toezicht Door bundeling van toezichtactiviteiten met andere handhavende organisaties zijn / worden de administratieve lasten in het kader van toezicht (bij ten hoogste gelijkblijvende bestuurlijke lasten) teruggedrongen. Wij zoeken actief de samenwerking op met andere waterbeheerders. We volgen de totstandkoming van de regionale uitvoeringsdiensten op enige afstand. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 78 -

24.2 Toezicht Wabo / Whvbz Invullen rol in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Reactieve rolinvulling: wij treden enkel handhavend op als problemen zijn ontstaan bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Zwemgelegenheden Wij zien toe op de naleving van de regels bij zwemgelegenheden in oppervlaktewater. 4.3 Wat mag het kosten? Programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Categorie Lasten ( ) ( ) ( ) ( ) 42 Personeelslasten 32.996 28.000 18.000 18.000 43 Goederen en diensten van derden 2.011.807 1.479.413 1.706.001 1.504.408 44 Bijdragen aan derden 85.040 81.000 93.500 87.500 50 Kapitaallasten 458.752 373.990 373.990 290.589 51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringskosten 10.343.647 12.132.308 12.121.023 12.358.023 Totaal Lasten Rekening 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 (incl.wijz.) Begroting 2013 12.932.242 14.094.711 14.312.514 14.258.520 Baten ( ) ( ) ( ) ( ) 83 Goederen en diensten aan derden 488.289 424.600 574.600 531.600 Totaal Baten 488.289 424.600 574.600 531.600 Saldo lasten minus baten 12.443.953 13.670.111 13.737.914 13.726.920 Toelichting lasten 43 Goederen en diensten van derden Op basis van de eerste bestuursrapportage tot en met het eerst kwartaal 2012 was in 2012 een aantal budgetten incidenteel verhoogd. Die incidentele verhogingen zijn met ingang van 2013 weer komen te vervallen. 44 Bijdrage aan derden Hier zijn de bijdragen geraamd van 15.000 voor het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water, 30.500 voor deelname in het project Deltaplan Hoge Zandgronden, de bijdrage van 30.000 aan de Unie met betrekking tot de landelijke beverrattenbestrijding en tot slot een bijdrage van 12.000 op grond van een bestuurlijk (landelijk) convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu. 50 Kapitaallasten De afname in 2013 ten opzichte van 2012 komt door dat de vrijval van kapitaallasten in 2013 groter is dan de toename van kapitaallasten door nieuwe investeringen. De voor dit programma geplande investeringen zijn opgenomen in het overzicht Investeringen 2013-2017 dat bij dit programma is opgenomen. Een gedeelte van de kapitaallasten wordt via bestemming/dekking van het resultaat ten laste gebracht van de bestemmingsreserve kapitaallasten. Dit naar aanleiding van het voorstel met betrekking tot de inzet van het vrij aanwendbare deel van de reserves (AB 6 oktober 2010). (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 79 -

51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringkosten In de afdelingskostenplaatsen verzamelen we alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling, waarna we op basis van het aantal direct productieve uren een integraal uurtarief berekenen. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2013 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma s. De stijging van de kosten komt doordat op basis van de verwachte tijdsbesteding 2013 meer uren aan dit programma worden besteed dan in 2012. Op grond hiervan worden dan ook meer organisatie-/bedrijfsvoeringkosten op dit programma in rekening gebracht. Toelichting baten 83 Goederen en diensten aan derden Vanaf 2011 hebben we geen vergoeding meer geraamd voor de muskusrattenbestrijding (minder inkomsten: 315.200). Dit naar aanleiding van operatie Storm waarbij de muskusrattenbestrijding van rechtswege een waterschapstaak worden. Hierdoor moeten we deze taak zelf bekostigen in onze waterschapsbegroting. Voor wat betreft de vergoeding van de beverrattenbestrijding gaan we er van uit dat we die bijdrage ook in 2013 en verder blijven ontvangen ( 249.600). Met ingang van 2012 hebben inkomsten geraamd vanwege te verwachten inkomsten uit het ter beschikking stellen van IBRAHYM modelberekeningen voor derden ( 25.000). Daarnaast hebben we vanaf 2012 de raming met 7.000 verhoogd vanwege te verwachten meeropbrengsten uit de gedelegeerde provincietaak als het gaat om controle op de zwemwaterkwaliteit. Dit om uitvoering te geven aan de ombuigings-/bezuinigingsmaatregelen pakket I. Met de herinvoering van de legesverordening hebben we de inkomsten met 150.000 structureel verhoogd ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012 (pakket II maatregel). Daar staat tegenover dat 43.000 structureel is vervallen omdat we geen diensten meer verlenen aan de Provincie met betrekking tot peilopnames. Productramingen Programma watersysteem op orde: geschikt voor Begroting Begroting Begroting Begroting grondgebruik ( ) Producten Lasten 2012 Lasten 2013 Baten 2012 Baten 2013 Eigen plannen 1.245.319 1.582.155 0 0 Plannen derden 1.063.753 929.372 0 0 Beheersinstrumenten watersystemen 503.199 508.249 0 0 (Aanleg, verbetering en) onderhoud watersystemen 5.645.944 5.836.848 249.600 249.600 Beheer hoeveelheid water 894.048 886.467 79.000 79.000 Monitoring watersystemen (waterkwantiteit) 1.244.276 1.202.665 68.000 25.000 Keur 128.836 120.895 0 0 Vergunningen en keurontheffingen 1.204.239 1.162.229 0 150.000 Handhaving keur en grondwater 2.165.097 2.029.640 28.000 28.000 Totaal ( ) 14.094.711 14.258.520 424.600 531.600 Saldo lasten minus baten 13.670.111 13.726.920 Investeringen 2013-2017 Investeringen meerjarenperiode (x 1.000) Nr Cat. Afschr. termijn Raming Raming Raming Raming Raming 2013 2014 2015 2016 2017 Vervanging meetapparatuur monitoring 1. A 10 jaar 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 Vervanging gemalen/stuwen 2. A 15 jaar 176,0 212,0 105,0 40,0 Totaal 196,0 232,0 125,0 60,0 20,0 Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2012 en de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 80 -

voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2013. Als onderdeel van de pakket II bezuinigingsmaatregelen is de vervangingsinvestering meetapparatuur monitoring structureel afgeraamd met 10.000. Meerjarenraming 2013-2017 Meerjarenraming ( x 1.000) Raming Raming Raming Raming Raming 2013 2014 2015 2016 2017 Lasten 14.259 14.578 14.803 15.204 15.444 Baten 532 532 532 532 532 Saldo 13.727 14.046 14.271 14.672 14.912 In de meerjarenraming is rekening gehouden met geplande investeringen en de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Ook is rekening gehouden met de effecten van inkrimping met 1,2 fte van de afdeling Vergunningen en Handhaving tot en met 2013 vanwege taakwijzigingen (begrotingsafspraak 2010). Voor de doorrekening van lonen en prijzen zijn we uitgegaan van een stijging van 2% per jaar en het vervallen van eventuele incidentele posten. Geen rekening is gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 81 -

5 Programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen In het vorige programma staat hoe wij ervoor zorgen dat het watersysteem de functies in het gebied zo goed mogelijk bedient. Deze functies zijn echter niet in alle situaties leidend voor ons beheer. Wij onderkennen namelijk óók dat het watersysteem een intrinsieke waarde bezit dat op herstel en bescherming mag rekenen van de waterbeheerder. Met het herstel willen wij de hydrologische, ecologische en chemische toestand van de watergangen beïnvloeden. In dit programma komt aan de orde wat wij daarvoor doen. Verantwoordelijke portefeuillehouder(s) (bestuurlijk) Joop de Hoon (portefeuille grondbeleid); Paul de Lange (portefeuille stedelijk waterbeheer); Sjraar Roelofs (portefeuille herstel watersysteem). Programma-eigenaar (ambtelijk) Alfred Paarlberg Prestatie-indicator Doel eind 2013 km beekherstel 5 km kader voor het WBL vastgesteld 5.1 Wat willen we bereiken? Opgave Onze belangrijkste opgave in dit programma is het creëren, herstellen en in stand houden van veerkrachtige watersystemen. Ons doel is om gezonde beekecosystemen te realiseren. Het ecologische herstel van watergangen zetten we, voor zover het binnen onze taakstelling past, de komende jaren voort. Wij streven herstel van het watersysteem in al zijn facetten na: hydrologisch, morfologisch, chemisch en (als resultante) ecologisch. We realiseren dit door het uitvoeren van herinrichtingprojecten, door het verbeteren van de waterkwaliteit door optimalisatie van afvalwatertransport en -zuivering en door toezicht op lozingen op het oppervlaktewater. De komende jaren richten wij ons vooral op het voldoen aan de eisen voor het watersysteem die we in het kader van de Kaderrichtlijn Water met de overige waterpartners afspreken. Specifiek betekent dit: voor de morfologie: we hebben alle watergangen met een Specifiek Ecologische Functie (SEF) uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) in 2027 heringericht. Dit betekent nog circa 134 kilometer te realiseren beekherstel. we beschermen de beekmorfologie door toepassing en handhaving van de Keur. voor de hydrologie: we realiseren gebiedsdekkende waterconservering en verduurzamen dit op basis van het project De Stuwende Kracht en peilgestuurd draineren. we realiseren met gebiedspartners het Nieuw Limburgs Peil, waardoor de beek zich morfologisch en hydrologisch optimaal kan ontwikkelen en we de diffuse vervuiling in de intrekgebieden zoveel mogelijk terugdringen. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 82 -

voor de chemische waterkwaliteit: we hebben volledig zicht op de waterkwaliteitsproblematiek, kennen de bronnen die hieraan ten grondslag liggen en beschikken over een plan van aanpak om de problematiek op te lossen. In 2015, of zoveel later als op nationaal niveau overeengekomen wordt (2027), beschikken wij over ecologische gezonde watersystemen conform de Kaderrichtlijn Water. we dringen het gebruik van gevaarlijke stoffen en de emissie ervan via diffuse bronnen zoveel mogelijk terug. Dit doen we vooral door het opzetten van een lobby richting Provincie Limburg, Rijk en Europese wetgever en daar waar mogelijk door stimulering van de relevante doelgroepen. we dringen rioolwateroverstorten terug tot een ecologisch aanvaardbaar niveau. Dit doen we door beleidsbeïnvloeding, zoals advisering bij Gemeentelijke Rioleringsplannen, ruimtelijke ontwikkelingen, en via toezicht en handhaving. we dringen de emissies van de rioolwaterzuiveringsinstallaties terug tot een voor de Kaderrichtlijn Water aanvaardbaar niveau (terugdringen 33 prioritaire stoffen). Dit doen we door het zuiveringsproces te optimaliseren en eventueel uit te breiden met een extra zuiveringstrap. we richten het bestaande systeem van afvalwatertransport en -zuivering opnieuw in op basis van de uitgevoerde Optimalisatie Afvalwatersysteem Studies (OAS) om kosten te reduceren en milieuschade door overstorten te beperken. In dit kader oriënteren we ons samen met WBL en gemeenten op toekomstige ontwikkelingen zoals zuiveren op maat. Beleidsontwikkeling In 2012/2013 actualiseren we de nota Waterkwaliteit krijgt de sporen uit 2007. Hierin geven we aan welke doelstellingen we willen bereiken en hoe we dit gaan aanpakken. Waterkwaliteitsonderwerpen waarop wij onze aandacht focussen: water en ruimtelijke ordening; sturen aan de voorkant daar waar mogelijk; rwzi/effluentkwaliteit, overstorten en afkoppelen; water in landelijk gebied; glastuinbouwlozingen, erfafspoeling en gewasbeschermingsmiddelen; verontreiniging Tungelroysebeek; calamiteitenbestrijdingsplan waterverontreiniging; modelleren van waterkwaliteit. Hier maken we een begin mee. Dit moet leiden tot inzicht in bronnen en hun relatieve bijdragen aan de waterkwaliteit. Tevens moet het een evaluatie van maatregelen mogelijk maken. Strategie landbouw en waterkwaliteit Omdat het Rijksbeleid geen perspectief biedt voor voldoende reductie in emissies vanuit landbouw zal de waterkwaliteit in door landbouw beïnvloede gebieden onder de maat blijven (Planbureau voor de Leefomgeving). Tegelijkertijd hebben projecten zoals Telen met Toekomst en Landbouw Centraal laten zien dat aanpassing van de landbouwkundige praktijk mogelijk is met een positief effect op de waterkwaliteit. Het waterschap wacht niet langer op Rijksbeleid om de problemen op te lossen maar ontwikkelt een nieuwe aanpak samen met de sector. Dit gebeurt in lijn met het CWE besluit Samen met de agrarische sector werken aan schoon water. Hierin hebben zowel de sector als de waterbeheerder een rol. De waterbeheerder maakt duidelijk wat de opgave is voor de sector, adviseert, stimuleert, monitort en rapporteert over de voortgang. De sector neemt verantwoordelijkheid in het invullen van de opgave. De aanpak hebben wij samen met de sector uitgewerkt in een business case, die praktisch de jaren 2013-2017 omvat maar als horizon 2027 heeft. Wij verwachten gedurende 5 jaar jaarlijks 100.000 nodig te hebben. Wij zullen een afzonderlijk voorstel doen, waarin we streven naar een integrale afweging (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 83 -

van alle voorstellen e/o wensen die in deze begroting zijn opgenomen. Met de vaststelling van deze begroting wordt dit bedrag nog niet geaccordeerd. Beek(dal)herstel In ons waterbeheerplan hebben wij een heldere en ambitieuze visie op beekherstel gegeven. De doelstellingen hierin blijven leidend. Waar nodig herprioriteren of temporiseren we de uitvoering ervan. Wij temporiseren de beekherstelopgave die is opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan Maas voor het bereiken van KRW doelen. Hierop passen wij het plan aan en communiceren hierover met onze partners in het gebied en het Rijk. Onze visie/strategie is gericht op beekdalbreed beekherstel. Hier hebben wij andere partijen bij nodig, ook voor de financiering ervan. Wij trachten die partners te bewegen dit doel te realiseren. Voor een aantal projecten (Loobeek, Groote Molenbeek/Lollebeek/Castenrayse vennen) zetten wij op voorhand in op een beekdalbrede aanpak (Aanpak A). Als er geen perspectief is om de beekdalbrede benadering te realiseren, dan is onze inbreng in regionale processen gebaseerd op het behalen van het minimum doelbereik (aanpak B), te weten een voldoende op de KRW maatlat (via minstens een brede tweefasenaanpak). Figuur. Strategieën voor aanpak beekherinrichting Realisatie Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) Voor investeringen in het watersysteem is voor de planperiode 2013-2017 gemiddeld 3 miljoen beschikbaar. Dit investeringsvolume is aangepast van 5 miljoen in 2010 naar 3 miljoen in 2012. Binnen dit investeringsvolume gaan wij volgens de volgende prioritering invulling geven aan het realiseren van onze beleidsopgaven. 1. Het afronden van de reeds uitgevoerde en in uitvoering zijnde projecten. 2. Het nakomen van onze harde afspraken met onze omgeving. 3. Het realiseren van onze beleidsopgave WB21, wat betekent het opheffen van de 49 geconstateerde knelpunten in ons watersysteem. 4. Realiseren van de prioritaire integrale projecten, gebiedspartners. Dit betreft de zogenaamde Integrale GebiedsUitwerkingen de IGU s (Sarsven en de Banen, Loobeekdal, Heukelomsche Beek, Peelvenen/Mariapeel en Heidsche Peel). 5. Realiseren van onze beleidsopgave KRW (beekherstel), voor zover deze niet zijn bedoeld onder 1 t/m 4. (Meerjaren)begroting 2013-2017, Waterschap Peel en Maasvallei - 84 -